NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
DeDynamietmannen van Parijs.
lie Jaargang:
Woensdag 20 December 1893.
No. 3212
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIE N:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 123.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentièn worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuccParijs Bl&ts Faubourg Montmartre.
Haarlem19 Dec. 1893.
^Bij beschikking van den Minister
van Oorlog van den I2n dezer is de
tweede-luitenant op non activiteit J.
Thomas alhier, met ingang van 1 Ja
nuari 1894, in actieven dienst hersteld
en ingedeeld bij de le compagnie van
het hier garnizoen houdend bataljon
infanterie.
Gemeente-Belasting.
Men heeft ons gevraagd hoe het
nn gaan zal met de betaling der ge
meentelijkebelasting, „daar de nieuwe
den eersten Januari 1894 in werking
treedt en de nog bestaande loopt van
Mei tot Mei."
~Dit laatste is een dwaling. De ver
teringsbelasting loopt van Januari
tot Januari, maar de aanleiding
tot het misverstand schuilt ver
moedelijk hierin, dat de laatste
termijnen van het aanslagbiljet nog
kunnen worden voldaan in de eerste
maanden van het daaraanvolgende
jaar. Zoo ook kunnen de laatste ter
mijnen van het nü loopende aanslag
biljet nog worden betaald in de eerste
maanden van 1894.
Feitelijk heeft dus, als op 31 De
cember het uur van middernacht ge
slagen zal hebben, de verteringsbe
lasting afgedaan en treedt de inkom
stenbelasting in bare plaats be
houdens, natuurlijk, de koninklijke
goedkeuring.
De 46e algemeene vergadering van
R. K- bijzondere onderwijzers in het
bisdom van Haarlem zal plaats heb
ben op Woensdag 27 dezer, in „De
Vereeniging" alhier. De te behande
len onderwerpen zijn
a. Er wordt tegenwoordig zeer ge
klaagd over slecht, werktuiglijk lezen.
Welke kunnen hiervan de oorzaken
zijn en door welke middelen kan het
gebrek zooveel mogelijk worden ver
beterd Inleider de heer J. A. Bak
ker te Amsterdam.
b' Het steilschrift. Inleider de heer
J. A. Hanou te Oosterblokker.
Het fransche theatergezelschap on
der directie van den heer Lugné Poé
dat hier ter stede Woensdagavond
optreedt, zal in plaats van het aan
gekondigde stuk „La Dame de la
Mer" van Ibsen, „Rosmersholm" ge
ven van denzelfden auteur.
De heer Poé vervult de rol van
Rosmer.
Bloembollencultuur.
(Slot.)
Intusschen werd door den voorzit
ter medegedeeld, dat het Hoofdbe
stuur hoewel zeer ingenomen met de
zaak zelve, zich niet geroepen of ca
pabel acht deze op zich te nemen.
De bezwaren der technische uitvoe
ring acht het Hoofdbestuur zeer groot.
Het Hoofdbestuur meent, dat even-
tueele voortzetting van bedoeld al
bum, ligt op den weg van het par
ticulier initiatief. Mogelijkheid daar
toe zal wellicht bestaan.
Wil men de zaak kunnen uitvoe
ren, dan moet men allereerst teeke-
ningen hebben. Daartoe stelt bet
Hoofdbestuur voor hem te verleenen
een krediet. Voorts om een vijftal
personen uit te noodigen onder hun
toezicht door de artisten die zij wil
len en van welke bloemen zij ver
langen, teekeningen te laten maken.
Die vijf personen zijn de voorz. van
BennebroekVogelenzang, jhr. A. E.
Barnaart, en voorts vier personen
die in het Weekblad van hunne be
langstelling hebben kennis gegeven,
t. w. een inzender die zich „Een
Bloembollenhandelaar" noemt en de
de heeren W. Kuyk, Grullemans en
Ernst H. Krelage.
De heer Barnaart uitvoerig toelich
tende de bedoeling der afd. B. V.
acht dezen weg niet gewenscht en stelt
namens de afd. voor, in deze verga
dering te benoemen eene commissie
die in de volgende vergadering zal
komen met voorstellen, waarover dan
definitief kan worden beslist.
De voorz. antwoordende, deelt mede
dat de firma Erven Loosjes in de
Maandvergaderingvoorstellenwenscht
te doen over een album van den proef
tuin of voortzetting van het album
van Eeden.
De heer Barnaart repliceert, dat de
afd. B. V. juist geen particulier ini
tiatief in deze wenscht, maar de zaak
van de vereeniging wil zien uitgaan.
Na een zeer uitvoerig debat werden
aangenomen de voorstellen van het
Hoofdbestuur om hem een krediet
te verleenen als bovenbedoeld en de
firma Loosjes te verzoeken, nadere
voorstellen te doen.
Sneller was men gereed met een
voorstel van de afd. Oegstgeest,
strekkende tot het doen van stappen
om hooge uitvoerrechten in ons land
of hooge invoerrechten in het buiten
land te verkrijgen op afgesneden
bloemen van bol- en knolgewassen,
ten einde den handel daarin onmo
gelijk te maken. Het Hoofdbestuur,
in het midden latende in. hoeverre
deze handel nadeel berokkent, ver
klaarde zeer stellig, hiertoe niet te
willen medewerken.
Een vermeldenswaardig debat werd
hierover niet gehouden en als de afd.
haar voorstel niet intrekt, is het lot
daarvan op de eerstvolgende alge
meene vergadering gemakkelijk te
voorzién.
Een tot hetzelfde doel strekkende
vraag van de afd. VoorschotenVeur
verging het niet beter.
Het Hoofdbestuur verklaarde zich
tegen een denkbeeld van dezelfde
afdeeling, om de gewone vijfjaarlijk-
sche tentoonstelling, waarvan de eerst
volgende zal zijn in 1895, te houden
einde Februari of in de eerste dagen
van Maart, inplaats van aan het
einde van Maart. De voorstellende
afdeeling beoogde bevordering van de
vervroegingsknnst, maar het Hoofd
bestuur achtte het niet in het belang
der tentoonstelling. Vroege afdee-
lingstentoonstellingen acht het Hoofd
bestuur meer gewenscht.
Reeds nu werden besprekingen ge-
honden over de aanstaande groote
tentoonstelling en vervolgens eene
vergadering gehouden met gesloten
deuren. Wegens het gevorderde uur
werden enkele punten tot de volgende
vergadering uitgesteld, doch voor het
sluiten der bijeenkomst werd nog bij
acclamatie besloten het eerelidmaat
schap der vereeniging aan te bieden
aan den Minister van Financiën, den
heer N. G. Pierson en den voorzitter
van het Landbouwcomité, den heer
Mr. C. J. Sickesz.
De heer J. Westenberg, onderwij
zer aan de school voor m. u. 1. o. te
Beverwijk, is als zoodanig benoemd
te Westzaan.
Kieswet.
Vermoedelijk zal de Tweede Ka
mer na de Kerstvacantie op 6
Februari haren arbeid hervatten met
de behandeling der kieswet. Men ver
wacht dat de Regeering in hare ont
werpen nog eenige wijzigingen zal
brengen om aan de gerezen bezwaren
te gemoet te komen. (Hdbl.)
De heer de l'Espinasse, le. luitenant,
gedetacheerd bij de geniewerken te
Haarlemmermeer, is bevorderd tot
kapitein en overgeplaatst naar Utrecht.
De proef om de postbeambten te
Haarlemmermeer van rijwielen te
voorzien, is mislukt. De oorzaak hier
van is, dat de wegen te weinig be
schutting aanbieden en bij opene win
ters totaal ongeschikt zijn voor rij
wielen.
Mr. Keuchenius.
Het lijk van den oud-minister
Keuchenius wordt Donderdagvoor
middag om tien uur ter algemeene
begraafplaats te 's-Gravenhage ter
aarde besteld.
Nederlandsche Tandmeesters
Vereeniging.
Bovengenoemde Vereeniging hield
1.1. Zaterdag in Hotel-Suisse te Am
sterdam hare gewone vergadering.
Na mededeeling van den Voorzit
ter, dat de statuten de Koninklijke
goedkeuring hadden verkregen, bracht
het bestuur een tweetal voorstellen
ter tafel, ter aanvulling van het huis-
houdelijk-reglement met een even
groot aantal nieuwe artikelen.
Beide voorstellen afkomstig van
het bestuur werden door de grootste
meerderheid der leden gunstig ont
vangen en zullen dus kracht van
wet erlangen. Het huishoudelijk re
glement zal worden aangevuld met
de beide volgende artikelen:
a. De leden van de N. T. V. ver
binden zich, in geval zij zich van
hunnen titel wenschen te bedienen
den wettelijken titel tandmeester te
voeren.
b. Het adverteeren in de nieuwsbla
den is den leden in zooverre geoor
loofd, voor zoover zij zich bedienen
van adresaankondigingen.
Vermelding verdient de toelichting
van het bestuur met betrekking tot
beide nieuwe artikelen.
Wat de titel-kwestie betrof deelde
het bestuur bij monde van den Voor
zitter mede, dat de tijd niet meer
ver af zoude zijn, dat vanhoogerhand
worden belet het voeren van ti
tels, tenzij deze volgens wettelijke
voorschriften zijn verkregendat het
groote heir van Tandmeesters waar
van eene overgroote meerderheid zich
ten onrechte bedient van den titel
„tandarts" allereerst door de uit
voerders der wet zouden worden on
der handen genomen.
Hierbij gevoegd, dat het publiek
door al deze titel-verwarring aan
groote misleiding blootstaat, zoo had
het bestuur zonder schroom dit ar
tikel ter goedkeuring aan de leden
voorgelegd.Een overgangstermijn werd
echter vastgesteld, te weten 1 Juli
1894; na dien tijd is het niet meer
geoorloofd den onrechtmatigen titel
„Tandarts" te voeren. Inmiddels zal
de Vereeniging er op aandringen,
dat de regeering zoo spoedig moge
lijk wetten zal uitvaardigen, die deze
willekeurige titel voering onmogelijk
maken, aangezien het diploma, dat
aan ieder die de bevoegdheid heeft
verkregen de tandheelkunst uit te
oefenenwordt uitgereikt, slechts
spreekt van „Tandmeester".
De wijze, waarop door vele Tand
meesters wordt geannonceerd in de
nieuwsbladenspoorwegcoupé's enz.
was voor het bestuur een vingerwij
zing eene bepaling in het leven te
roepen, waardoor de tegenwoordige
en toekomstige leden der Vereeniging
aan beperkende bepalingen worden,
onderworpen. Met algemeene stem
men besloot de vergadering hare
goedkeuring te hechten aan het door
het bestuur voorgestelde artikel. Een
parig waren de leden van meening,
dat het beneden de waardigheid vaji
den Tandmeester moet worden ge
acht te adverteeren, tenzij zulks ge
schiedt door een bloote adres-aan
kondiging.
Eliüe andere aankondiging met
zelfs de minste toevoeging aangaande
het tandmeesters-bedrijf moest als
reclame in ongunstigen zin worden
aangemerkt en als zelf-aanbeveling
worden beschouwd.
Voorts werd nog besloten tot ver
mindering der contributie voor de
leden buiten Amsterdam woonachtig.
De Tandmeesters-Vereeniging valt
o. i. in een uiterste, 't is ontegenzegge
lijk waar, dat uitdrukkingen zooals
„mécanicien-dentist",breveté par( volgt
de naam van een of anderen buiten-
landschen vorst)iets belachelijks heeft.
Een ander uiterste is het evenwel,
om niets aan den naam te mogen
toevoegen dan het adres. Opgaaf van
het spreekuur zou dus reeds uitge
sloten zijn, zonder nog te gewagen
van mededeelingen als: „plaatst kunst
gebitten" etc. Zulke mededeelingen
zullen inderdaad den naam van het
vak niet benadeelen.
Overigens mag men zeggen dat
door deze bepalingen de Tandmees
ters-Vereeniging aan diegenen harer
leden welke gaarne een snorkenden
titel voeren, een leelijken kies heeft
getrokken.
Sport.
Op den Am8terdamschen straatweg
bij Halfweg was Zondag op het ge
bied van sport iets nieuws te zien.
Een wielrijder had nl. voor zijn rij
wiel een flinken hond gespannen,
22
HOOFDSTUK VI.
Een anarchisten-bijeenkomst.
„Och, het gaat nogal. Het hangt voor ons agenten veelal
af van onzen onmiddellijken chef. Het publiek is zoo kwaad
niet behalve als het wordt opgeruid.... Ah, ik ril nog als
ik denk aan wat er van avond is gebeurd."
„Wat dan?" vroeg de anarchist, vermoedende wat er vol
gen zou.
„Bij den brand in de Rue de Clichy zouden vier van mijne
kameraden een kerel wegbrengen, een verstokten boef, dief,
inbreker en valschen munter. Een paar raddraaiers ruien het
volk op. De agenten worden aangevallen, een raakt onder
den voet en wordt ernstig gekneusd, de ander wordt dood
geschoten, men weet niet door wien."
Intusschen had de portier, eindelijk wakker geworden, de
deur opengetrokken en gingen de twee mannen naar binnen.
De agent vertelde verder
„Het was een jonge man, mijnheer, onze kameraad die
doodgeschoten werd. Hij was pas in dienBt en kon nog geen
vijanden hebben. De arme kerel moest zijne moeder en een
heelen troep broertjes en zusjes onderhouden. De man, die
dat gedaan heeft, die is.... die is...."
Van verontwaardiging kon de agent niet uit zijne woor
den komen.
„Welnu?" vroeg de ander.
„Die is.... die is,... een hopelooze waanzinnige."
De anarchist schrikte weor op, als troffen hem die woor
den. Zij waren de trappen opgegaan en toen op de derde
verdieping de agent staan bleef en zei: „hier woon ik,"
hield ook de anarchist een oogenblik de pas in en zeide
„En als gij nu die man eens kendet, wat zoudt ge dan
met hem doen
„Mijn plicht zou wezen hem naar, het bureau te brengen,
maar wat ik hem zou willen doen Ik zou hem willen dood
schieten als een dolle hond die hij is...."
„Ahl ah!" zei de anarchist kortaf en zich even naar den
agent toekeerende, lachte hij zoo woest en vreemd, dat de
man achteruit deinsde. Toen hij van zijn verbazing bekwam
was de anarchist de volgende trap reeds opgeklommen en
uit het gezicht.
„Wat is dat voor een man?" zei hij toen halfluid. „Het
was of de duivel zelf daar even laohteBrrr. wat een grijns.
Ik zal toch eens onderzoeken wat dat voor een man is."
Hierna trad hij zijne woning binnen.
HOOFDSTUK VII.
Eene ontdekking.
Charpentier zat in voorloojfige hechtenis. Nadat hij op het
aandringen van zijne dochter aan baron de Rétigny had
medegedeeld, welk aandeel hij had genomen aan den inbraak
in de Rne du Bac, had de magistraat hem al dadelijk doen
opmerken dat zijn plicht hem gebood Charpentier daarvoor
te doen arresteeren. De berouwhebbende misdadiger had deze
noodzakelijkheid aanvaard en zijn vaste voornemen te keh-
nen gegeven, om met de hulp van zijn dochter weer een
braaf mensch te worden.
„Weet je wel, dat je daarmee een ontzaglijke verantwoor
delijkheid op je laadt?" vroeg de magistraat op den gestren-
gen toon, die hem voorial tegen dezen man nuttig voorkwam.
Charpentier knikte flauwtjes van ja.
„Ik geloof niet dat je het goed begrijpt. Luister dan maar
eens, dan zal ik het je duidelijk maken. Je dochter is hier
gelukkig en tevreden, iedereen acht haar hoog om haar uit
stekend karakter en hare lieftallige manieren. Zij kent geen
zorgen en dit aangenaam leven zon nog vele jaren kunnen
voortduren, wanneer zij niét het denkbeeld had opgevat om
een vader, die zich nimmer om haar heeft bekommerd eh
dien zij opeens als door een wonder terugvindt, te todden
uit den ellendigen toestand waarin hij gezonken is. Maar nn
beginnen voor haar de zorgen, nu zal zij voor u de kost
moeten verdienen en dat zal niet gemakkelijk gaan, want