DeDynamietmannen van Parijs. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. Eerste Séaace voor Kanewil FEUILLETON. lie Jaargang. Donderdag 23 November 1893, No. 3190B HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door liet gelieele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 rifeanden 0,30. franco per post 0,37^. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefooniinmmer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. By Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentièn worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOI. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. JDAUBE Co., JOHN F. JONESSucc.Parijs Blbis Faubourg Montmartre. Haarlem22 Nov. 1898. De Commissie van financiën heeft geen bezwaar om ten behoeve van den aanbouw van twee woonhuizen, twee strooken gronds aan den Wa genweg ter gezamenlijke grootte van 27,60 M2 voor 25,per M2 te ver- koopen. THeden middag heeft in het open baar ten Raadhuize plaats gehad de loting over paarden die in het vol gende jaar aan eene Rijks keuring moeten worden onderworpen. Daar aan is deelgenomen door 392 trek paarden en 20 rijpaarden. De heer L. Schlegel maakte j.l. Dinsdagavond een begin met zijn gewone jaarlij ksche' serie kamermu- ziekséances in de bovenzaal der socië teit „Vereeniging." Even als ten vorigen jare werkten ook thans de heeren Cramer en Bosmans mede. Het zaaltje was geheel bezet en werd grootendeels ingenomen door het zelfde publiek, dat men gewoon is bij deze avonden van eigenaardig kunstgenot aan te treffen. Dit bewijst wel dat deze uitvoeringen, die hoezeer dan door een klein aantal executanten, in een klein zaaltje, voor een uit den aard der zaak klein audi torium gegeven, toch, uit een artistiek oogpunt beschouwd, een zoo belang rijke plaats innemen in de lange reeks concerten, welke ons, benijdens waardige Haarlemmers, eiken winter wordt aangeboden dit bewijst wel dat[de séances van den heer Schlegel en zijne talentvolle medewerkers hare aantrekkelijkheid niet spoedig ver liezen. Dit is dan ook wel niet denk baar, waar de grootste meesters van een edel kunstgenre zoo waardige vertolkers vinden als hier. Want dat de heeren Schlegel, Cramer en Bos mans berekend zijn voor de taak die zij zich stelden, hebben zij reeds zoo vaak en, naar het mij voorkomt, bij de,; séance van Dinsdag meer nog dan|anders getoond. 5' Eene aan het volmaakte grenzende afronding van techniek paart zich hier, of beter nog stelt zich in dienst eener uiterst fijngevoelige muzikali teit en zoo kan het wel niet anders of de niet geheel onvatbare toehoor der doorleert hier een paar uren van zeldzaam muzikaal genot. Het pro gramma voor dezen avond was als volgt samengesteldTrio op. 1 no. 2 van Beethoven, Sonate voor piano en viool op. 105 (A. Mol) van Schu mann en Trio op. 99 van Schubert, In de sonate deed vooral de heer Cramer zich van zijn beste zijde ken nen. Het allegretto (daaruit was een juweeltje van toon en phraseering. Maar ik laat beter de bijzonderhe den ter zijdeik zou anders moeten wijzen op zoo menig onderdeel, voor al in de werken van Beethoven en Schubert, waar de heer Schlegel zijn gelukkigste oogenblikken hadop het meesterspel van den heer Bos mans, die uit den klank rijkdom, welke zijn instrument hem ter beschikking stelt, nooit meer en nooit minder geeft dan het geheel ten goede komt; op de overeenstemming van muzikale op vatting der drie spelers, op volmaakte samensmelting van den klank dei- strijkinstrumenten en de verrassende tegenstelling van dien der piano en op nog een tal van andere voortref felijkheden waarvan ik reeds meer malen melding maakte en waarvan ik, zonder het juist altijd te doen, nog menigmaal hoop te hunnen me - ding maken. PHILIP LOOTS. Het Haarlemsch Onderling Onder steuningsfonds „Algemeen Belang", waarvan wij verleden jaar de bijzon derheid mededeelden, dat al de be- stuursbetrekkingen daarvan tot zelfs die van commissarissen, welke iedere week des Zondagsmorgens bij circa 500 leden de contributie op halen geheel om-niet, uit liefde voor de zaak, worden waargenomen, hield Zondagmorgen in „Felix Fa- vore" de gewone halfjaarlij ksche ledenvergadering. Uit het verslag van den penningmeester, den heer Willem F. Overhoff, Sophiastraat 6, bleek, dat zooals gewoonlijk in het gun stige seizoen niet het geval is de kas, door het groote aantal zieken, dezen zomer belangrijk was achter uitgegaan en zelfs een gedeelte van het reserve-kapitaal had moeten worden aangesproken. Niet zonder eenige zorg gaat het fonds dan ook weder dezen winter tegemoet. Wèl is, vol gens de statuten, het bestuur bevoegd, naar gelang van omstandigheden, de nU ƒ0,12 per week bedragende con tributie te verhoogen, maar ieder zal begrijpen dat juist in de winter maanden, als de verdiensten toch al niet groot zijn, slechts noode tot dien maatregel wordt overgegaan. Het be stuur is desniettegenstaande vol goeden moed, doch wenscht nogmaals te wijzen op het nut van dit fonds, dat juist door zijn geheel gratis- beheer tegen een wekelij ksche ge ringe contributie der leden bij ziekte en ongevallen een uitkeering van/5 's weeks geeft. Mochten er onder onze stadgenooten zijn, die dat goede doel willen steunen, genoemde penning meester, of een der andere bestuurs leden: P. Bottelier Jr., Zuidpolder straat 21, of C. van Arum, Heeren singel 736, zijn gaarne tot het geven van inlichtingen bereid. O. H.,Ct. Onze Ambachtsschool. Het bestuur der Vereeniging „de Ambachtsschool" alhier heeft beslo ten, ten einde Haarlem's ingezetenen in de gelegenheid te stellen met deze nuttige inrichting kennis te maken en de algemeene belangstelling ei- voor op te wekken en levendig te houden, dat voortaan des Dinsdags des namiddags tusschen 2 en 4 uur de school voor belangstellenden toe gankelijk zal zijn. Het zal genoemd bestuur verheu gen indien van deze gelegenheid ruimschoots gebruik zal worden ge maakt. Het bestuur werd zeer aangenaam verrast door het ontvangen eener aanzienlijke bijdrage van een der le den van den Gemeenteraad, die, of schoon zeer ingenomen met de school onlangs tegen het verleenen van ver hoogde subsidie gestemd had. Indien dit goede voorbeeld door velen zal worden nagevolgd, dan voor zeker zal de Ambachtsschool geene duistere toekomst te gemoet gaan. Weldra zal er weder door het be stuur een beroep op de offervaardig heid der stadgenooten worden ge daan ten einde van hunne goede gezindheid voor eene school, die vooral den Ambachtsstand ten goede komt, te doen blijken. Wij bevelen recht gaarne de be langen van de Ambachtsschool in de aandacht onzer lezers aan. Dat zij eene instelling is die aanspraak heeft op aller steun, wordt in onze dagen, en het is gelukkig, meer en meer in gezien. Na het verval der gilden lang zamerhand achteruitgaan, heeft het ambacht behoefte aan een leerschool, de aanstaande ambachtsman behoefte aan een systematische opleiding in de theorie zoowel als in de prak tijk van zijn vak. Zoodoende kweekt men een am bachtsstand die een goed loon kan verdienen, omdat hij het verdient, d. w. z. het waard is. Wij hebben in den Raad gehoord en in het adres van de Ambachtsschool gelezen, dat bijna 70 leerlingen reeds nu van het onderwijs genieten en dat er nog 30 staan te wachten om te worden bin nengelaten. Lezer! steunt met uwe bijdrage deze jongelieden in wie de prijzens waardige lust is om vooruit te komen in de wereld. Maak het voortbestaan der school mogelijk en gij zult een goed werk hebben verricht! Dinsdagavond vergastte de vereeni ging „J. J. Cremer" hare leden op het optreden van den heer Willem van Zuijlen. Vergasten is het woord, want het is in waarheid een bijzonder genoe gen, te luisteren naar de voordrach ten van dezen bij uitstek bekwamen declamator. Hoewel het komische meer in het bijzonder zijn genre is, was menigeen aangedaan bij de voor dracht van Jules Clareties weeke doch gevoelvolle schetsje „Boum boum," terwijl men bij de komische voordrachten in aandachtig voor overgebogen houding luisterde om toch maar geen enkel woord te missen. „Een blok aan 'tBeen" van Faas- sen en de bekende historie van den man, die in den Schouwburg op eens anders hoed gaat zitten, hadden zeer veel succes, evenals trouwens alles wat de heer Van Zuijlenlaat hooren. „Cremers" leden en hunne dames hebben voorzeker een zeer genotvol len avond doorgebracht. Dat zij hierop dan ook te voren reeds gere kend hadden, mocht blijken uit de zeer talrijke opkomst. Voor een stampvolle zaal trad Dinsdagavond in „Felix Favore" op de heer Domela Nieuwenhuis, ter be spreking van het onderwerp „De Ondergang van het Kapitalisme." Spreker wees op het verschijnsel van de uitbreiding der werkloosheid, wat moet worden geweten aan de om wenteling in de industrie door de vele uitvindingen, aan de verdee ling van den arbeid, waardoor de productie zoo veel grooter wordt en het werk van den arbeider meer en meer geestdoodend. Een derde ver schijnsel is de opeenhooping van het kapitaal, waardoor de productie van den arbeid aan slechts enkele per sonen ten goede komt. Dit laatste is volgens spreker een duidelijk voor teeken van den ondergang van het kapitalisme. Hoe meer concentratie van het kapitaal, des te eerder valt deze maatschappij en des te gemak kelijker is de strijd. Hierna besprak de heer Nieuwenhuis de verschillen de partijen, die vijandig tegenover de sociaal-democraten staan: de katho lieken, de antirevolutionairen, de li beralen en radicalen. Al die partijen hebben zich met het socialisme moe ten bezig houden, wijl dit zoo mach tig is geworden, getuigen voor de eerstgenoemde partijen de encycliek van den Paus over het sociale vraag stuk, en de woorden van dr. A. Kuijper, door dezen bij eene open bare rede over de socialisten ge sproken. De kloof die echter hen van alle partijen scheidt, is de afschaffing van het privaatbezit. Spreker ging ten slotte breedvoerig na hoe de zaak der socialisten kan worden bevor derd, waartoe een der middelen is het levendig houden van het bewust zijn, dat de socialisten het aantal aan hunne zijde hebben, en wekte ten slotte op om zich te scharen on der de vaan, die tot opschrift heeft „brood" en „vrijheid". Van de gelegenheid tot debat werd geen gebruik gemaakt. Kalm ging de vergadering uiteen. Wij ontvingen van de firma de Haan Zoon, boekhandelaars alhier een wandkalender welke door hen niet in den handel gebracht, maar als reclame aan hunne clientèle ge zonden is. Deze practische kalender ziet er zeer fraai uit en zal zeker bij menigeen een welkom geschenk wezen. Door de commissie der vereeniging voor psychiatrie zijn na afgelegd examen in hare drie eerste zittingen op Meerenberg toegelaten tot krank zinnigen-verpleegsters de dames H. G. S. Dam. C. Veenstra, J. M. Kraak, M. A. E. Hondius en P. Slotemaker, allen van Meerenberg, L. C. Winkel, uit het krankzinnigengesticht te Dordrecht, H. van der Graaf, van dat te Delft en A. de Munnik, van Gor- selen tot krankzinnigenverplegers de heeren C. Kooijman, van Delft, G. J. Garritsen van Utrecht, A. F. Henken van 's Gravenhage en J. Folkerts van „Meer en Bosch" te Heemstede. Het totaal aantal candidaten in deze zittingen aangewezen bedroeg 24 daarvan trokken zich terug of werden afgewezen 12. De sleepboot Simson stoomde Dins dagmiddag van IJmuiden uit ter op sporing van een in nood verkeerend schip. Men slaagde er in het aan te tref fen. Het was de Duitsche bark Hellas thuis behoorende te Rostock, beladen met kolen, bestemd van West Hartle pool naar Danzig. Het was lek gesprongen, bijna zin kende en geheel ontredderd. Er bevonden zich nog drie perso nen aan boord. HOOFDSTUK I. De drie vrienden. De agent keek nu den een, dan den ander aan. Blijkbaar vertrouwde hij de zaak niet, maar daar Loup-Garou hem met vroolijke blijmoedigheid in de oogen zag, kon hij niet aan diens woorden twijfelen. Hij vergenoegde zich dus met op barschen toon aan Charpentier den raad te geven, niet weer in zijne nabijheid te komen, daar hij hem anders zeker opbrengen zou. Toen de agent was heengegaan, zei Charpentier: „Geef me wat te eten, ik sterf van honger en vermoeidheid." „Dadelijk," zei Loup Garou. „Kun je loopen „Als het móet „Je kunt rijden ook, als je dat liever wilt." „Ben je millionUr geworden?" „Dat juist niet, maar ik heb toch een flinke duit op zak. Wacht hier een oogenblik, dan zal ik een rijtuig halen om den hoek." Een oogenblik later zat het tweetal in een fiacre, die hen zoo spoedig als het magere paard over de bemodderde stra ten voortkon, wegvoerde naar een adres dat Loup Garou den koetsier had opgegeven. In het rijtuig zeide Charpentier geen woord. In een hoek gedoken, nat en uitgeput, scheen hij te denken over het ge not dat een schotel met voedsel, een teug wijn en een goed bed hem zouden opleveren. Loup Garou praatte evenmin en tuurde uit het raampje naar de lantaarns die voorbij sche nen te schuiven. Weldra had het rijtuig de helder verlichte boulevards ver laten en reed door smalle straten, tot het plotseling stilhield. Loup Garou keek uit en zeide: „We zijn er!" Terwijl Char pentier zich met moeite uit zijn hoekje ophief, zag hij een koffiehuis waar een uithangbord hing met het opschrift: „Au Bon Appétit!" Weldra zaten de twee in een afzonderlijk kamertje aan een gedekte tafel. Een flesch wijn stond voor hen en Loup Garou schonk zijn makker voortdurend in, daar deze telkens met zichtbaar welgevallen in éen groote teug het glas leegdronk. „Hoe smaakt dat, kameraad?" vroeg hij. „Overheerlijk," zei Charpentier. „Nu nog wat te eten en ik ben een nieuw mensch.| Wat blijft dat lang weg, vind je niet?" „Je bent al te ongeduldig. Maar 'tis waar ook, je hebt in zoo lang niets gehad. We zitten hier nu op ons gemak, ver tel me eens hoe je zóo diep in ellende kwam." Charpentier keek vreesachtig rond en zei toen,,'t Is hier te gevaarlijk. Straks, op straat." „Wees niet bang. Denk je, dat ik zal gaan praten in een kamer die niet veilig is. Leg je hand eens op den muur. Overal is een dikke laag watten tusschen het behangsel en den muur. Er is geen sterveling die ons hier beluisteren kan. We zijn hier dicht bij de straat en toch hoor je niets." Charpentier gerustgesteld begon zijn verhaal, maar uit ge woonte met half gedempte stem. „Na de laatste affaire op de Place de Jéna bon ik uit Parijs gegaan, want ik meende dat de politie mij in het oog hield. Zes weken was ik te Bordeaux, toen op zekeren dag een kerel in het logement kwam, een echte gauwdief. Hij maakte een praatje en we dronken samen een glaasje, totdat hij met de kaarten voor den dag kwam." „En je hebt gespeeld?" „Ja. Ik had niets te doen, ik kende bijna niemand te Bordeaux en ik verveelde me vreeselijk. Wat moet men anders doen?" De ander haalde de schouders op. „Dat is niet zeer slim, mon ami. Maar ga door!" Charpentier wond zich naarmate hij sprak, meer en meer op. „Den eersten dag liet de schelm mij winnen, den twee den dag begon ik te verliezen en den derden had ik geen cent meer. Op het laatst ontdekte ik, dat hij valsch speelde en ging hem te lijf, maar de waard die zeker in het complot was, kwam er bij en ze gooiden mij de deur uit." {Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 1