BINNENLAND. Koloniën, Rechtszaken. Gemengd Nieuws Uit e e n e particuliere c o r- responclentie in de Tel. over de ten- oonstelling te Batavia: havers der openbare orde. Eisch91 Door de in vallende duisternis en maanden gevangenisstraf voor ieder, i doordat bij de Atjehers dezelfde sig- Mr. Paap, verdediger van den eer- nalen werden geblazen als bij ons, sten beklaagde, betoogde, dat de qua- geraakte echter de troep eenigszins lificatie van het O. M. ten aanzien uit zijn verband; het is anders moei- „Geamuseerd hebben wij ons ook van zijn cliënt o ok al nam men aan,lijk te verklaren, dat wij een ge won met de kibbelarijtjes, die onafschei- dat de agenten zich niet in den per-!de kregen, die door een scherf van delijk van al zulke publieke onder- soon, die gegooid had, vergist had- een onzer granaten werd getroffen, nemingen, door dilettanten zijn op den, niet opging. De steenworp in de touw gezet. Het bestuur der tentoon- Kal verstraat had op zich zelf gestaan stelling bestaat natuurlijk uit al wat en men kan dus hier niet spreken hooggeplaatst of in aanzien is te Ba- Van „vereende krachten." PI. conclu- tavia. Natuurlijk heeft ook de Resi- deerde tot vrijspraak en meende, dat dent er eene voorname positie in. het geheele tumult niet zou hebben En natuurlijk ontstaan er in den plaats gehad, als de politie met meer >ezem van dit bestuur, dat h l'instar beleid ware opgetreden of zich on- boezen van de groote en deftigste wereld-zij dig had gehouden, tentoonstellingen in een ontelbaar I De beide andere beklaagden verde- aantal secties, juries en ik weet niet j digden met een enkel woord zich zelf. wat al meer verdeeld is, telkens de i Bos zeide o. a., dat hij het een genot bespottelijkste bisbilles over allerlei zou vinden, voor „de goede zaak ach- bagatellen. Zoo was door het bestuur zuinig heidshalve bepaald, dat de tentoon stelling 's nachts om 12 uur zou wor den gesloten. Voor Indië is dit een zeer ordentelijk uurtje: nachtbraken doen wij hier gewoonlijk niet. Doch op zekeren avond waren de jongelui zóó prettig aan het dansen, dat men het bestuur verzocht, het klokje van gehoorzaamheid een uurtje later te doen slaan. Dit werd beloofd; maar de directeur-generaal kon er zich niet mee vereenigen, dat aldus onder hands werd afgeweken van een plech tig besluit, in een plechtige bestuurs vergadering na ampele discussie ge nomen, en draaide om 12 uur pre cies eigenhandig de electrische ver ting pardoes uit! Daar stond men plotseling in het pikkedonker en moest wel goedschiks of kwaadschiks een goed heenkomen zoeken. Hevige ruzie natuurlijk tusschen den directeur-generaal mr. W. Stor tenbeker, gepensionneerd directeur van onderwijs, eeredienst en nijver heid; daarna te 's-Gravenhage advo caat en lid van den gemeenteraad, thans weder in Indië bij de ad vocatie en de andere leden van het be stuur, speciaal den resident, die het eene ongehoorde stoutigheid vond van den directeur-generaal. „Hoor eene" zei deze. „U moet hier niet zoo'n toon voeren. U moet niet den ken, dat u hier in het binnenland zit, in MadioenDaar was u no. 1 (als resident n.l.) maar hier. hier bent u. ja, misschien wel. no. 100„Nu maar", luidde de repliek, „u moet ook niet denken, dat u nog altijd directeur van onderwijs, eeredienst en nijver heid bent, dat is óók lang ge daan, hoor." Beide heeren hadden elkaar treffend deelwaarheid gezegd. Nabij Almeloo waren aan eenen overweg eenige kinderen aan het spelen, toen een hunner onder de gesloten afsluiting kroop en onder den trein geraakte, met het treurig gevolg, dat het onmiddellijk een lijk was. Te Musseik a n aal was het Dinsdag zeer rumoerig, waarbij van knuppels en revolvers werd gebruik gemaakt. Een meisje kreeg een schot in den arm, en eene lantaarn werd in de vaart geworpen. Men meldt ons: De werkeloosheid doet zich in het Oldambt nog weinig gevoelen, dank zij de gunstige weersgesteldheid. Zoo dra de vorst intreedt, is het met het werk gedaan. In verschillende dorpen heeft men daarin trachten te voorzien door keienklopperij. ter de tralies te komen." Uitspraak over 8 dagen. V I S S C H E R IJ. IJmuiden. Van 27 tot 80 November kwamen van de groote beugvisscherij binnen Drimmelenschipper C. Zwanenburg met 1500 schelvisschen. Bastiana Huiberdinasch. A. v. d. Steen met 700 schelv. Saturnussch. L. van Neelen met 2000 schelv. Johannes Cornells, sch. J. v. Noordzij met 3800 schelv. Eendrachtsch. Jacob Koster met 1400 schelv. Presto II, sch. Jacob Zwartveld met 2700 schelv. Vertrou- sch. Kees v. d. Hoek met 2800 schelv. Adriana Luvina sch. de Korte met 1400 schelv. Zeernanshoopsch.W. Viskil met 1800 schelv. Tweelingen sch. J. A. de Waard met 1400 schelv. IIoop op Zegensch. Huib v. d. Hoek met 1400 schelv. Noor dover, sch. Jonge- jan met 1600 schelv. Watergeussch. Jacob Visser met 1500 schelv. Onbe stendigheid, sch. A. Dubbel met 1500 schelv. Willem de Zwijger, sch. Lang broek met 2000 schelv. Cornelia, sch. G. Hordijk met 1200 schelv. Lekker- kerk, sch. A. Koster met 2100 schelv. Toekomst, sch. Jn. v. d. Hoek met 2000 schelv. De prijzen varieerden van ƒ41 tot 58.per groot honderd, naar mate kwaliteit en grootte. De geheele vloot vertrok weder naar zee. De kleine vloot kon door storm weer niet naar zee komen. Na afloop eener socialistische ver gadering in het lokaal „Plancius" te Amsterdam op 17 October jl., had er op het Spui des avonds omstreeks 11 uur een botsing plaats tusschen socialisten die zingend naar het mid den der stad waren getrokken, en de po litie. Reeds was in de Kalverstraat de agent van Brederode door een steenworp aan den helm getroffen en zekere Harm Homburg als de dader naar het bureau gebrachtmaar eerst op het Spui, waar een groote menigte steenen lag, begon men zich alge meen tegen de openbare macht te verzetten. De steenen, die op de agen ten gemunt waren, verbrijzelden hier en daar een glasruit. Martinus de Haas, die ook met steenen had ge gooid, en de colporteur Bos, die een agent een slag in het aangezicht had gegeven, werden hier in hechtenis genomen. Het drietal stond Vrijdag te Amsterdam terecht. Uit het getui genverhoor bleek, dat de ongeregeld heden eerst begonnen waren nadat de politie van twee zijden de menigte had ingesloten met het doel haar te verspreiden. Bos had eerst klappen met het plat van den sabel opgeloo- pen, alvorens hij den slag toebracht, die de aanleiding was tot zijne arres tatie. Het misdrijf, waaraan de drie beklaagden zich schuldig hadden ge maakt, werd door het O. M. gequa- lificeerd als openlijke geweldpleging met vereende krachten tegen hand- B AT A VIA, 3 Nov. A t j eh. Omtrent de gevechten tot herstel der gemeenschap met Kroeng Kali, waarvan reeds met een woord is mel ding gemaakt, .wordt aan het Bat. Hbld. geschreven: Reeds was de tegenstand heviger dan immer, en het optreden van den vijand werd steeds krachtiger. Den löden October werden de troepen van Toekoe Nja Banta op Tjot Pra- boe teruggeworpen, hij zelf werd ver wond en kreeg verscheidene gekwet sten bij zijnen troep. Tusschen Toengkoep en Kroeng Kali wierp de vijand verscheidene ver sterkingen op, zoodat een transport, dat den 20sten October naar Kroeng Kali vertrok, den weg afgesneden vond. De toestand was hachelijk, want de bezetting van Kroeng Kali was met de verbreking der communicatie niet bekend en 's middags te 2 uur zou van daar een transport naar Toeng koep afmarcheeren. De communica tie moest dus ten koste van alles worden hersteld. In allerijl vertrok per extra trein naar Lamjong 1% compagnie infante rie onder kapitein Picard met de lui tenants Glaser, Tersteege, Swaab. Weijerman en Muller, eene sectie ar tillerie en genietroepen. In vereeniging met troepen uit de linie werd nu opgerukt, en tegen 3 uur 's middags werden de vijandelijke sterkten bereikt. De tegenstand was allerhevigst; de talrijke benden openden een moord dadig vuur op de troepen, zoodat on middellijk werden gewond de kapi tein Roersch door een schot in de kuit en de luitenant Swaab door een schot in den rechterarm ter hoogte van den elleboog. Tegelijkertijd werd de le-luitenant der infanterie J. J. P. Weijerman doodelijk getroffen. Belast met de dekking der artille rie, die ook in de voorste linie was, kreeg hij een kogel in het hart en was onmiddellijk daarop dood. Het gevecht werd met de meeste verwoedheid van beide zijden voort gezet. Kapitein Picard drong met zij nen hoop steeds meer en meer voor waarts, tot hij eindelijk bemerkte te ver te zijn geavanceerd en moest te rugtrekken om het verband met de overige troepen niet te verliezen. In carré vorm, de dooden en gewonden meesleepende, werd geretireerdom strijd roemen de officieren de be daardheid in het vuur van genoem den commandant. Veel waren wij niet gevorderd en het hoofdpunt was nog in vijands handen. Door een gelukkig toeval trok hij af. De luitenant Holten, belast met het aanvoeren van vivres, was, door de duisternis misleid, in de meening. dat de benting door ons bezet was. Wel hoorde hij het vuren, doch ver onderstelde, dat het van onze troepen uit de benting was. Lustig marcheerde hij dusynetzijn eetketeltjes door tot hij door een aller- moordadigst vuur de werkelijkheid gewaar werd. Te midden van de pa niek wierpen de manschappen al wat ketels en verdere bagage was weg, doch luitenant Holten liet onmiddel- lijk attaqueeren en drong in zijn vaart de benting voorbij. De vijand, denkende dat wij eene omtrekkende beweging voor hadden, ontruimde de benting, die daarop den volgenden dag door ons werd bezet. Hadden wij die geduchte sterkte door stormen moeten nemen, dan hadden wij zeke zeer veel verliezen geleden. De duisternis maakte voor dien dag een einde aan het gevecht en de troepen bleven in hunne stellingen. De uren daar doorgebracht zullen niet vergeten wordensedert den morgen was niets genuttigd en een nijpend gebrek aan drinkwater deed zich ge voelen. Omringd van vurende vij an- denieder oogenblik een klewang- aanval verwachtende, was de toestand allerhachelij kst. Zware slagregens en onweder brachten het hunne er toe bij de ellende te vermeeren. Ware de vijand op dat oogenblik tot eenen klewang-aanval overgegaan, dan had het er treurig met ons uit gezien. Er gaat toch eenige troepenver- sterking naar Atjeh, zegt deSoer. Ct. Dat wü zeggen, er wordt met iets meer energie aangevuld daarginds. Van uit de buitenbezittingen wordt zooveel mogelijk versterking gezon den en alles wordt daardoor ontbloot. Ongeveer alle voor den velddienst geschikte militairen uit nagenoeg alle garnizoenen zijn met de laatst aan gekomen bóóten naar hier opgezon den, en zullen met de eerste gelegen heid verder via Batavia naar Atjeh vertrekken. Gezamenlijk wordt het detachement dat op déze wijze hier wordt bijeen gebracht, zoo ongeveer 250 man sterk. Afgescheiden hiervan worden nog on geveer 125 man uit de Molukken verwacht, die eveneens naar Atjeh zullen gedirigeerd worden. De militairen der Z. en O. afd. Borneo vertrekken den 3den Novem ber per ss. Van Qoens naar het oor logsveld. d. w. z. omstreeks 4000 families. Een dienstbode op vier of meer personen vindt men bij 227,832 menschen. Ook over de toeneming der bevol king bevat het artikel van Charles Booth belangrijke opgaven. Bij de armsten en cle rijksten is die toene ming het zwakst, Dij de armen door dat de sterfte bijna even groot is als de vermeerdering door geboorte. De groote toeneming der bevolking heeft dus plaats in de middenklasse, tot welke Booth rekent diegenen, die met minder dan één persoon per kamer leven of geen bedienden hou den terwijl zij meer dan vijf kamers bewonen. Charles Booth zal de resultaten van zijn onderzoekingen uitvoerig be kend maken in een werkThe Labour o/ad Life of Londondat zeker bijzonder belangwekkend zal zijn. Engelschen, zoowel man- nenlijke als vrouwelijke, staan be kend voor hun practischen zin. Vertoeven zij in het buitenlanden kunnen zij zich met de taal niet red den, dan zoeken zij fluks in een woor denboek het verlangde woord. Dit deed ook een Engelsche dame te Weenen, die een koetsier wilde vra gen of hij vrij was en voor de En gelsche uitdrukking„Are you en gaged?" vond: „Sind sie verlobt?" De koetsier staarde haar uiterst ver baasd aan, doch toen zij hare vraag herhaalde, gaf hij zijne bereidwillig heid om zich te verloven te kennen door de woorden„Spreek maar met mijn vader, juffrouw." I In de na bij heid van den Plantentuin, melden Parijsche bladen, woont in een huisje met een klein tuintje ervoor een meneer, die den aardigen naam van Bouillon, draagt, en die ook aardige hebbelijkheden heeft. Daartoe behoort o. a. de eigen aardigheid, dat hij geen deurwaarders kan uitstaan. Nu verkeert meneer in het lastig geval, dat hij juist on ophoudelijk bezoeken van die heeren ontving. Een hunner had zelfs de indringerigheid om beslag te leggen op zijn boeltje. Sakkerloot, dacht Bouillon, jou zal ik een poets bakken vriendje, die je den lust zal doen vergaan om me weer visites te maken. Zaterdagochtend kwam de deur waarder (nog wel een meester in de rechten) met twee getuigen voor de woning van meneer Boillon om veri ficatie te houden met het oog op de aanstaande verkooping. Hij belt. Meneer Bouillon steekt vriendelij k lachend het hoofd door het venster en zegt „Maar maak toch geen complimen ten, mijn lieve deurwaarder! Kom binnendraai den deurknop maar Van Atjeh verneemt de Jam-Bode dat de officier belast met de opne ming van Poeloe Weh in dien arbeid uitsluitend wordt ter zijde gestaan door Atjehsche koelies, die bij dat werk groote bedrevenheid en handig heid aan den dag leggen. Het schijnt echter altijd eene eenigszins gewaagde zaak, om eerien Europeaan alleen te midden van Atjehers eenige kilome ters ver de wddernis in te zenden. om, man Uit Batavia schrijft men aan de Loc. dat het eene uitgemaakte zaak is, dat van het garnizoen te Kedong- kebo 1 compagnie naar elders over gebracht zal worden, en in de plaats daarvan 1 sectie artillerie onder com mando van een le luitenant, misschien wel van een onder-adjudant dd. offi cier, komt. Charles Booth, de presi- dent van de Royal Statistical Society te Londen, heeft de vraag beant woord: Hoeveel geziünen hebben in Londen één kamer pour tout potagel Volgens de laatste Londen- sche bevolkingsstatistiek 172.502. Van deze gezinnen bestaan er meer dan 60,000 uit een persoon, maar nog meer dan 16.000 uit vier, 879 uit zeven, 72 uit negen, 10 uit elf en 7 uit twaalf of meer personen. Het grootste aantal geven de gezinnen die twee kamers bewonen, nl. 189,707, daarna worden de aantal weer kleiner: 115,171 huisgezinnen hebben een woning van vier vertrekken. Onge veer 296,000 families wonen in huizen van 5 of meer kamers. Zeer interessant is het ook te zien hoeveel menschen dienstboden hou den en hoeveel bedienden in een familie worden gevonden. 3,371,799 menschen leven te Londen zonder bedienden;476.325 houden dienstbo den, maar zeker zal het velen ver bazen, dat de zeer rijken, menschen, die vier, vijf of zes bedienden houden slechts ongeveer 14.000 De deurwaarder grijpt naar den koperen knop, maar op hetzelfde oogenblik ligt hij languit achterover in den modder, met een gevoel of men hem met een plank onderste boven heeft geslagen. Hij staat op, werpt woedende blikken op zijne ge tuigen, die om zijn gek figuur lachen en gaat weer naar de deur. Een deurwaarder versaagt nooit. Maar voor de tweede maal duikelt hij onderste boven. Aan het venster staat meneer Bouil lon krom van 't schaterlachen. Hij had een electrische batterij aan den deurknop verbonden. De verslagen deurwaarder en ver blufte getuigen vormden een uiterst koddige groep. „Nu verroert ge geen vin, beste jongensriep meneer Bouillon, ter wijl hij hun een revolver liet zien. ,Ge vormt zoo'n komisch tafreeltje, dat ik u wil photografeeren. Als ge een beweging maakt, zend ik u een blauwe boon te eten." Meneer de deurwaarder endeszelfs getuigen werden gephotografeerd, en de beleefde amateur liet hen daarop allervriendelijkst vertrekken. Maar ze zijn daarmee niet tevreden, en de heer Bouillon moet nu dezer dagen op het bankje der beschuldig den komen zitten zonder zijn electri sche, photografische en gevaarlijke apparaten. Het gemeentebestuur van Burgstadt, een stadje in Saksen, heeft een eigenaardig middel bedacht om de belastingpenningen binnen te krijgen: aan de herbergiers is ver boden, aan de onwillige belasting plichtigen te tappen. Omstreeks tachtig personen, waar onder een aantal vrouwen, worden door dit besluit getroffen. In een dorpje bij Berlijn had een logementhouder een troep acteurs uit de hoofdstad laten ko men, die „Die Rauber" van Schiller zouden spelen. Het zeer talrijk pu bliek hoorde het eerste bedrijf vol be langstelling aan en wachtte daarna ongeduldig op het tweede. Zoo ver kwam het echter nietde acteurs waren hun rooversambt in de werkelijkheid gaan spelen en met de kas op den loop gegaan. DegrondeigenaarMaxvon der Kettenburg, te Hannover, Heefti tegen Zweden een eisch ingesteld naar aanleiding eener oude gebeurtenis. Toen de Zweedsche koning Gu.staaf Adolf in den slag bij Lützen wa3 gesneuveld, was Zweden er na aan toe, de vrucht van zijn langdurig oorlog te verliezen. De krijgskas was uitgeput, Duitschland verwoest en getroffen door een zwaren hongersnood zoodat de vreemde troepen aldaar geen uitzicht op buit of soldij heb bende, er aan dachten, tot den vijand over te loopen. Keizer Ferdinand sloeg alle aanneemelijke vredesvoor waarden af, en wilde den Zweden enkel vrijen terugtocht naar hun land toestaan. Het kwam er dus op aan, tot eiken prijs den oorlog voort te zetten, hetgeen voor Zweden, daar het zich in de ergste geldverlegenheid bevond, eene volslagen onmogelijkheid zou zijn geweest, wanneer er geene vrienden waren gevonden, die aan- merkelijke sommen op voorschot ga ven, zoodat de Zweedsche regeerin» in staat werd gesteld, de achterstaf lige soldij te voldoen en de troepen te proviandeeren. Tot deze vrienden behoorde de koopman Jacob Krieves. te Lubeck, aan wien de Zweedsche regeering in 1636 eene schuldbeken tenis van 68,500 rijksdaalders afgaf. Deze schuld, die vóór Juni 1639 moest zijn gedelgd, is nooit betaald, ofschoon daarop dikwijls genoeg was aange drongen. In 1654 ging do houder dezer obligatie naar Amiens en kreeg aldaar gedaan dat de Zweedsche ko° ningin Christine op de keerzijde van het stuk schreef: „Approuvé Amim 1654 ChristineReineu. In later jaren werden er ook verder nog pogingen gedaan om betaling te verkrijgen, maar Zweden, schijnt daaraan toen nooit gevolg te hebben kunnen geven. Later heeft koning Frederik Wilhelm van Pruisen, bij schrijven van 6 April 1723 aan Jioning Frederik I van Zweden, er over geklaagd, dat zijn reeds herhaaldelijk gedaan aanzoek om betaling aan zijne Pruisische on derdanen vruchteloos was gebleven; waarop de koning van Zweden ant woordde: dat de schuldvorderingen zouden worden voldaan zoodra de omstandigheden het zouden veroor loven. Thans is de zaak bij de recht bank te Stockholm in behandeling geweest. De schuldbekentenis aan Jacob Krieves bedroeg gelijk r< gezegd is 68,500 rijksdaalders, ne vens rente a 6 percent van 24 Decem ber 1636 tot op den datum van af betaling, hetwelk 4 millioen kronen zou beloopen. De tegenwoordige hou der der obligatie, de bovengenoemde baron von der Kettenburg, wil zich echter met een bedrag van 205,500 kronen tevreden stellen en zijn ad vocaat Axel Carlssen heeft nu aan het departement van financiën in overweging gegeven, aan den Zweed- schen Rijksdag in de eerstvolgende zitting een accoord voor dit bedrag voor te leggen. Het bericht dat het Noor- sche Vikingerschip op de terugreis uit Amerika was vergaan, Dlijkt on juist te zijn. Het schip doet thans eene tournéé op de Amerikaansche rivieren. Het onjuiste bericht was het gevolg eener naamverwissoling. De zaak is namelijk, dat de Noorsche bark Viklcingen op zee in zinkenden toestand door de bemanning was verlaten en een gedeelte dezer be manning door het stoomschip Ded ;ered. VARIA. Dezer dagen riep bij een of ander opstootje te Parijs een der levenma kers zoo luidkeels mogelijk „Vive empereur." Een paar politieagenten grepen hem aan, maar de ander vol tooide kalmweg zijn uitroep „de Russie." En de agenten lieten C man los en sloegen eerbiedig de ha aan hun kepi. Coquette dame. Bemint gij mij wer kelijk, toon het mij dan door een schitterende proef. Vereerder. Dadelijk. Het water hier aan onze rechterhand is koud en diep. Spring er in en gij zult zien, hoe spoe dig ik u weder boven breng. Hij„Zoo is het engagement af?" Zij„Ja." Hij: „Wie heeft het afgemaakt?" Zij„De geestelijke, die hun huwe lijk inzegende." „Maar kellner, wat moet dat toch beteekenen 1 Ik heb nu al langer dan een half uur op mijn schildpadsoep gewacht." Kellner: „Maar u weet toch wel mijnheer, dat de langzaamheid van een schildpad spreekwoordelijk is." Karei, (tot zijn vriendHoe kwam je er toch toe, Willem, eene vrouw te nemen, die stottert I Willem. Och, die zaak heeft hare lichtzijde. Als mijne vrouw 's avonds tegen me zegt: KKaKarel, gaga je vavan aaavond al—

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1893 | | pagina 6