No. 6
II.
Verplaatst
No. 14.
5
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
lie Jaargang:
Vrijdag 2 Februari 1894.
No. 3247
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIE N:
HEREENIGD
Het Bureau vau Redactie
en Administratie dezer Cou
rant wordt
Tot dien datum blijft bet
gevestigd KLEINE HOUT
STRAAT No. 9.
j. c,
STADSNIEUWS.
feuilleton.
TE DOM.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 123.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOI.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DATJBE CoJOHN F. JONESSuae.Parijs 31 his Faubourg Montmartrc.
a
van het Geïllustreerd Zondagsblad bevat behalve den
roman
(van Hugo Lubliner,) wederom tal van belangwek
kende illustraoiëD en boeienden tekst, als
Een rnw ontwaken (met illustratie). De buren
of de gevolgen van ijverzucht (met 6 illustraties). Carnaval op straat
(illustratie). Uit bet leven van Goldstein De zakdoek. Hoe sommige
volken eten. De zwarte poedel. Toilet voor bet Carnaval (illustratie).
Wilde paarden door wolven aangevallen (illustratie). Carnaval-optocht
(illustratie). Spaanscbe postkantoren. Dadelijk vuur. De gehoor
zame bond (met illustratie). Dat dacht bij ook. Carnaval in Boliva.
Bijnamen van steden. In Tyrol (met illustratie). De letter P.
Grillen van den mensch. Bericht. Uit het leven van Josef II.
jVoor den rechter (met illustratie).
Voorts Anecdoten. Puzzle. De Prijswinner van Raadsel
fcxxvi. Oplossing van Prijsraadsel LXXIX. Nieuw prijsraadsel
LXXXII. Schaakrubriek. Mededeelingen.
DE UITGEVER.
NAAR
De Directeur- Uitgever
Haarlem1 Februari 1894.
Stedelijk Museum
Het stedelijk museum van schil
derijen en oudheden op het Raadhuis
alhier, is in de maand Januari jl.
bezocht door 58 personen tegen beta
ling en door 138 personen zonder be
taling.
Museum van Kunstnijverheid.
De tentoonstelling van versierd
lederwerk en lederen boekbanden, die
op het Museum van Kunstnijverheid
alhier zal gehouden worden, belooft
zeei belangrijk te zijn. Vooral onder
de afdeeling versierde lederen boek
banden werden reeds vele hoogst
interessante exemplaren ingezonden,
terwijl een lederen behangsel en nog
verschillende lederen voorwerpen als
kistjes, kapsels, scheden enz. werden
toegezegd. De voorwerpen zullen alle
achter glas worden tentoongesteld
voor rekening van het Museum tegen
brandschade verzekerd en na af
loop der tentoonstelling goed verpakt
franco aan de inzenders worden te
ruggezonden.
De tentoonstelling zal Zondag 11
Februari worden geopend de in
zending der voorwerpen kan geschie
den tot Woensdag 7 Februari.
Benoeming klerk.
Tot klerk ter gemeente-secretarie
(afd. Burgerlijke Stand en Bevol
king) te dezer stede is benoemd H.
A. van Abs alhier.
Jubileum Smits.
Het voor eenige dagen door ons
aangekondigde zilveren jubileum van
den heer J. J. Smits, thans le be-
ëedigd klerk ter griffie van de recht
bank, als ambtenaar aan die griffie,
dat jubileum zou heden 1 Februari
zooals wij wel vermoedden, niet on
opgemerkt voorbijgaan.
De jubilaris, heden morgen op de
griffie verschijnende, vond de deur
versierd en bloemen op zijn lessenaar,
terwijl boven den schoorsteen een
keurige decoratie van groen en vlagge-
doek was aangebracht en in het mid
den een schild, waarop o. m. de
woorden „Uit achting en vriend
schap voor den heer J. J. Smits bij
zijne 25-jarige ambtsvervulling."
De chef van den heer Smits, Mr. W.
R. baron van Lijnden griffier der Ar-
rondissements-Rechtbank sprak den
jubilaris waardeerende woorden toe en
voegde daar een fraaien bureaustoel
en een klok bij, terwijl ook de substi
tuut-griffier mr. B. J. Rasch, van zijn
vriendelijke gezindheid op passende
wijze deed blijken. Daarna werd hij
door den heer A. Glaser toegespro
ken namens de deurwaarders in het
arrondissement en de ambtenaars van
het Paleis van Justitie, welke den
heer Smits gezamenlijk een zeer
fraaien zilveren inktstel vereerden.
Ook de heer jhr. mr. Rethaan.Ma-
caré, officier en mr. Van Outeren,
substituut-officier van justitie, com
plimenteerden den jubilaris. Een ge
schenk hunnerzijds was hem thnis
gezonden. Ten slotte kwamen de le
den der balie te ongeveer half twee
en boden bij monde van den deken
der orde, Mr. de Haan Hugenholtz,
den heer Smits een keurige zilver
kast aan.
Dat het ook van particuliere zijde
den jubilaris niet aan bewijzen van
belangstelling zal ontbreken, mag men
veilig gelooven. De heer Smits komt
in zijne betrekking in aanraking met
vele en velerlei personen, en staat
bekend als iemand, die kalm en zon
der omhaal veel arbeids verricht en
steeds gereed is inlichting te geven
of hulp te verschaffen.
Oateigeningdwet-duin water
leiding
Zooals reeds in een deel van onze
vorige oplaag is medegedeeld is het
onteigeningsontwerp voor de haar-
lemsche duinwaterleiding in de
Woensdag gehouden zitting van de
Eerste Kamer aangenomen met 35
tegen 10 stemmen. Tegen stemden
de heerenv. Nispen tot Pannerden,
L. van Nispen, Blijdenstein, Godin
de Beaufort, Pijnappel, Sassen, Mel-
vill v. Lijnden, W. Cremers, v. Pal-
landt en v. Zinnicq Bergmann.
De geheele middagvergadering werd
ingenomen door de gedachtenwisse-
ling over dit bekende onteigenings
ontwerp.
Hierover lezen wij nog het volgende
in de N. R. Ct.
Het was in deze Kamer de
heer Pijnappel vooral, die met den
heer Van Lijnden het voorstel be
streed. Niet zoozeer omdat Amsterdam
schade jzou lijden, al kon hij zijne
spijt niet onderdrukken, dat de mi
nister niet beter had gewaakt voor
Amsterdam's toekomstige belangen,
vooral gelegen in de onbeperkte vrij
heid om nieuwe buizen aan te leg
gen op Haarlem's territoir, maar
bovenal omdat hier onteigend wordt
een smalle strook gronds, terwijl niet
onteigend worden de veel grootere j
uitgestrektheden gronds, waaraan het
water zal worden onttrokken. Dit
bezwaar vonden beide heeren onover-
komelijk, zoodat zij daarom, tegen
zouden stemmen.
Hierdoor werd, zeide de heer Pij n-
appel, een schreeuwend onrecht ge-4
pleegd, en wel met behulp van staats-
dwang door middel van onteigening.
De minister van binnenlandsche zaken
bleef zeer kalm bij zijn beweren, dat
onze onteigeningswet volstrekt niet
voorschrijft dat onteigend moet wor
den de geheele oppervlakte, waaraan
water door de waterleiding zal worden
onttrokken. De wetgever heeft bij
vorige gelegenheden steeds beslist in
den zin van het nu gedane voorstel
onteigening van hetgeen volstrekt
voor het werk, de leiding, noodigis.
Onteigening kan niet geweigerd wor
den uit vrees dat een nabuur schade
lijdt. Acht men aanvulling van onze
wetgeving te dien opzichte noodig,
dan zal dit moeten geschieden door
herziening van het Burgerlijk Wet
boek. Met de heeren J. Prins en Van
Lier was de minister van oordeel dat
het alleen de vraag is-: of het alge
meen belang de onteigening eischt,
en dit kon in casu zeker niet ontkend
worden, waar het eene levensbehoefte
voor Haarlem's ingezetenen geldt
Strijd van algemeene belang bestond
niet. De positie van Amsterdam wordt
door aanneming dezer voordracht ver
beterd, want anders zon zij na 1901
geen recht hebben op behoud der
twee aan voer buizen. Verder te gaan
lag niet op den weg der regeering.
En wat Bloemendaal betreft, deze ge
meente kwam niet in ongunstiger
toestand dan voorheen, en als de mi
nister in iets kon medewerken om
voor de toekomst haar belang bij de
zaak te bevorderen, dan zou hij dat
gaarne doen.
Ten slotte legde de minister op
eene vraag van den heer Wertheim
de verklaring af, dat indien na aan
neming dezer wet nog onbillijke ge
volgen bleken voor Amsterdam o f
Bloemendaal, de regeering'altoos het
nog in hare macht had door de in
trekking der onteigeningswet voor te
stellen die onbillijkheden te voor
komen.
36-jarige trouwe dienst.
Naar wij vernemen zal door den
chef van het militair hospitaal hier
ter stede 14 Februari a. s. de gouden
medaille wegens 36-jarigen trouwen
dienst worden uitgereikt aan denge-
employeerde 3de klasse ziekenoppas
ser J. A. de Vries.
Kegelconcours.
Zooals wij reeds voor eenige weken
mededeelden, zal de haarlemsche ke
gelclub „Hard gaat ie" van 25 Febr.
tot en met 8 April een internatio
nalen kegel wedstrijd houden in de
kegelbanen van café Brinkmann.
De indeeling van den wedstrijd is
als volgt:
Afd. A Korps wedstrijd voor clubs,
die nog nimmer eenen eersten prijs
behaald hebben.
Prijzen 2 Verguld zilveren medail
les, 2 zilveren medailles en 1 bron
zen medaille.
Afd. B: Groote internationale korps
wedstrijd.
Prijzen 1 Groote massief gouden
medaille, 1 massief gouden medaille,
2 verguld zilveren medailles, 2 zilve
ren medailles en 2 bronzen medailles.
Afd. CPersoneele wedstrijd.
Prijzen 1 massief gouden medaille,
2 verguld zilveren medailles, 2 zilve
ren medailles. Consolatieprijs. Zilve
ren medaille.
Afd. DVrije baan.
le prijs. Kunstvoorwerp ter waarde
van 250 of aan contant geld ƒ200
2e prijs, kunstvoorwerp ter waarde
van ƒ125 of aan contant geld ƒ100
3e prijs, kunstvoorwerp ter waarde
van 75 of aan contant geld 50
4e prijs, kunstvoorwerp ter waarde
van 50.
Te zamen 25 prijzen.
Bovendien wordt uitgeloofd
a. Voor den werper van het hoog
ste aantal houten in afdeeling B.,
eene verguld zilveren medaille.j
b. Voor den werper van het min
ste aantal houten zonder poedel in
afdeeling B„ eene zilveren medaille.
c. Voor iederen deelnemer, die bij
wedstrijd A. of B. 60 houten of meer
Naar het Duitsch.
i)
Stanislaus Szafranek was een ongelooflijk dom mensch. In
het kleine, Poolsche dorp, waar hij geboren was, had hij tot
rijn veertiende jaar zonder eenig succes de schoolbanken be-
«et en op de vrije namiddagen ganzen gehoed. Later werd
hij staljongen, daarna arbeider. Hij was een groote, breed
geschouderde man met trouwe, blauwe oogen en een open
eerlijke gelaatsuitdrukking. Hij ging door voor een flink
werkman, maar zijne domheid nam in dezelfde mate toe als
ijn lichamelijke kracht. Zoo kwam de dag, waarop Stanis-
aus Szafranek zich voor de monstering moest aanmelden.
Iet welgevallen rustten de oogen van den gestrengen opper-
Btafarts op de kranige gestaltefameuse figuur, breede borst,
fechte beenen, gezonde tanden, prachtig infanterist. De
bensch ziet slechts het uiterlijke eerst: dus bleef zij nedom-
leid onontdekt; maar zelfs wanneer zij dien dag tevoorschijn
Ware gekomen, had 't hem niets gebaat, want in de reeks
der gebreken,- die tegen den militairen dienst beveiligen,
wordt alledaagsche domheid niet meegerekend.
Drie maanden later stond hij onder de nieuw-opgekomen
recruten op het kazerne-plein en zag nieuwsgierig en angstig
naar de hem zoo vreemde omgeving. Hooge muren omsloten
het plein, waar officieren en onder-officieren in drukke be
drijvigheid heen en weer liepen; luid spreken, schelden en
commando's klonken overal; de post vóór het arrestanten
huis, dat zich in de onmiddellijke nabijheid van de kazerne
bevond, liep met het geweer onder den arm op en neer, en
minachtend zagen de oudere manschappen de „stomme"
recruten aan.
Hij was zoo in gedachten verzonken dat hij op het appèl
niet lette. „Szafranek Szafranek".
De regimentsschrijver, die reeds aan vierhonderd namen
zijn keel heesch had geroepen, spande zijne longen tot
het alleruiterste in. Nu ontwaakte Stanislaus uit zijne over
peinzing en greep den kleinen handkoffer, dien hij vóór zich
op den grond had neergezet. „Hier ben ik".
„Kun-je niet hooren, stommeling?"
Een krachtige vuist greep hem bij den arm eneenoogen-
blik later was hij bij de 7de compagnie ingedeeld. Korten
tijd daarna bevond hij zich met zijne kameraden op de ka
mer, waar uiterlijk een soldaat van hem jzou worden gö-
maakt. Doch ook hier liep het niet zonder ribbenstooten
voor den ongelukkigen jongen af. Ongeduldig woelde de
dienstdoende onderofficier onder den hoop kleeren, die vóór
hem lagen.
Daar trad Szafranek voor.
„Hoe groot?" vroeg de sergeant.
De ander zweeg; hoe zou hij zijn grootte weten?
In opvlammende woede vloog de sergeant op den recruut
aan, clie vlak bij hem stond. Maar deze verstond hoegenaamd
niets. Hij was het Duitsch volstrekt niet machtigzijn ouders
hadden tehuis altijd Poolsch gesproken en ook later, toen
hij in den vreemde was gegaan, had hij zich bijna altijd van
zijne moedertaal bediend. Zoo stond hij daar dus, zag den
chef aan en wist niet, hoe hij diens woorden zon uitleggen.
Den volgenden dag kwam de voorlezing van de krijgsar
tikelen. Met open mond luisterde hij naar de woorden, die
zijn oor bereikten arrest, gevangenis, vesting, tuchthuis
doodstraf. Hij snapte er niets van en zwoer den eed aan het
vaandel/ zonder te weten wat hij deed.
Toen ving de dienst aan! In het instructie-uur was Szafra
nek de schrik van zijn officier, die, ondanks alle moeite,
geen antwoord uit hem kon krijgenbij het exerceeren
bracht hij zijn sergeant tot wanhoop. Gaarne, van ganscher
harte, zou hij hebben gedaan wat van hem verlangd werd,
maar hij kon 't niet. Hij gaf zich alle mogelijke moeite om
te vatten wat hem gezegd werd, maar 't ging niet.
„De kerel is te dom". De kapitein, wiens aandacht op
hem was gevestigd, hield eene lange rede tot hem, waarvan
hij geen woord begreep, en zelfs de majoor liet hem zich op
een dag aanwijzen. In zijn angst en nood weende Szafranek
vaak in stilte bittere tranen; overal waar hij kwam, werd
hij vanwege zijne botheid uitgelachen en bespot en voor den