Ill PRAATJl
Haarlemschen Vischafslag.
BINNENLAND.
over dan
bij de viscb of eigenlijk geld vóórde
visch.
j Intusschen is de afslager voortge-
i gaana la, voor dien koop schol 12
stuivers, 11, 10, 9, 8J4 8. hier valt
j hij zich zelf in de rede met te zeg-
gen„we zullen doen keur van de
Hebt ge, Waarde lezer, wel eens heele reek", die er één neemt kan ze
een kijkje genomen, op dat gedeelte allemaal nemen, (dat wil zeggen dat
van de Groote Markt, waar in den hij die een koopje „mijnt" het recht
regel op de laatste dagen der week, heeft voor denzelfden prijs de daar-
(somtijds 's Woensdags nok) de pu- opvolgende te nemen) en begint dan
blieke verkoop plaats heeft van ver- weer met, a la voor dien koop 12,11,
sche zeevisch? Zoo niet, laat ik U er 10 enz. tot dat een man voor 4^ stui-
dan eens in gedachte heenleiden, in vers kooper is. „Hoeveel zegt de af-
de hoop, dat de indrukken, die i& er slager, de man, die blijkbaar een groot
zoo nu en dan opgedaan heb, bij U huishouden heeft, antwoordt„alle
een gunstig onthaal mogen vinden; drie." Zoo is 'tnet, doek er op," zegt
en ook dat ze eveneens door IJ zul- de afslager, „dat waren ook dure"
len worden opgemerkt, als Ge eens hiermede juist het tegenovergestelde
in persoon deze interessante plaats bedoelende omdat ze zoo goedkoop
bezoekt. gingen.
Bij de meeste publieke verkoopin- j „Daar hebben we weer een reek
gen wordt bij „opbod" verkochtde groote," gaat hij voort, „'t gaat weer
toewijzing geschiedt dan aan den met keur van de heele reek." Aan
hoogstbiedende. Hier echter nietde 2 stuivers gekomen, roepen 2 of 3
visch gaat hier bij „afslag"de ver- stemmen tegelijk „mijn". „Doek
kooper of afslager begint met de visch er op," hooren we weer zeggen. Een
voor een zekere som in te zetten, vrouw wil er spoedig haar mandje
gaat al minder en minder,tot een 1 op zetten, doch wordt er in verhin
der kooplustigen „mijnt", dat is „mijn" derd, door den afslager, welke zegt:
roept, en deze is dan kooper van dej „weg met die mand, die man daar
„En nou de allerlaatsten, hierzoo
Kees" met deze woorden, komt de
groote hoop schol, die daar straks
voor A.% stuivers opgehouden is, door
het raam weer te voorschijn, wordt
opnieuw afgeslagen en brengt nu, ze
ker omdat er niet meer is, een hal
ven stuiver meer op.
Daar er niets meer te verkoopen
valt zegt de afslager „afgeloopen is
'fchier," het eind lat wordt weggeno
men, het raam dicht geschoven en het
publiek verwijderd zich met de ge
kochte visch.*)
Over den afslag der fijne volgt
binnen een paar weken een tweede
stuk. B.
Naasting spoorwegen.
Dat door de Regeering onderhan
delingen gevoerd worden over de
naasting van de spoorwegen, kan het
U. D. stellig tegenspreken. Van der
gelijke onderhandelingen is volgens
het blad niets bekend.
visch.
Men kan dezen vischafslag in twee
met die
I is vóór," hoeveel blieft uer? twee
't antwoord. „Doek in'tmidden"
afdeelingen splitsen. Ten le de fijne (als iemand 2 koopjes begeert, moet
visch, welke behoorlijk op een tafel j mand of doek altijd tusschen de 2
gelegd en aldus afgeslagen wordt. koopjes in gelegd worden). De vrouw
Ten 2e de minder fijne en dus ook die ook gemijnd heeft, neemt stil-
goedkoopere visch, welke bij hoopjeszwijgend haar mandje weer op, doch
op straat gelegd, aldus afgeslagen en j kijkt knorrig omdat zij vermeen voor
aan den eerstmijnende toegewezente zijn. Op ongeveer dezelfde wijze
wordt. De fijne visch bestaat gewoon-j gaat de verkoop voort, tot er nog een
lijk uit kabeljaauw en schel visch viertal hoopjes op de straat li/gen.
('s winters) en tarbotten en tongen„Daar gaan de laatsten" hooren we
('s zomers). De goeakoopere visch be
staat bijna altijd uit schol of ander
klein soort visch.
zeggen. Nu weet echter iedereen, ten
minste ieder die eenige malen den
afslag bijgewoond heeft kan het we-
Alvorens U met den eigenlijken ten, dat het volstrekt nog niet de al
verkoop bezig te houden, wil ik U lerlaatsten zijn, want er zijn nog wel
even de twee personen voorstellen,
die de voornaamste rol in den afslag
te vervullen hebben, nl. de afslager,
tevens keurmeester van de vischmarkt,
met zijn knecht. De eerste, een
man ten volle berekend voor zijn zaak,
wel eens kort aangebonden, (al naar
dat het humeur staat, ook al een ge
volg van de meerdere of mindere
opbrengst der visch) maar toch voor
komend, wat niet altijd gemakkelijk
gaat, bij een publiek zoo gemengd
als hier, en daarbij slim om zijn
waar zoo hoog mogelijk aan den
man te brengen. De tweede, de
knecht, gewoonlijk gekleed in lange
zwarte jas, waarvan de zindelijkheid
door den gedurigen omgang met de
visch wel wat te wenschen overlaat,
heeft als teeken zijner waardigheid,
een lange stok in de hand om de
visch aan te wijzen, vandaar dat hij
ook wel eens „de aanwijzer" genoemd
wordt. Die stok is echter alleen in
't gebruik bij de visch op straat.
Laat ik nu trachten U den eigen
lijken verkoop of afslag te beschrij
ven; ik zal beginnen met de tweede
afdeeling nl. met de minder fijne
soort visch op de straat.
Het is ongeveer 12 uur in den
middag. Eenige manden schol, zoo
pas per spoor aangevoerd, worden,
op éen of twee na, het „vischhuisje"
binnen gedragen. De inhoud van die
een of twee manden wordt in] hoop
jes van 10, 15 of 20 schollen (al naar
gelang der grootte) op rijen van 4 op
straat uitgespreid. Middelerwijl heb
ben er zich reeds eenige kooplusti
gen omheen verzameld. Het zijn
meest huismoeders, deze met een
emmer, gene met een mandje, weer
een ander met een vischnetje; ook
mannen die, zoo pas van hun werk
gekomen, voor de vrouw een koopje
visch mêe willen brengen ontbreken
niet.
Als er voldoende volk omheen staat,
wapent Kees (zoo heet de aanwijzer)
Posterijen, en telegrafie.
Het hulpkantoor der posterijen te
Ter-Apel zal met ingang van 1 April
e. k., worden vervangen door een
postkantoor.
Het kantoor te Oorschot is mede
voor den dienst der telegrafische
postwissels opengesteld.
Verplaatst worden met 1 Aprilde
commies der telegrafie le klasse C.
A* Spruyt, van Amersfoort naar Nij
megen de commies der telegrafie 2e
klasse W. R. J. Hackfoort, van Nij
megen naar Leiden.
misschien 12 of 15 manden binnen,
die achtereenvolgens afgeslagen zullen
worden. Onze meening i^ dan ook de
juiste, want telkenmale als het laat
ste hoopje van een mand verkocht
is (met den uitroep „daar gaan de
laatsten") volgt er direct op: „we
krijgen nog éen mand schol."
Door den tamelijk grooten aanvoer,
beginnen langzamerhand de prijzen
te dalen, natuurlijk niet naar den
zin van den ver kooper. Men hoort
dan ook vaak uitdrukkingen van hem
als,,'t is nog te duur menschen,
straks vóór de markt goedkooper"*)
of „weggeven mag ik ze niet, ais er
soms menschen op staan te wachten"
(hierbij een bizonderen nadruk op het
woordje als leggende) of „ze worden
thuis bezorgd ook, die 't verlangt
moet het maar zeggen."
Eindelijk is op één na de laatste
mand aan den man gebracht, en met
het gezegde„de laatste mand schol
hebben we hier, er is hier niet meer,"
wordt de inhoud op de straat uitge
spreid. Nu kunnen we er dan ook
van overtuigd wezen dat er werkelijk
niet meer is, maar in de hoop dat
de visch hierdoor wat meer mag op
brengen, worden we er ieder oogen-
blik aan herinnerd met de woorden
„de- kt er wel om menschen, het zijn
de laatsten."
Weer begint het afslaan op de be
schreven wijze, tot dat er een groote
koop aan de beurt is. „Dat is een
groote koop, menschen," zegt hij, en
vervolgt dan „a la voor dien grooten
koop schol 12 stuivers 11, 10, 9.
maar zonder stoornis zal het dezen
keer niet afloopen, want een juf
frouw die pas betaald heeft, loopt
dwars door de visch heen om de hare
De kieswet.
Over het verrassende resultaat van
Vrijdag schrijft de N. R. Ct. het
volgende
Het resultaat heeft ons verrast. Na
den loop, dien de zaken genomen
hadden, werd deze houding der re
geering niet verwacht. De minister
van binnenlandsche zaken had toch,
volgens het in ons blad van Don
derdag opgenomen Kamerverslag, om
trent het amendement-De Meijier in
zijn tweeden vorm opgemerkt, dat,
indien de heer De Meijier het amen
dement eenigermate aannemelijk
wilde maken voor de regeering, hij
althans moest beginnen den band
met de personeele belasting daaruit
los te maken. Aan dien wenk had
de heer De Meijier voldaan.
Over het amendement in dezen
laatsten vorm, waarin het later aan
de stemming werd onderworpen, had
de minister, volgens het Kamerver
slag, gezegd, dat, zooals het amende
ment thans nog luidde, de minister
de Kamer niet kon aanraden het aan
te nemen. Van een onaannemelijk
verklaren, van een sterk afraden zelfs
is geen sprake geweest. Zoo was ook
blijkbaar de indruk van den heer De
Meijier zeiven, die immers vroeger
reeds verklaard had het amendement
te zullen intrekken, als de regeering
het onaannemelijk verklaarde. Woor
delijk luiden de hierop betrekking
hebbende woorden in zijne rede van
Dinsdag 6 Maart aldus
„Mijne bedoeling is deze, en ik
wensch dit met nadruk te zeggenen
aan de regeering te verklarenIk
kom met dit amendement niet aan
om het te doen dienen als eene „ma
chine de guerre", doch als eene „ma
chine de paix". Indien de regeering
morgen overtuigd mocht zijn, dat zij
het amendement principieel niet kan
aanvaarden, dan zal mij niets aan-
April, in dienst zal worden gesteld.
Bij den proeftocht moet het slecht
voldaan hebben, men spreekt van
een 10& mijls-vaart in plaats van een
16-mijls, welke was voorgeschreven,
en al mocht nu in dit opzicht de
bodem iets verbeterd zijn, geheel zal
dit gebrek wel niet overwonnen wor
den, daar het schip ongeveer 15 c.m.
dieper gaat dan berekend was.
Indien de machine het gecontrac
teerde getal paardenkrachten heeft
geleverd, dan heeft de fabrikant
daarvan aan zijn plicht voldaan. Is
dit het geval geweest wat mij on
bekend is_dan schuilt de schuld
van de geringe vaart bij onzen scheeps
bouwmeester. De plannenmaker van
dit schip ligt echter nu reeds op het
kerkhof. Voor enkel lichte vuur
monden zijn bij dit schip halve torens
buiten de zijden uitgebouwd, welke
uitbouwingen evenwel eerst konden
worden aangebracht, nadat het schip
de Oosterdoksluis gepasseerd was,
aangezien het met die uitbouwsels te
breed voor de deuropening van die
sluis is. Het eerste wat de hoofd
ingenieur te Amsterdam na de door
vaart aan de K. W. d. N. liggende
aan de Handelskade, liet verrichten,
was het aanklinken van die halve
torens, om te voorkomen dat het
schip weder door een tegenbevel op
de werf zoude terugkeeren. Hij hoopte
het vaartuig nimmer terug te zien.
Doch er zijn nog belangrijker ge
breken aan dit vaartuig eigen.
Het is bestemd dienst te doen bij
het auxiliair eskader in N.-L, en ook
met het oog op dien dienst is het
plan ontworpen. Daarom was in dat
plan aangenomen de beschieting van
teak-hout te maken. En nu het schip
gereed is, blijkt dat in plaats van
teak- voor de binnenbetimmering
greenen-hout is gebruikt. Wat dit
beteekent, kan worden nagegaan,
wanneer men bedenkt dat de Koning
der Nederlanden in Indië evenzeer
met greenenhout was afgetimmerd,
en dat tengevolge van de verwoes
tingen door de witte mieren daar aan
boord aangericht, eerst zeer kostbare
voorzieningen moesten worden ge
troffen, om te eindigen met eenege-
heele nieuwe beschieting met teak-
of djati-hout. Ik durf niet te zeggen
hoeveel ton zuiver gerekend die grap
gekost heeftEn nu de Wilhelmina
dito. Zeker een geval van herediteit I
Nog een grooter gebrek heeft echter
dc K. W. d. N. Het schip ia van ijzer
en staal met een koperen buitenhuid.
zich met zijn stok, en de afslager be- j ders maar niet hier, 't is eetbare waar
geeft zich naar binnen met de woor-dat er op den grond ligt," Deze woor
den „We gaan beginnen." j den zijn gericht tot een werkman
Het raam van zijn kantoortje ofdie zoo onvoorzichtig geweest is, een
kamertje wordt opengeschoven, een fiinken straal donker gekleurd tabaks-
op te nemen. Met een toornig gebaargenamer zïjn> dan dat zij dit ronduit
wijst Kees haar terug zeggende„om verkkire' verklaart zij het voor
loopen asje blieft niet door de visch onaan1nei?ellJk' dan zal ik, mettegen-
heen." Weer hooren we zeggen „12 staande het verlies aan papier voor
stuivers 11, 10, 9. „Zeg als ie;ket nJk do°r het d?en drukken van
spugen wil, doe het dan ergens an-he* .amendement, het terstond
een dergelijk verzoek gekomen tot
mr. L. W. van Gigh, terwijl ook
Krausse zich heeft uitgelaten, dat
ook hij gaarne door dezen raadsman
zou worden bijgestaan.
De familie van Rempt heeft zich
met denzelfden wensch gewend tot
mr. Ed. Lankhout.
Al deze heeren hebben echter te
kennen gegeven, dat zij vooralsnog
ongeneigd zijn een besluit te nemen
maar wenschen te wachten totdat dé
instructie der zaak gesloten zal zijn
en zij volledig kennis zullen genomen
hebben van het gehouden onderzoek.
De inbraak-verzekering.
Dezer dagen is te Amsterdam on
der den naam van Verzekering-Maat
schappij „Mercurius" eene naamlooze
vennootschap opgericht, welke zich
ten doel stelt het verzekeren tegen
verlies van of schade aan eigen
dommen, te lijden door inbraak met
of zonder diefstal.
Het maatschappelijk kapitaal ad
f500.000 is geheel geplaatst. Als com
missarissen treden op de heerenH.
C. Veltman Jr., P. C. C. Hansen, C.
Th. Koopman, allen te Amsterdam,
mr. J. B. Sölner te Zutfen en P. C.
Huijser te 's Gravenhage. Directeuren
zijn de heerenH. Hansen en mr.
J. Verschuijl.
Art. 1 luidt: „Met inbraak wordt
gelijkgesteld het zich toegang ver
schaffen door middel van valsche
sleutels."
Vooral voor hen, die hun huis, in
dien ook slechts gedurende één dag,
onbewoond laten, of die goederen in
onbewoonde magazijnen of pakhui
zen hebben, is het veel waard, dat
zij zich tegen schade, te lijden door
diefstal of vernieling, kunnen ver
zekeren.
Sedert 1885 zijn in Engeland ver
scheidene dergelijke maatschappijen
opgericht, die zich in eene groote
deelname mogen verheugen. Om
streeks 1850 is ook hier te lande be
proefd eene ^dergelijke verzekering
maatschappij op te richten, doch is
de koninklijke goedkeuring onder
vijf achtereenvolgende ministeries ge
weigerd, uithoofde, dat het politie
toezicht verzwakken zou en nalatig
heid bij het publiek bevorderd zou
worden.
De verzekering-maatschappij „Mer
curius" heeft speciale polissen, welke
voor fl.50 verkrijgbaar zijn voor
eigena irs van huizen, en welke het
recht geven op volle vergoeding van
En deze buitenhuid is op dezelfde de gc£ad d£ zij §euren® yen.
manier aangebracht als by de Java, K of an'der,zinJs Uuen bij inbraak,
welk zooveel kleiner schip nu reeds L, een maxiulumJvan f£oo._ per
reparatiekosten daaraan heeft van pi. i-
m. 25 pCt. der kosten van aanbouw.
Deskundigen schatten den levensduur
van de K. W. d. N. op zes hoogstens
8 jaren. Al ware zelfs de bevestiging
der koperen buitenhuid geschied op
de wijze als bij de Johan Willem
Frisodan zoude daardoor toch de
gedeeltelijke vernieling van den romp
niet voorkomen zijn, daar ook de
Friso reeds erg boutziek is en men
dezen bodem niet naar Indië wilde
zenden, waartoe eerst plan bestond,
doch waarvoor de de Ruyter werd
aangewezen.
De zee-officier Tweede Kamerlid
Land, bezocht eenige maanden gele
den op de werf te Amsterdam de
Wilhelminadoch heeft naar deze
hoofdpunten niet gezien.
De minister moet in een schrijven
verklaard hebben niet te kunnen be
grijpen of nagaan, hoe het er toe ge
komen is dat de beschieting van
greenenhout is genomen (Z. E. was
toen chef van het materieël.)
trekken. Ik wensch het op geen en
kelen grond te gebruiken als eene
„machine de guerre"".
Waar wij dus op grond van dit
een en ander niet konden vermoeden,
dat de houding der regeering zou
zijn gelijk zij geweest is, en zelfs in
het niet onaannemelijk verklaren van
het amendement-De Meijier een blijk
van de geneigdheid tot gemeen over
leg van de zijde van den minister
van binnenlandsche zaken meenden
te mogen zien, daar is onze verras
sing zeer begrijpelijk.
Onze indruk is echter een indruk
niet van verrassing alleen. Diep be-
vawva uv,u xatviax aauvai ui treuren WÜ het dat het groote werk
een emmer, een mandje, vischnetje of j zijn kamertje zet. Hierna gaan eenige der kiesrechthervorming, dat goede
eind lat wordt er onder gezet, want
er zijn klaarblijkelijk geen tegenwich
ten in en de man komt halver
wege in eenigzins gebogen houding
uit het raam kijken.
A la begint hij voor dien koop
sehol 12 stuivers, 11, 10, 9, 8, 1% 7,
sap op den grond dicht bij de visch
te spuwen. Of de afslager nu uit zijn
humeur geraakt is door deze stoor
nissen, weet ik niet, maar, opnieuw
begonnen zijnde, en aan de 41/« stui
vers gekomen, zonder dat iemand
nog zijn „mond open gedaan" heeft,
6 en een half (dat 6 wordt altijd i „wil niemand ze hebben nou
veel langzamer uitgesproken dan de gooit ze dan maar weer in de mand."
andere sommen) 6, 5%, 5 „mijn" j Kees raapt ze op, doet ze in de
roept een vrouw, „doek er op,".mand en geeft ze zijn patroon over,
zegt de afslager, en ofschoon de vrouwdie ze door het raam aanvat en in
Tot toelichting kan wellicht nog
dienen, dat enkele van onze klei
nere binnenlandschebrand-assuran tie-
maatschappijen de inbraak-verzeke
ring reeds sedert eenigen tijd opna
men. Zij behandelen echter de nieuwe
branche meer als bijzaak en zijn er
ook niet zoo goed op ingericht als
de nu speciaal daarvoor opgerichte
maatschappij.
koopjes ongestoord hun gang, tot er
nog twee op straat liggen. „Daar
een tasch bij zich heeft, brengt dit
volstrekt geen verandering in des af
slagers gewoonte, om altijd bij de
toewijzing „doek er op" te zeggen.
De vrouw die voor 5 stuivers eige
nares is geworden van het koopje
schol, gaat naar binnen om te beta-j leg ze bij mekaar." Kees strijkt ze bij
len. Voor iederen koop wordt 2 cents elkander en aan de 4% gekomen, is
opgeld geheven zoodat ze 27 cents eene vrouw, die al een tijd lang op
moet geven. De echtgenoote van den1 een goedkoop zoodje gewacht heeft,
afslager, eene welgedane corpu- er de koopster van.
i kans scheen
zullen
te hebben, eindelijk te
door gemeen overleg
Valsche bankbiljetten.
Naar wij vernemen, zullen de ma
chinerieën, gereedschappen, chemica
liën, ameublementen, alsmede eene
partij papiersoorten, afkomstig van
het zincographisch en photographisch
atelier van Krausse, ten voordeele
der diverse crediteuren op 15 dezer
in het pakhuis „De Tijger," Krorn-
boomsloot No. 63, ten overstaan van
den deurwaarder. D. H. van der Poll
publiek verkocht worden. Met onder
ling goedvinden der crediteuren is
het allernoodzakelijkste huisraad af
gestaan aan de echtgenoote van Kraus
se, die in hoogst benarde omstandig
heden verkeert.
Naar wij verder vernemen, is slechts
éen pers en een gedeelte van het pa
pier, waarmede de valsche bankbil
jetten vervaardigd werden, door de
justitie in beslag genomen, om voor
het onderzoek te dienen. Hbld.
Een verrukkelijke vergissing
Als de meeste bladen, had ook het
Dbl. v. Ned. den draak gestoken met
den draak Jean Dar lot. Het had dit
gedaan in den vorm van een „onge-
geluksberichtje" „In de Amstelstraat
te Amsterdam had Zaterdag een treu
rig ongeluk plaats uit de vierde ver
dieping van een huis viel een jonge
vrouw"enz.
Daar men in ons bezadigd vader
land nooit te omzichtig kan zijn bij
het plegen van ironie, had de ver
slaggever aan het eind van het „be-
richie" gezegd„Bij onderzoek bleek
de man Jean Darlot te heeten en per
ongeluk uit Frankrijk geïmporteerd
te zijn; de Raad van Beheer van het
Nederlandsch Tooneel moet aan deze
gebeurtenis niet vreemd wezen".
Bovendien stond het bericht inde
rubriek Letteren en Kunst. Niette
min heeft een der provinciale bladen
er een echt ongeluksbericht in gezien,
er de laatste regels afgeknipt, en het
in de rubriek „allerlei" tusschen an
dere Jobstijdingen overgedrukt
gaan de laatsten, die er" één neemt regeering en Kamer, thans schip-
kan de andere ook nemen," 12 stui-l br®uk 1Sed' V,00,r het oogenblik be
vers 11, 10, 9, 8, Th 7, 6 én een half Palen ™Jj °°8 „tot het weergeven van
6, b% 5, 4X, 4, 3J4niemand onien >ndruk."
lente dame, neemt het geld in ont
vangst. Heeft de vrouw haar 27 cents
betaald, dan eerst mag ze haar koopje
visch opnemen. T
Vóór de eigenlijke vischmarkt
wordt ook goedkoope visch verkocht
t Is met recht geld doch niet bij
De „Koningin Wilhelmina der
Nederlanden."
Een der Haagsche correspondenten
van de Amst. schrijft:
In Marine-kringen is men niet best
te spreken over de Koningin Wilhel
mina der Nederlandenhe
schip, dat eerstdaags, ik
Men meldt nog uit Amsterdam
Enkele advocaten hier ter stede
zijn door familieleden van sommige
der verdachten in de zaak der val
sche bankbiljetten aangezocht om
in geval van verwijzing naar de open
bare terechtzitting, als verdediger op
te treden.
Zoo is van de zijde van juffrouw
Toubaerts een poging aangewend om
zich te verzekeren van de verdediging
nieuwe'van mr. Rud. B. Benjamins,
meen 171 Van de zijde van R. R. Thum is
Een woeste koe.
Donderdag bracht een woest gewor
den koe de buurt van de Steen straat,
Driekoningenstraat, Hertogstraat enz.
te Arnhem in schrik en ontsteltenis.
Het dier had reeds een paar groen-
tenkarren, menschen en ezels omver-
gerend en moest worden afgemaakt.
Maar hoe? Een politieagent waagde
er zijn sabel aan, zeer moedig maar
niet doelmatig. De koe stiet in de
sabel maar te gelijk den agent omver.
Een jager vroeg om een geweer, waar
uit hij bijna niet durfde schieten, uit
vrees de menschen en kinderen te
raken, die als dollen nu eens hier
heen en dan daarheen holden, al naar
de bewegingen van de koe. Eindelijk
trof een derde schot het dier in het
oog; het viel dood neer met stroo
men bloeds de straatsteenen en de
kleederen van zijn moordenaar ver
vende.