NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
amietaiannon van Parijs.
lie Jaargang:
Zaterdag 16 December 1893.
No. 3209
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIEN:
STADSNIEUWS.
„Weldadigheid naar Vermogen".
BINNENLAND.
FEUILLETON.
GBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEEEBOOI.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc.Parijs 316is FaubourgMontmartre.
Het Bijvoegsel van het blacl dat
Zaterdagavond verschijntzal bevatten
De laatste Patrouille, Binnen- en
Buitenlandsche berichten. Varia.
Advertentién enz.
Haarlem15 Dec. 1893.
Aan den heer J. D. van den Eijnde
is door den heer J. M. Schleyer in
Konstanz het diploma als hoofdon
derwijzer der wereldtaal (volapük)
uitgereikt.
~"ifkar wij vernemen zullen de on
derwijzers der wereldtaal (tidels vola-
püka) hier ter plaatse een e volapüka-
klub aprichten, waarbij een cursus
voor het onderricht der Schleyer'sche
wereldtaal zal geopend worden.
Joseph in Egypte.
Z De hier bestaande Operetten-veree-
niging „Con Amore" onder leiding
van den heer W. Wiegant gaf Woens
dagavond in de groote zaal der so
ciëteit „De Kroon" eene opvoering
van Méhul's opera Joseph in Egypte.
De belangstelling die deze opvoering
ook uit andere kringen dan de on
middellijke omgeving der vereeniging
mocht ondervinden, zal wel voorna
melijk toe te schrijven zijn aan het
ten gehoore gebracht werk, dat voor
den eenigszins gevormden mnzikalen
smaak eene eigenaardige aantrekke
lijkheid heeft. „Joseph" toch is een
der beste werken van den in zijn tijd
beroemden franschen componist uit
het einde der vorige en het begin
onzer eeuw. In navolging van zijn
vijftig jaar onderen kunstbroeder, den;
genialen Operahervormer Glück
aan wiens persoonlijken invloed ook
Méhul voor een goed deel zijn vor
ming dankt is zijn streven in dit
werk vooral gericht op waarheid van
dramatische uitdrukking en stelt hij
hieraan de absoluut-muzikale vormen
geheel afhankelijk. Tot welke geluk-:
kige resultaten hij hierbij kwam wordt
ons nit menige bladzijde van zijn
werk duidelijk. Ik stip slechts aan
No. 3 uit het eerste bedrijf, waar
Siméon, aan wanhoop ten prooi over
de lage misdaad aan zijn broeder Jo
seph, den lieveling zijns vaders, ge
pleegd, onvatbaar blij ft voor de troost
woorden zijner broeders. En als men
in deze zelfde scène de aangrijpende
dramatische werking ondervindt van
het antwoord der broeders op Simeon's
bitteren uitroep: „Hoe zal ik onzen
vader het verlies zijns zoons doen ver
geten wanneer die broeders, thans
alle troostredenen vergetend, uiting
geven aan de smart en wroeging die
ook hen verteert: „Spreek toch niet
van onzen vader, ach dit verscheurt
ons het hart", dan is men geneigd
zich af te vragenwaartoe dien over
vloed van moderne muzikale en dra
matische middelen, als op zoo uiterst
sobere wijze, reeds zulk een werking
kan worden verkregen. Talrijke plaat
sen zouden nog zijn aan te wijzen die,
bij allen eenvoud, de vergelijking met
menig modern werk schitterend zon
den doorstaan. Menigmaal ook ont
moet men plaatsen die voor onze
ooren al te naïf of zelfs plat klinken.
Ik wil hierover echter niet verder
uitweiden, om nog een enkel woord
te zeggen over de uitvoering van het
werk. Tot hiertoe was ik totaal on
bekend met bet gehalte der uitvoe
ringen van „Con Amore". Met vol
doening kan ik verklaren dat de ken
nismaking mij volstrekt niet is tegen
gevallen. De vereeniging beschikt over
eenige zeer goede krachten zoowel
onder de heeren als de dames.
De titelrol was Woen sdagavond bezet
door een goed acteur en niet onver
dienstelijk zanger. Ook de rol van
Jacob werd waardig hoewel met
eene, voor een ouden man, wat te
frisch klinkende stem vertolkt.
Mede komt lof toe aan de vertolkster
der Benjamin-rol, die over een klank
volle stem en vrij wat tooneel-talent
bleek te beschikken.
Over de tekortkomingen betreffende
intonatie, tempo, opvatting wil ik
niet te veel zeggenzij komen zelfs bij
artisten van professie te veel voor om
er dilettanten een al te streng verwijt
van te maken. Liever maak ik met
lof melding van de koren, die waarlijk
door klank en zekerheid veel ver
dienstelijks hadden. De begeleiding
van het geheel geschiedde op een
piano en een harmonium en voldeed
het eigenaardige droge dezer „in
strumentatie" buiten rekening la
tende vrij goed.
PHILIP LOOTS.
Schouwburg.
In den schouwburg gaf het gezel
schap van de heeren Gebr. van Lier
Donderdagavond de vertolking van
„Het Zangersfeest" een van de beste
der vele blijspelen door G. von Moser
geschreven. Jammer was het dat het
publiek zoo slechts was opgekomen,
dubbel jammer daar zoowel bet stuk
zelf als de vertolking, gevoegd bij de
vrij goede muziek uit Amsterdam
meegebracht, een betere opkomst
hadden verdiend. Alle spelenden
waren goed in hunne vollen. Wij
noemen slechts mevr. Albregt-Engel-
man, mej. Cohen en mevr. André-
Meeuwissen, de heeren Lageman,
Bouwmeester, Isouard van Lier, Bigot
en Ducaju. Jammer dat beide laatst
genoemden op het tooneel in hun
uitspraak hun Amsterdammerschap
niet wat meer wisten te verloochenen.
Waar wij zeiden dat alle spelenden
goed in hunne rol waren kunnen wij
dit ook getuigen van den heer inde
stalles gezeten, die vrijwillig de flauwe
rol op zich had genomen om in het
begin van het stnk èn de acteurs èn
de toeschouwers te hinderen door zijne,
op tamelijk luiden toon uitgesproken,
allergeestigste opmerkingen, het spel
betreffende. Het kinderachtige in zijne
rol gaf hij zeer goed weer. Dat bij
hierbij weinig bijval vond bij bet
publiek zal ongetwijfeld zijne oorzaak
hierin hebben, dat deze kinderachtige
rol zeer onsympathiek was, waar zij
werd vervuld door iemand, wiens
leeftijd en stand daarmee niet in
overeenstemming kunnen zijn.
„Het Zangerfeest" werd voorafge
gaan door het kluchtige minnespel
„Nou" van Floris van Westervoort,
dat door mej. Cohen en den heer
Bouwmeester uitstekend werd ver
tolkt.
Wij verwijzen naar achterstaande
advertentie betreffende de door mej.
HooijZondag te openen knipcursus.
De tweede kunstbeschouwing van
„Kunst zij ons Doel" welke Donder
dagavond op de bovenzaal van de
sociëteit „Vereeniging" werd gehou
den, gold de bezichtiging van teeke-
ningen van P. de Josselin de Jong
en Th. de Bock.
Afdeeling „Werkverschaffing".
Van 1 Nov. tot 14 Dec. hebben
zich aangemeld
3 voor werkvrouw.
1 waschvrouw.
2 naaister.
1 breiwerk.
2 loopknecht.
1 oppasser.
1 koffiehuisbediende.
2 schrijfwerk.
1 stucadoor.
1 koetsier.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaande aanbiedingen ge
bruik wenschen te maken, worden
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te richten,
bus Doelen of Stadhuis.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
91 en van 35 uur verkregen
worden bij den Administrateur, bu
reau Doelen.
Naar wij vernemen zal de Hille-
gomsche Zangvereeniging Dinsdag
den 19den Dec. a. s. weder eene uit
voering geven; o. a. zal worden uit
gevoerd „Schön Ellen," van Max
Bruch. De solo-partijen worden ver
vuld door mej. Joh. Hoek (Sopraan),
Concertzangeres den Haag, en door
den heer A. v. W. (Bariton) Hillegom.
Tevens zal medewerken de jonge
heer C. (viool), leerling van den heer
K. F. v. Maas Jr., directeur der Hil-
Vereeniging.
Badhotel te Katwijk-aan-Zee
Te Amsterdam heeft zich een voor-
loopig comité gevormd om, met het
Volgende badseizoen te Katwijk-aan-
;Zee, een nieuw badhotel te bouwen
met terras en winkelgalerij,
j Dit comité heeft daarvoor aange
kocht 100,000 M2 duingrond, gelegen
jtusschen Hotel du Rhin aan de sluizen
te Katwijk.
I Zoo wij goed ingelicht zijn, zegt het
Deidsch Dagbl., dan is men voornemens
aan beide zijden van het op te richten
Kurhaus terreinen beschikbaar te
'stellen voor eventueele gegadigden
tot het bouwen van woonhuizen en
villa's.
Daar zij meenen, dat in den laatsten
tijd behoefte bestaat aan een rustige
^badplaats, hetgeen met het bad Scheve-
;ningen, door zijne groote uitbreiding
:'der laatste jaren, niet meer het geval
ris, vertrouwen zij, dat door vele inge
zetenen van Leiden en omstreken van
deze nieuwe gelegenheid druk gebruik
zal worden gemaakt, om de zomer
maanden rustig door te brengen.
Op hei terras van bet nieuw te
bouwen Kurhaus zullen voor hare
badgasten en dagbezoekers muziek
uitvoeringen gegeven worden.
Verder kunnen zij mededeelen, dat
prospectussen met situatie-teekenin-
gen reeds in omloop zijn gebracht,
en verder verspreid zullen worden
de plannen van het Kurhaus zijn
opgedragen aan den architect M. T.
Leyh te Amsterdam, en den heer
Jacobus van der Heyden, architect te
Leiden.
Ia vleesch gestikt.
Woensdagmiddag waren te Amster
dam een paar sjouwers aan het zaad
lossen uit een schip in het Wester
dok. Een hunner, Anton Bakker,
kreeg van den stuurman een stuk
vleesch, dat hij juist wilde opeten,
toen hij den kapitein zag aankomen.
Meenende, dat hij iets ongeoorloofds
deed of om welke andere reden ook,
Bakker wilde het vrij groote stuk
haastig doorslikken, met het nood
lottig gevolg dat hij stikte.
De ongelukkige laat eene weduwe
met zes kinderen na.
Werkloozen te Amsterdam.
Donderdagmiddag werd in „Plan-
cius" eene meeting van werkloozen
gehouden. In een verslag van het
gesprokene uit het Hbld. lezen wij
het volgende:
„Domela Nieuwenhuis trad voor
den katheder om te spreken over
Staatszorg. Hij wees er op dat het
comité met succes de beweging leidt,
dat de slapenden wakker worden, dat
er gelden worden ingezameld en een
broodfabrikant het voorbeeld gaf,om
brooden te schenken.
Straks, als de vorst intreedt, zal
het aantal noodlijdenden nog toene
men, en de socialisten kunnen daar
tegen op 't oogenblik weinig anders
doen dan te wijzen op de treurige
economische toestanden, gevolg der
kapitalistische maatschappij. De re
geering maakt zich schuldig aan plicht
verzuim door niets te doen en de
verslaggevers zitten klaar om de so
cialistische sprekers in de gevange
nis te brengen; niets is hun liever
dan daartoe voor den rechter van
instructie getuigenis af te leggen. Het
Handelsblad heeft spr. belasterd en
waar bij der redactie aantoonde dat
hij gelijk had, daar erkende deze
niet eerlijk ongelijk, doch ging voort
met lasteren. Datzelfde Handelsblad
maakte er spr. een verwijt van, dat
hij zoo dikwerf citaten aanhaalde.
Spr. zal voortgaan dit te doen en
hij herhaalt nog eens dat Lutb er ge
zegd heeft dat degene, „die een brood
steelt bij een bakker als bij honger
heeft, geen dief is." En Frederik de
Groote, een koning, in de oogen van
het Hbld. toch zeker geen verdacht
persoon, heeft gezegd: „Als er een
gezin is zonder eenigen bijstand en
in den afschuwelijken toestand, dien
gij afschildert, dan zou ik niet aar
zelen te erkennen dat diefstal wettig
wordt." Nn weet spr. wel dat hij den
persridders weêr stof tot schrijven
gegeven heeft, doch dat is nu een
maal zoo. Zij zullen er blij om wezen,
misschien worden zij wel per regel
betaald, en hadden zij geen stof, dan
zouden zij ook moeten treden, in de
gelederen der werkloozen en daar heb
ben zij weinig zin in.
En nu de regeering, och die is
19)
HOOFDSTUK VI.
Een anarchisten-bijeenkomst.
„Bevrijden? Denk er niet aan."
„Niets gemakkelijker dan dat," hernam de anarchist en
op eens, wijzende met den vinger op de vier agenten en den
gevangene, riep hij uit„Een politiek gevangeneweg met
de mouchardsLeve de vrijheid
„A bas les mouchardsvive la liberté," schreeuwden
eenige stemmen hem na. Verderop hoorde men den uitroep
herhalen, een galm van.... berté kwam tot de ooren van den
anarchist. Hij glimlachte minachtend en riep nog luider dan
te voren „Weg niet de mouchards Slaat dood de mouchards I"
Tegelijk begon bij op te dringen in.de richting waar de
agenten met hunnen gevangene zich met moeite voortbewo
gen. Reeds ontstond er een golving in de menigte. Kerels
brulden de woorden „een politiek gevangene" en „weg met
de mouchards" na, uit hoop op een opstootje. De anarchist
vooruitdringende, schreeuwde„daar, daaren wees met
den vinger over de hoofden. Alle hoofden in zijn omgeving
wendden zich daarheen.
Het opdringen van den anarchist veroorzaakte aldus ge
makkelijk eene strooming naar dien kant. Naarmate er meer
geschreeuwd en meer gedrongen werd kwamen de menschen
meer en meer tot de overtuiging, dat er wel iets belangrijks
moest zijn gebeurd. De kreet„weg met de mouchards I"
werd meer algemeen. Onder deze toeschouwers van een
naehtelijken brand waren er velen, die reden hadden om de
politie niet genegen te wezen. Het grauw van Parijs ont
moette zich hier.
Loup Garou die meeging met den stroom omdat het niet
wel mogelijk was zich er tegen te verzetten, zag op een af
stand dat de vier politieagenten zich reeds begonnen te ver
weren, benauwd en heen en weer geslingerd als zij werden
door de opdringende volksmenigte. Een hunner floot om
hulp, lang en schel, maar deze kwam niet zoo dadelijk op
dagen.
Fifi intusschen die zich niet begrijpen kon waaraan hij die
onverwachte hulp te danken had, nam te midden van de
agenten een afwachtende houding aan. Twee hunner hielden
hem bij de kraag, de beide anderen trokken den sabel en
maakten zich gereed om toe te slaan als het noodig werd.
Het flikkeren van het staal maakte de voorsten huiverig en
zij trachtten den stroom te stuiten. Dan, zij hadden even
goed kunnen beproeven een rivier in haren loop tegen t
houden. De onweerstaanbare kracht van de massa dreef hen
vooruit tegen de agenten aan.
Woest hieuwen de beide agenten zich in het nauw ziende
gebracht, met den sabel op de hoofden en schouders van de
voorsten los. Er volgde een groot tumult. Het volk schreeuwde
en drong op, de agenten verweerden zich met de kracht der
wanhoop, terwijl een hunner maar zonder ophouden het
alarmsignaal blies, totdat een hand het hem ontrukte.
Loup Garou was nu, meer gesleept en geduwd dan gaande,
bij het middelpunt van den strijd gekomen. Op dat oogen
blik lag een van de agenten al op den grond. Men liep over
hem heen. Blijkbaar was de man bewusteloos, althans hij
liet geen kik hooren. De twee anderen sloegen nog om zich
heen en waar de sabels troffen, zag men vaak bloed te voor
schijn komen. Zij waren er echter evenmin zonder kleer
scheuren afgekomenbeider gezicht bloedde en den eenen
was door een groote kei de helm van het hoofd geworpen.
De vierde politieman hield nog altijd den gevangene bij de
Fifi, die gevoelde dat bij nu gemakkelijk ontsnappen kon,
rukte zich opeens uit de handen van zijn bewaker los en
wilde tusschen de menigte dringen, toen de agent hem na
sprong en hem opnieuw wist te grijpen. „Bevrijd den ge
vangene riepen enkele stemmen maar dit was niet meer
noodig. Opeens weerklonk de knal van een revolverschot,
de agent die Fifi vasthield, wankelde en, met de hand naar
de borst grijpende, viel hij tegen zijne kameraden aan.
Deze onverwachte gruweldaad bracht een panischen schrik