Letteren en Kunst. Politiek Oyer ziekt. Gemengd Nieuws. Het plan bestaat om door het plaat sen van houten borden, waarop met duidelijke letters de woorden „rechts uithalen" staan geschreven, de aan dacht van belanghebbenden op dit nieuwe voorschrift te vestigen. Twee lastige klanten Een ongekende levendigheid heersch- te Zondagmiddag, in de Heerenstraat onder Zoeterwoude nabij Leiden. Twee gebroeders zekere v. L., te Warmond woonachtig, zaten in een tapperij aan den Witten Singel een borrel te drinken, toen zij aldaar ruzie zoehten met een ander persoon, die zich mede in die kroeg bevond. De tapper, die de ruziezoekers verwijderd wilde hebben,ging den veldwachter W. van Zoeterwoude halen, die hen uit de tapperij wist te verwijderen. Daar zij beiden ook beschonken waren, achtte de politieman het raadzaam hen voor eenigen tijd in het zoogenaamde wachthuisje een verblijf te bezorgen, hetgeen onder een grooten toeloop van menschen, met behulp van dienst vaardige personen, plaats vond. Bij hunne visitatie vond hij niets anders bij hen dan portemonnaies met eenig geld en zakdoeken die hij in beslag nam. De gebroeders v. L. waren echter met hunne tijdelijke woning niet zeer tevreden en begonnen, toen zij eenigen tijd daarin verbleven hadden, met alle macht tegen de deur van het wachthuisje te trappen en dreig den zelfs den boel in brand te steken. De veldwachter, van meening zijnde dat dit slechts dreigementen waren, stoorde zich aanvankelijk hieraan niet, daar hij bij hen geen lucifers of andere dergelijke vuurmakende voorwerpen gevonden had, doch toen er zich werkelijk rook uit het wacht huis vertoonde, ging hij terstond tot opening daarvan over en vond üet daarin aanwezige stroo, dat op een hoop was bijeengebracht, in brand. Vermoedelijk zijn er lucifers door een werkman, die onlangs aan het wacht huisje is werkzaam geweest, achter gelaten, die door de gearresteerden gevonden zijn Het brandje werd echter spoedig gebluscht en de hulp van een paar politieagenten uit Leiden ingeroepen, waarna de beide gebroeders in optocht werden gebracht voor den commis saris van de rijkspolitie te Leiden. Deze oordeelde echter dat de zaak hem niet aanging, waarna de brand stichters natuurlijk weder omringd van een menigte volks, werden terug gebracht naar het w chthuisje te Zoeterwoude. Aan den burgemeester van Zoeter woude als hulpofficier van justitie is nu de verdere behandeling van dit zaakje opgedragen. Aan een boom gebonden. Te Beek (L.) hoorden een paar mannen, die een dood paard wilden begraven, van uit het dennenboschje eenige zwakke kreten. Daarop af gaande ontdekten zij een man, met den rug tegen een boomstam gebon den, een band om de voeten, een om het middel, een om het hoofd en een doek voor den mond. Toen hij uit zijne positie verlost was, zakte hij bewusteloos ineen, na door tee- kens beduid te hebben, dat hij door vier kerels aangerand was. Op een kar werd hij naar de ma- rechaUsseeskazerne vervoerd, waar hij bijgebracht en ondervraagd werd. Het bleek een fransch matroos te zijn, die den vorigen nacht door vier ke rels aangerand was. Na hem van 19 francs beroofd te hebben, zouden zij hem aan den boom in het dennen boschje geknoopt hebben, waar hij zeker omgekomen zou zijn, indien het toeval zijne bevrijding niet mogelijk gemaakt hadde. Later is hij naar Maastricht vertrokken. De geschiedenis is wel wat duister. Een varken van 1000 pond. Liefhebbers van monstruositeiten kunnen tegenwoordig bij den land bouwer Douman te Oudega (Smallin- gerland) terecht. Hij is de gelukkige eigenaar van een varken, dat niet minder dan 1000 oude ponden weegt. Douma heeft dit resultaat verkregen door gedurende drie jaren §teeds nor maal te voederen. Hij vraagt er nu 1250 voor. Vertrek der posten in 1866 In de „Comptoir-Almanach op het sehrickel-jaar onses Heeren Jesu Oristi 1688, door Pieter Rembrantsz van Nierop bij de wed. Van Jasper Dol", vinden wij eene opgaaf omtrent het vertrek der posten uit de hoofdstad, welke, vergeleken met de tegenwoor dige dienstregeling van de postadmi nistratie, niet zonder belang is. Het opschrift luidt„Amsterdamse Post-ordre op :t Reysen der Booden", en die postorder bevat het volgende „Alle dagen 's avondts vertrecken van Amsterdam Posten met Brieven na de Binnenlandtse steden, ghelegenin Hollandt. Oock op Schoonhoven, Gor- cum, Worckum, Heusden, Bommel, Tilburg, 's Hertogen-Bos, Breda, Wijck te Duerstede. M a e n d a g hAntwerpen en Vranckrijk 's avondts ten 8 uren, D i n g s d a g h Geulen en Cleef 'smiddaghs ten 12 uren, Hamburg 'savonts ten 6 uren precys. Zeelant ten 7 uren. Engelandt ten 8 uren. 's Hertogenbosch en Breda ten 6 uren. De post op Groningen namiddag ten 4 ureji. Woensdagh: Reyst de Bode op Leeuwarden 's avonts met het sluyten van de Boom. Donderdagh: Antwerpen en Vranckrijck 's avondts ten 8 uren. De Boden op Embden en Grooningen verreysen 's avonts met het sluyten van de Boom. V r y d a g h Antwerpen en Enge landt 'savonts ten 8 uren, Ceulen, Italien en Cleef 's middaghs ten 12 uren, Deventer en Zutphen 's avonts met Boomsluyten, Zeelant en Nim- wegen, 's avonts ten 7 uren. S a t u r d a g h: Hamburgh's avonts ten 6 uren, de Post op Groeningen namiddagh ten 4 uren, Breda ten 6 uren, 's Hertogen-bosch, Wesel, Wijck te Duerstede, Bueren, Thiel, Cuylen- burgh en Gorcum ten 7 uren, op Dort reyst de Bode om den vierden dagh." moeten uitstellen. Maar dit kon niet beletten, dat enkele intieme vrienden hem Zaterdag stilzwijgend de hand kwamen drukken. Des namiddags kwamen ook te zijnent de leden van het bestuur van Pulchri Studiowaar van Israëls gedurende zoo vele jaren een der sieraden was, om hem, bij monde van hun voorzitter, zijn ouden vriend Mesdag, de mededeeling té doen dat door dit Genootschap met algemeene stemmen de hoogste on derscheiding aan Israëls is toegekend, die ze kan verleenenhet eereiid- maatschap. Het fraai bewerkte di ploma werd daarbij niet overhandigd, ten einde elk denkbeeld aan een feestuiting te voorkomen. Na eenigen tijd, als de meester eenigszins van den schok zal zijn hersteld, hoopt men in den kring van Pulchri èn het diploma èn het ge- scnenk een tegeltableau met Isra ëls' portret en de reproductie van eenige zijner jmeest bekende werken aan te bieden en daarbij ook voor de huldiging van den meester andere vereenigingen toe te iaten. Ook de Haagsche Kunstkring heeft den heer Israëls een met het oog op de omstandigheden passende hul de gebracht. Het hooldbestuur bood hem namens den kring een herinne ringsalbum aan, gebonden in oud- Hoilandschen band, bevattende de namen van ongeveer 30 buitenland- sche kunstbroeders, met de navolgen de opdracht: „Den grooten Nederlandschen mees ter Jozef Israëls worden deze bewijzen van de hoogachting van buitenland- sche kunstenaars aangeboden door „den Haagschen Kunstkring". Onder de namen van de buiten-' landsche meesters kwamen o. a. voor die van Miliais, Menzel, Uhde, Leigh- ton, Alma-Tadema, Carolus Duran, Verdi en Rubinstein. Tal van gelukwenschen ontving de kunstenaar, zoowel uit binnen- ais buitenland. De refendaris van de afdeeling Kunst bij het departement van bin- nenlandsche zaken, de heer Victor de Stuers, heefo persoonlijk, in opdracht van de Regeering, aan den heer Isra ëls de versierselen van het comman deurskruis der Oranje Nassau-orde overhandigd. Zijne benoeming is in de Staatscourant van 28/29 dezer op genomen. Nieuwe Gids In de Leidsche studenten-debating club zijn de volgende stellingen ver dedigd „De Nieuwe Girts-heeft zijne roeping als tijdschrift van redactie vervuld". „De Nieuwe Gids vervult zijne roe ping als praesteerend tijdschrift op veelzins bedenkelijke wijze." J „Het is wenschelijk dat de Nieuwe Gids ophoude te verschijnen en dat geen nieuw tijdschrift van gelijken aard oi strekking worde opgericht". Jammer dat die merkwaardige debatten niet aan den volke verkond worden Jozef Israëls. Zooals vroeger is gemeld, heeft de commissie die zich had gevormd om Jozef Israëls op zijn 70sten verjaardag een huldeblijk aan te bieden, in de droevige omstandigheden, waarin de groote kunstenaar thans verkeert, gbineend elke huldiging tot later te Zaterdag heeft in de fransche Ka mer een eigenaardig incident plaats gehad. Een afgevaardigde heeft de voorzitter namelij k door de gewapende macht uit de zitting moeten laten ver wijderen. De man, die hierdoor zoo veel jpschudding veroorzaakte, was de afgevaardigde Thivrier, die met een blouse aan de zittingen bijwoont. Zaterdag werd de regeering geïn terpelleerd door Clovis Hugues over de politie maatregelen van den laats ten tijd tegen de anarchisten. Nadat de minister van binnenlandsche zaken had gesproken, kwam Georges Chou- dey aan het woord. Diens vader, een republikeinsch iournalist, werd tijdens de commune gefusilleerd, en van den zoon was het dus te begrijpen, dat hij bij deze ge legenheid zijnen toorn niet kon be dwingen en zijne ergernis uitsprak, dat zij die de verdedigers der com mune waren geweest en alle rechten met voeten hadden getreden, thans zich opwierpen als verdedigers dier rechten. Thivrier riep, nadat Chaudey had gesproken: „Leve de commune De Kamer paste toen de verwijdering op hem toe. Thivrier weigerde heen te gaan. De president liet daarop de zaal enj de tribunes'jontruimen.fDe socialisten bleven. Eene afdeeling der garde rêpubli- ine verwijderde toen Thivrier met geweld. Deze sprak de soldaten toe. Bij de hervatting der zitting nieuw kabaal, toen Vaillant zich met Thivrier solidair verklaarde. Men schreeuwde: communards! moordenaars! Toen de rust hersteld was nam de Kamer met 408 te^en 64 stemmen eene motie orde van Juinel, waarmede de regeering zich vereenigd had, aan. De motie betuigde vertrouwen in de flinkheid der regeering tot verzeke ring der orde en der rust langs wet- telijken weg. ^Na het bezoek van Bismarck aan Berlijn trekt het groote aandacht dat hij en Caprivi elkaar in het ge heel met hebben gezien. Onbegrijpe lijk is het, hoe in tegenstelling daar mee Vrijdagavond is gemeld, dat de twee staatslieden een onderhoud van wel een uur mee elkaar zouden heb ben gehad. Officieus wordt door. het Berliner Tayeblatt het bericht verspreid, dat het gesprek tusschen den keizer en Bismarck niet over politiek gehan deld heeft. Het blad, dat uitdrukke lijk zegt het bericht uit eene, het ministerie van buitenlandsche zaken nabij liggende, bron te hebben, noemt het zelf echter moeilijk te gelooven. In het Servische staatsblad is Zondag het koninkrijk besluit afgekondigd, waarbij amnestie wordt verleend aan den oud-minister Avakumowitch en de overige leden van zijn ministerie, die in staat van beschuldiging zijn gesteld. De Fransche regeering heeft een telegram ontvangen van den gouver neur van Soedan, waarin wordt me degedeeld, dat alle afdeelingen der vijandige Toearegs, welke de omge ving van Tomboctoe onveilig maak ten, door de Fransche troepen zijn uiteengejaagd, Volgens berichten uit Madrid is men daar in militaire kringen ten zeerste verrast door en misnoegd over de bezetting van Tomboctoe door Franschen. In de spaansche pers wordt er op gewezen, dat de Franschen: Marokko gaandeweg van achteren insluiten, hetgeen schadelijk km zijn voor de Spaansche belangen. Het braziliaansche eskader (be staande uit de schepen welke presi dent Peixoto heeft gekocht) is te Ba- hia aangekomen. Het gerucht is in omloop, dat een schip met ammunitie, bestemd voor president Peixoto, schipbreuk heeft geleden. De onderhandelingen, welke tus schen president Peixoto en admiraal Da Gama zijn aangeknoopt, zijn af gebroken. De vijandelijkheden in de baai van Rio de Janeiro zijn hervat. 1200 frs. uit den zak gestolen. Eerst hief hij een geschreeuw aan, doch toen hem de commissaris van politie vroeg of hij een aanklacht wilde in- dienen, zeide hij„NeenDe dief heeft eigenlijk gelijk zich op zijne wijze tegen het bezit te verzetten." Anarchisten. De politie te Marseille heeft de hand gelegd op een gevaarlijk anar chist, Brambilla genaamd. Ten opzichte van het anarchisme verkeert Marseille in een eigenaar- digen toestandmet zijn 86,000 Itali anen, 12,000 Spanjaarden en vele an dere vreemdelingen, is het als 't ware voorbestemd om een middel punt van internationale organisatie te worden. Toen de politie Brambilla in hechtenis nam, vermoedde zij nog niet, dat zij zulk een goede vangst had gedaan. Van het parket te Nice vernam men echter, dat Brambilla als een der gevaarlijkste anarchisten moest beschouwd wordenhij is herhaal delijk veroordeeld, eenmaal wegens het in voorraad hebben van dyna- mietbormnen. Te Florence was hij de leider van een groep gevaarlijke on ruststokers. Tevens voegde de ita- liaansche justitie er bij, dat hij nog beter bekend was in Spanje. Ook van de spaansche justitie ont ving men belangrijkemededeelingen, Brambilla was te Madrid tijdens den aanslag op maarschalk Martinez Campos, te Barcelona tijdens den aanslag in den Liceoschouwburg al daar; hij stond met al de anarchis tische groepen in relatie, en moest uit Spanje vluchten om niet gear resteerd te worden. Men beschouwt het als zeker, dat hij nu met de een of andere opdracht naar Marseille gekomen was. De man is een soort van commis-voyageur in anarchie. Ontploffing. Te Boulogne s. Seine is een stoom ketel gesprongen in een waschhuis, waar nog eenige vrouwen aan den arbeid waren. Daar de ketel in den grond was bevestigd, was de schok zoo hevig, dat het huis grootendeels instortte. Voor zoover toen bekend, verloren zes vrouwen bij deze ramp het leven. Toevallig waren van de 60 werkster de meesten afwezig om dat het juist schaftijd was. Anders zouden zeker nog meer personen zijn omgekomen bij deze ram}), welke uit sluitend aan gebrek aan toezicht wordt toegeschreven. Anarchistische theorie. Aan het station te Marseille wer den den anarchist Sebastiaan Faure Bismarck. Telegrammen uit Friedrichsrub melden, dat Bismarck de dag van Vrijdag best bekomen is, en zich Za terdag na een goeden nacht zeer wel voelde. Herbert von Bismarck is we der te Berlijn en gaat naar de hof feesten, zoodat hij de gemeenschap tusschen Friedrichsruh en Berlijn zal onderhouden. Kaiser- W ilhelm-Bismarck- Sttftung". De kauonnenkoning Krupp heeft aan den burgemeester van Essen 100,000 mark «ter hand gesteld voor eene „Kaiser- VVilhelm-Bismarck-Stif- tung", ter herinnering aan de heug lijke gebeurtenis der verzoening. Moordaanslag. Te Menton is in het Hotel des Ambassadeurs een moordaanslag ge pleegd, die door de maatschappelijke positie der betrokken personen groot opzien heeft gewekt. De dader is de Oostenrijksche baron Von Oberiiin- der, het slachtoffer is dr. Tunderui: Weimar; zij hadden aan een table d'höte te Nice twist gekregen over eene Russische dame, die na afloop der tafel volgens Russisch gebruik eene sigarette opstak. Dr. Tunder maakte haar daarover eene lompe aanmerking, baron Von Oberliinder trok partij voor de dame, er vielen van weerszijden heftige woorden, op het einde was, dat de baron den dok ter tot een duel uitdaagde. Deze wei gerde en om aan de schimpscheuten van zijn tegenstander te ontkomen, nam hij zijn intrek in het genoemde ho el te Menton. Ook daar volgde de baron hemtoen de dokter bleef weigeren te duelleeren, wierp de baron zich op hem en bracht hem drie dolksteken toe. De dader werd ter meisjes dan ik en „Neen, neen,", viel Albert haar in de rede, „daartegen protesteer ik. Gij zijt de mooiste en de elegantste en de beste. Ga eens vijf minuten staan in de nabijheid van die aardige vlinders en luister naar wat zij elkaar te vertellen hebben. Geen hart, geen ziel, alles vernis. Zij zijn als de ka pellen die vluchtig en licht door het leven fladderen, gij zijt de werkzame en nuttige bij." „Het beeld is vereerend, maar de bij bromt"' zeide Elise in weerwil van hare terughoudendheid natuurlijk toch ge - vleid door zijn woorden. „Laat ik dus nu, als ik toch een maal een bij moet zijn, ook eens op u brommen. Kom, laat mij nu alleenik moet uw mama gaan toespreken, maar eerst, wacht eens, wilde ik u nog wat vertellen." Zoo kort als mogelijk was, vertelde zij hem nu wat de vrouw van den anarchist haar had gezegd. Aioert luisterde met een spottenden trek om den mond, uie haar niet veel goeds voorspelde en toen zij geëindigd had zeide hij beleefd maar stellig „Maak u hierover niet bezorgd. Mijn vader is al zoo vaak bedreigd, dat ik niet meer doe dan zulke uitlatingen voor kennisgeving aan te nemen. Geloof mij, u maakt zich on- noodig beangst. Deze bedreiging zal wel, evenals alle vorige op niets uitloopen." Hiermede verwijderde hij zich, na met eene opzettelijke deftige buiging afscheid te hebben genomen. Elise speet het, dat ook hij geen geloof sloeg aan de bedreiging en zij ver langde er naar, dat haar vader komen zou. Het duurde niet lang of een bediende kwam zeggen, dat er een zekere Charpentier was, die haar wenschte te spreken. „Een heel eenvoudig gekleed man, mademoiselle," voegde de man die hare geschiedenis niet kende, er aan toe. „Zal ik ook met u meegaan „Dank je Frangois, die man is mijn vader," antwoordde zij eenvoudig en zonder verder acht te geven op de verbazing van den bediende, ging zij naar het spreekkamertje en vond daar haren vader wachten. Met weinig woorden vertelde zij hem waarom zij hem had laten roepen. Charpentier luisterde aandachtig en toen zij uitgesproken had, vroeg hij op welke manier hij het best het huis zou kunnen bewaken. Ten slotte kwamen zij over een, dat hij voortdurend in de nabijheid van het huis blij ven en wanneer hij iets verdachts zag, dadelijk een agent van politie roepen zou. Nadat zijn dochter hem nog op het hart had gedrukt om toch vooral voorzichtig te zijn, ging Charpentier zijn wacht be trekken. Het was voor hem gelukkig mooi weer, de tempe ratuur was mild en millioenen sterren fonkelden aan het uitspansel. Tengevolge van de feesten ter eere der Russen had hij dien nacht geen dienst. Het was nu half een geworden en de drukte in de straten verminderde. Het vröolijke Parijs ging naar bed. Menigeen bleef weer voor het huis staan waar baron de Rétigny woonde en keek naar boven, naar de verlichte balkonvensters waar door de klanken van zachte balmuziek naar buiten drongen. Het sloeg een uur. Voortdurend werd het stiller, maar hel feest boven duurde voort. De jongelieden werden den clans niet moede. Charpentier, vermoeid van het heen en weer- loopen, leunde tegen het huis aan en verdiepte zich in ge dachten. Het trof hem zelf, dat hij die nog maar weinige maanden geleden door den baron de Rétigny zelf naar de gevangenis was gebracht, zich nu bezighield met diens huil te bewaken. De tegenstelling was scherp, maar ze deed Charpentier genoegen. Onontwikkeld en onbeschaafd mocht hij zijn, a natuurlijk gevoel ontbrak het hem niet en hijdie zoo lar jaren was achtervolgd en gejaagd nu voor dit, dan voordat misdrijf, hij wist een rustig geweten te waardeeren. Nooit van te voren had hij zoo kalm als in de laatste maanden het hoofd op het kussen neergelegd en hij was er den baron, die hem daartoe de mogelijkheid had ver schaft, dankbaar voor. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2