Ill PRAATJl Haarlemschen Vischafslag. BINNENLAND. over dan bij de viscb of eigenlijk geld vóórde visch. j Intusschen is de afslager voortge- i gaana la, voor dien koop schol 12 stuivers, 11, 10, 9, 8J4 8. hier valt j hij zich zelf in de rede met te zeg- gen„we zullen doen keur van de Hebt ge, Waarde lezer, wel eens heele reek", die er één neemt kan ze een kijkje genomen, op dat gedeelte allemaal nemen, (dat wil zeggen dat van de Groote Markt, waar in den hij die een koopje „mijnt" het recht regel op de laatste dagen der week, heeft voor denzelfden prijs de daar- (somtijds 's Woensdags nok) de pu- opvolgende te nemen) en begint dan blieke verkoop plaats heeft van ver- weer met, a la voor dien koop 12,11, sche zeevisch? Zoo niet, laat ik U er 10 enz. tot dat een man voor 4^ stui- dan eens in gedachte heenleiden, in vers kooper is. „Hoeveel zegt de af- de hoop, dat de indrukken, die i& er slager, de man, die blijkbaar een groot zoo nu en dan opgedaan heb, bij U huishouden heeft, antwoordt„alle een gunstig onthaal mogen vinden; drie." Zoo is 'tnet, doek er op," zegt en ook dat ze eveneens door IJ zul- de afslager, „dat waren ook dure" len worden opgemerkt, als Ge eens hiermede juist het tegenovergestelde in persoon deze interessante plaats bedoelende omdat ze zoo goedkoop bezoekt. gingen. Bij de meeste publieke verkoopin- j „Daar hebben we weer een reek gen wordt bij „opbod" verkochtde groote," gaat hij voort, „'t gaat weer toewijzing geschiedt dan aan den met keur van de heele reek." Aan hoogstbiedende. Hier echter nietde 2 stuivers gekomen, roepen 2 of 3 visch gaat hier bij „afslag"de ver- stemmen tegelijk „mijn". „Doek kooper of afslager begint met de visch er op," hooren we weer zeggen. Een voor een zekere som in te zetten, vrouw wil er spoedig haar mandje gaat al minder en minder,tot een 1 op zetten, doch wordt er in verhin der kooplustigen „mijnt", dat is „mijn" derd, door den afslager, welke zegt: roept, en deze is dan kooper van dej „weg met die mand, die man daar „En nou de allerlaatsten, hierzoo Kees" met deze woorden, komt de groote hoop schol, die daar straks voor A.% stuivers opgehouden is, door het raam weer te voorschijn, wordt opnieuw afgeslagen en brengt nu, ze ker omdat er niet meer is, een hal ven stuiver meer op. Daar er niets meer te verkoopen valt zegt de afslager „afgeloopen is 'fchier," het eind lat wordt weggeno men, het raam dicht geschoven en het publiek verwijderd zich met de ge kochte visch.*) Over den afslag der fijne volgt binnen een paar weken een tweede stuk. B. Naasting spoorwegen. Dat door de Regeering onderhan delingen gevoerd worden over de naasting van de spoorwegen, kan het U. D. stellig tegenspreken. Van der gelijke onderhandelingen is volgens het blad niets bekend. visch. Men kan dezen vischafslag in twee met die I is vóór," hoeveel blieft uer? twee 't antwoord. „Doek in'tmidden" afdeelingen splitsen. Ten le de fijne (als iemand 2 koopjes begeert, moet visch, welke behoorlijk op een tafel j mand of doek altijd tusschen de 2 gelegd en aldus afgeslagen wordt. koopjes in gelegd worden). De vrouw Ten 2e de minder fijne en dus ook die ook gemijnd heeft, neemt stil- goedkoopere visch, welke bij hoopjeszwijgend haar mandje weer op, doch op straat gelegd, aldus afgeslagen en j kijkt knorrig omdat zij vermeen voor aan den eerstmijnende toegewezente zijn. Op ongeveer dezelfde wijze wordt. De fijne visch bestaat gewoon-j gaat de verkoop voort, tot er nog een lijk uit kabeljaauw en schel visch viertal hoopjes op de straat li/gen. ('s winters) en tarbotten en tongen„Daar gaan de laatsten" hooren we ('s zomers). De goeakoopere visch be staat bijna altijd uit schol of ander klein soort visch. zeggen. Nu weet echter iedereen, ten minste ieder die eenige malen den afslag bijgewoond heeft kan het we- Alvorens U met den eigenlijken ten, dat het volstrekt nog niet de al verkoop bezig te houden, wil ik U lerlaatsten zijn, want er zijn nog wel even de twee personen voorstellen, die de voornaamste rol in den afslag te vervullen hebben, nl. de afslager, tevens keurmeester van de vischmarkt, met zijn knecht. De eerste, een man ten volle berekend voor zijn zaak, wel eens kort aangebonden, (al naar dat het humeur staat, ook al een ge volg van de meerdere of mindere opbrengst der visch) maar toch voor komend, wat niet altijd gemakkelijk gaat, bij een publiek zoo gemengd als hier, en daarbij slim om zijn waar zoo hoog mogelijk aan den man te brengen. De tweede, de knecht, gewoonlijk gekleed in lange zwarte jas, waarvan de zindelijkheid door den gedurigen omgang met de visch wel wat te wenschen overlaat, heeft als teeken zijner waardigheid, een lange stok in de hand om de visch aan te wijzen, vandaar dat hij ook wel eens „de aanwijzer" genoemd wordt. Die stok is echter alleen in 't gebruik bij de visch op straat. Laat ik nu trachten U den eigen lijken verkoop of afslag te beschrij ven; ik zal beginnen met de tweede afdeeling nl. met de minder fijne soort visch op de straat. Het is ongeveer 12 uur in den middag. Eenige manden schol, zoo pas per spoor aangevoerd, worden, op éen of twee na, het „vischhuisje" binnen gedragen. De inhoud van die een of twee manden wordt in] hoop jes van 10, 15 of 20 schollen (al naar gelang der grootte) op rijen van 4 op straat uitgespreid. Middelerwijl heb ben er zich reeds eenige kooplusti gen omheen verzameld. Het zijn meest huismoeders, deze met een emmer, gene met een mandje, weer een ander met een vischnetje; ook mannen die, zoo pas van hun werk gekomen, voor de vrouw een koopje visch mêe willen brengen ontbreken niet. Als er voldoende volk omheen staat, wapent Kees (zoo heet de aanwijzer) Posterijen, en telegrafie. Het hulpkantoor der posterijen te Ter-Apel zal met ingang van 1 April e. k., worden vervangen door een postkantoor. Het kantoor te Oorschot is mede voor den dienst der telegrafische postwissels opengesteld. Verplaatst worden met 1 Aprilde commies der telegrafie le klasse C. A* Spruyt, van Amersfoort naar Nij megen de commies der telegrafie 2e klasse W. R. J. Hackfoort, van Nij megen naar Leiden. misschien 12 of 15 manden binnen, die achtereenvolgens afgeslagen zullen worden. Onze meening i^ dan ook de juiste, want telkenmale als het laat ste hoopje van een mand verkocht is (met den uitroep „daar gaan de laatsten") volgt er direct op: „we krijgen nog éen mand schol." Door den tamelijk grooten aanvoer, beginnen langzamerhand de prijzen te dalen, natuurlijk niet naar den zin van den ver kooper. Men hoort dan ook vaak uitdrukkingen van hem als,,'t is nog te duur menschen, straks vóór de markt goedkooper"*) of „weggeven mag ik ze niet, ais er soms menschen op staan te wachten" (hierbij een bizonderen nadruk op het woordje als leggende) of „ze worden thuis bezorgd ook, die 't verlangt moet het maar zeggen." Eindelijk is op één na de laatste mand aan den man gebracht, en met het gezegde„de laatste mand schol hebben we hier, er is hier niet meer," wordt de inhoud op de straat uitge spreid. Nu kunnen we er dan ook van overtuigd wezen dat er werkelijk niet meer is, maar in de hoop dat de visch hierdoor wat meer mag op brengen, worden we er ieder oogen- blik aan herinnerd met de woorden „de- kt er wel om menschen, het zijn de laatsten." Weer begint het afslaan op de be schreven wijze, tot dat er een groote koop aan de beurt is. „Dat is een groote koop, menschen," zegt hij, en vervolgt dan „a la voor dien grooten koop schol 12 stuivers 11, 10, 9. maar zonder stoornis zal het dezen keer niet afloopen, want een juf frouw die pas betaald heeft, loopt dwars door de visch heen om de hare De kieswet. Over het verrassende resultaat van Vrijdag schrijft de N. R. Ct. het volgende Het resultaat heeft ons verrast. Na den loop, dien de zaken genomen hadden, werd deze houding der re geering niet verwacht. De minister van binnenlandsche zaken had toch, volgens het in ons blad van Don derdag opgenomen Kamerverslag, om trent het amendement-De Meijier in zijn tweeden vorm opgemerkt, dat, indien de heer De Meijier het amen dement eenigermate aannemelijk wilde maken voor de regeering, hij althans moest beginnen den band met de personeele belasting daaruit los te maken. Aan dien wenk had de heer De Meijier voldaan. Over het amendement in dezen laatsten vorm, waarin het later aan de stemming werd onderworpen, had de minister, volgens het Kamerver slag, gezegd, dat, zooals het amende ment thans nog luidde, de minister de Kamer niet kon aanraden het aan te nemen. Van een onaannemelijk verklaren, van een sterk afraden zelfs is geen sprake geweest. Zoo was ook blijkbaar de indruk van den heer De Meijier zeiven, die immers vroeger reeds verklaard had het amendement te zullen intrekken, als de regeering het onaannemelijk verklaarde. Woor delijk luiden de hierop betrekking hebbende woorden in zijne rede van Dinsdag 6 Maart aldus „Mijne bedoeling is deze, en ik wensch dit met nadruk te zeggenen aan de regeering te verklarenIk kom met dit amendement niet aan om het te doen dienen als eene „ma chine de guerre", doch als eene „ma chine de paix". Indien de regeering morgen overtuigd mocht zijn, dat zij het amendement principieel niet kan aanvaarden, dan zal mij niets aan- April, in dienst zal worden gesteld. Bij den proeftocht moet het slecht voldaan hebben, men spreekt van een 10& mijls-vaart in plaats van een 16-mijls, welke was voorgeschreven, en al mocht nu in dit opzicht de bodem iets verbeterd zijn, geheel zal dit gebrek wel niet overwonnen wor den, daar het schip ongeveer 15 c.m. dieper gaat dan berekend was. Indien de machine het gecontrac teerde getal paardenkrachten heeft geleverd, dan heeft de fabrikant daarvan aan zijn plicht voldaan. Is dit het geval geweest wat mij on bekend is_dan schuilt de schuld van de geringe vaart bij onzen scheeps bouwmeester. De plannenmaker van dit schip ligt echter nu reeds op het kerkhof. Voor enkel lichte vuur monden zijn bij dit schip halve torens buiten de zijden uitgebouwd, welke uitbouwingen evenwel eerst konden worden aangebracht, nadat het schip de Oosterdoksluis gepasseerd was, aangezien het met die uitbouwsels te breed voor de deuropening van die sluis is. Het eerste wat de hoofd ingenieur te Amsterdam na de door vaart aan de K. W. d. N. liggende aan de Handelskade, liet verrichten, was het aanklinken van die halve torens, om te voorkomen dat het schip weder door een tegenbevel op de werf zoude terugkeeren. Hij hoopte het vaartuig nimmer terug te zien. Doch er zijn nog belangrijker ge breken aan dit vaartuig eigen. Het is bestemd dienst te doen bij het auxiliair eskader in N.-L, en ook met het oog op dien dienst is het plan ontworpen. Daarom was in dat plan aangenomen de beschieting van teak-hout te maken. En nu het schip gereed is, blijkt dat in plaats van teak- voor de binnenbetimmering greenen-hout is gebruikt. Wat dit beteekent, kan worden nagegaan, wanneer men bedenkt dat de Koning der Nederlanden in Indië evenzeer met greenenhout was afgetimmerd, en dat tengevolge van de verwoes tingen door de witte mieren daar aan boord aangericht, eerst zeer kostbare voorzieningen moesten worden ge troffen, om te eindigen met eenege- heele nieuwe beschieting met teak- of djati-hout. Ik durf niet te zeggen hoeveel ton zuiver gerekend die grap gekost heeftEn nu de Wilhelmina dito. Zeker een geval van herediteit I Nog een grooter gebrek heeft echter dc K. W. d. N. Het schip ia van ijzer en staal met een koperen buitenhuid. zich met zijn stok, en de afslager be- j ders maar niet hier, 't is eetbare waar geeft zich naar binnen met de woor-dat er op den grond ligt," Deze woor den „We gaan beginnen." j den zijn gericht tot een werkman Het raam van zijn kantoortje ofdie zoo onvoorzichtig geweest is, een kamertje wordt opengeschoven, een fiinken straal donker gekleurd tabaks- op te nemen. Met een toornig gebaargenamer zïjn> dan dat zij dit ronduit wijst Kees haar terug zeggende„om verkkire' verklaart zij het voor loopen asje blieft niet door de visch onaan1nei?ellJk' dan zal ik, mettegen- heen." Weer hooren we zeggen „12 staande het verlies aan papier voor stuivers 11, 10, 9. „Zeg als ie;ket nJk do°r het d?en drukken van spugen wil, doe het dan ergens an-he* .amendement, het terstond een dergelijk verzoek gekomen tot mr. L. W. van Gigh, terwijl ook Krausse zich heeft uitgelaten, dat ook hij gaarne door dezen raadsman zou worden bijgestaan. De familie van Rempt heeft zich met denzelfden wensch gewend tot mr. Ed. Lankhout. Al deze heeren hebben echter te kennen gegeven, dat zij vooralsnog ongeneigd zijn een besluit te nemen maar wenschen te wachten totdat dé instructie der zaak gesloten zal zijn en zij volledig kennis zullen genomen hebben van het gehouden onderzoek. De inbraak-verzekering. Dezer dagen is te Amsterdam on der den naam van Verzekering-Maat schappij „Mercurius" eene naamlooze vennootschap opgericht, welke zich ten doel stelt het verzekeren tegen verlies van of schade aan eigen dommen, te lijden door inbraak met of zonder diefstal. Het maatschappelijk kapitaal ad f500.000 is geheel geplaatst. Als com missarissen treden op de heerenH. C. Veltman Jr., P. C. C. Hansen, C. Th. Koopman, allen te Amsterdam, mr. J. B. Sölner te Zutfen en P. C. Huijser te 's Gravenhage. Directeuren zijn de heerenH. Hansen en mr. J. Verschuijl. Art. 1 luidt: „Met inbraak wordt gelijkgesteld het zich toegang ver schaffen door middel van valsche sleutels." Vooral voor hen, die hun huis, in dien ook slechts gedurende één dag, onbewoond laten, of die goederen in onbewoonde magazijnen of pakhui zen hebben, is het veel waard, dat zij zich tegen schade, te lijden door diefstal of vernieling, kunnen ver zekeren. Sedert 1885 zijn in Engeland ver scheidene dergelijke maatschappijen opgericht, die zich in eene groote deelname mogen verheugen. Om streeks 1850 is ook hier te lande be proefd eene ^dergelijke verzekering maatschappij op te richten, doch is de koninklijke goedkeuring onder vijf achtereenvolgende ministeries ge weigerd, uithoofde, dat het politie toezicht verzwakken zou en nalatig heid bij het publiek bevorderd zou worden. De verzekering-maatschappij „Mer curius" heeft speciale polissen, welke voor fl.50 verkrijgbaar zijn voor eigena irs van huizen, en welke het recht geven op volle vergoeding van En deze buitenhuid is op dezelfde de gc£ad d£ zij §euren® yen. manier aangebracht als by de Java, K of an'der,zinJs Uuen bij inbraak, welk zooveel kleiner schip nu reeds L, een maxiulumJvan f£oo._ per reparatiekosten daaraan heeft van pi. i- m. 25 pCt. der kosten van aanbouw. Deskundigen schatten den levensduur van de K. W. d. N. op zes hoogstens 8 jaren. Al ware zelfs de bevestiging der koperen buitenhuid geschied op de wijze als bij de Johan Willem Frisodan zoude daardoor toch de gedeeltelijke vernieling van den romp niet voorkomen zijn, daar ook de Friso reeds erg boutziek is en men dezen bodem niet naar Indië wilde zenden, waartoe eerst plan bestond, doch waarvoor de de Ruyter werd aangewezen. De zee-officier Tweede Kamerlid Land, bezocht eenige maanden gele den op de werf te Amsterdam de Wilhelminadoch heeft naar deze hoofdpunten niet gezien. De minister moet in een schrijven verklaard hebben niet te kunnen be grijpen of nagaan, hoe het er toe ge komen is dat de beschieting van greenenhout is genomen (Z. E. was toen chef van het materieël.) trekken. Ik wensch het op geen en kelen grond te gebruiken als eene „machine de guerre"". Waar wij dus op grond van dit een en ander niet konden vermoeden, dat de houding der regeering zou zijn gelijk zij geweest is, en zelfs in het niet onaannemelijk verklaren van het amendement-De Meijier een blijk van de geneigdheid tot gemeen over leg van de zijde van den minister van binnenlandsche zaken meenden te mogen zien, daar is onze verras sing zeer begrijpelijk. Onze indruk is echter een indruk niet van verrassing alleen. Diep be- vawva uv,u xatviax aauvai ui treuren WÜ het dat het groote werk een emmer, een mandje, vischnetje of j zijn kamertje zet. Hierna gaan eenige der kiesrechthervorming, dat goede eind lat wordt er onder gezet, want er zijn klaarblijkelijk geen tegenwich ten in en de man komt halver wege in eenigzins gebogen houding uit het raam kijken. A la begint hij voor dien koop sehol 12 stuivers, 11, 10, 9, 8, 1% 7, sap op den grond dicht bij de visch te spuwen. Of de afslager nu uit zijn humeur geraakt is door deze stoor nissen, weet ik niet, maar, opnieuw begonnen zijnde, en aan de 41/« stui vers gekomen, zonder dat iemand nog zijn „mond open gedaan" heeft, 6 en een half (dat 6 wordt altijd i „wil niemand ze hebben nou veel langzamer uitgesproken dan de gooit ze dan maar weer in de mand." andere sommen) 6, 5%, 5 „mijn" j Kees raapt ze op, doet ze in de roept een vrouw, „doek er op,".mand en geeft ze zijn patroon over, zegt de afslager, en ofschoon de vrouwdie ze door het raam aanvat en in Tot toelichting kan wellicht nog dienen, dat enkele van onze klei nere binnenlandschebrand-assuran tie- maatschappijen de inbraak-verzeke ring reeds sedert eenigen tijd opna men. Zij behandelen echter de nieuwe branche meer als bijzaak en zijn er ook niet zoo goed op ingericht als de nu speciaal daarvoor opgerichte maatschappij. koopjes ongestoord hun gang, tot er nog twee op straat liggen. „Daar een tasch bij zich heeft, brengt dit volstrekt geen verandering in des af slagers gewoonte, om altijd bij de toewijzing „doek er op" te zeggen. De vrouw die voor 5 stuivers eige nares is geworden van het koopje schol, gaat naar binnen om te beta-j leg ze bij mekaar." Kees strijkt ze bij len. Voor iederen koop wordt 2 cents elkander en aan de 4% gekomen, is opgeld geheven zoodat ze 27 cents eene vrouw, die al een tijd lang op moet geven. De echtgenoote van den1 een goedkoop zoodje gewacht heeft, afslager, eene welgedane corpu- er de koopster van. i kans scheen zullen te hebben, eindelijk te door gemeen overleg Valsche bankbiljetten. Naar wij vernemen, zullen de ma chinerieën, gereedschappen, chemica liën, ameublementen, alsmede eene partij papiersoorten, afkomstig van het zincographisch en photographisch atelier van Krausse, ten voordeele der diverse crediteuren op 15 dezer in het pakhuis „De Tijger," Krorn- boomsloot No. 63, ten overstaan van den deurwaarder. D. H. van der Poll publiek verkocht worden. Met onder ling goedvinden der crediteuren is het allernoodzakelijkste huisraad af gestaan aan de echtgenoote van Kraus se, die in hoogst benarde omstandig heden verkeert. Naar wij verder vernemen, is slechts éen pers en een gedeelte van het pa pier, waarmede de valsche bankbil jetten vervaardigd werden, door de justitie in beslag genomen, om voor het onderzoek te dienen. Hbld. Een verrukkelijke vergissing Als de meeste bladen, had ook het Dbl. v. Ned. den draak gestoken met den draak Jean Dar lot. Het had dit gedaan in den vorm van een „onge- geluksberichtje" „In de Amstelstraat te Amsterdam had Zaterdag een treu rig ongeluk plaats uit de vierde ver dieping van een huis viel een jonge vrouw"enz. Daar men in ons bezadigd vader land nooit te omzichtig kan zijn bij het plegen van ironie, had de ver slaggever aan het eind van het „be- richie" gezegd„Bij onderzoek bleek de man Jean Darlot te heeten en per ongeluk uit Frankrijk geïmporteerd te zijn; de Raad van Beheer van het Nederlandsch Tooneel moet aan deze gebeurtenis niet vreemd wezen". Bovendien stond het bericht inde rubriek Letteren en Kunst. Niette min heeft een der provinciale bladen er een echt ongeluksbericht in gezien, er de laatste regels afgeknipt, en het in de rubriek „allerlei" tusschen an dere Jobstijdingen overgedrukt gaan de laatsten, die er" één neemt regeering en Kamer, thans schip- kan de andere ook nemen," 12 stui-l br®uk 1Sed' V,00,r het oogenblik be vers 11, 10, 9, 8, Th 7, 6 én een half Palen ™Jj °°8 „tot het weergeven van 6, b% 5, 4X, 4, 3J4niemand onien >ndruk." lente dame, neemt het geld in ont vangst. Heeft de vrouw haar 27 cents betaald, dan eerst mag ze haar koopje visch opnemen. T Vóór de eigenlijke vischmarkt wordt ook goedkoope visch verkocht t Is met recht geld doch niet bij De „Koningin Wilhelmina der Nederlanden." Een der Haagsche correspondenten van de Amst. schrijft: In Marine-kringen is men niet best te spreken over de Koningin Wilhel mina der Nederlandenhe schip, dat eerstdaags, ik Men meldt nog uit Amsterdam Enkele advocaten hier ter stede zijn door familieleden van sommige der verdachten in de zaak der val sche bankbiljetten aangezocht om in geval van verwijzing naar de open bare terechtzitting, als verdediger op te treden. Zoo is van de zijde van juffrouw Toubaerts een poging aangewend om zich te verzekeren van de verdediging nieuwe'van mr. Rud. B. Benjamins, meen 171 Van de zijde van R. R. Thum is Een woeste koe. Donderdag bracht een woest gewor den koe de buurt van de Steen straat, Driekoningenstraat, Hertogstraat enz. te Arnhem in schrik en ontsteltenis. Het dier had reeds een paar groen- tenkarren, menschen en ezels omver- gerend en moest worden afgemaakt. Maar hoe? Een politieagent waagde er zijn sabel aan, zeer moedig maar niet doelmatig. De koe stiet in de sabel maar te gelijk den agent omver. Een jager vroeg om een geweer, waar uit hij bijna niet durfde schieten, uit vrees de menschen en kinderen te raken, die als dollen nu eens hier heen en dan daarheen holden, al naar de bewegingen van de koe. Eindelijk trof een derde schot het dier in het oog; het viel dood neer met stroo men bloeds de straatsteenen en de kleederen van zijn moordenaar ver vende.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 6