NIEUW S-
A D V E R T E KTIEBLAD.
Abonnementsprijs:
DeDynamietmannen van Parijs.
lie Jaargang:
Vrijdag 19 Januari 1894.
No. 3235
a dvertentien:
NABETRACHTING-
STADSNIEUWS.
Arrondissements-Reehtbaiik
H EUILLET ON.
AARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden
Franco door het geheele Eijk, per 3 maanden
Afzonderlijke nummers
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden
franco per post
f 1,20.
l,6o.
0,05.
0,30.
0,374.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 132.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Eeclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEKEBOOÏ.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJCtHN F. J ONESSucc.} Parijs 316is Faubourg Montmartre.
uit den
^GEMEENTERAAD-
LIV.
De gemeenteraadszitting van Woens
dag, die nominaal te eén uur en ef
fectief te half twee begon (vijftien
minuten vormen het bekende acade
misch kwartiertje en vijftien andere
zijn noodig voor het lezen der notu
len) die zitting was te tien minuten
over tweeën afgeloopen.
Behalve den Voorzitter en den Se
cretaris heeft niemand van de leden
iets gezegd behalve welk nummer hij
getrokken had. Het was namelijk de
gewichtige dag, waarop de leden
lootten in welke afdeeling zij zouden
zitten en inplaats van lange speechen
hoorde men uit de achtbare monden
niets dan: Drie, Twee, Een, Een,
Twee, Twee, Drie, Drie, Een, Drie,
Twee, Drie.
Hoe is het, zou men zoo zeggen,
mogelijk over zoo'n kleurlooze bijeen
komst nog te nabetrachten
Ik moet er bij zeggen, dat alles
wat van eenige beteekenis was, werd
uitgesteld. Het protest van de firma
Kattenburg tegen de gunning van de
levering der politiekleeding aan den
heer W. D. Nol ting, het adres strek
kende tot verzoek om de honden te
muilkorven, de overbrugging van den
Kin d erhuissin gel.
De loop dien het laatstgenoemde
idres had, was wel eenigszins eigen
aardig. De bewoners van de Pieter
gesstraat en omliggende straten
irerzochten om den Kinderhuissingel
;e overbruggen en meldden daarbij,
lat de eigenaars van onbebouwde
gronden in de buurt, in de kosten
laarvan tienduizend gulden willen
jij dragen.
Burgemeester en Wethouders had-
len naar dit voorstel, wie zal het
Ba-bazen, wel ooren. De kosten zou-
len in het geheel ƒ13.820 bedragen,
soodat de gemeente voor 3820 daar
sen brug krijgen zou. Maar ziet, ter
vergadering verklaarde de burgemees-
er dat de firma Zocher Co. eene
andere oplossing aan de hand deed
sn dat B. en W. de leden daarvan
stennis wilden laten nemen en de
aak in de volgende vergadering af-
loen.
Welke oplossing dit is, werd ons
sr niet bij verteld. Vermoedelijk be
keurde de heer Zocher het, dat bij
litvoering van dit overbruggingsplan,
sen vrij groot aantal hoornen zou moe
ien worden weggenomen. Deze bekwa
me tuinarchitect is ten allen tijde de
oflicieuse vraagbaak van het gemeen
tebestuur geweest en het zou dus
wel mogelijk zijn geweest, hem n u
vooraf te hooren. Wanneer er even
wel gekozen moet worden tusschen
proza en poëzie, d. i. tusschen het
leggen van een gewenschte brug en
tusschen het behoud van eenige boo-
mengroepen, dan mag men de poëzie
niet alleen aan het woord laten en
m oet ook rekening houden met het
proza.
Enfin we zullen zien
Een aantal ingezetenen, met den
heer C. Heijman aan het hoofd, wil
len de honden gemuilband hebben.
Of de gemeenteraad het zal toestaan?
Wie zal het zeggen Maar zeker zal
de Raad zich niet vereenigen met het
denkbeeld, dat dezer dagen iemand
mij aan de hand deed, om namelijk
enkele soorten te muilbanden en an
deren niet. „Wie," zoo betoogde hij,
„zal er redelijkerwijze aan den
ken om onschuldige smousjes, poe
dels, puckjes, leeuwtjes met zoo'n
band te kwellen? Die stakkers doen
immers niemand kwaadNeen, als
het gebeuren moet, muilband dan de
grootehonden, doggen, mastiffs, bloed
honden en dergelijke."
Stel u voor, dat dit denkbeeld tot
wet werd verheven. Een politieagent
bekeurt den eigenaar van een hond,
dien hij een jongen dog noemt. De
eigenaar beweert voor den kanton
rechter, dat zijn hond geen dog is,
maar een puckhond, die volgens de
verordening is vrijgesteld. Aan den
kantonrechter is het nu om uit te
maken, wat voor een beest het is.
Ik zou niet graag die quaesties ter
oplossing krijgen.
Overigens ben ik benieuwd naar
het praeadvies van B. en W. en niet
minder naar de discussie in den Raad.
Het zijn van die punten, waarover
elk Raadslid een meening bezit, even
als over de kermis. Een warm debat
staat ons dus waarschijnlijk te wach
ten. Wie voor het muilbanden stemt,
mag voortaan wel op zijn kuiten pas
sen.
Ten slotte {(lest best) kan ik op
een verblijdend verschijnsel wijzen.
De Nederl. Maatschappij ter bevorde
ring van Nijverheid acht het in het
belang van hygiëne en economie o. a.
noodig, dat de gasprijs verlaagd worde
zoodat ook de kleine burger gas zal
kunnen branden. |üit stuk is onder
teekend door den heer S. J. Graaf
van Limburg Stirum, als voorzitter
der Maatschappij.
Nu is de heer Van Stirum tevens
agent-directeur van de gasfabriek al
hier. Hem zal het dus niet moeilijk
vallen, den gasprijs te verlagen.
Wij houden ons recht gaarne aanbe
volen. Nu de ingewikkelde voorstel
len tot concessieverlenging in verband
met prijsverlaging zijn afgewezen,
komen we misschien op deze eenvou
dige manier zonder verlenging van
concessie klaar.
Maar gekheid ter zijde ik geloof
inderdaad dat de gasfabriek op dit
oogenblik niets beters zou kunnen
doen, ook in haar belang, dan zonder
daartegenover concessie verlenging te
eischen, den gasprijs uit eigen bewe
ging te verlagen. Het publiek zou er
mee gebaat zijn en de gasfabriek zou
bij het eindigen harer concessie in een
veel gunstiger positie staan tegen
over het publiek, dan thans nu zij
gebruik makende van een verouderd
monopolie, den hoogen gasprijs hand
haaft.
Haarlem18 Jan. 1894.
Den eersten Februari ek. zal het
25 jaar geleden zijn, dat de heer J.
J. Smits, thans eerste beeëdigd klerk
ter griffie der arrondissements-recht-
bank, op genoemd bureau in betrek
king kwam.
Voorzeker zal deze dag voor hem
niet onopgemerkt voorbijgaan, daar
de heer Smits zoowel bij zijne chefs
als bij zoovele anderen met wie hij
uit den aard zijner betrekking in
aanraking komt, zeer gezien is.
Zaterdag 20 dezer wordt door eenige
leerlingen van den heer K, F. van
Maas Jr. alhier een openbare lesge
geven op de bovenzaal van café
Brinkmann. Het programma telt 27
verschillende nummers voor viool,
piano en zang.
Naar het schijnt is voor het bou
wen van eene kathedraal alhier welke
den bisschop bij diens vijftigjarig
priesterjubilee door het bisdom zal
worden aangeboden, aangekocht het
buitenverblijf van jhr. Van de Poll
aan den Zijlweg.
Door de commissie tot gratis ver
strekking van brood en koffie is
heden aan 319 {volwassenen en 1088
kinderen voedsel verstrekt.
Maatschappij ter bevordering
der bouwkunst.
Verslag Vergadering der Afdeeling
Haarlem en Omstreken van de Maat
schappij tot bevordering der Bouw
kunst gehouden 15 Januari 1894.
Met een woord van welkom van
den voorzitter, den heer P. Kleiweg
Dyserinck, wordt deze eerste verga
dering in '94 geopend en de notulen
der vorige van 28 Novenber jl. gele
zen en goedgekeurd.
Met betrekking tot punt I van de
agenda wordt door den secretaris een
verslag voorgelezen van de werk
zaamheden van den Arbeidsraad te
's-Gravenhage op haar Algemeene
Vergadering gehouden den 22n De
cember 1892. Dit verslag werd door
den Secretaris van het Departement
Haarlem van de Nederlandsche Maat
schappij tot [bevordering van Nij
verheid toegezonden met een begelei
dend schrijven namens het Bestuur
van dat Departement, waarin de Af
deeling werd verzocht zich uit te
spreken of het door haar wen-
schelijk werd geacht tot de oprich
ting van een Arbeidsraad hier ter
stede mee te werken en zich alsdan
bij genoemd Departement aan te
sluiten.
Naar aanleiding dezer uitnoodiging
tot medewerking wordt door den heer
Geijl een en ander betreffende het
doel en de strekking van Arbeids
raden medegedeeld, waarna met al
gemeene stemmen de wenschelijkheid
wordt uitgesproken tot oprichting
van een Arbeidsraad hier ter stede
mee te werken en zich daartoe bij
het Departement Haarlem voornoemd
aan te sluiten.
De heeren P. Kleiweg Dyserinck, H.
J. Geijl Jcz. en J. van den Ban wor
den bereids tot afgevaardigden be
noemd om de Afdeeling op de door
het Departement over dit onderwerp
te houden vergaderingen te vertegen
woordigen.
Betreffende punt 2 der agenda
„Ingekomen ontwerp voor een ge
tuigschrift voor alle Afdeelingen van
de Maatschapppij tot bevordering
der Bouwkunst met bijgevoegd Jury
rapport" blijkt na verschillende op
merkingen dat geen der aanwezige
leden met dit ontwerp, waaraan blij
kens het Juryrapport geen eerste,
docht slechts een tweede prijs kon
worden toegekend, is ingenomen.
Na eenige discussie wordt dan ook
met algemeene stemmen besloten,
dat de Afdeeling als haren wensch uit
spreekt, dat ter gelegenertijd eene
nieuwe prijsvraag zal worden uitge
schreven in welk geval zij de door
haar toegezegde subsidie gestand doet.
Betreffende punt 3 de bijeenkomst
der commissies ter oplossing der door
het hoofdbestuur der Maatschij. ge
stelde vragen wordt door het Bestuur
medegedeeld, dat het de bedoeling
is, dat de leden van iedere commis
sie voor zooveel zij dit zelf noodig ach
ten hunne verdere bijeenkomsten on
derling regelen en dat hunne rappor
ten worden ingewacht op den öden Feb.
1894 om ze in de op dien datum te
houden vergadering tot een einde te
brengen.
Met betrekking tot de door de
Afdeeling uit te schrijven prijsvraag
voor een diploma van lidmaatschap
wordt op een desbetreffende vraag van
den heer Jacques Leijh geantwoord,
dat het Bestuur dit voor de volgende
vergadering hoopt gereed te hebben.
De hierna door den voorzitter aan
geboden kunstbeschouwing bestaande
uit verschillende photographieën naar
gebouwen uit Portugal en Spanje,
wordt met de meeste belangstelling
bezichtigd en daarna niets meer aan
de orde zijnde, deze goed bezochte
vergadering gesloten.
Zitting van heden Donderdag 18 Jan
Een tamelijk uitgebreide zaak werd
heden behandeld. Vijf beklaagden
stonden tegelijk terecht, n. 1. Hendrik
van Dorssen .34 jaar zadelmaker, Ja
cobus Drogtrop 30 jaar koopman, Al-
bertus Gieger 36 koetsier, Nicolaas
Jacobus van der Tooien 27 timmer
mansknecht allen te Haarlem en
Cornelis Wilhelmus Klaver 34 jaar,
zonder v ste woonplaats.
De drie eerstgenoemden staan te
recht wegens het stelen in den nacht
van 4 op 5 November van schoenen
en laarzen uit den winkel van Wil
lem Bosman, waarbij Gieger de wacht
hield. Van der Tooien en Klaver
staan terecht omdat zij, wetende dat
de schoenen van diefstal afkomstig
waren, die hebben aangenomen en
de laatste omdat hij een paar heeft
verkochtvoorts worden van der
Tooien en Klaver beklaagd van den
diefstal van een paar duiven te
Bloemendaal en Gieger van het ver
bergen der gestolen schoenen.
Het is niet onaardig om na te gaan,
hoe de dieven zijn ontdekt.
Toen de winkelier Bosman aan
klacht deed bij de politie, werden de
rechercheurs Verkerk en van Halst op
onderzoek uitgezonden en besloten zij
allereerst de volkslogementen eens
af te loopen. Toen zij het logement
van Reijne in de Lange Hofstraat
naderden, stond met den zoon van
Reijne een man te praten die zich
bij het zien der rechercheurs verwij
derde en toen zij hem volgden, het
op een loopen zette.
Verkerk en van Halst draafden
hem na, totdat hij een pakje weg
wierp. Verkerk bleef staan om dat op
te rapen, terwijl van Halst de jacht
12)
HOOFDSTUK XI.
Ijlen diplomatiek gesvrek.
„Dart kan alles nog gered worden," zeido de burgemees
ter, een zucht van verlichting slakend. „Admiraal, wat ik u
wensch voor te stellen is eenvoudig volslagen geheimhou
ding van wat er gebeurd is."
„Maar dat is onmogelijk
„Volstrekt niet. U en ik zullen natuurlijk van de zaak
niet reppen. Voor den commissaris en den inspecteur van
politie sta ik in. Blijven uwe vier matrozen...."
„Het kan niet, het kan waarlijk niet," mompelde de ad
miraal. „De Czaar zou het mij nooit vergeven, wanneer
Olesko stierf zonder dat Zijne Majesteit er iets van geweten
had. Sterft hij aan zijn wond, dan kan ik het immers toch
niet verzwijgen
§g,,Volkomen waar, maar vóór dien tijd is er geen enkele
reden om de gemoederen warm te maken. Bedenk het wel,
admiraal, wanneer u nu het ongeval ruchtbaar maakt, dan
wordt daarmee twist en tweedracht gezaaid tusschen
twee volken, die elkander noodig hebben. Ik zou in uw
plaats die verantwoordelijkheid niet op mijn schouders dur
ven laden. En wanneer prins Olesko sterft, wat nog lang
niet zeker is, dan kan u altijd nog aan den Czaar bericht
zenden en dan zal Zijne Majesteit goedkeuren, dat gij zóo
hebt gehandeld en niet anders."
De admiraal dacht een tijdlang na. Het was hem aan te
zien, dat hij nog aarzelde. Eindelijk zeide hij„Maar wat
moet ik aan mijne officieren zeggen om de plotselinge ver
dwijning van den prins te rechtvaardigen?"
„Dat gij hem verlof hebt gegeven om eene uitnoodiging
aan te nemen om in Normandië te gaan jagen."
„Zij zullen het niet gelooven, maar dat doet er weinig toe."
„Maar uwe vier matrozen vroeg de burgemeester.
De admiraal maakte een onverschillig gebaar. „Wees daar
over niet bezorgd, die zullen den mond houden, daarvoor
sta ik u borg. Wij hebben de lijfstraffen nog op de vloot,
mijnheer de burgemeester, en een beter middel van discipline
is er niet. Ik verzeker u, dat zij aan niemand zullen zeggen
wat er gebeurd is. Maar ik zeg u éen dingsterft Olesko,
dan bericht ik dat onmiddellijk aan den Czaar, onverschil
lig waar we dan zijn."
„Mijnerzijds geef ik u de verzekering, dat alles zal worden
in het werk gesteld om hem in het leven te behouden. Ik
zal zelf zijne doctoren en verplegers kiezen."
Admiraal Avellan stond op, als om heen te gaan, maar
instede daarvan kwam hij naar voren zoodat de beide man
nen tégenover elkander stonden. „Maar wanneer nu de Czaar
van de zaak hoort en mij pensioneert?"
„Vice-admiraal de Saint Brieux van onze vloot wordt oud
en zal weldra heengaan. Gij spreekt fransch als een Fransch-
man, mijnheer de admiraal. Ik ontmoet morgen den heer
Carnot."
De admiraal reikte hem de hand en nam afscheid. Uitge
put viel de burgemeester, na zijn vertrek, op een stoel neer
en mompelde
„Wie zou gedacht hebben, dat in dezen nacht de maire van
Toulon het lot van Frankrijk, ja misschien van gansch
Europa, in handen zou hebben!"
HOOFDSTUK XII.
De Russen te Parijs.
Het leven van Charpentier en zijn dochter ging intusschen
rustig voort. Terwijl zij over dag vol ijver werkte aan de
vertaling van haar engelschen roman, ging hij des nachts
uit om zijn weinig aangenamen arbeid te verrichten.
Het was niet te ontkennen, dat het werk hem soms zwaar
viel. Niet omdat zijne lichaamskrachten niet toereikend zou
den zijn geweest, want sedert hij met zijn dochter samen
woonde en weinig of geen sterken drank meer gebruikte
was hij in krachten zeer toegenomen maar omdat hij, die