Politiek 0verziekt.
Rechtszaken,
GEMENGD NIEUWS.
Van Ameland schrijft men omtrent J
de ramp
De geheele Wierumer visschers vloot
is met uitzondering van vier schepen
alhier verongelukt. Vrijdag, terwijl het
goed weder en zuidwestenwind was,
liep de wind opeens naar het noord
oosten, terwijl een sneeuwstorm op
stak, waardoor de visschers die in de
nabijheid hun beroep uitoefenden, op
strand werden geworpen. De beman
ning van negen schepen is gered.
Vier schepen zijn vermoedelijk op zee
omgeslagen en twee-en-twintig personen
in de golven omgekomen.
Nog enkele nadere bizonderheden
zijn omtrent de ramp vermeld. Op
de 4 schepen waren 22 man, die allen
zijn omgekomen. Een schip sloeg om
ten noorden van Ameland, tusschen
Hollum en Nes, en drie andere zijn
verbrijzeld op hetBornrif, ten noorden
van het Amelander gat. De 22 om
gekomenen laten 13 weduwen en 29
kinderen na, waarvan de oudste nog
maar 14 jaar is. Allen zijn arme lie
den, evenals ook de 47 geredden wier
kostwinning nu vooreerst stil staat.
De toestand is allertreurigst en de
ellende niet te overzien.
Op de vergane bomschuit uit
Scheveningen Vrouw Catharina be
vonden zich negen visschers0.
Roeleveld, schipper, 24 jaar, C.
Pronk, 52 jaar, W. Pronk 40 jaar, B.
de Niet, 30 j., M. van den Oever
33 jaar, T. van der Zwan, 20 jaar,
A. den Heijer, 16 jaar, K. de Niet,
13 jaar, allen uit Scheveningen, en
J. Hopman, 33 iaar, uit Egmond.
Tijdens den hevigen sneeuwstorm
van Vrijdagavond is een tjalk (eige
nares mej. Bosschinga, te Delfzijl),
welke Donderdag naar de Paap ver
trokken was om ballast te halen, lek
geslagen en gezonken.
De bemanning, uit 3 personen be
staande, redde zich in den mast, doch
de schipper J. Engels, een gehuwd
man, was reeds eenige uren daarna
van koude bezweken. Het lijk, dat
door de beide anderen aan den mast
gebonden was, spoelde des nachts
weg.
Eerst te half acht des morgens be
merkte men op den vuurtoren te
Delfzijl het ongeval, waarop de loods-
kotter de beide mannen binnenbracht.
volk, sterk circa 50 man, werkzaam
op de suikerfabriek der hoeren Meeus
Zn. te Dordrecht ontstond Zater
dagavond eenige ontevredenheid
het uitbetaalde loon. Door
de firmanten werd de hulp der
politie ingeroepen, die weldra ter
plaatse was en aanvankelijk geen
moeilijkheden ondervond. Later op
den avond werden de surveilleerende
politieagenten door eenigen der onte
vredenen bemoeielijkt, dochdoorhun
bezadigd optreden werd eene butsin-
vermeden.
Zondag was het vrij rustig, maar
Maandagmorgen in de vroegte werd
de tusscnenkomst der politie opnieuw
gevraagd, daar de ontevredenen voor
nemens schenen, hunne kameraden
van de twee overige ploegen het werk
te beletten.
De Commissaris van politie ver
scheen weldra met eene flinke poli
tiemacht (gemeente- en rijkspolitie)
en sprak de ontevredenen toe. Deze
zijn uit Noord-Brabant en komen elk
jaar naar Dordrecht om gedurende
de suikercampagne met uunne vrou
wen of dochters in de fabriek werk
zaam te zijn. Zij worden gehuisvest
in eene keet tegenover de labriek.
Het bleek nu, dat de heeren Meeus
ongenegen waren den ploeg weder in
dienst te nemen, en dat die lieden
geen reisgeld hadden om naar huis
terug te keeren.
Door tusschenkomst van den com
missaris van politie, den heer Ulrich.
hun daarop door de firma reisgeld
verschaft en zijn zij per spoor naar
hunne woonplaatsen in Noord-Bra
bant vertrokken. Daarmede is aan
de bestaande gisting een einde ge
komen.
Sedert eenige maande
hebben er te Arnhem vele brutale
diefstallen plaats, zonder dat het, tot
veler bevreemding, tot dusverre aan
de politie gelukt is, de daders daar
van in handen te krijgen. De dieven,
kennelijk behooren zij tot éénzelfde
komplot, breken meest des nachts,
in éénzelfde wijk der stad, in tijdelijk
onbewoonde huizen v.«n afwezige ge
goede inwoners in, en stelen daar al
wat van hun gading is, doch voor
namelijk poreelein en vazen. Na eenen
rusttijd van een paar weken na ver-
JWVbOJ. vw
Een dezer, Wieringa, was bijna spraak- schillende soortgelijke brutale inbra-
loos en zoo uitgeput, dat men hem 1 1
met een slede naar zijn woning ge
bracht heeft; aan den derde echter
was geen spoor van de doorgestane
ellende te zien.
Maandag is in het feest-
gebouw in de Willemstraat te'sGra-
venhage een alleraardigste tentoon
stelling van rashonden geopend.
Reeds op straat hoort men het
leven, dat de dieren maken. Blaffend,
jankend, keffend vereenigen de hon
den zich onafgebroken tot een weinig
harmonieus concert. Zoo oorverdoo-
vend, dat den bezoeker het hooren
en zien vergaat. Hoewel de verschei
denheid in soort niet groot genoeg
kan worden, is deze expositie door
het flink uitkomen van enkele soor
ten voor den hondenliefhebber wel
een kijkje waard. Prachtige duitsche
doggen, gestreept en gevlekt, van
ferme schouderhoogte staan naast St.
Bernards, lang en kortharige, goed
gevormd, enkele met mooie maskers.
Voorts treft men er o. a. mooie ier-
sche setters, schotsche farmershonden
en schipper kers, en nesten van fox-
terriers aan, terwijl tevens eene col
lectie hokken, manden, kettingen,
zweepen en muilkorven enz. ten ver
koop zijn uitgestald.
Ongeveer 60 honden zijn tentoon
gesteld. De verkoopprijzen, in den
catalogus aangegeven, variëeren van
ƒ20 tot ƒ450. De veearts, de heer
V. d. Slooten heeft de honden ge
keurd.
Onder eenen ploeg we r k-
ken, werd in den nacht van Vrijdag
op Zaterdag weder ingebroken ten
huize van den afwezigen heer B., op
den hoek van den Eusebius Binnen
singel en de Hofstraat, eene plaats
waar zich de politie gedurig moet
bewegen. Op schandelijke wijze werd
in die woning veel vernield. Reeds
waren ook weder eenige porceleinen
vazen voor de hand gezet om ze te
vervoeren, toen de dieven, blijkbaar
in hun bedrijf gestoord, het hazepad
kozen.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag zijn alsmede twee inbraken ge
pleegd, en wel in het café tevens
„Hotel Sluis", ann de Oude station
straat en bij de dames De Roo, mo
distes, bovenwoning hoek Nieuwe-
plein en Coehoornstraat. In het „Hotel
Sluis" is de dader brutaalweg de
slaapkamer van den hotelhouder
binnengedrongen en heeft daar een
horloge uit de kleeren voor het bed
gestolen. Hij moet ook 300, volgens
anderen 400, aan geld hebben ont
vreemd.
Maandag is in de fransche Kamer
de verklaring van het nieuwe minis
terie voorgelezen. Zooals reeds kort
is medegedeeld wijst de verklaring de
noodzakelijkheid aan van eene billijker
verdeeling der belastingen, van eene
herziening der directe belastingen, ten
einde vooral reeds den verkregen
rijkdom te treffen. Verder wordt te
kennen gegeven, dat het kadaster
herzien, dat een steviger grondslag
uan het landbouwkrediet gegeven,
dat van de nalatenschappen in rechte
lijn een matig successierecht gehe
ven, dat een ontwerp tot het stich
ten van een pensioenkas voor oude
arbeiders in onderzoek genomen, dat
de wet op de belasting der zooge
naamde hygiënische dranken gewij
zigd en de betrekkingen tusschen
den Staat en de Fransche Bank ge
regeld zal worden op den grondslag
van het reeds vroeger bij de Kamer
ingediende ontwerp.
Het Kabinet is besloten het econo
mische werk der vorige Kamers te
verdedigen. Er zal een ontwerp wor
den ingediend ter verzekering van de
landbouwproducten, ten einde de vol
hardende pogingen van de landelijke
democratie te hulp te komen. Het
ministerie stelt zich voor aan de Ka
mer een ontwerp te doen toekomen
op de vereenigingen. Het verklaart
zich tegen de scheiding van Kerken
Staat en het zal elk voorstel betref
fende eene herziening der constitutie
afwijzen. Het is dringend noodig de
procesorde te vereenvoudigen om tot
eene spoediger en goedkooper recht
spraak te komen.
Wat de buitenlandsche staatkunde
aangaat, omtrent welke alle oneenig-
..e.n verdwijnen, zal de regeering
altijd de waardigheid eener natie ter
harte nemen, die machtig genoeg is
om te verklaren, dat zij oprecht den
vrede wil en op alle punten der aarde
hare rechten en de belangen van ha
ren handel en hare nijverheid te ver
dedigen.
Alle vertegenwoordigers in de Ka
mers hebben dezelfde rechten, maai
de regeering zal slechts „raison d'être"
en gezag hebben, indien zij voortdu
rend medewerking vindt bij eene
meerderheid, vast besloten om de
zaak te dienen, waaraan hetministe-
geefc Zij'n hart' alziJlle krachten
De ministerieele verklaring is in de
Kamer met sympathie ontvangen,
behalve door de socialistenzij is
daarentegen bij den Senaat koel ont
vangen.
Een voorstel van Grousset in de
Kamer tot het uitvaardigen van eene
imnestie gaf aanleiding tot een hevig
debat. Raynal, de minister van bin-
nenlandsche zaken, werd door Méry
een „ellendeling genoemd,
i- cenfrilat heeft de anti-socia-
listische verklaringen levendig toege
juicht. De Kamer heeft met 257
stemmen tegen 226 geweigerd over
te gaan tot beraadslaging over het
artikel van het voorstel betreffende
de amnestie.
De Kamer heeft de verkiezing vanl
een nieuwen voorzitter uitgesteld tot1
heden.
samenstelling van het nieuwe
ïtaliaansehe Kabinet is nu gereed.
Zanardelli heeft sich belast met de
portefeuille van binnenlandsche za
ken. Boselli heeft echter de porte
feuille van financiën geweigerd.
Roemenië heeft nu ook een ministeri
eele crisis. De koning heeft het ontsla»-
van Dokitch, dat het ;geheele rninif
terie met zich meesleept, aangeno
men. De zitting der Skuptchina is
verdaagd. Generaal Gronitch is be
last met h«t samenstellen van een
nieuw ministerie.
Aan de Times wordt uit Parijsge-
meld dat er tusschen Engeland °en
frankrijk eene overeenkomst is ge
sloten, volgens welke het aan het
noordelijk deel van Siam grenzende
onzijdig gebied {buffer-gebied
noeind) onder de suzereiniteit van
China gesteld zal worden.
Aan de Standard wordt uit Shang
hai gemeld, dat China zich voorbe
reidt de Engelsche staatkunde in
Siam krachtig te steunen.
Vier Engelsche en verscheidene
Chineesche oorlogsschepen zijn op
weg naar Bangkok.
Door de rechtbank te Amsterdam
is de vergoeding aan den heer F. A.
Ankersmit uit te betalen wegens het
onteigenen van zijn perceel aan de
Huiszittensteeg, bepaald op 100,000.
Prof. Gardner was aan het sterfbed
tegenwoordig. Aaron, de overgebleven
aap, hield zijn makker Elishbaba in
de armen en gaf blijken van groote
droefheid. Toen de professor de hand
op het hart van het stervende dier
legde, om te onderzoeken of het nog
klopte, deed Aaron die beweging na
en zag daarbij den professor aan met
een blik, die scheen te vragen of dat
alles was, wat hij voor zijn makker
kon doen.
Aaron was niet te bewegen het lijk
te verlaten, zijn droefheid over den
dood van Elishbaba was duidelijk op
zijn gelaat te lezen.
Toen prof. Gardner, aan wien beide
apen zeer gehecht waren, later zijn
Een w e v e r ij en s p i n n e r ij R beschermeling nog eens bezocht, was
te Aken is, terwijl de arbeid in vol-f^e aap nog even bedroefd het deed
len gang was, een prooi der vlammen kem goed, toen hij met zijn hand in
geworden. Het vuur verspreidde zich ^en van ^en professor dezen van zijn
y.no snel. dat niet alle werkliedenJ yerjriet door teekens en klanken kon
verhalen.
De zoogenaamde anar
chistische betooging op het Trafal-
gar-plein te Londen, was Zondag
onbeduidend. De anarchistische voor
gangers waren weggebleven, terwijl
betrekkelijk slechts weinige partij
gangers opgekomen waren. Sommigen
Ibeproefden de toegestroomde, tamelijk
groote volksmenigte toe te spreken.
Maar de talrijke politie belette den
zoo snel,
zich konden redden. Het aantal
slachtoffers is nog niet geheel bekend.
Men heeft reeds 4 lijken en 11 ge
wonden gevonden.
In de afgeloopen week is
te Londen een proces begonnen, zoo
als er niet alle dagen voorkomen.
In Januari 1853 stierf te Clapham
in een klein hotel zekere heer Willi-
testament achterliet volgens hetwelk
zijne weduwe, Rachel Cullener gebo
ren GoldiiU', van zijn vermogen het
vruchtgebruik kreeg, op voorwaarde
dat zij niet hertrouwde. In het geval
dat zij een tweede huwelijk aanging,
moest het vermogen komen aan de
dochter van het echtpaar Cullener.
die op het oogenblik de weduwe
Emma Louise Clark is, en na haar
aan de vier kinderen, uit haar huwe
lijk gesproten.
De weduwe Clark nu is als eischeres
opgetreden, aanspraak makende op
de nalatenschap haars vaders op
grond dat hare moeder, Rachel Cul
lener, hertrouwd is. En hier zijn wij
genaderd tot het sensationeele proces.
sprekers voort te gaan, en een paar
agenten wierpen eenen op het voet
stuk van Nelson's zuil geklommen
redenaar naar omlaag. De meeste op-
gekomenen behoorden eenvoudig tot
de kijkers of lanterfanters, die tel
kens „Leve de anarchieriepen, en
kel om charges van de politie te lok
ken. Om vier uur veegde de politie
het plein schoon.
Van den nieuwe franschen
minister van marine lezen wij het
volgende
De vice-admiraal Lefèvre is een
merkwaardig Zondagskind. Hij had
veel kans nooit zijn tegenwoordigen
maritiemen rang te bereiken, toen er
Uit de stukken toch, ter terechtzit-1 plotseling drie vice-admiraals kort
ting aanwezig, blijkt, dat eene weduwe achter elkaar stierven. Spoedig over-
Rachel Cullener in 1866 door denLeec[ daarop admiraal Devarenue,
geestelijke te Woodford in den echt|Waardoor Lefèvre het bevel kreeg over
vereenigd is inet zekeren James Stan-1 bet noordelijk eskader. In Januari
ley. Maar ^wie was nu die James j zon(^ Ribot hem een telegram waarin
hem de portefeuille van marine werd
aangeboden; dit telegram kwam toe
vallig te laat; de zetel was bezet
maar binnen korten tijd viel het mi
nisterie. En nu zou Lefèvre in enkele
dagen (op 20 dezer) 65 jaar en daar
mede gepensionneerd, d. w. z. verge
ten worden, maar ziethet ministe-
rie-Dupuy valt en Lefèvre wordt mi
nister van marine.
Hij is het kleinste lid van het
kabinet.
In Mei 1.1. verzocht Iran»
cisque Sarcey, op zijn villa te Nan-
terre verblijf houd end, zijn wijnkooper
een leeg vat te laten weghalen.
Er kwam 's avonds te acht uren
voor dit doel een man, zekere Bour
geois; hij had echter de onvoorzich
tigheid het hek van den tuin binnen
te gaan zonder te bellen. Door een
bizonder machanisme ging echter
toch een schel over en tegelij k vloog
Sarcey's dog naar de keel v n den
wie was nu
Stanley Dat was de weduwe zelve,
die zich als man voorgedaan baden
getrouwd was met zekere juffrouw
Sofia Newland, die zich uitgaf voor
de weduwe Rachel CullenerEn
waarom die comedie door de weduwe
van William Cullener gespeeld werd
Eenvoudig om zich te onttrekken aan
de eischen harer schuldeischers, die
aanstonds op de erfenis afkwamen
Sinds 1865 heeft zij hare rol volge
houden en het schilders- en loodgie
tersvak uitgeoefend, eerst onder den
naam van Henry Neville Smith, la
ter, toen zij getrouwd was, als James
Stanley. Hare dochter Emma, de
latere weduwe Clark, speelde als jong
meisje de comedie mede, maar later,
na haar huwelijk, kreeg zij ongenoe
gen met hare moeder, en thans heeft
zij, hare rechten op de erfenis haars
vaders willende laten gelden, den
heer James Stanley voor den
rechter gedaagd.
De ware weduwe Cullener, die zich braven werkman. Op diens geschreeuw
achter dien naam zoovele jaren voor i kwam men aangeloopen en bevrijdde
hare schuldeischers verborgen hield, j den ongelukkige, die echter een wond
houdt daartegenover vol, dat haar
huwelijk niet wettig kan zijn, daar
zij met eene vrouw, de ware Sofia
N ewland, getrouwd isdat zij dus
eigenlijk niet hertrouwd is, en dat
zij dus recht heeft op de nalatenschap
van haar overleden man.
De uitspraak in dit zonderling
rechtsgeding, dat de aandacht van
geheel Londen bezighoudt, wordt la
ter medegedeeld.
Een der beide chimpan
sees, die prof. Gardner medegenomen
ihad naar Engeland, is uverleden.
aan de lip en aan den hals had.
Bourgeois diende, ofschoon Sarcey
hem 250 f'rs. schadevergoeding had
aangeboden, een aanklacht in tegen
den tuinman wegens verwonding
door onvoorzichtigheid, tegen den cri
ticus een eisch om schadevergoeding.
Vrijdag diende deze zaak voor de
rechtbank te Parijs.
Sarcey pleitte vol humor „pro dom
sua". De rechtbank vereenigde zich
met zijn pleidooi en ontzegde Bour
geois zijn eisch.
Sarcey verklaarde echter van dit
„U haten?'? zeide het meisje met een stem die eenigszins
beefde, „o neen. Ik acht u als een jonge man van aanleg en
als een goede zoon van uwe ouders. Ik heb meer van de
wereld gezien dan u, mijnheer de Rétigny, ik wil u voor
uzelven behoeden. Geloof mij, als gij wat ouder zult wezen,
dan zult gij zien hoe menigeen zijne carrière bedorven, zijn
gansche leven verwoest heeft door éen dwaasheid."
„Ik zal u toonen, dat dit geene voorbijgaande dwaasheid
is," antwoordde de jonge man kalm. „Overigens, mademoi
selle, spreekt gij alsof ge minstens tweemaal zoo oud waart
als ik en in waarheid is u nog jonger."
„Ervaring doet men niet altijd met de jaren op," ant
woordde Elise droevig. „Kinderen van twaalf jaar kunnen
meer ondervinding hebben, dan volwassenen van veertig
namelijk als het kinderen van de armen zijn."
„En waren uwe ervaringen dan van zoo vreeselijken aard?"
vroeg Albert, deelnemend ziende naar het fijne gezichtje, dat
nu als overtrokken was door een waas van smart.
„Ja, mijnheer de Rétigny, ze zijn wel droevig.',
„Vertel er mij iets van, als het u niet hinderen zal."
„Waartoe
„Omdat ik belang stel in alles wat u betreft"
Elise schudde het hoofd. „Dat recht heb ik u niet gegeven
deze reden zou dus voor mij eene aanleiding zijn om u niets
te vertellen. Maar ik wil het doen om een betere reden."
„Welke dan?"
„Om u van uwe dwaasheid te genezen. Wanneer gij mijne
geschiedenis zult kennen, zult gij beter dan nu inzien,
hoe overijld en verkeerd uw brief is geweest."
Albert de Rétigny staarde haar een oogenblik aan. „Wat
gij mij ook vertellen moogt, mademoiselle, ik weet vooruit
dat ik daardoor niet tot andere gedachten zal worden ge
bracht."
Elise glimlachte droevig en een blik op de pendule wer
pende, zeide ze
„Over een halfuur gaan wij aan tafel. Ik zal dus kort zijn."
Zij zette zich op een crapaud vlak voor den haard neer
en tuurde een oogenblik in de vlam, als wilde zij daarin de
beelden uit het verleden doen verrijzen. De jonge man leunde}
op eenige passen afstands, tegen een fauteuil en keek naar
de bevallige verschijning met een eigenaardig mengsel van
liefde en medelijden in zijn blik.
„Weet u wel, hoe ik heet, mijnheer de Rétigny?" vroeg
zij daarop plotseling zonder zich om te keeren.
„Natuurlijk," antwoordde Albert een weinig verbaasd over
deze vraag, die hij niet begreep. „E. T. Rouvée. Elise is uw
eerste naam, wat de T. beteekent weet ik niet."
„Ik heb ook maar éen voornaam," zeide Elise kalm. Ik
heet niet Rouvée maar Trouvée. Ik ben een gevonden kind5
mijnheer de Rétigny."
„Ah!" zei Albert verwonderd.
„Ik werd te vondeling gezet door mijne moeder, toen ik
vier jaar oud was."
„Vertel mij daar meer van," zei Albert meewarig.
Trouvée beteekent in onze taal gevonden(Vert.)
„Goed dan, gij zult het weten. Mijn vader, mijnheer de
Rétigny, was een schelm. Hij werkte niet, hij stal en roofde
waar hij kon. De buren zeiden tot mij„je vader is een
boef," voordat ik nog begreep wat dat woord zeggen wou,
maar ik gevoelde wel dat het beleedigend was. Toen ik het
aan mijn moeder vroeg, barstte zij in tranen uit en zei, dat
ik het nooit moest zeggen als vacïer er bij was.
Ik geluof niet, dat mijn vader ruw was. Soms sloeg hij
moeder, maar alleen als hij erg dronken was en dat ge
beurde maar een enkelen keer. Dikwijls ook weet ik, dat hij
tranen stortte en dan zei moeder, dat hij een beter menscb
worden moest en dan zei vader van ja, maar ik geloof niet
dat hij het deed.
Op zekeren dag kwam er een man, een afschuwelijke, on
verschillige kerel, die mijn moeder iets vertelde. Ik had toen
vader in lang niet gezien, toen begreep ik niet wat die vree.
selijke tijding wel wezen kon, maar sedert heb ik begrepen,
dat het een van mijns vaders kameraden moet zijn geweest,
die mijn moeder is komen vertellen, dat vader voor langen
tijd in de gevangenis was gezet.
Toen volgde er een verschrikkelijke tijd. Tot dien tijd had
ik altijd mijn boterham gekregen en soms aten we wel eens
heel lekker, mijn moeder alleen niet, ik begrijp nu dat die
feestmalen werden aangericht als vader een goeden slag ge
slagen had.
Wordt vervolgd