NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
iDeDynamietmannen van Parijs.
JU
Maandag 1 Januari 1894, No. 3220
11e Jaargang;
ABONNEMENTSPRIJS:
AD VERTENTIËN:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DAGBLAD
Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc., Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door Bet gelreele Kijk, per 3 maanden 1,G5.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsklad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37L
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122,
Direeteur-Uitgever J. C.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers,
PEEREBOOM.
EERSTE BLAD.
Om den Nieuwjaarsdag sal
het eerstvolgend nummer
Dinsdagavond verschijnen.
Haarlem30 Dec. 1893.
De toestand van den Burge
meester en van den Com
missaris van Politie.
Volgens door ons ingewonnen in-
formatiën is de Burgemeester dezer
gemeente vooruitgaande. Z.E.A. heeft
het bed kunnen verlaten en is vrij
van koorts.
De Commissaris van politie te dezer
stede, de heer Van Goor, die reeds
senigen tijd ongesteld was, heeft zich
hedenmorgen naar het St. Elizabeths
Gasthuis begeven om aldaar eene
operatie te ondergaan.
Naar wij van goede zijde verna
men is deze operatie die vrij ernstig
was, zeer goed afgeloopen. De patient
"bevindt zich dan ook zeer wel en wij
spreken gaarne de hoop uit op zijne
spoedige algeheele beterschap.
Op het Museum van Kunstnijver
heid alhier, is de verzameling inleg
werken weder met eenige stukken,
vervaardigd door de firma Meijbroek
le Ivarl wou te uitgebreidhieronder
bevinden zich een in (diverse hout
poorten gebeeldhouwd paneel met
relief voorstelling paneelwerken
met metaal ingelegd en een koper
verguld paneel met paarlmoer inge
legd. De verschillende inlegwerken
die thans zijn tentoongesteld zullen
vooral den meubelmaker zeer goede
■wenken kunnen geven omtrent de
toepassing van de verschillende hout
soorten op décoratief gebied.
De verzameling messen en heften
zal eveneens nog eenigen tijd ten
toongesteld blijven.
Des Zondags is de toegang vrij.
Muilbanden der Honden.
Hier ter stede circuleert onder
hands een adres aan den Gemeente
raad, dat zeker veler aandacht trek
ken zal. De adressanten verklaren
daarin, dat zij met minder aangename
gevoelens aanzien de toename van
het aantal groote honden in deze ge
meente en, verklarende niet in te
zien dat velen overlast en gevaar be-
hooren te dulden voor de liefheb
berij van enkelen, verzoeken zij aan
den Raad om de politieverordening
te wijzigen in dien geest, dat voor
taan evenals in andere gemeenten
geschiedt, de honden moeten worden
gemuilband.
Wij hebben op dit adres de hand-
teekening van verschillende haar-
lemsche doctoren opgemerkt.
Daar deze zaak voorzeker druk
zoowel in als buiten den Raad zal
worden besproken, stellen wij gaarne
onze kolommen open voor ieder, die
over de quaestie zijne meening wil
zeggen. Gedachtenwisseling kan niet
anders dan den Raad in deze tot
voorlichting strekken.
Gedurende het jaar 1893 zijn door
der Arrondissements-Rechtbank alhier
in strafzaken uitgesproken 494 von
nissen; in 1892 bedroeg dit 602.
Mausoleum
Bij dit nummer bieden wij onzen
abonne's aan een fraaie cliché
afdruk van den voorgevel van bet
Mausoleum op de begraafplaats al
hier. Wij ontvingen deze cliché te
laat om de beschrijving van het
Mausoleum nog in dit nummer op
te nemen, welke dus tot een volgend
nummer moet blijven liggen. De
cliché is naar een fotografie van
den heer J. Pörtzgen alhier.
Naar wij vernemen zijn er reeds
graven besteld.
Donderdagavond werd in café „Brink-
mann" eene vergadering gehouden
van de afd. Haarlem der schippers-
vereeniging „Schuttevaêr".
In zijn openingswoord herdacht de
voorzitter, de heer Peltenburg, den
heer J. Bley, die in der loop van het
jaar door den dood aan de afdeeling
ontvallen is. De heer Bley is tot
vóór twee jaren toen gezondheids
redenen hem deden besluiten te be
danken voorzitter der afdeeling
geweest en gedurende dien tijd heeft
hij, zooveel hij kon, gedaan in het
belang der schipperij.
Vervolgens kwamen ter sprake de
voorstellen voor de algem. vergade
ring, die in Januari a. s. te Enkhui
zen gehouden zal worden. De voor
stellen zijn:
le. Zich te wenden tot de Directie
der H. IJ. S. M. met verzoek, om aan
de brug over het N. Spaarne bij
avond en nacht een helder rood licht
te vertoonen, wanneer de brug geslo
ten en een groen licht, wanneer ze
geopend is
2e. zich te wenden tot het Gemeen"
tebestuur van Haarlem, met verzoek
om de remming werken aan de Lange
brug te verlengen of ducdalven te
plaatsen.
Vooral, wanneer het stoomgemaal
te Spaarndam werkt of, wanneer te
Spaarndam gespuid wordt, kan het
gemis van voldoende remmingwerken
gevaar opleveren voor vaartuigen, die
vóór genoemde brug moeten stoppen.
3e. verlichting bij de Stieruperton
in het Alkmaarder Meer.
De aftredende bestuursleden de
heeren J. Planije en J. Blansertwer
den herkozentot afgevaardigden naai
de Algemeene Vergadering werden
benoemd de heeren H. T. Peltenburg
en K. Max.
Koor a Capella.
Het haarlemsche koor a capella on
der leiding van den heer E. F. Bruijn-
steen, is voornemens op den 14den
Januari e. k. een concert te geven
ten voordeele van „Weldadigheid naar
Vermogen". Het zal plaats hebben in
de groote Concertzaal vail den Vereeni-
ging en duren van des namiddags 2
uur tot half vier.
Het programma zal deels uit gees
telijke, deels uit wereldlijke composi-
tiën bestaan.
Wij brengen dit concert gaarne on
der de aandacht ónzer lezers. Niet
alleen wegens het goede doel, maar
ook omdat dit jeugdig koor d capella
wezenlijk de belangstelling van den
muziekliefhebber verdient. Het eerste
concert, dat het gaf, destijds alleen
voor genoodigden gegeven, slaagde
uitstekend.
De heer Jan G. Striening solo-vio
list te Leiden, heeft zijne welwillende
medewerking toegezegd.
Theaterkroniek.
De schouwburgbezoekers, die Vrij
dagavond naar ons theater opgingen
om de voorstelling door het gezelschap
de Vos en van Korlaar uit Rotterdam
van „de Tante van Charley" bij te
wonen, moesten onverrichter zake naar
huis terugkeeren. Er was een telegram
gekomen, dat twee actrices mevrouw
Poolman en mevrouw Van Korlaar
en Jan C. de Vos zelf plotseling on
gesteld waren geworden.
Toch was de recette niet slecht.
Een aantal plaats ïn was vooraf
besproken en des avonds kwam er
nog veel publiek bij. Het moet toch
wel verbazend ongezond weer zijn, dat
drie acteurs plotseling te ongesteld
worden om op te treden en dat eerst
op den speeldag te half vijf berichten.
Over het algemeen weet het publiek
vrijwel, wat het van die plotselinge
tooneelspelers-ongesteldheden heeft te
gelooven, maar zeer waarschijnlijk is
het, dat wanneer later dit gezelschap
weer eens hier mocht optreden, het
publiek zal wegblijven zonder zich
ziek te melden.
In de volgende week geeft het ge
zelschap van Charles de la Mar op
Dinsdag den 2en het spektakelstuk
de „Weesinrichting te Meerbosch of
een weesvader ontmaskerd."
Vrijdag den 5en treedt op de zan
geres Antoinette Trebelli, ter aanbeve
ling van welk concert wij reeds een
en ander hebben medegedeeld.
Posterijen.
De directeur van het postkantoor
Overveen deelt belanghebbenden
mede:
le. Dat op Zondag 31 Dec. de kan
toren Overveen en Bloemendaal voor
het publiek geopend zullen zijn als
op werkdagen.
2e. Dat bovengenoemde kantoren
op Maandag 1 Jan. slechts geopend
zullen zijn op de uren als voor de
Zondagen vastgesteld.
{Zie vervolg Stadsnieuws 2e pagina.)
Duinwaterleiding Haarlem
Uit het jVoorloopig Verslag der
commissie ven rapporteurs der Eerste
Kamer over het ontwerp van wet
tot onteigening van eigendommen in
de gemeente Bloemendaal, ten be
hoeve van den aanleg éener duin
waterleiding voor de gemeente Haar
lem, blijkt, dat eenige leden meen
den te moeten opmerken, dat de re
geering in zake de thans voorgedra
gen onteigening niet van inconse
quentie was vrij te pleiten.
Men herinnerde zich, dat, toen in
1890 door de toenmalige regeering
de goedkeuring der Wetgevende Macht
gevraagd werd van eene overeenkomst
met de gemeente Breda, waarbij
grond onder Oosterhout in erfpacht
werd gegeven voor den aanleg eener
drinkwaterleiding ten behoeve van
eerstgenoemde gemeente, de Tweede
Kamer der Staten-Generaal een on
derzoek noodig achtte omtrent de
nadeelen, die landbouwers en grond
eigenaars te Dorst, gemeente Ooster
hout, daarvan duchtten.
De tegenwoordige regeering, die bij
de aanvaarding van het bewind alle
toen aanhangige wetsontwerpen in
trok, heeft dat ontwerp niet opnieuw
ingediend.
Men had gaarne gezien, dat ook
naar aanleiding der tegen den aan
leg eener duinwaterleiding voor de
gemeente Haarlem gerezen bezwaren
een nauwkeurig, deskundig onderzoek
ingesteld en tevens eenige meerdere
aandacht geschonken ware aan de
belangrijke nadeelen, welke voor hen.
wier gronden niet onteigend zullen,
worden, uit de wetsvoordracht kun
nen voortspruiten.
Daar door dit wetsontwerp het
recht zal worden verkregen om door
onteigening van eene; betrekkelijke
kleine duinoppervlakte over eene
zeer veel grootere oppervlakte het
water aan den grond te onttrekken,
gaven eenige leden als hun gevoelen
te kennen, dat dan ook de geheele
oppervlakte, waaraan men het water
onttrekken wil, onder de onteigening
begrepen had moeten zijn; maar dat
het niet aanging den staatsdwang
der onteigening te gebruiken tot hel
aanleggen van werken, die bestemd
zijn om het water (levensvoorwaarde
van elke cultuur) aan de gronden
van den buurman, welke niet ont
eigend worden, te onttrekken. Het
is juist deze bestemming, zonder wel
ke die werken geen doel zouden tref
fen.
De gevolgen, die de aanleg van
waterleidingen op de vruchtbaarheid
der omliggende gronden uitoefent,
werd door enkele leden meer in bij
zonderheden besproken. Volgens her;
strekte de wateronttrekking hare na-
deelige werking in dat opzicht zelfs
tot op aanzienlijk verren afstand uit,.
getuige de ervaring daaromtrent in
Gelderland opgedaan, terwijl dit ver
schijnsel ook door de Nederlandsche
Heidemaatschappij wordt erkend.
Ook zij waren van meening, dat de
schadevergoeding, uit den aanleg van
bedoelde werken voortvloeiende, om
die reden zich niet tot de eigenaars
van onteigende gronden behoorde te
bepalen, maar billijkheidshalve moe
worden toegekend aan aDeUj wie-
gronden den nadeeligen invloed der
wateronttrekking ondervonden. Die
leden spraken den wensch uit, dat
van regeeringswege een speciaal on
derzoek door deskundigen ingesteld
en daarop eene algemeene regeling
van deze materie gebaseerd werd, al
ontveinsde men zich de moeilijkheid
van zoodanige regeling niet.
Verschillende leden konden zich
met de bedenkingen en opmerkingen
niet vereenigen.
Bij een wetsontwerp tot onteigening
zeiden zij, geldt slechts de vraag of
het voorgenomen werk is in het al
gemeen belang, waardoor onteigening
is gerechtvaardigd.
Dit is in deze het geval.
29
HOOFDSTUK VIII.
Moeilijke stappen.
De slager nam het papier aan en begon te lezen, terwijl
de sollicitant angstig zijn gezicht bespiedde. Weldra was op
dat gezicht verbazing te lezen, daarna toorn en ten slotte
barstte de spekslager in een loggen schaterlach uit en riep,
terwijl hij het papier aan Charpentier teruggaf:
„Man, ben je gek of denk je dat ik het ben Zou ik
iemand nemen die gezeten heeft? Waar haal je den moed
van daan Ha, ha, ha 1 Die is goed, dat is een leuke grap.
Hoe vinden jullie hem, jongens
De vier knechts die aandachtig hadden geluisterd, stem
den nu met hun patroon in. Charpentier, het papier in de
hand geklemd, werd beurtelings rood en bleek en wist niet
hoe zich te houden. Toen h*t gelach wat bedaard was, zei
hij bijna onverstaanbaar„Maar mijnheer de Rétigny be
veelt mij aan
„Kerel, je bent gek 1" riep de slager. „Al kwamen er tien
baronnen, dan deed ik het nog niet. Zal mijnheer de Ré
tigny mij de schade vergoeden, als jij er eens met de duiten
van door ging He Wat dunkt je daarvan
Het bloed steeg Charpentier naar het hoofd bij deze belee-
digende vraag, maar daarop bedwong hij zich weer. Het was
immers natuurlijk dat de slager dat dacht! Wat was er van
een dief anders te verwachten? Mistroostig keerde hij zich
om en sloop weg, nog vervolgd door het gelach van de knechts
die schaterden van pret over de waarschuwing van een
hunner: „pas op, anders neemt hij het heele varken nog
in zijn yestzak mee
Op straat durfde Charpentier aanvankelijk de oogen niet
opslaan. Het was hem, nu hij op zoo ruwe wijze aan zijn
verleden was herinnerd, alsof alle menschen het hem weer
konden aanzien dat hij gevangen had gezeten. Treurig sloop
hij voort. Reeds dit eerste echec had zijn energie een groo-
ten schok gegeven.
Ten slotte vermande hij zich. De gedachte aan zijn doch
ter gaf hem kracht en zijn lijstje te voorschijn halende,
zocht hij naar No. 2 waar hij zijne diensten moest gaan aan
bieden.
Het was een heerenhuis, waar een lakei werd gevraagd.
Aarzelend belde Charpentier er aan en de zware klank van
de bel in den hollen gang deed hem schrikken. Nadat hij
vrijlang had gewacht, kwam er een langzame, luie stap
den gang door. De deur werd geopend en het barsche, zelf
voldane gezicht van een knecht keek om een hoekje.
„Wat moet je snauwde hij.
„Ikik kom mij aanbevelen voor de betrekking
antwoordde Charpentier, maar voordat hij nog had kunnen
uitspreken, zei de bediende kortaf: „Al voorzien," en smeet
de deur dreunend dicht.
De derde was een winkelier in kramerijen, die een be
diende vroeg. Het was een klein winkeltje en met vreugde
zag Charpentier, dat er op het oogenblik niemand in was
dan de eigenaar zelf. Opnieuw moed vattende, stapte hij dus
naar binnen en droeg zijn verzoek voor.
„Ben je vroeger in het vak geweest vroeg de winkelier,
die een vriendelijk man scheen te zijn.
„Neen, nooit," antwoordde Charpentier haperend, daar hij
gevoelde dat hij nu zijn getuigschrift weer zou moeten ver
toonen.
„Hebt u dan ook getuigschriften of iets dergelijks uit
vorige betrekkingen?"
Met kloppend hart reikte de sollicitant de aanbeveling
van baron de Rétigny weer over. Toen de winkelier halver
wege met de lectuur was gevorderd, keek hij op en zeide
„Ah!" en toen hij ten einde toe had gelezen, vouwde V;
het papier weer op en gaf het aan Charpentier terug.
{Wordt vervolgd»)