BINNENLAND. Rechtszaken. Politiek 0 verziekt. Ook in deze z iak fungeerde de heer Van der Sleen als deskundige. Óver 8 dagen zal de kantonrechter in beide zaken uitspraak doen. Bureau van Vraag en Aanbod voor den arbeid. Geopend Zaterdag 's avonds van 8} tot uur. Lokaal„Doelen", ingang Luiten Het aantal ingeschreven personen, als zijnde nog zonder werk, bedraagt nog 116, waaronder: Grondw., zand v., wagenm., houtzager, losse werkl., schilders, machinist, smid, voorslaander, bankw., rijtuig- bankw., ketelm., blikslager, bloemist, tuinm., schoenmakers, zadelm., touw slagers, parapluiemaker, boerenarbei ders, wijnkooperskn., bakker, kis- tenm., borstelm., kleerm., en katoen drukkers. HH. werkgevers kunnen hunne aanvragen inzenden bij de commissie. J. v. d. WIJDE, Secret. Paardenmarkt te Sloten. Op de eerste voorjaarspaardenmarkt te Sloten, waren 75 paarden aange voerd; de handel was vrij levendig met prijzen van f70 tot f300. Visscherij. Dinsdagavond kwamen te Zand' voort aan de Zandvoortsche bom- schepe i Z. V. 14, stuurman S. Paap en Z. V. 15, stuurman D. van Duij n die respectievelijk besomden 53 en ƒ33. De prijzen der visch waren tong ƒ0,25—ƒ0.90; tarbot 2—4 schol 0.20—0.35 per stuk, en bak schol 46 per mand. gevat, om in alle plaatsen waar men j geregeld werkzaam is, arbeidsbeurzen op te richten, in navolging van de stichting te Amsterdam, die reeds zoo veel nut heeft afgeworpen. Geographid ten stadbuize. Aan de Tel. wordt het volgende (historische) feit gemeld. Een Ambtenaar die het niet ver in de geographie gebracht heeft, werd onlangs door een in Indië geboren Europeaan ontdekt, jbij gelegenheid dat deze om redenen die niets ter za ke doen, op het bureau bevolkings register ten raa.diuize eener groote eente in ons land moest wezen. De dienstdoende ambtenaar voegde onzen vriend toe, dat hij vreemdeling was en toen de aangesprokene zich daarover verwonderd betoonde en om opheldering vroeg, werd hem trium- fantelijk toegevoegd: Natuurlijk, mijnheer, u is immers te Samarang geboren en die plaats ligt in Ameri ka of daar ergens. Het geographisch genie, hier bedoeld, werd niet gevon den in een achterhoek van ons land, maar als bovengezegd in een onzei grootste gemeenten en wel een, waai de handel met Indië een voorname bron van welvaart is. die commissie, als blijk van belang-1 stelling en ten behoeve van den wed strijd onder handwerkslieden, gezon den ƒ300, waarvan /'200 namens de Koningin en ƒ100 van de Koningin- Regentes, benevens twee groote zil veren medailles, de eene met de beel tenis der Koningin, de andere met die van de Regentes, om als prijzen te worden uitgereikt. In de Zaterdag gehouden zitting van den gemeenteraad is besloten dc commissie te steunen met eene subsidie van ƒ200. Amendementen Kieswet De heer De Meyier heeft een amen dement op de kieswet ingediend strekkende om als eisch te stellen voor hoofden van huisgezinnen het bewonen gedurende een jaar van twee vertrekken, of één vertrek en keuken voor afzonderlijk levende of inwo nende personen een vertrek met haardstede. Tevens verbindt hij daar aan in hoofdzaak het amendement- Van der Feltz betreflende schepen, eigendomovergang en verhuizing uit noodzakelij kheid Generaal Booth Maandagavond is de „generaal" van het Leger des Heils in Amsterdam aangekomen, en Dinsdag hield hij een bijeenkomst met de officieren van het leger uit geheel Nederland, Dinsdagavond heeft in den Park schouwburg de groote samenkomst plaats gehad. Des middags omstreeks kwart over vijven bezocht generaal Booth het toevlucht van het leger des Heils op den Heiligenweg. In allerhaast was door de dakloo- zen voor de poort een versiering op gesteld, waarvoor de generaal zeer vriendelijk bedankte. Vervolgens liep hij de verschillende zalen door, waarbij hij telkens inlich tingen vroeg aan den kolonel. Toen hij hoorde dat het gemeente bestuur dit gebouw had afgestaan vroeg hij of de kolonels daarvoor wel genoeg hun dankbaarheid hadden getoond. Een clubje werkeloozen sprak hij in gebroken hollandsch toe. Hij spoor de hen aan tot hard werken en wees daarbij op zijn ideaal, de overzeesche kolonies. Toen verklaarde hij zeer vermoeid te zijn, waarop hij naar het huis van den heer Sillem terugkeerde, waar de generaal logeert. Eend angstige dienstbode De Laan Copes te 's Gravenhage werd Maandagavond in rep en roer gebracht door het hulpgeroep eener dienstbode, die uit het venster wilde springen, omdat zij meende dat er dieven in huis waren. De politie werd gewaarschuwd en een onder zoek ingesteld de verschillende uitgangen werden zelfs afgezet doch nergens was een spoor van in braak te vinden, maar wel een raamp je, dat door den wind heen en we der bewogen, het geraas had gemaakt dat het meisje zooveel vrees had aangejaagd. Brandstichting. Maandagnacht, om circa 12 uren, is het huis van den gemeentebode en buitengew. veldwachter J. van Rhee te Elspeet totaal algebrand, ook de in boedel werd een prooi der vlammen, al leen 2 stuks runderen konden worden gered. De brand is aan het achter huis, toen de bewoners in diepe rust waren, ontstaanternauwernood kon den zij zich, toen zij door het schreeu wen der koeien werden gewekt, met hunne kinderen, allen bijna naakt, redden. Terwijl de vrouw de kin de in veiligheid bracht, mocht het den man gelukken de deur van den stal, waarin zich het vee bevond open te krijgen en met levensgevaar zijne twee koeien uit den stal te ruk ken. Het huis en de inboedel waren laag verzekerd. Zonder twijfel heeft men hier weer te doen met eenen zeer lagen streek, een wraak oefening op de politie, waarvan voor een paar maanden ook de brigadier aldaar het slachtoffer is geworden. Men hoopt dat de regeering door het detacheeren van eene brigade mare chaussees aan de verregaande bande loosheid van eenige slechie sujetten een einde zal weten te maken. Wedstrijd en tentoonstelling te Harlingen. Bij de „Commissie voor Volksver maak" te Harlingen is een schrijven ontvangen van H.M. de Koningin- Regentes, in antwoord op de mede- doeling van het plan om aldaar eer lang een wedstrijd onder handwerks lieden en daarmee verbonden tentoon stelling te houden. In verband met de omstandigheid, dat H.H. M.M. ten gevolge beperktheid van tijd bij het jongste bezoek aan Friesland niet Venloosche toestanden. In een ingezonden stuk in de Limb. Koerier geven eenige verontwaardigde Venloonaars op de volgende wijze uiting aan hunne, wellicht lang ver kropte ergernis Ook te Venloo heeft men anar chisten, althans in schijn, want op Zondagavond 25 Febr. 11. vond men voor de woning van den commissaris van politie een voorwerp liggen, het geen bij onderzoek bleek te zijn een sardinenblik, inhoudende spijkers en andere voorwerpen, vervaardigd op de wijze van Ernile Henrygelukkig ontbrak de stof, die de ontploffing moet veroorzaken. Nu zal men zeggen, dit was slechts eene grap, hetgeen een ieder grif zal toegeven, doch de oorzaak, die aanleiding tot dien z.g.n. schij naanslag had gegeven, was zeer ernstig. In den namiddag van 25 Febr. 11. circa 12Vs ure nl. drong de commis saris van politie te Venloo in de woning van een algemeen geacht in gezetene van.Venloo, wiens geestver mogens tengevolge van ziekte verstoord waren, en liet den ongelukkige door twee politieagenten uit zijn huis ha len, waarna de diep beklagenswaar dige man van 63 jaren, die tegen deze handelwijze luid protesteerde, I als 't ware over de straat werd ge sleurd, gevolgd door den commissa ris van politie, zwaaiende met zijn stok, en opgesloten in eene gevan genis. Het zal wel overbodig zijn te mel den, dat de verontwaardiging van het publiek onbeschrijfelijk was, te meer, wanneer men weet, dat de arme man zeer kalm en volstrekt ni t gevaarlijk voor zijne omgeving was. In de vergadering van Venloo's ge meenteraad van 1 Maart jl. werd dan ook door enkele leden van den Raad aan die verontwaardiging lucht ge geven in den vorm van eene inter pellatie, gericht tot den burgemeester als hoofd der politie. Al was die in terpellatie zeer zwak, valt het ons ten slotte nog mee, dat zulks heeft plaats gehad, want wie met de Ven loosche toestanden bekend is, zal moeten erkennen dat hier veel, ja zeer veel kan gebeuren, voordat men tot eene interpellatie in den Raad overgaat. En dat dit beweren waarheid be vat, blijkt maar jal te goed uit het gezegde van een der wethouders der gemeente, die, toen één lid van den Raad hem sprak om eene interpel latie over deze schandelijke zaak te houden ten antwoord gaf: „wie zou dit aandurven, want dan loopen wij zelf gevaar aan de vervolging der politie bloot te staan." Teekent dit gezegde niet duidelijk den toestand? Een wethouder der gemeente, Ven- loonaar van geboorte, die zelf erkent, dat de politie te Venloo zóó harts tochtelijk is, dat zelfs de leden van den Raad door eene interpellatie over het onrechtmatig en willekeurig op treden der politie, zouden worden blootgesteld aan de vervolgingsmanie dier politie. Is het thans niet de plicht der justitie om een streng en degelijk Het staat immers vast dat de bur gemeester den commissaris van politie niet gemachtigd heeft, om die inbe-1 waringstelling te doen, zooals de burgemeester zelf in den Raad heeft erkend, daar hem, volgens zijne eigene verklaring, van die overbrenging niets bekend was, zoodat de commissaris van politie hier heeft gehandeld in strijd met de wet, door iemand we derrechtelijk van de vrijheid te be- rooven, een feit, dat, gepleegd door een burger, reeds is straf baar gesteld met eene gevangenisstraf van zeven Ij aren en zes maanden j Ook vermeenen wij, dat het op den weg ligt van het geneeskundig staatstoezicht om hier handelend op te treden. Een eerste vereischte voor de overbrenging van een krankzinnige moet toch zijn, dat deze overbren ging zoodanig geschiede, dat zij voor den lijder zooveel mogelijk onschade lijk zij, terwijl dit hier heeft plaats gehad op de meest ruwe en verne derende wijze. Bij de gehouden inter pellatie werd dan ook niet ten on rechte gezegd, dat hier hartstocht in 't spel was. Tevens hopen wij, dat onze repre sentant, de heer Haffmans, van deze goed-gebodene gelegenheid zal gebruik maken om deze zaak in de Tweede Kamer der Staten-Generaal ter sprake te brengen, ten einde der Regeering er op te wijzen, de noodige maatre gelen te nemen, om te voorkomen, dat in 't vervolg de persoonlij ke vrij heid van het Nederlandsche volk niet meer door een politiebeambte wille keurig worde in gevaar gebracht. Dat is de wensch van geheel Ven loo, van groot en klein, van rijk en jelukkig maar één hagel in de lin kerkuit, doch er waren in de broeks pijp 4 en in de andere broekspijp 8 gaatjes, terwijl hij de hagels langs zijn been voelde. Voor die feiten heeft J.A.. T. thans voor de rechtbank te Leeuwarden terechtgestaan. Hij werd door Zand- stra als de dader herkend en- beken de dan ook in hoofdzaak, maar be kende dat een uit het gezelschap „er moet maar geweld gebeu ren, er moet een moord gebeuren." Daarop had hij gezegd„ik zal een moord doen," en daarover nadenken de, zei hij de oude Zandstra dan maar." Zijn doel was slechts bang makerij geweest. D,e subst. off. van justitie, mr. H. Th. Westenberg, requireerde, dat be klaagde wegens poging tot afpersing en poging tot moord zou veroor deeld worden tot 5 jaren gevangenis straf. De verdediger, mr. B. v. Loon gat het bewijs voor poging tot afpersing toe, maar bestreed de qualificatie van poging tot moord en wees op den slechten gezondheidstoestand van 'aagde, waardoor deze niet kan verdienen en ontevreden met zijn lot, een mopperaar is. Uitspraak 17 dezer. Den 18 Januari 11. zat er 's avonds in de herberg van Ruardi een gezel schap ingezetenen van Paarega te redeneeren over den socialen toestand het algemeen en den arbeider in het bijzonder. Op eenigen afstand zat J. A. T., 21 jaar, zonder beroep aldaar, die opmerkte „dat de arbei ders hier nog al lijdelijk waren, dan durfden ze in Frankrij k wat meer te doen, daar gooiden ze er bommen Eenige oogenblikken later zei hij„ik zal eerstdaags maar een moord doen", waarop de arbeider P d. Wal die dicht bij hem ge zeten was en ook niet tot het gezel schap behoorde zei„op mij toch niet „Neen, jou niet", antwoordde hij ,maar de oude Zandstra zal eraan". Weer iets later zei hij „ik moet even weg maar kom dadelijk terug". Hij ging toen naar den 74-jarigen C. Zandstra, na'onderwijl een tweeloops pistool met kruit en hagel geladen te hebben. Nadat hij tweemaal bij Zandstra had aangebeld, deed de oude man zelf open om te zien, wie nog zoo laat op den avond bij hem belde, en hij zag toen op korten af stand een hem onbekend jonkman, die zij „ik moet 25 hebben, anders ga je er aan". Zandstra'-antwoordde „dat geef ik je niet, want dat ben ik je niet schuldig"hij meende ech ter te zien dat de jon ,e man eene beweging met zijne hand maakte, waarom hij haastig de deur sloot en naar zijne woonkamer terugkeerde. Vóór hij zijne gewone zitplaats bij het raam weer ingenomen had hoor- de hij een schot en rinkelden de glazen (later bleek dat er vier hagels in het binnenblad zaten). Zandstra liep de deur uit om hulp te roepen bij zijnen buurman. Terwijl hij daar aanklopte, zei dezelfde jonge man tegen hem„als je klopt, dan schiet ik je neer", en de daad bij het woord vr>»nr£»nrIo o/>h^r»t. rlif» nprsoon OW De portefeuille voor Indie in het engel ^chen kabinet, welke door Mor- ley is geweigerd is nadat die aan Trowler was aangeboden door dezen aangenomen. Lord Rosebery heeft tegen Maandag a. s. eene vergadering van hoofden der liberale partij belegd waarbij Harcourt hem behulpzaam is. De hertog van Devonshire, aan voerder der liberale unionisten, te Yeovil het woord voerende, verklaarde dat zijne partij slechts eene gematigde oppositie zal voeren tegen Rosebery alleen op het stuk van Homerule zal hare oppositie onverzettelijk zijn. Overigens zullen de unionisten Lord Rosebery steunen bij financieele maat regelen en tot versterking van de marine. De commissie van rapporteurs uit den duitschen Rijksdag, die beraad slaagt over het duitsch-russisch han- delstractaat heeft het voorstel der conservatieven om het tractaat slechts voor een jaar gelijk vast te stellen, verworpen. Daarentegen is aangenomen art. 20 van het tractaat, bepalende den duur op tien jaar. De bekende zaak van generaal Kirchhoff, reeds Maandag in den duitschen Rijksdag breedvoerig be handeld, is Dinsdag weer te berde gebracht. Het Berliner Tageblatt heeft naar aanleiding der debatten over het gebeurde tot al de leden van den Rijksdag eene circulaire gericht, waarin het zich tegenover de beschul digingen van den minister van oorlog zoekt te rechtvaardigen. Hierop kwam deze minister Dinsdag in den Rijksdag nogmaals op die zaak terug. Hij handhaafde zijne zienswijze en wierp de circulaire van het Tageblatt in eengefrommeld op den grond, uit roepende „Ik bewonder maar het geduld van het papierwaarop de rechterzijde levendig applaudis seerde, hetgeen Bebel ironisch deed opmerken, dat het hem genoegen deed, hier weder den ouden militairen toon eens te hooren. De Voorzitter ver hinderde evenwel wat Bebel wel in den zin had: namelijk dat de zaak- Kirchhoff nu nogmaals op het tapijt werd gebracht. De overeenkomst tusschen Marok ko en Spanje is geteekend, zoodat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2