No. 14. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. EeDynamietmannen van Parijs. lie Jaargang: Donderdag 1 Februari 1894. No. 3246. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN: Het Bureau van Redactie en Administratie dezer Cou rant wordt Tot dien datum blijft bet gevestigd KLEINE HOUT STRAAT No. 9. STADSNIEUWS. BINNENLAND. FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37^. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per régel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en dpor alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JO-HN F. JONESSuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre. De Directeur- Uitgever Haarlem81 Januari 1894. Garnizoen. jï IXn verband met de pensioneering ran den kapitein C. A. Sprenger, is le kapitein Cheriex van het 5 batal jon te Gouda op den le Februari s. overgeplaatst bij het bataljon ïfanterie alhier en wordt belast met iet bevel over de 2e compagnie. Eene hulde aan den heer Kriens. ^Dinsdagavond ter gelegenheid van '|de eerste repetitie na het concert van jHaarl. Gemengd Koor", werd den Directeur namens de werkende leden >ij monde van den president, den leer G. Spaan, een prachtigen fau teuil aangeboden. Muziekschool van de Maat schappij t. b. van Toonkunst. Dinsdag werd de jaarlij ksche uit- voerihg door de leerlingen der mu ziekschool van Toonkunst, in de con certzaal der Vereeniging en ten aan- hoore van een talrijk, belangstellend en wat vooral het jongere gedeelte betreft geestdriftig publiek voort gezet. Het was thans aan de leerlin gen der solo-klassen te toonen in hoeverre zij zich het degelijk onder wijs dat zij genoten ten nutte had den gemaakt. Er traden pianisten, violisten en zangeressen op, en ook de vrouwen- koorklasse deed zich, tot slot van het niet onbelangrijk programma, in een tweetal nummers hooren. De pianisten, schier zonder uitzon dering deden hunnen onderwijzer alle eer aan. Zij kenmerkten zich door schoonen aanslag en muzikale voor dracht. Ook onder de zangeressen kan op goed ontwikkelde veelbelovende ta lenten worden gewezen. Als ik hier de namen noem der dames J. Plomp en A. Schagen, bedoel ik daarmede niet de ongenoemde leerlingen der solozangklassen achteraan te stellen, want men weet het bij een eerste of tweede optreden zich in al zijn kennen en kunnen te geven is een voorrecht waarvan maar weini gen in 't gelukkig bezit zijn. Nu ik mij toch een paar namen heb laten ontvallen, wil ik ook ge wag maken van enkele leerlingen der vioolklassen die m. i. recht geven tot schoone verwachtingen. Vaii den heer W.Robert heb ik, meen ik,bij de vorige uitvoering reeds met veel lof gespro ken. Zijn spel heeft thans de rijpheid verkregen die hem aanspraak geeft op een andere betiteling dan die van leerling. Zijn voordracht der Sonate van Handel kan met evenveel recht als een meesterstuk dan als een proef stuk worden gequalificeerd. Onder de eigenlijke leerlingen ver meld ik voorts met lof de namen J. Tadema, J. Appelboom en A. Joles. Beide laatstgenoemden vooral hebben echter nog trouw en ernstig de raad gevingen en vingerwijzingen van hun leermeester ter harte te nemen. De eerste scheen mij met een gevaarlijke dosis zelfvertrouwen te zijn bedeeld en de tweede legge zich toe op ver betering van stand en bonding. Deze aanmerkingen doornen aan den rozenstruik der critiek mogen den jeugdigen solisten leeren dat een open baar optreden nog iets anders in zijn gevolg heeft dan daverende en dit aan 't adres van 't publiek vaak onvoorzichtig overdreven toe juichingen van bloedverwanten, vrien den en studiemakkers. Men verlieze toch niet uit het oog dat het voornaamste doel, bij de in richting 'van deze openbare uitvoe ringen beoogd, hierin gelegen isden leerling met meer yver en toewijding te doen studeeren en hem te doen afleggen die schuchterheid overi gens bij onze hedendaagscne jeugd verre vau een algemeen gebrek die hem later in het vrije genot van het geleerde hinderlijk zou zijn. Deze vruchten moeten niet worden ver giftigd door ontijdige en weinig oor deelkundige blijken van goedkeuring welke door den betreffenden execu- allicht voor ernst worden aangeno men en zij hem er toe brengen zich zelf en capaciteiten dikwijls in een zeer valsch licht te zieh. Wellicht waie dit euvel voor 't grootste gedeelte uit den weg te rui men door aan de in de zaal aanwezige leerlingen der school alle applaudisse- ment strengelijk te verbieden. PHILIP LOOTS. Debat. Dinsdagavond had in de groote zaal van „Felix Favore" het aange kondigde debat plaats tusschen Stroo- cloeck alhier en Hermans, redacteur van de Roode Duivel. Nadat de voorzitter van de soc. dem. afd. alhier had gezegd, dat men Stroocloeck zijn verzoek om een debat niet had willen weigeren, hoewel spreker voor zich zulke debatten voor onvruchtbaar houdt, kreeg Stroocloeck het woord en herinnerde er aan, dat hij de vorige maal toen Hermans optrad, ook al tegen deze heeft geop poneerd, maar nu dit debat wenscht voort te zetten, omdat er toen geen tijd voor was en geen enkel Christen toen den godsdienst tegenover Her mans heeft verdedigd. Daarna ging hij eenige hoofdtrekken van Jezus' denkenen doen na zooals dat in den bij bel is opgeteekend. Hij wees er op, dat Jezus een verlosser van zijn volk was geweest, want dat de toestand in dien tijd ongeveer dezelfde was als hij nu is, want dat Israel toen ook werd verdrukt door de Romeinen, de kapitalisten en de Farizeërs. Het publiek hoorde den spreker vrij kalm aan. Daarop nam Hermans het woord en begon met te zeggen, dat hij liever had willen hooren wat Stroocloek zelf van Jezus en van den godsdienst dacht, dan de meeningen van de apostelen, die hij in zijn jeugd ook wel geleerd had. Spreker is echter ongeloovig ge worden, toen hij zag dat een broertje van hem dat ziekelijk ter wereld kwam, na een lijden van drie maan den stierf. Daarop ging Hermans na, wat Stroocloek van Jezus had verteld en trachtte de groote schoonheid daar van te weerleggen. Hij ontkende o. a. dat Jezus zijn volk heeft verlost, als dat zoo was zouden de maatschappe lijke toestanden beter zijn dan vroe ger, maar dat is het geval niet. Hij besprak naar aanleiding van bet lijden van Jezus, het lijden der sociaal-democraten, die ellende en kerkerstraf moeten lijden en toch hunne meeningen niet prijsgeven. Nog pas heeft de Holl. Spoor alhier, drie werklieden ontslagen, omdat zij biljetten voor een meeting verspreid den. Als zij getrouwd zijn en kinde ren hebben, staat hun een leven vol ellende en ontbering te wachten. Hierop volgde repliek en dupliek en ten slotte was de vergadering te kwartier voor elven geëindigd. Wegens plaatsgebrek moet het ver slag van de vergadering van de afd. Haarl. der Ned. Vereen, tot afsch. v. d. sterken drank tot een volgend nummer blijven,'liggen. Als verdacht van medeplichtig aan het verspreiden van valsche bank biljetten van f 300 is hedennamiddag alhier aangehouden en gevankelijk na r Amsterdam overgebracht de si garenfabrikant F. v. L. alhier woon achtig. Maandagochtend zijn van alhier gevankelijk naar het >Huis van be waring te Rotterdam, onder geleide van eon brigadier-majoor en 3 rijks veldwachters, overgebracht de 2 be ruchte inbrekers, Jozeph B, A. Fens en Wijnand Vrouwenfelder, om door den rechter-commiessaris te worden gehoord als verdacht van zich te hebben schuldig gemaakt aan diefstal met braak in eene villa in het park Honingen. Een groot aantal getuigen waren in deze zaak gedagvaard, zoodat het verhoor tot laat in den avond heeft aangehouden. De verdachten w erden door de g tuigen herkend en hebben ook voor den rechter-commissaris aldaar be kend aan dezen diefstal schuldig te zijn. Daarna zijn de beklaagden sterk geboeid weder naar hier overgebracht. Jaarwedden van onderwijzers. De vragen, door den minister van binnenlandsche zaken tot verzekering eener billijke regeling der jaarwedden van de onderwijzers bij het lager on derwijs, door tusschenkomst van de Gedeputeerde Staten der onderschei dene provinciën, aan de gemeente besturen gedaan, luiden als volgt: I. Mannelijke hoofden van scholen lo. Wat is het bedrag der jaar wedde, welke voor het onderwijs in de verplichte vakken van lager on derwijs bij de aanstelling wordt toe gekend 2o, Wat is het bedrag der vergoe ding voor gemis van vrije woning? 3o. In welke andere dan de ver plichte vakken van het lager onder wijs wordt onderwijs gegeven en met welk bedrag wordt de jaarwedde des wege verhoogd 4o. Worden verboogingen van jaar wedden toegekend na dienstjaren zoo ja, hoeveel verboogingen, na welk getal dienstjaren wordt iedere ver hooging toegekend en wat is het be drag van iedere verhooging? öo. Wordt berhalings-onderwijs ge geven zoo ja, gedurende welke maan den en gedurende hoeveel uren per week 6o. Is de belooning voor het her- halings-onderwijs begrepen in de jaar wedde, zoo neen, wat is dan het be drag der afzonderlijke belooning des wege II. Vrouwelijke hoofden van scholen. Indien in de gemeente vrouwelijke hoofden van scholen zijn, zijn omtrent haar afzonderlijk dezelfde opgaven te verstrekken als ten aanzien van de mannelijke hoofden worden ge vraagd. III. Onderwijzers en onderwijzeressen tot bijstand van het hoofd der school. lo. Wat is het minimum-bedrag der jaarwedde van de onderwijzers en onderwijzeressen a. alleen in het bezit der akte als (hulp) onderwijzer oi (hulp) onder wijzeres b. met verplichte hoofdakte c. met hoofdakte, zonder dat het bezit daarvan volgens de v et is ver plicht 2o. Welke verhoogingen van jaar wedde worden toegekend voor het bezit van akten voor bepaalde vak ken? (Hierbij op te geven zoowel de vakken, als het bedrag der daarvoor toegekende verhooging). 3o- Worden verhoogingen van jaar wedde toegekend na volbrachte dienst jaren zoo ja, hoeveel verhoogingen, 53 HOOFDSTUK XII. De aanslag. (Slot.) „Zeer goed gedaan, maar niet goed genoeg. Ik ben, geloof ik, in mijn rechter arm geraakt, maar ik heD den linker nog. Aanstonds zal ik antwoorden, maar eerst wil ik u nog vertellen dat ik het ben geweest, die te Toulon prins Olesko heb neergeschoten." R Hij zweeg een oogenblik, toen vervolgde bij met schette rende stem „En nu! bidt want gij gaat sterven De omstanders schreeuwden het uit. De anarchist bukte jnaar zijn koffertje. Op dat oogenblik klonken twee schoten "^gelijk, een van Alberts tweede pistool en een van den agent van politie op den achtergrond. Met een woesten lach hief de anarchist de helsche machine omhoog, riep„Leve de anarchie!" en wilde het werktuig wegwerpen in de richting van het huis van den baron. Plotseling werd het vastgegrepen. Charpentier, die uit list had gedaan of hij bewusteloos was, was langzaam naar hem toegekropen en greep nu de helsche machine vast. De anar chist van zijn kant trachtte ze hem uit de handen te ruk ken, maar door bloedverlies verzwakt gelukte hem dit niet. Opeens ontglipte bet keteltje aan zijne handen en Charpen tier, daarop niet verdacht, liet het vallen. Het rolde een tiental meters weg van het huis af en toen schoot er op eens een geweldige vuurvlam omhoog, de grond dreunde, alles in den omtrek kraakte en rinkelde, steenen en glas vlogen rond, totdat een dikke rookwolk die verschrikkelijke gebeurtenis als met een zwart gordijn scheen te willen be dekken. Toen de rook wat opgetrokken was en de angstige kreten van de van alle zijden toesnellende menschen in nachtge waad tot kalmte waren gekomen, rukte eene afdeeling politie aan en zette de straat aan beide zijden af. Toortsen werden ontstoken, want de geweldige ontploffing had alle lantarens in de omgeving uitgedoofd. De lantaarnpaal vóór het huis van den baron de Rétigny was geheel uit den grond gerukt en tientallen van meters verder in de straat neergevallen. Het was of de straat opgebroken was, zooveel keien waren uit den grond gerukt. Bij het wankelende schijnsel van de toortsen waren hier en daar duidelijk gaten in muren en deuren te zien, terwijl de gesprongen glasruiten ontelbaar w: ren. Met groote moeite hield de politie de van alle kanten op dringende volksmenigte tegen, die angstig en opgewonden naar bizonderheden vroeg welke de politie zelve i.iet in staat was te geven. In een winkel brak een brand uit, maar de bewoners wis ten het vuur spoedig meester te worden. „Wat is er dan toch gebeurd?" riepen de menschen tot elkaar. Niemand wist heteen aardbeving misschien.... daar sprak er een van een anarchistischen aanslag en met bliksemsnel heid verspreidde zich dat denkbeeld door de opstuivende menigte. „Ah, die schurken, die lafaards!" riepen verontwaardigde stemmen, „sluipmoordenaars zijn het, laffe kerels. A mortl k mort!" Maar er was niemand aan wien men zijn woede kon koelen. Intusschen was de politie-inspecteur bij den baron de Rétigny in huis gekomen en had, daar hij niemand op zijn weg vond, alleen naar boven moeten gaan. In de dichte duisternis rondtastende vond hij eindelijk een deurknop en opende de déur. Toevallig was dit juist de deur van den salon. Een zonderling schouwspel vertoonde zich aan het oog van den inspecteur. Bij het zwakke licht van kaarsen, die heeren in avondtoilet met bevende hand ontstoken, zag hij dat op sofa's en stoelen bewustelooze dames lagen; anderen, in een zenuwtoeval, stieten voortdurend kreten uit. De meubelen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1