NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. lie Jaargang. Zaterdag 31 Maart 1894. No. 3295. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENT IËN: NABETRACHTING STADSNIEUWS. Mr. A, J, W, FARNCOMBE SAMERS, HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37V Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine HoutstraatX-^9 Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JO-HN F. JONESSucc., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel, Het Bijvoegsel van het blad dat Zaterdagavond verschijntzal bevatten Een Bloemruikertje. Binnen- en Bui- tenlandsche berichten. Varia. Ad- wrtentien enz. Heeren Winkeliers en Handelaars, die hunne Clientèle tusschen Paschen en Pinksteren eene nette Circulairs of esn goed 1 gedrukte Prijscourant willen zenden, wordt verzocht voor het drukken daarvan den prijs aan te vragen ter Stoomdrukkerij van dit Blad. J. C. PEEREBOOM. Directeur- Uitgever. uit den GEMEENTERAAD- LVIII. De heer Macaré, die wel eens meer opeens met eens gansch nieuw denk beeld uit de lucht komt vallen, op perde in de Raadszitting van Woens dag de vraag, of het niet mogelijk zou wezen, de Bell Telephoon voor de vergunning om palen te plaatsen wat meer te laten betalen, dan de van een gulden, die daar voor tot heden van haar werd gevergd. Inplaats van een recognitie zou men dan kunnen beschouwen als een van grond. De zaak werd erom aangehouden Burgemeester en Wethouders zul- een voorstel in dezen geest in- Ik ben er benieuwd naar wat dit )ehelzen zal. Zoo'n telephoonpaal wel een groot gat in de lucht, heel veel gemeentegrond neemt ij niet in beslag, en ik stel me zoo dat wanneer men dien grond de Bell Telephoon pervierkan- en meter tot den gewonen orijs gaat de opbrengst niet veel groo- er zal wezen dan de tegenwoordige ecognitie. Met alle bescheidenheid geef ik der- in overweging, de Bell Tele- Huur van 1 Ma gronds. 0.50 Beschadiging van den damp kring2.50 Ontsiering van het landschap. „5. Gevaar voor omwaaien. 1.50 Vergoeding voor het brommen van de draden0.50 Te zamen ƒ10.- dit is tienmaal zooveel als nu aan recognitie wordt betaald. Dan komt er wat geld iff de gemeentekas En als er dan nog eens na verloop van tijd een paai of tien bijkomen, dan gaat de gemeentekas er jaarlijks een honderd gulden mee vooruit. Overigens ging alles van eenleïen dakje. De heer de Breuk wercl reeds bij eerste stemming met een groote meerderheid tot wethouder gekozen, een benoeming die ik in mijn vorige nabetrachting wel durfde voorspellen. Ik wensch er èn den heer de Breuk èn de gemeente geluk mee, ik geloof dat men een goede keus heeft gedaan. Ben ik wèl ingelicht, dan zou nu de heer de Breuk in de plaats van den heer de Kanter de afdeeling pu blieke werken op zich nemen maar ik breng het over onder voorbehoud. Het eenige punt waarover een warme discussie ontstond was het verzoek om de honden die losloopen, te muil banden. Ik weet niet hoe het den lezer gegaan is, maar mij is gebleken dat zeer weinigen over deze zaak kunnen spreken zonder zich daarbij boos te maken. Het was of men de menschen in het hart greep. Een zeer bezadigd man, die terwille van de veiligheid voorstander is van het muilbanden,moest van een hondenlief hebber, ook een bezadigd man, hooren: „wie niet van honden houdt, die houdt ook niet menschen." 'sMans stem beefde terwijl hij het zei, van verontwaardiging en agitatie. Zóo ging het overal. Voorstanders van het muilbanden spraken van overdreven teerhartigheid en van hondenvergoding en als ze het uit beleefdheid niet zeiden, dachten ze het toch en tegenstanders van het muilbanden noemden de andere partij wreedaardig jegens de dieren en kin derachtig bang voor honden. En wat zal ik, nu de zaak tóch al beslist en er niets meer aan te ver anderen is, wat zal ik er nu nog over gaan vertellen? Zal ik de verdienste lijke argumenten gaan ontleden van den heer Krol, die betoogde dat al leen zij die bang zijn overlast van honden hebben en het medelijden inriep voor damesjaponnen, die scheu ren door de wrijving van muil kor en hen wijzen op de artikelen van de politieverordening en van de straf wet en van het burgerlijk wetboek Neen, want de dieren kunnen die toch niet lezen. Ik weet precies wat mij te doen staat als ik gebeten word. Dan vraag ik aan den hoozen hond die dat ge daan heeft„vriend, waar woon je hoe heet je en wie is je meester En als hij mij dat dan verteld heeft dan zeg ik met ernstige stem ,.Gij kunt gaan, maar zult de straf niet ontloopen. Onthoud uw dag 1" Haarlem, 30 Maart. 1894. Bij kon. besluit van 28 dezer is aan W. Hoogvliet, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als notaris alhier. van Donderdagavond hield Mr. Farn- combe Sanders in de laatste kamer afgevaardigde voor dit kiesdistrict, de ook in ons blad bij advertentie onder teekend door eenige bekende inge zetenen dezer gemeente, aangekon digde rede over de kieswet, in ver band met de ontbinding der Tweede Kamer. Als voorzitter fungeerde de heer Mr. A. C. Waller, die bij de opening der vergadering mededeelde dat de onderteekenaars der advertentie niet aan elkander hebben gevraagd hoe zij persoonlijk dachten over de kies wet. Op den voorgrond is alleen ge steld, dat de onderteekenaars het niet anders dan behoorlijk achtten eene dergelijke uitnoodiging te doen aan Mr. Farncombe Sanders, die sinds acht jaar de belangen van Haarlem heeft vertegenwoordigd op eene wijze ter beoordeeling waarvan spreker slechts zijn pleidooi voor onze water leiding, met zoo goed succes gevolgd, in herinnering brengt. De uitnoodi ging om hier op te treden is slechts een klein bewijs van welverdiende waardeering. Hierna verkrijgt de heer Sanders het woord en zegt ongeveer het na volgende Ik zal niet bespreken de vraag had de Kamer moeten worden ontbonden of nietevenmin of er vóór de ontbin ding iets meer of iets anders door de Regeering had moeten worden verklaard. Ik zal alleen rekening voelen tusschen hare meerderheiden de Regeering over de kieswet. Het is niet overbodig dit op den voorgrond te plaatsen, vooral nu van vele zijden wordt aangedrongen op openbaarmaking van het advies van den Ministerraad aan H. M. de Ko ningin-Regentes. De Regeering zal wijs doen zich niet te laten verlok ken, dit advies openbaar te maken daar dit de zaak allicht compliceeren en de hoofdzaak bedelven zou onder neven vragen. Da rrar.g om openbaar heid ko c gr otendeels van hen, die niet bijzonder met deze Regeering zijn ingenomen, en publiceering zou tengevolge hebben, dat van verschil lende zijden over dat advies gevallen zou worden waartegenover de Regee ring weerloos zou staan. De toestand is eerst zuiver wanneer zoodra de nieuwe Staten-Generaal bijeen zal zijn deze de Regeering over de ontbinding zal interpelleeren. Dan eerst kan de Regeering antwoorden. Het antwoord op de vraag waar over de nieuwe verkiezingen zullen loopen, is te vinden in de woorden waarmede minister Tak de kieswet introk. De Regeering heeft |in het amendement-de Meijier eene beper king gezien van het ontwerp, waar door het plan om het kiesrecht uit te breiden zoover als de grondwet dat toelaat, werd verijdeld. De portee van dit amendement was dan ook inderdaad niet te overzien. Men had er veel vroeger mee moeten komen. Wij allen hebben in de couranten gelezen, dat in een gemeente van 930 kiezers door het amendement 300 daarvan zouden afvallen. [In an dere gemeenten zullen de proportiën geheel anders wezen, maar het amen dement had veel grondiger moeten worden onderzocht en niet zoo los in het debat worden gebracht. De verkiezingen loopen over twee vragen lo. Was werkelijk de voor dracht van de Regeering in strijd met de grondwet? Ik kan die vraag niet bevestigend beantwoorden. Aan genomen dat zij daarmee niet in strijd was, dan kan men zich de mee ning denken (en dat is de tweede vraag) of deze uitbreiding van kies recht al is ze geoorloofd, ook ge wen scht is. Ik wil bij de beantwoording dezer vragen niet zoozeer spreken tot hen die vóór dat wetsontwerp zijn, als wel tot de tegenstanders, tot hen die er gevaren -van verwachten. Ik zal er kalm, ik zou haast zeggen nuchter over spreken, evenals de Minister heeft gedaan en evenals de neder- de belgische een voorbeeldig kalme houding heeft aangenomen, zóo zelfs dat men in de Kamer zei„wat, vraag je om uitbreiding van kies recht de werkman zelf is er onver schillig onder, hij zegt niets!" Mijn indruk is deze dat zij terecht meenden, hunne zaak door uitbun dige demonstratiën alleen kwaad te kunnen doen. Welke de uitslag der verkiezingen ook moge wezen, ik ben overtuigd dat de werkman door voort te gaan met die bezadigde houding, zijn zaak zal goeddoen. De regeering heeft drie wetten in gediend, eene over het regelen der kiesbevoegdheid, eene over het op maken der kiezerslijsten en de bepa lingen omtrent de wijze van stem ming en een derde, behelzende nadere voorschriften omtrent de benoeming van de leden der beide Kamers en de verdeeling van het Rijk in dis tricten. De eerste is de belangrijkste. Over de beide laatsten een enkele opmer king. De Regeering stelt voor de stembus open te stellen van 8 tot 5 uur. M. i. is dit voor den werkenden stand te kort en zullen de bussen ook des avonds eenige uren moeten geopend zijn. Voor eene eerlijke uitoefening van het kiesrecht is nauwlettende controle op de stembus noodig. Burgemeesters en gemeenteraadsleden zijn zeker ach tenswaardige personen, maar het komt mij voor, dat ook hier inge voerd zou moeten worden, dat bij de opening der briefjes elke candidaat een vertrouwensman moest kunnen aanwijzen, om die te helpen nazien. De Regeering wil het stelsel van enkelvoudige Mesdistricten handha ven en die ook invoeren in de vijf steden van ons land, die deze nog niet hebben. Ik geloof, dat dit van de Regeering zeer verstandig is ge zien. Anders kunnen een paar hon derd kiezers te veel gewicht in de schaal leggen. Splitst men deze^ste- den eveneens in districten, dan komt elke richting beter tot haar recht. Is nu, om tot de hoofdzaak over te gaan, het Regeeringsontwerp in strijd met de grondwet? Heel ge leerde menschen zeggen dat, maar andere heel geleerde lieden zeggen van niet. Naar mijne overtuiging is dat heele art. 80 een prul van een artikel, dat heel slecht is geredigeerd. Ik ga echter niet mee met hen, die eerst het artikel mooi zouden willen maken en dan de kieswet behande len. Liever maar zou ik roeien met de riemen die we hebben. Wenschte vau art. 80

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1