Wedstrijden
Politiek Overzicht.
breide correspondentie, groote zaken
aan de hand te hebben. De man
noemde zich mr. Van Westmaas en
Group, uit Breda, ging in den na
middag de stad in, berocht winkels
en schafte zich verschillende behoef
ten als kleeding enz. enz. Vervolgens
bezocht hij een kleermaker, waar hij
informatiën inwon |omtrent de leve
ring van liverij voor eene eventueel
door hem aan te schaffen equipage,
ging bij drukkers advertentiën opge
ven, waarin een directeur-boekhou
der gevraagd werd op een salaris van
3000, een secretaris op een salaris
van 1500, een bouwkundige op een
salaris van ƒ1200, alles tot oprich
ting van eene handelsonderneming
met een kapitaal van 20 millioen.
Hij stelde zich ook in contact met
een groothandelaar in paarden, van
buiten de gemeente, en met een
zadelmaker om tuigen te leveren.
Ook een huisbewaarder werd door
hem bezocht. Alle bij hem in dienst
tredende personen zouden in zijne
onderneming aandeelen moeten ne
men.
Eenige door hem bij den drukker
aldaar bestelde soorten enveloppen,
aan het hoofd waarvan o. a. gedrukt
stond De handelsonderneming „Le
Commerce" te Breda, tapijten- en
mattenfabriek „l'Esquipot" te Breda,
brood-, beschuit-, koek-en kleingoed-
bakkerij „Le Group" te Breda, waren
reeds in zijn bezit.
Nadat de politie van de kornet te
Rotterdam van mr. Westmaas en
Group de lacht had gekregen, achtte
zij het van groot belang nader met
hem kennis te maken. Aanvankelijk
werd gedacht dat de man niet wel
bij het hoofd was, doch het bleek
spoedig dat hij zeer goed weet wat
hij doet en zelfs zóó slim is, dat hij
bij alles wat hij doet buiten de ter
men der wet blijft. Te Breda is hij
onbekend, ook bij de politie doch
niet alzoo bij de politie te Rotterdam.
Deze toch herkende hem als een
ouden bekende, dezer dagen uit de
strafgevangenis op den Noordsingel
te Rotterdam ontslagen, alwaar hij
2 jaren had doorgebracht.
doch die de kans niet hadden om te
vluchten, en meer nog zij, die luide
uitroepen geen voetstap te verzetten,
nog voor geen 25 jaren gevangenis
straf, zullen van deze gedachte zijn.
Welnu, dat ze dan bij gelegenheid
toonen meer moed te bezitten dan
ikmij rest niets dan aan hen mijn
excuus aan te bieden voor mijn zoo
lafheid."
Inbraak.
In den laatsten tijd hoorde men
op vele dorpen in het Westen van
Noord-Brabant bijna dagelijks van
inbraak en diefstal, zelfs zóó, dat de
bewoners hunne eigendommen niet
meer veilig waanden en des nachts
de wacht hielden.
Gelukkigj-'is thans de dievenbende
ontdekt.
Bij eenen landbouwer te Moerstra
ten onder Wouw meenden de dieven
hun slag te slaan en kropen des
nachts op het dak om langs den
schoorsteen in huis te komen. De
bewoner hield echter met een geladen
geweer de wacht en liet hen stil be
gaan.
Nauwelijks waren zij op goede
hoogte gekomen of de boer loste een
schot en trof eenen der inbrekers in
den buik. Gelukkig voor den dief,
was het geweer met hagel geladen.
De dieven zijn hierdoor echter bekend
geworden en achter slot gebracht.
Naar men verneemt, is het eene
bende uit Klutsdorp (Lepelstraat),
die er haar werk van maakte des
daags de herbergen af te loopen en
's nachts bij afgelegen boerenwonin
gen in te breken.
Van Emmenes
De uit het buitenland teruggekeerde
socialist van Emmenes, thans in han
den der justitie, heeft zijn vlucht
in een open brief aan zijn „partij-
genooten", als volgt goedgepraat.
„Dat mijn naam in den laatsten
tijd veel door u genoemd is, kan ik
begrijpen, en dat velen ter nadere
aanwijzing van mijn persoon het
woord lafaard gebruikten, verwondert
mij evenmin.En eerlijk moet ik beken
nen dat mijn vlucht naar 't buiten-
and niet getuigde van moed, althans
wanneer moed en overmoed dikwijls
met elkaar verward hetzelfde be-
teekenen.
Voor 't ondergaan van een gevan
genisstraf van eenige jaren ontbrak
mij werkelijk de moed, en alhoewel
ik voor mij overtuigd was van de
straffeloosheid mijner woorden in
Maison Stroucken, achtte ik toch de
Nederlandsche klassejustitie in staat
om mij ook voor dat feit te vonnis
sen. Na het vernemen van den uit
slag en de hoop koesterende dat 11
maanden verblijf in de sombere cel
voldoende geacht wordt om mijne
misdaden te straffen, ben ik terug
gekeerd en wanneer deze woorden
onder de oogen van 't publiek komen,
zal ik reeds in een of ander boeven-
hotel mijn intrek hebben genomen.
Moed heb ik dus 'n beetje, want
ik bevond mij veilig in Brussel, maar
ik heb getoond dat mijn moed niet
grenzeloos is. Misschien ware't beter
geweest dat ik gebleven was. Vooral
zij die nog niet met onze heilige jus-
in oenrol'inrr Vwomon anol
Een uitdaging.
Zooals {men zich herinneren zal, is
de uitslag van den strijd tusschen
Harold Hagen en Kingma op de baan
van 500 M. te Zwolle het onderwerp
van critiek geweest. Naar aanleiding
van dien twijfel stelt Hagen in de
jongste Ned. Sport voor die kwestie
op de volgende wijze uit te maken.
Hij schrijft (in het Engelsch) dd. 16
Febr. uit Christian ia
„Ik verklaar mij bereid om tegen
den heer Kingma te rijden op afstan
den van 500 1500 5000 en
10.000 meters en hem op de drie
laatstgenoemde afstanden respectie
velijk 40 150 en 400 meters voor
gift te geven.
„Indien de heer Kingma 5 meters
voorgift wil aannemen op de 500 M.
dan ben ik daartoe mede bereid.
„De races te houden op een neu
trale baan (neutral ice) enteregelen
door een respectabele club, zoo deze
zich daarmede wil belasten, en, in
dien daarop geen kans bestaat, dan
hier in Christiania of Hamar.
„De prijzen moeten minstens gelijk
zijn aan de te Zwolle uitgeloofde eer
ste prijzen (inclusief de extra-prijs),
en voor elk record moet een gouden
medaille gegeven worden.
„Deze aanbieding is geldig alleen
voor dezen winter."
Deze uitdaging is door de Ned. Sport
aan den secretaris van den Nederl.
Schaatsenrijdersbond gezonden.
te Stockholm minder gelukkig ge
reden heeft, nu glansrijk uit het
strijkperk zou treden en toonen, dat
hij op de verschillende afstanden
zijnen mededingers de baas was, zullen
zich teleurgesteld gevoelen. Immers
Zaterdag heeft hij in het geheel niet
medegereden en de wedstrijden over
500 en 1500 M. laten voorbijgaan.
Ais reden hiervan is opgegeven, dat
het Zaterdag in den aanvang te hard
woei, vandaar dat Eden zich terug
trok.
Zmdag evenwel heeft Jaap bij den
wedstrijd over 5000 M. weer getoond,
wat hij kan door, een glansrijke over
winning te behalen. Hij legde die
baan af in 8 min. 373/s sec. en maakte
daarbij wereldrecord, het vroegere
wereldrecord van Halvorsen was
min. 7 sec. Halvorsen was 2 in 8 min.
393/s sec., Petersen 3 in 9 min. 2 sec.
Ostlund 4 in 9 min. öi/5sec. Dat deze
lijden zoo mooi waren, was gedeelte
lijk toe te schrijven aan de gunstige
omstandigheden van goed ijs, en geen
wind. Halvorsen, die in de 5000 M.
11 Februari j.l. een was, had toen 9
min 32 sec. noodig, dus 52ü/s meer
dan nu. Hieruit blijkt dus voldoende
hoe kranig er Zondag is gereden.
Voor de wedstrijden waren Zater
dag ingeschrevenNaess, Olsen,
Loerdal en Nielssen van Christiania
Oestlund van Throndjem Halvorsen,
PetersenNorseng, Sinnerud, Larsen
en Evensen van HamarOlsen van
Storelvedalen.
Bij den beslissingskamp op 500 M.
had Halvorsen noodig 48Naess
4875. Oslund 482/s seconden. Bij dien
op 1500 M. Halvorsen 2 m. 307ssec.
(record 2 m. 323/s sec.; Ostlundt 2 m.
312/6 sec.Petersen 2 min. 33 sec.
Norseng 2 m. 343/5 sec.Naess 2 m.
363/s sec.
De beslissingswedstrijd over 1500 M.
werd Zondag gereden. De uitslag was
als volgt:
Ostlund 2 min. 287* sec.Halvor
sen 2 min. 29s/s sec.Petersen 2 min.
3575 sec. Norseng 2 min. 387s sec.
Ostlund heelt dus het record met
33/s sec. geslagen.
Op elk der drie afstanden waren dus
verschillende winnaars, zoodat het
wereldkampioenschap niet werd toe
gekend.
sistent-resident van Groot-Atjeh zijn
gekomen en verzocht hadden om bij
den gouverneur hunne onderwerping
aan te bieden, zijn door dezen voor-
loopig niet ontvangen. Beiden zijn
thans naar Biloel vertrokken, in af
wachting dat de goeverneur hen wil
ontvangen.
Uit de VII Moekims Baid zijn de
hulptroepen of het legioen van onzen
Panglima Prang teruggekeerd en naar
Lam pisang gegaan.
T. Baid, die een paar dagen gele
den hier bij den adsistent-resident
zijne opwachting heeft gemaakt, heeft
het verzoek gedaan om de stoomtram
door te laten loopen tot Anagaloeng
en later tot Indrapoeri.
Om de VII Moekims tegen de
kwaadwilligen te beveiligen, zal T.
Baid twee versterkingen aanleggen,
een te Oedjong Tapoeri en een te
Tjot Lepong onder bevel van T. Has-
sim, zijn schoonzoon en den Imam
van Sibrew.
In de 3 Moekims Kerkoen is het
nog steeds onveilig. Het transport
van den 2en dezer tusschen Lambari
Anagaloeng werd beschotendoor
getuchtigd, doch nog niet voldoende
want toen H. M. Madura aldaar een'
harer gewapende sloepen op brand,
wacht stationneerde, werd die sloep
zoodanig beschoten, dat een matroos
;ewond werd en een sneuvelde. Toe
roe Tjihik Itam van Melaboe heeft
aangeboden om de kwaadwilligen uit
die geheele streek te verdrijven en
zal door ons met 50 Martini ge weren,
waarvoor hij bereids eene groote som
als borg gedeponeerd heeft, gesteund
worden. Deze beweging tegen den
vijand of de kwaadwilligen zal spoe
dig plaats hebben. Mocht zij misluk
ken, dan zal Toekoe Djohan met zijn
legioen derwaarts vertrekken.
Schaatsen wedstrij den
te Hamar.
Zaterdag en Zondag is te Hamar
om het kampioenschap van Europa
op de schaats gereden.
Zooals reeds gemeld is moest wor
den gereden over afstanden van 500,
1500 en 5000 meter, en was hij kam
pioen, die in twee der drie afstanden
won. Degenen, die de zeer mogelijke
verwachting mochten hebben ge
Uit
Koloniën,
de Deli-Courant van 27 Januari.
Aan eene particuliere correspon
dentie uit Kotta Radja van 18 Jan.,
betreffende den staatkundigen toe
stand in Groot-Atjeh is het volgende
ontleend
In de V Moekims Indrapoeri, en
wel te Moeroe, had eene groote mee
ting plaats van hoofden en lieden
die de oorlogspartij zijn toegedaan.
Bij die vergadering en het daarbij
gehouden candoeriefeest zaten zelfs
stokoude Atjehers, die zich derwaarts
hebben doen dragen. Tengkoe Mat
Amin, het bendehoofd der moslemin
drong bij de vergaderden aan om
den oorlog te blijven voortzetten. Hem
werd toen medegedeeld, dat de mid
delen ten eenenmale ontbraken om
dat velen van de bevolking minder
en anderen niets wilden geven tot
voortzetting van den strijd. Aan T
Mat Amin werd toen alleen toege
staan om bentings in het gebergte
aan te leggen, doch nooit in de na
bijheid der kampongs, die anders
vernield zouden worden door onze
projectielen.
De uitgewekenen van de 26 Moe
kims en zij die met den vijand ge
heuld hebben, zijn in hunne kampongs
teruggekeerd.
Toekoe Lamrebo en Toekoe Hoe
sin van Longbattah die in het laatst
Jmnr hi Ar Kii exor>
het volk van T. Soepi en T. Lamoe
uit die Moekims, bij welke gele_
heid 2 onderofficieren, 1 fuselier en
twee dwangarbeiders gewond werden
Op den 8n dezer werd weder een
transport tusschen Lambari en Ana
galoeng door 't zelfde volk beschoten,
doch zonder ons eenig verlies te be
zorgen. T. Nja Banta heeft beloofd
die streken van kwaadwilligen te
zullen zuiveren.
Volgens berichten uit de 22 Moekims
moet Tengkoe KotaKarangzich thans
ophouden te Batoe Lintang, ZW. van
Anagaloeng.
Onze vriend Toekoe Neq is
eindelijk van Samalangan terug. Van
daar is hij met pl.m. 100 man met
een zeilvaartuig vertrokken. Zwaar
weder noodzaakte hem voor Segli te
ankeren en die plaats aan te doen,
van waar hij met den stoomer Raijah
naar Oleh-leh werd vervoerd op den
14den dezer.
Het bendehoofd Nja Makam houdt
zich rustig bij Kroeng Raija.
Van de oostkust kan ik u berich
ten, dat de bewegingen van de be
volkingspatrouilles tegen Kedjoeroean
Karang mislukt zijn, doordien de pa
trouilles uit Tamiang en Langkat
nabij Rantau door de benden van
Nja Amat zijn overvallen en op de
vlucht gejaagd, waardoor de patrouil
les uit het Edische op de grens in
afwachting zijn gebleven en niet ge
meenschappelijk konden optreden.
Controleur Vianen, die de leiding der
patrouilles had, is ook thans terug.
Eenige Perlaksche bendehoofden
zullen zich aansluiten bij de kwaad
willigen in Tamiang, om daar in
troebel water te visschen.
Van de N. Kust werd bericht dat
het te Merdoc zeer rustig is, ook te
Samalangan, waarom die havens thans
geopend zijn voor de kustvaart en
vischvangst. Het binnenloopen van
stoomschepen blijft echter verboden.
Toekoe Tjihik Moelong, j de radja
van Kerti, in het jaar 1891 door ons
bestuur geïnstalleerd, is de vorige
maand aldaar overleden, waardoor
het bestuur thans in handen is van
zijne tante Tjoet Nja.
De troonsopvolging aldaar zal eeni
ge moelij kheden geven, omdat er zich
twee pretendenten opdoen. De groot
heid van het geldelijk offer, dat aan
de Patoewa's zal worden uitgekeerd
zal wel den doorslag geven, wienhet
volk tot radja zal Mezen, ,'t Is weder
om een geldquaestie.
Op de Westkust en wel bij Oedjong
Kala, moet het niet pluis zijn. Die
streek wordt door roovers onveilig
gemaaktvolgens berichten door volk
uit Bo ending (Melaboe). H. M. Ban-
De fransche regeering heeft beslo
ten om een wetsontwerp bij de fran
sche Kamer in te dienen betreffende
het vervaardigen van dynamiet en
strekkende tot verzwaring van de
thans bedreigde straffen tegen inbreuk
op die voorschriften nopens de aan
maak, het transporteeren en het we
derrechtelijk bezitten van dynamiet.
In de italiaansche Kamer waren
Zaterdag interpellatiën aan de orde,
van Bonajuto en Imbriani, over de
inhechtenisneming van den afgevaar
digde van Felice, de afkondiging van
den staat van beleg op Sicilië, enx.
In zijne beantwoording verklaarde
Crispi o. a. dat er, buiten den kring
der bestaande staatsinstellingen, niets
is dan de anarchie en het despotisme.
Na de woorden van Crispi, dat het
noodzakelijk is de bestaande instel
lingen te verdedigen tegen die twee
vijanden volgde een luid applaus.
Bij gelegenheid van het jaarlijkse!
diner van den Brandenburgschen pro
vincialen landdag te Berlijn heeft
keizer Wilhelm den nadruk gelegd
op den innigen band, die de Hohen-
zollern's verbindt met de Branden-
burgsche mark. Hij vlocht in zijne
toespraak eene kleine episode uit de
Nederlandsche geschiedenis in, be
trekking hebbende op den dood van
prins Willem van Oranje, en stond
daarna stil bij de groote daden van
Keizer Wilhelm in 1864,1866 en 1870.
De Keizer gewaagde vervolgens van
het verongelukken van het oorlogs
schip Brandenburgwaarvan hij een
afbeeldsel aan de provincie Branden
burg heeft geschonken, en dronk ten
slotte op de welvaart en den bloei
der Brandenburgsche mark.
De reis van de duitsche keizerin
met hare kinderen naar Abbazzia en
het later bezoek des keizers hebben
volstrekt geen politieke bedoeling. De
reden moet alleen gezocht worden in
een minder gunstige gezondheidstoe
stand der keizerin.
De Duitsche kanselier Caprivi her
dacht Zondag zijn 63sten verjaardag
De officieuze Norddeutsche AÏgemei
Zeitung wijdt naar aanleiding daai
van een artikel aan Caprivi, dat aldui
eindigt: „Gedurende zijn kanselier
schap heeft graaf Caprivi vele on
aangenaamheden ondervonden, maai
daarvoor is hij schadeloos gc
door de waardeering, welke hij onj
der vond van keizer Wilhelm,
Duitsche rijksvorsten, de souvereineE
der bevriende staten en van hei
grootste gedeelte der bevolking."
Keizer Wilhelm ging den kanse
lier zelf geluk wenschen en overhan
digde hem eenige fraaie bokalen
waarvan de grootste opzettelijk vooi
dit doel was vervaardigd en met
wapens van het Duitsche rijk endi
der Bondsstaten was versierd. Behal
ve de keizer, verschenen ook eenig
der prinsen van den bloede bij de
kanselier terwijl natuurlijk ook
ministers, de vertegenwoordigers d
Bondsstaten en o™*-;