NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
DeDynamietmannen van Parijs.
lie Jaargang:
Donderdag 21 December 1893.
No. 3213.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADYERTENTIEN:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND
FEUILLETON
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door bet geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BAUBE CoJOHN F. JONES, Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
van bet Geïllustreerd Zondagsblad bevat behalve
het vervolg op den roman van Rider Haggard,
getiteld: Het Testament van Mr. Meeson, we
derom tal van belangwekkende illustratiën en
boeienden tekst, als
Vrede op aarde 1 (met illustratie). Een duur
vlammetje. Een Kerstgroet op zee (illustra
tie). Het kerstmaal voor den vuurtorenwachter (illustratie.) Waarom
de Kerstgeschenken te laat aankwamen (met twee illustraties). Ver
strooid. Majoor Pendallas. Een Kerstvertelling. Onze dokters (met
illustratie). Bericht. Merkwaardige berekening. Voor de huis
houding.
*~csr Voorts Anecdoten. Puzzle. De Prijswinnaar van Raadsel
LXX. Oplossing van Prijsraadsel LXIII.'Nieuw prijsraadsel LXXVI.
Schaakrubriek. Mededeelingen.
DE UITGEVER.
Haarlem20 Dec. 1893.
Posterijen.
De directeur van het Postkantoor
brengt ter kennis van belanghebben
den, dat op Dinsdag 26 Dec. e. k.
(2e Kerstdag) bet kantoor open zal
zijn als volgt7.309.30 s'm. en van
11.30 s'm. 4.30 s'av. (spoortijd).
De directeur voornoemd
DOFFEGNIES.
Haarlem20 Dec. 1893.
Stoomtram naar Zandvoort.
Naar wij vernemen is door den
heer D. Storm alhier bij den Minister
•concessie gevraagd voor den aanleg
yan een stoomtram HaarlemZand
voort.
Het stationsgebouw is geprojecteerd
ten zuidwesten van het huis van den
heer L. E. Gerdessen op het Hout
plein, terwijl de toegang daartoe is
ontworpen door het terrein, waarop
onlangs de nieuwe tuinmuur met de
zoo in het oog vallende fraaie deur
is geplaatst.
Van dit punt af, wil de ontwerper
de tram over een brug de Leidsche-
vaart doen passeeren en daarna recht
op Zandvoort laten aanloopen.
Tweede Séance voor Kamer
muziek.
De meest verheffende oogenb likken
die de bezoekers van 's heeren
Schlegel's kamermuziekuitvoeringen.
Dinsdagavond in het bovenzaaltje
der „Vereeniging" doorleefden, moeten
ontwijfelbaar worden gedankt aan de
bewonderenswaardige, boeiende ver
tolking van Beethoven's Trio op. 97
Het was een heerlijk stuk frisch,
bloeiend en belangwekkend innerlijk
leven, dat bij iederen toehoorder wel
een omiitwischbaren indruk moet
hebben achtergelaten. De heeren Cra
mer, Bosmans en Schlegel hebben
door deze onovertref bare kunstuiting
zich een aanspraak te meer verworven
op onze hulde en dankbaarheid. Hoe
zeer toch dragen hunne uitvoeringen
er toe bij onzen blik in het gemoeds
leven der onsterfelijke toondichters
meer en meer te verhelderen en te
verwijden. Voor den muziekbeoefe
naar vooral kan elk dezer séances
beschouwd worden als een les, die
niet alleen hem duidelijk maakt de
wijze waarop de toonkunst tot haar
tegenwoordig punt van ontwikkeling
is geraakt, maar tevens hem de
schoonste voorbeelden van juiste,
aestetische en intelligente uitvoering
voor oogen stelt, uit dit oogpunt
beschouwd zal men't ook waardeeren
dat ditmaal de séance werd geopend
met het overigens voor onze ooren
wat al te „huiselijk" klinkende Trio
No. 4 (Peters Editie) van Haydn.
Wellicht had dit werk door een leven
diger, warmer uitvoering veel ge
wonnen; thans was het alleen het
Allegretto dat mij, ook om de hoogst
karaktervolle vertolking, belang in
boezemde.
Voor menigeen zal deze séance
eenige bizondere aantrekkelijkheid
gehad hebben door de aankondiging
eener uitvoering van Bach's Suite in
D. voor violoncel met vijj snaren. Reeds
had men uit$ de bladen vernomen dat
de heer Bosmans zich een dergelijk in
strument had doen .vervaardigen, dat
hij de moeielijkheden aan het bespelen
verbonden met glans was te boven ge
komen enz. Ook over de voordeelen
die het nieuwe of beter oude instru
ment oplevert werd met ingeno
menheid gesproken. Die voordeelen
bestaan daarin dat hoogliggende no
ten en passages gemakkelijker en
zekerder kunnen worden uitgevoerd
en dat de hoorder verschoond blijft
van het aanhoudend op- en afglijden
langs de snaren, een gebrek door
vele spelers en hoorders evenwel voor
uiterst „gevoelvol" gehouden dat
het spel van zoo menig begaafd ar
tist ontsiert.
Ol men echter bij de beschouwing
dezer voordeelen de nadeelen niet
over 't hoofd zag, werd door mij be
twijfeld en laat ik het er maar
aanstonds bijvoegen: mijn twijfel is
door het gehoorde van Dinsdagavond
allesbehalve te niet gedaan.
Een nieuwe en groote moeielijkheid
toch moet ontstaan uit de ligging
der snaren op den kam. Men weet
hoeveel moeite het den leerling-be
speler van een strijkinstrument in
zijn eersten studietijd kost, maar een
voudig weg een losse snaar aan te
strijken zonder daarbij de nevenlig-
gende snaren aan te raken een
vergrijp dat zich onmiddellijk door
een vrij onhebbelijk piepen en krassen
verraadt. Dat deze moeielijkheid door
het aanbrengen van een vijfde snaar
tot de schier onoverkomelijke gaat
bebooren zal voor ieder strijker dui
delijk zijn, en bleek ook uit het overi
gens door en door artistieke spel van
onzen voortreffelij ken Bosmans. Ik
zou dan ook zeer tegen mijn overtui
ging spreken, wanneer ik het gele
verde proefstuk als welgeslaagd ver
klaarde. Alleen de tweede sats der
Suite, de Allemande gaf werkelijk ge
not; het overige was, voor mij al
thans ongenietbaar en ik dankte
den hemel dat er op dit ondermaan-
sche nog andere muziekinstrumenten
zijn te vinden dan violoncels met vijf
snaren.
Dit neemt echter niet weg dat de
heer Bosmans de muzikale wereld aan
zich verplicht heeft, of nog zal ver
plichten door haar in kennis te stellen
met de vroeger gebruikte instrumen
ten en de daarvoor geschreven mu
ziek.
Allicht heeft zijn streven ten gevolge
dat men zich met meer bewustzijn
zal verhengen in de verbeteringen die
ook op dit gebied door den lateren
tijd zijn aangebracht.
PHILIP LOOTS.
beer G. E. L. Hijmans, die niet op
nieuw in aanmerking wenschte te
komen, tot leden van het bestuur wer
den gekozen de heeren A. H. Gijs-
berts en P. Vierkant.
Wij waren heden in de gelegenheid
de collectie Nieuwjaarskaarten te be
zichtigen bij de Wed. J. A. van Zijl,
Korte Veerstraat 13. Eene groote
keuze in diverse prijzen is daar ge
ëtaleerd, en noodigt als van zelf tot
koop en.
Lood ontvreemd.
De vorige week is van het Pro
veniershuis aan de Groote Houtstraat
een looden afvoerpijp ontvreemd. Deze
is door de rechercheurs Verkerk en
van Halst in beslag genomen en de
dief aangehouden zijnde S. H., oud
22 jaren, alhier woonachtig.
In de Dinsdagavond gehouden huis
houdelijke vergadering van de kies-
vereeniging „Vooruitgang" zijn her
kozen de periodiekaftredende bestuurs
leden de heeren D. André de la Porte
en mr. L. C. Kronenberg, terwijl in
de plaats van den heer J. H. Panne-
koek die bedankt heeft en van den
Miltvuur.
Onder de gemeente Sloten en wel
in de afdeeling Sloterdijk is weder
miltvuur geconstateerd.
Mast neergevallen
Te Halfweg is Dinsdagavond door
het neervallen van den mast het
4-jarig kind van schipper van Stolk
zoodanig getroffen dat het" enkele
uren daarna overleedde fabrieksar
beider R. mede op het dek aanwezig-
bekwam lichtere kwetsuren, genees
kundige hulp was spoedig aanwezig.
Verkiezing Eerste Kamer.
De Provinciale Staten van Groningen
hebben Dinsdag gekozen tot lid der
Eerste Kamer (vacature-mr. Van
Royen) den heer mr. J. H. Geertsema
Czn., te 's-Gravenhage, oud-commis
saris der Koningin in Overijsel, met
22 van de 40 stemmen.
Wethouder te Rotterdam.
De heer H. de Monchy heeft het
wethouderschap van plaatselijke wer
ken op zich genomen.
Vrije en orde-oefeningen.
Bij het laatste najaarsexamen voor
de akte van bekwaamheid tot het
geven van onderwijs in de vrije en
orde-oefeningen zijn van 819 opge-
komenen 616 toegelaten of 75 pCt.
Van de 464 mann. candidaten be
haalden 356 de akte, van de 355
vrouwelijke 270.
Sedert het eerste examen in 1890
is afgenomen, zijn van 10151 candi
daten 7471 geslaagd.
Aan het verslag der examencom
missie te Haarlem is het volgende
ontleend
De algemeene indruk, door de com
missie bij deze examens verkregen,
mag gunstig worden genoemd; het
is der commissie voorgekomen, dat
men zich, over het geheel, thans bij
de beoefening der vrije en orde-oefe
ningen der gymnastiek op den goeden
weg bevindt en dat het gewicht van
dit vak van onderwijs voor de lagere
school hoe langer zoo meer wordt in
gezien en erkend.
Vooral de mannelijke adspiranten
gaven bij hun examen bijna zonder
uitzondering blijk, dat zij zich goed
voorbereid aan het examen onder
wierpen en dat zij de zaak ernstig
hadden opgevat. De weinige afge
wezen mannelijke adspiranten hadden
of geen goed onderwijs ontvangen, öf
wel zich voor het examen voorbereid
zonder eenige leiding.
Dat de uitslag der examens van
de vrouwelijke adspiranten zooveel
ongunstiger was dan die der manne
lijke van de eersten slaagden on
geveer 65 pCt., van de laatsten bijna
78 pCt. is volgens het oordeel der
commissie vooral hieraan toe te
schrijven, dat deze zich minder dan
de mannen practisch hadden geoefend,
of wel dat bare oeleningen te eenzij
dig waren geweest. Zoo gaven som
migen blijk, dat zij ten eenenmale
onbekend waren met de leerstof van
het 1ste en 2de leerjaaranderen, dat
de leerstof voor de hoogere klassen,
zoowel voor oefeningen op de plaats
als van de plaats haar niet helder
voor den geest stonden.
Vele vrouwelijke adspiranten misten
het juist begrip van maat en tempo
en deden zeiven de oefeningen slecht
voor. Bij deze adspiranten ontbrak
gewoonlijk ook het vermogen om de
klasse behoorlijk op te stellen of op
gepaste wijze te verplaatsen.
De laatste opmerking geldt ook
voor sommige mannelijke adspiranten.
Leertoon en houding voor de klasse
lieten, in het algemeen, weinig te
wenschen over.
Een geschenk
Namens de werkmansvereeniging
„Arnhem", de afdeelingen van „Pa
trimonium" en A. N. Werkliedenver
bond, typografische vereeniging „Arn
hem", metaalbewerkers-vereeniging
„St. Eloy", schoenmakersvereeniging
„St. Crispinus", allen te Arnhem, de
werkliedenvereniging „De Schelde",
HOOFDSTUK VII.
Eene ontdekking.
Toen Albert bij zijn vader terugkeerde, kon hij niet na
laten te zeggen„Papa, duid het mij niet ten kwade, maar
is het niet onvoorzichtig dezen man onbewaakt in huis te
laten overnachten?"
„Beste jongen," zei de baron en hij legde met een vriend
schappelijk gebaar de hand op den schouder van zijn zoon,
„veel meer dan met gestrengheid kan men bij sommige mis
dadigers uitrichten met vertrouwen. Tot die soort behoort
deze man. -Dat ik zijn deur niet afsluit maakt hem op dit
«ogenblik gelukkiger, dan jij je kunt voorstellen."
Albert zweeg. Hij was nog te jong, om de waarheid van
deze woorden in haren geheelen omvang te gevoelen. Vele
menschen sterven vóórdat zij zich deze overtuiging hebben
eigen gemaakt. De beleedigde maatschappij verlangt straf
van hein, die hare wetten overtreedt, maar de gevangenis
die aanvankelijk een schrikbeeld is, wordt allengs een bekend
verblijf en het is ten slotte als het ware een spel schaak
tussehen de justitie en de boosdoeners, waarbij de laatsten
trachten den mat-zet die hen van hunne vrijheid berooft,
zoolang mogelijk te ontgaan, hoewel zij weten, dat de justitie
die veel beter speelt dan zij, hen toeh vroeger of later het
spel doet verliezen. Maar den beteren mensch in hen op te
wekken, hun vertrouwen te toonen, dat is de schoone taak
van hem die de misdaad in de maatschappij moet trachten
te beperken en als het kan te verhinderen.
En dat had de baron de Rétigny nu bij Charpentier ge
daan. Hij had gelijk gehad. Toen Albert de Rétigny was
heengegaan, beproefde Charpentier of de deur werkelijk on
gesloten was gebleven. En toen hem bleek, dat dit inder
daad zoo was, toen zelte hij zich vreemd te moede op een
stoel neer en gevoelde zich alsof hij een beter mensch ge
worden was, daar een rechter hem onbewaakt en achter een
ongesloten deur in zijn eigen huis liet overnachten. Was hij
dan geen boef meer, geen gevaarlijke inbreker, voor wien
men bang moest zijn, dien men opsluit achter dikke ijzeren
deuren met zware grendels?
Eenige dagen daarna vinden wij baron de Rétigny op zijn
bureau in het Paleis van Justitie. Bezorgd keek hij voor
zich uit, over de stapels papieren die zijn schrijftafel bedek
ten en de gefronste wenkbrauwen toonden duidelijk aan, dat
hem iets kwelde.
„Nog altijd niets te vinden van dien anarchist!" zeidehij
half tot den klerk die achter hem aan een kleine tafel zat,
halt in zichzelven. ,,'t Is met zulke aanwijzingen ook bijna
ondoenlijk iemand in een stad als Parijs te ontdekken."
Er kwam een bode binnen met eene portefeuille vol pa
pieren, welke hij namens den president van den rechtbank,
aan den magistraat overhandigde. Baron de Rétigny liep
den bundel snel door. Er was een proces-verbaal bij van een
in den afgeloopen nacht gepleegden moord op een rijke we
duwe te Versailles, een anoniem schrijven waarbij een ge
heime speelclub aan de justitie werd aangewezen en verder,
buiten een groot aantal stukken over zaken van minder
beteekenis, een groot stuk voorzien van een buitenlandsch
zegel. Dit geschrift las de heer de Rétigny met groote aan
dacht door. Het was een bericht van de Engelsche justitie,
waarbij deze meldde dat haar het bericht van een aanstaanden
dynamiet-aanslag te Parijs was ter oore gekomen en dat zij da
fransche justitie waarschuwde tegen een persoon, wiens
woonplaats onbekend maar wiens signalement als volgt was.
Aan het slot van deze mededeeling gekomen las de
megiatraat met verbazing, dat hem hier hetzelfde signale
ment werd opgegeven als dat hetwelk Charpentier hem had
aangeduid.
„Zeer merkwaardig," mompelde hij, in gedachten verdiept.
„Hoe komen de londensche collega's van onze zaken zoo
goed op de hoogte In elk geval moet nu, het koste wat het