NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
DeDynamletmannen van Parijs.
lie Jaargang:
Woensdag 29 November 1893.
No. 3194.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
it nummer behoort een Bijvoegsel,
KENNISGEVING.
FEUILLETON.
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 132.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Keclames 20 Cents per
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJO-HN F. JONESSuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre.
Burgemeester en Wethouders yan
Haarlem.
Gelet op art. 8 der wet van 2
Juni 1875 (Staatsblad No. 95)
Doen te weten, dat bij hunne be
schikking van 16 November j.l. aan
J. C. Peereboom vergunning is ver
leend tot oprichting van eene druk
kerij door gaskrackt bewogen in het
perceel aan de Kleine Houtstraat
Ho. 14 kad. sectie D No. 861.
Haarlem, 20 November 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
BOREEL.
De Secretaris
C. M. RASCH.
Met den penhouder door zijne haren
strijkende, zit de redacteur te peinzen.
In zware rimpels trekt hij zijn voor
hoofd. Gewichtig was blijkbaar de
zaak, die zijne gedachte zoo geheel
bezighoudt. Reeds verscheidene mi
nuten heeft hij voor zich neer gestaard,
en de hem omringende stilte slechts
verbroken door een paar diepe zuch
ten. Plotseling verheldert zijn gelaat,
zijne trekken ontspannen zich, en
vroolijk tintelt zijn oog. Goddank hij
heeft het gevonden. De zware last,
die hem drukte, zal worden afgewen
teld. Welke was die drukkende last
Het zou weldra St. Nicolaas zijn,
het leest voor jongen en ouden, rijken
en armen. De voorboden van den goe
den Sint, den geheimzinnigen, door
een poëtisch waas omhulden weldoe
ner, hadden reeds hunne intrede ge
daan. De etalages in de verschillende
winkels boeiden aller oog, vooral dat
der kinderen, in verrukking gebracht
door het schouwspel van de vele
schatten, overal ten toon gespreid om
kijkers te lokken, koopers te vinden.
Juist echter de vele uitstallingen wa
ren oorzaak van het ernstig gepeins
van onzen redacteur. Immers zij her
innerden hem aan den plicht, die op
hem rustte om ze te beschrijven in
eene „St. Nicolaaswandeling". Hij
moest er weer op uittrekken, aan
alles zijn aandacht wijden, hier dit
opmerken, daar dat niet aan zijne
opmerkzaamheid laten ontgaan, en
dat op een tijdstip, dat een glibberig
slijk op de straten het loopen be
moeilijkte en een fijne motregen ieder,
die genoodzaakt was zich op straat
te bewegen, naar huis deed verlangen,
en bij hem eene verwensching op de
lippen bracht aan het adres van moe
der natuur, die hoe wispelturig ook
in menig opzicht, het er toch op
schijnt aan te leggen, om zich in de
dagen van St. Nicolaas zoo slecht
mogelijk geluimd te toonen.
Terwijl onze redacteur nu zat te
peinzen, hoe hij zich bij den beperk
ten tijd, waarover hij te beschikken
had, het best en vlugst van zijne
taak zon kwijten, kwam plotseling
een denkbeeld bij hem op, zoo schoon
en practisch dat het wel geschikt
was om de rimpels van zijn voorhoofd
weg te jagen.
Hij zou de wandeling als het ware
aanbesteden en hoe kon hij in dezen
tijd van wedstrijden op allerlei gebied
dit beter doen dan dooreen wedstrijd
uit te schrijven, waardoor hij zich
de gewenschte gegevens kon ver schat
ten, zonder er persoonlijk veel moeite
te doen. Het plan was spoedig ge
maakt. De wedstrijd zou hierin be
staan, dat hij een viertal personen
door middel van advertenties opriep,
die ieder over een hun aangegeven
deel der uitstallingen een verslag
zouden uitbrengen. De vervaardiger
van het beste verslag zon een prijs
ontvangen, de drie anderen eene klei
nen consolatieprijs, als vergoeding
voor hunne moeite. JWat een prachtig
denkbeeld! Zulk een wedstrijd toch
was niet gevaarlijk voor de armen
en beenen, of de gezondheid der deel
nemers. Integendeel, hij was zeer nut
tig voor de belanghebbenden, daar
hij niet anders kon doen dan hunne
opmerkingsgave scherpen en daar
door hun kunstgevoel ontwikkelen.
Op de geplaatste advertentie meld
den zich een groot aantal liefhebbers
aan voor welken wedstrijd zijn
niet vele liefhebbersuit wie er
vier gekozen werden, die de meeste
geschiktheid voor de hun wachtende
taak schenen te bezitten. Ieder ontving
een lijst der winkels, die hij te be
zichtigen had, en spoedig waren zij
op weg, allen verlangend om den uit
geloofden prijs te winnen. Dat zij
hunne taak zeer verschillend opvat
ten, zal u blijken uit hunne rappor
ten, die zij binnen den bepaalden tijd
van aflevering kwamen inzenden.
Nummer Een had al eene zeer
zonderlinge opvatting. Hij gaf slechts
een droge opsomming van wat door
hem gezien en opgemerkt was. Zijn
opgaaf luidde als volgt:
A. VAN DIJK, Anegang 29, groote
keuze in parfumerieën, heerlijke odeurs
en zeepen.
HANDELMAATSCHAPPIJ, Spaar-
e 68, manufacturen in groote uit
gebreidheid, dekens, bedden, matras
sen enz.
FERWERDA TIEMAN, Groote
Houtstraat 3, wijnen en gedistilleerd,
uitstekende gelegenheid voor proef
lokaal.
J. L. LEEMANS, Koningstraat 4,
uitgebreide voorraad van caoutchouc
artikelen op allerlei gebied.
GEBROEDERS VERMEULEN,
Barteljorisstraat 10, nouveautés in
heeren mode-artikelen.
J. B. KOELEWIJN, Koningstraat
47, vleeschwaren, comestibles, lever
worst hoofdkaas.
SIMON VERSTEEG, Koningstraat
44, sigaren, sigarenpijpjes, reparatie-
inrichting.
H. W.H. BRAAKMAN, Damstraat
13, gebak en banket, chocolade- en
suikergoed, taai-taai en marsepein.
H. J. VAN DEURZEN Jr., Zijl
straat 53, groote keuze in schoenen
en laarzen.
C. BOON Pz., Anegang 10, tabak,
sigaren en sigaretten.
J. J. WEBER, Koningstraat 10,
brillen, messen, scharen en chirurgi-
cale instrumenten.
Wm. C. BRANDT, Schachelstraat
45, uitstekend adres voor naaima
chines.
J. FRENAY, Anegang 1, allerlei
speelgoederen.
HAARL. BOEK MUZIEKHAN
DEL, Gr. Houtstraat. Groote voor
raad boeken in prachtbanden, foto
grafieën, platen, doozen luxe-papier,
prachtwerken enz.
GARENMAGAZIJN „HET AN
KER", Lange Veerstraat 23, garen
en band, zeepen enz.
C. J. LUST, Kruisweg 17, sigaren,
tabak en cigaretten.
J. H. TtSSEN, Groote Markt 6,
vleeschwaren, leverworst enz.
G. UCHTMANN, Smedestraat 31,
groote sorteering in riet- en manden
werk.
A. W. J. REESER, Groote Hout
straat 7, sigaren en cigaretten, thee.
Met een zucht legde onze redac
teur de lijst met deze droge opsom
ming neer. Groote vrees beving hem dat
de overige mededingers eene derge
lijke proeve zonden hebben afgelegd,
reeds half gevoelde hij berouw, dat
hij zooveel hoop had gesteld op den
uitslag van den wedstrijd. Bij het
inzien der proeve van het talent van
den tweeden medewerker, verdween
deze vrees gelukkig. Deze had het in
zijn verslag doen voorkomen, alsof
hij met zijne verloofde de winkels,
hem opgegeven, had bezocht. Wel
licht had hij in werkelijkheid als
vriend van de gezelligheid, zich bij
zijne wandeling door zijn meisje doen
vergezellen. Natuurlijk kon de redac
teur hier volstrekt niets tegen hebben.
De tweede nn had het volgende op
papier gebracht:
Reeds verscheidene dagen geleden
hadden Marie dat is mijn meisje,
met wie ik spoedig in het huwelijk
hoop te treden. en ik het plan
gevormd om eens te gaan Sint Ni-
claasen (zie de Vries en Te Winkel).
Wij hadden daarmee een tweeledig
doelten eerste onze inkoopen te doen
voor het feest dat voor de deur stond,
en ten tweede in verband met het in
ons oog nog grooter feestde voltrek
king van ons huwelijk eens hier en
daar rond te zien naar hetgeen wij
voor de inrichting van ons huis zouden
noodig hebben. Het liep onsevenwel
niet mee. Een paar avonden hadden
wij ons tochtje reeds uitgesteld om
het slechte weer, en denderden avond
kon mijn meisje niet. Eindelijk den
vierden dag besloten wij maar om te
gaan. Het had dien dag wel geregend,
zoodat vooral de Groote Houtstraat,
Anegang, Barteljoris- en Kruisstraat
zeer vuil en glibberig waren, maar
,als we zoo op de laatste dagen ko
men, zijn vele winkels zoo vol, dat men
met moeite geholpen kan worden,"
zeid Marie, dns laten wij van avond
maar gaan." Ik vond het opperbest,
want ronduit gesproken zag ik nog
al tegen onzen „winkeltoer" op, zoo
als ik het noemde, zoodat ik van oor
deel was, dat hoe eerder d.e achter
den rug was, hoe beter.
Wie dien avond zeven uur voorde
schoone uitstallingen in de verschil
lende winkels vanKARTHAUS,Groote
Markt, had gestaan, had mij en Marie
daar kunnen vinden. Wij waren
zoo verrukt over hetgeen wij za
gen, dat het niet lang duurde of wij
waren den winkel binnengetreden om
wat glaswerk te koopen voor de moe
der van Marie. Deze werd bij het
rondkijken in de verschillende maga
zijnen ook bekoord door eene fraaie
lamp en een paar mooie vazen. Be
vreesd, dat zij echter haar kooplust te
veel bot zou vieren, vooral nu wij nog
zoovele bezoeken moesten afleggen,
wist ik haar mee te troonen door te
zeggen, dat die lamp en die bewuste
vazen uiterst geschikte cadeaux zou
den zijn, om ons bij ons huwelijk daar
mee te verrassen.
Vandaar begaven wij ons naar Wed.
B. J. THIEMAN in de Koningstraat,
waar Marie uit de rijke keuze para-
pluies er eene kocht, solide en netjes
bewerkt en toch goedkoop. Na dit
bezoek gingen wij door de Paarlaar-
steeg naar de Groote Houtstraat.
Toen wij deze nauwe steeg inliepen,
beving mij eensklaps een hevige
schrik bij de gedachte, dat wij den
modewinkel van Mej. VAN ZIJL
voorbij moesten. Marie kennende
wist ik maar al te goed, dat zij als
zij eenmaal voor de uitstalling stond,
er niet te gemakkelijk van te verwij
deren zou zijn, hoewel zij er voor
eenige weken geleden een nieuwen
hoed had gekocht. Door echter haar
plotseling iets te vragen over een
onderwerp, dat haar belang inboe
zemde wist ik haar aandacht geluk
kig zoodanig af te leiden, dat zij niet
op den bewusten winkel lette.
In de Houtstraat aangekomen bleef
zij echter onmiddellijk staan voor den
helder verlichten winkel van Abr.
MEIJER. „Wou je hier iets voor St.
Nicolaas koopen?" vroeg ik. „Dat nu
juist niet," was haar antwoord, „maar
ik moet toch van het een en ander
den prijs eens vragenwat ik hier
achter het raam zie bekoort mij zoo."
Nu dan ga ik om tijd te winnen
even bij PEEK EN CLOPPENBURG
aan om voor broer Wim wat boorden
en een das te koopen. Ze zijn daar
oed gesorteerd en goedkoop." Aldus
geschiedde. Ik werd echter bij Peek
zoo vlug geholpen, dat ik wel begreep
nog eenigen tijd op Marie te moeten
wachten. Eene schoone gelegenheid,
dacht ik,om nog even gauw bij FEDER-
MANN in de Groote Houtstraat of J.
J. WEBER in de Koningstraat aan te
wippen en voor haar een schaartje
te koopen dat ik wist dat zij noodig
had. Federmann was het dichtst
bij, dns dien van avond maar be
gunstigd. Nauwelijks had ik echter
den winkel verlaten, of daar stond
Marie eensklaps voor mijn neus Dat
was lastig. „Waarvoor moest je hier
wezen?" was haar vraag? „Ik ja
ik ging eens vragen aan Federman,
of hij den stempel al gereed had, met
den naam er op, waarmee ik vele
vragen van jou wil bestempelen.
Marie begon te lachen en vroeg
verder niets meer.
Na ons een oogenblik te hebben
verlustigd in den aanblik van al het
heerlijke dat in den winkel van den
banketbakker KLEEMAN lag ten
toongespreid, sloegen wij de Anegang
in, die ons vroolijk stemde door het
vele licht, dat uit de winkels naar
buiten straalde en de gezellige drukte
die er heerschte. Den winkel van J.
VAN DER WIEL voorbijgaande,
bedacht ik, dat ik daar best een
doosje Cork-tipped cigarettes voor
mijn jongsten broeder kon koopen.
Dat was nog al een fatje; cigaretten
zouden hem niet onwelkom zijn,
daarmee kon hij eens geuren, letter
lijk en figuurlijk. Van van der Wiel
ging het naar den winkel van H. H.
GüNST. Een oogenblik bleven wij
voor de ramen staan, vol bewonde
HOOFDSTUK II.
De Anarchist.
Loup Garou, verschrikt opspringende, riep„er is onraad,
de politie
„Welnu," zeide de anarchist, „wat doen wij hier voor
kwaad
„Praat niet man, ga meeVlugvlugof het is te laat en
zij breken de deur open."
Inderdaad klonken door het dikke behangsel van de kamer
doffe slagen. Loup Garou nam snel de lamp van de tafel
en voelde met koortsachtige haast langs den wand. Char
pentier beefde als een riet en was doodsbleek, de anarchist
keek kalm toe en stak de hand in den binnenzak. Charpen
tier begreep dat hij daar een wapen droeg en dit maakte
zijn angst niet weinig grooter.
„Hier! hier!" riep Loup Garou en de twee anderen zagen
eene donkere opening in den muur voor zich. Terwijl zij hem
volgden duwde hij het draaiende stuk muur wTaardoor zij
waren heengegaan, snel maar zonder gedruisch weer dicht.
Het was juis.t tijd. Op hetzelfde oogenblik dat de geheime
opening dicht viel, kraakte de deur van het kamertje. De
bezoekers waren binnengedrongen.
Loup Garou lachte woest. „Dat is een teleurstelling voor
de speurhonden," zei hij schamper. Bij het schijnsel van de
lamp, die hij omhoog hief, keken de mannen rond. Zij waren
in een vierkant hok dat geheel leeg was en dat zoo geringe
oppervlakte had, dat zij er ternauwernood konden staan
zonder elkander aan te raken. Hoe hoog deze schuilplaats
was viel onmogelijk te constateeren. Het oog verloor zich in
de hoogte in duisternis. Waarschijnlijk was het een groote
schoorsteen, dien men toen het logement de bestemming
kreeg van verblijf voor dieven, met een paar deuren tot
schuilhoek had ingerichi.
Toen de drie mannen een tijdlang gewacht hadden, verloor
Loup Garou zijn geduld. „De mouchards zijn nog hier," zei
hij, „anders zou de kastelein ons wel gewaarschuwd hebben
dat de kust vrij was. Ik heb geen lust hier den bal ven nacht
door te brengen. Ik weet wel wat dat is: de tocht die hier
heerscht, maakt je doodziek en de ruimte is veel te klein,
om er zich gemakkelijk in te kunnen uitstrekken. Ik zal
trachten den uitweg te vinden."
Aan den anderen muur zocht hij opnieuw naar de geheime
deur, die hij na eenig zoeken vond. Met een waarschuwend
gebaar hield hij Charpentier, die vooruit wilde gaan, tegen.
„Zachtjes aan, kameraad, als je de hals niet breken wilt.
Kijk, dat is de kelder. Twee stappen verder en je waart ver
pletterd."
Onder de verschrikte blikken van Charpentier vertoonde
zich een diepe donkere ruimte. Onder de geheime deur stond
in den kelder een laddertje, dat er als bij toeval scheen ge
plaatst en dat niet gemakkelijk te bereiken was, doordat de
ladder (waarschijnlijk om het gevaar voor ontdekking der
geheime deur te verminderen) niet tot die deur reikte. Loup
Garou gaf zijn lamp aan Charpentier en zich voorzichtig
vooroverbuigende mat hij den afstand en liet zich met veel
kracht en behendigheid voorzichtig zakken, totdat zijne voe
ten de hoogste sport van de ladder raakten. Daarop klom
hij voorzichtig verder naar beneden, zijne makkers met be
dekte stem aanmanende zijn voorbeeld te volgen.
Charpentier aarzelde nog, maar de anarchist bedacht zich
geen oogenblik. Met groote onverschilligheid slingerde hij
zich, meer dan dat hij zich liet zakken, op de ladder en klom
toen zóo snel omlaag, dat de top van de ladder zich eenige
malen geheel en al van de mnur verwijderde, zoodat zij dreigde
te kantelen. Eindelijk vermande Charpentier zich en slaagde
er met groote moeite in, den vloer van den kelder te berei
ken. Het angstzweet was hem intusschen van alle kanten
uitgebroken.
Wordt vervolgd.')