de schrijfproef is voorgoed van de
baan. De anti-revolutionaire depu-
taten deden haar in den ban, de
R.-Katholieke Kamerleden wierpen
haar in hun manifest eveneens uit.
De radicalen zijn er geen voorstan
ders van. Onder de liberalen is het
gevoelen verdeeld. Aan welke zijde
dus na de stembus in de Kamer ook
de meerderheid zal staan, de meer
derheid zal de schrijfproef moeten
loslaten.
Destemeer springt in het oog, hoe,
bij het ontstaan van eene meerder
heid vóór Tak, in de toekomstige
kieswet elk kenteeken van geschikt
heid en maatschappelijken welstand,
dat meer dan schijn is, zal ontbre
ken. Ja, wij betoogden het reeds in
ons jongste hoofdartikel het is
niet onwaarschijnlijk, dat men zoover
zal gaan, dat zelfs de schijn van een
kenteeken wordt losgelaten.
Terwijl dus door den minister Tak
zelf in zijne M. v. A. nog uitdrukke
lijk is betoogd, dat een algemeen
stemrecht, zooals bv. Duitschland
voor den Rijksdag kent, dat slechts
de bedeelden uitsluit, niet in over
eenstemming zoude zijn met de
eischen van geschiktheid en maat
schappelijken welstand door de grond
wet voor. eschreven, zien wij mis
schien binnenkort ongeveer zulk een
kiesrecht hier aannemen. N. R. Ct.
Noorderlicht.
In den nacht van 30 op 31 Maart
vertoonde zich een bijzonder fraai
noorderlicht, een voor onze streken
altijd betrekkelijk zeldzaam ver
schijnsel. Onze eerste waarneming
was te 1 u. 10 m., toen zich de ge-
heele noordelijke horizont in eene
mat getinte verlichting voordeed, en
geheel en al het voorkomen van den
hemel tijdens de langste dagen had;
de naam Aurora Borealis voor noor
derlicht, heeft hieraan ook zijn ont
staan te danken. Spoedig begonnen
zich uit deze algemeene verlichting,
die, zooals gewoonlijk, op een wol
kenbank rustte, witte en roodachtige
zuilen te ontwikkelen, die onder
voortdurende wisseling van kleur en
lichtsterkte bijna de hoogte der pool
ster bereikten. Eenige oogenblikken
namen zij een bijzonder diepe roode
tint aan. Te half twee verdwenen de
zuilen en bleef alleen de helle Aurora
over, waarna de waarneming van het
verschijnsel gestaakt werd. Zooals ge
woonlijk, ging dit noorderlicht met
eene heftige aard-magnetische storing
(magnetische storm genaamd) ge
paard, en deze storing nam om 5 uur
in den middag een aanvang, en be
reikte tusschen 12 en 1 uur 's nachts
haar hoogste punt, om na eenige
uren langzaam te eindigen.
In tegenstelling met bij deze ge
legenheden gewoonlijk voorkomende
profetische berichten, kan medege
deeld worden, dat volstrekt geen be
slist verband tusschen dergelijke sto
ringen en stormen enz. bestaat, zoo
dat men gèèh atmospherische beroe
ring na deze electrische beroering be
hoeft te verwachten. (U. D.)
Moord te Amsterdam.
Het onderzoek naar de daders van
den moord op Schut wordt steeds
voortgezet, tot nu toe echter zonder
eenig resultaat.
Zondagavond zagen de omwonenden
uit het huis van Schut, dat gesloten
iè, een man komen. Onmiddellijk
werd hij door de politie gevolgd, doch
hij wist te ontkomen. Een huiszoe
king had niet het minste gevolg.
Maandagmiddag werd de inboedel
weggehaald uit den slagerswinkel.
Het lijk van Schut is nog niet be
graven. Vermoedelijk zal de ter aarde
>*oofollina 1
getuige met K. worden geconfron
teerd.
De Ochtendbode.
Het te Amsterdam verschijnende
dagblad de Ochtendbode heeft Maan
dag opgehouden te bestaan.
Moord te 's Gravenhage.
De politie te 's-Gravenhage heeft
de volgende bekendmaking gepubli
ceerd
Op Zaterdag vóór Paschen den 24
Maart 1.1. is, zooals reeds werd ge
meld, in den vroegen morgen om
streeks 53Auur op het Alexanderveld
vóór de sociëteit „Concordia" ter
hoogte van de Borneostraat een man
gevonden die stervende was en kort
daarop overleed.
Er is gebleken dat hij was Johan
nes Jacobus Petrus Rotteveel, gebo
ren te 's-Gravenhage 7 Mei 1841 en
alzoo oud 52 jaren, hij woonde alhier
ten huize van den ketelmaker P. v.
Veldhoven in de Koningstraat 525.
De overledene moet vroeger huis
knecht zijn geweest bij den heer H
P. Texton, voormalig eerste secreta
ris der legatie van Groot-Brittannië,
wonende Praktizijnshoek no. 8. Hij
moet bij een diplomaat in Engeland
verblijf gehouden hebben en in Den
Haag voor omstreeks zes maanden
teruggekeerd zijn. De overledene was
ziekelijk, kortademig en liep moeie-
lijk. Zijn lijk is in het Academisch
ziekenhuis te Leiden geschouwd en
daarbij is gebleken, dat de man moet
gestorven zijn door uitwendig geweld
uitgeoefend tegen de rechterzijde van
zijn hoofd.
Moord ol doodslag moet alzoo op de
overledene zijn gepleegd.
Ieder die inlichtingen omtrent den
laatste verblijfplaats, het gezelschap
enz. enz. ter ontdekking van den
schuldige aan dit misdrijf aan de
justitie kan geven, wordt verzocht,
daarvan onverwijld mededeeling te
doen aan het kantoor van den com
missaris van politie aan het Alexan-
derplein te 's Gravenhage.
Neerbosch.
Mr. J. N. van Hall heeft in de
April-aflevering van De Gids een ar
tikel gewijd aan De weesinrichting te
Neerbosch en haar stichterwaarin hij
tot eene vrij ongunstige slotsom
komt ten opzichte van de veelbespro
ken weesinrichting. De heer.Van Hall
heeft de uitkomsten van het onder
zoek der commissie, neergelegd in
het j rapport, vergeleken met hetgeen
hem uit andere bron omtrent den
heer Van 't Lindenhout enzijn stich
ting bekend is. De commissie, die, zoo
als de heer Van Hall opmerkt, „blijk
baar haar best heeft gedaan, ook voor
de ergste zaken, de zachtst mogelijke
uitdrukkingen te bezigen", is naar de
meening van den schrijver van het
(?id*-artikel tot een bevreemdende
slotsom gekomenzij heeft eene wij
ziging in de statuten en eenige ver
beteringen in de inrichtingen aange
geven en meent, dat dan het ergste
verholpen zal zijn. De heer Van Hall
meent, dat dit niet mogelijk is; hij
vordert „algeheele omkeering, veran
dering en vernieuwing, wil men een
weesinrichting tot stand brengen,
waaraan met volle gerustheid, wat
verzorging en opvoeding betreft, de
weezen kunnen worden toevertrouwd,
die elders niet onder dak gebracht
kunnen worden." De heer Van Hall
heeft niet de Levensherinneringen, die
de heer Van 't Lindenhout vroeger
heeft uitgegeven, in de hand, om den
stichter van Neerbosch eenigszins te
leeren kennen en houdt hem niet
voor het administratief en paedago-
gisch genie, dat een gesticht met 1100
daarom wil hij van den heer Van 't
Lindenhout niet vergen, dat hij op
een oud kleed nieuwe lappen zal zet
ten en beproeven een Neerbosch zoo
te maken, dat het voldoet aan alle
eischen van moderne paedagogie en
hygiëne. Maar wel zou hij wenschen,
dat een andere inrichting voor weezen
en verlaten kinderen werd gesticht,
welke onder voorlichting van ervaren
paedagogen en hygiënisten zou wer
ken en de fouten vermijden, welke
Neerbosch als inrichting voor onzen
tijd veroordeelen."
Maar de heer van Hall voegt er bij:
„Wie dat werk onderneemtdien
wensch ik iets van het doorzettings
vermogen, de werkkracht, de toewij
ding en het geloof in eigen beginselen
toe, waarmede Jacob van 't Linden
hout, zij het ook in een richting die
velen met mij verkeerd achten, ruim
dertig jaren lang is werkzaam ge
weest.
Overboord ^esiagen.
Uit Gent bij Nijmegen wordt van
31 Maart gemeld
Heden ochtend is schipper J. Gilot,
varende op een ijzeren schip bestemd
voor Luik en genaamd „Alice"
vermoedelijk overboord gevallen en
verdronken.
Niettegenstaande beide knechten
aan boord waren, en eene sleepboot
naast het schip voor anker lag, had
niemand iets van het ongeval be
merkt. Een onderzoek door de politie
aldaar onmiddellijk ingesteld, bracht
aan het licht, dat G. kort geleden
eene aanzienlijke som gelds van den
eigenaar van het schip zoude heb
ben ontvangen, waarvan bij het open
maken der kasten en kisten aan boord
niets werd gevonden.
De vermiste was gekleed in blauw
duffelsch buis, zwart fluweelen broek
met grijze streepen en rood flanellen
hemd. Hoed en schoenen waren nog
aan boord.
Een vermakelijk geval.
Het volgende vermakelijke geval
moet zich onlangs ie 's Bosch hebben
voorgedaan.
Een schildwacht, op post staande
voor de woning van een ambtenaar,
ziet dat iemand die woning wilde
binnengaan. Hij, getrouw aan zijn
plicht, vraagt hem het „woord," doch
deze weet het niet; en of de be
doelde persoon nu ook al beweerde
de ambtenaar in eigen persoon te zijn,
het hielp hem niemendal en hij mocht
er buiten blijven.
Rechtszaken,
Vóór den kantonrechter.
Het volgende is ontleend aan een
verslag van een zitting van het kan
tongerecht te Utrecht, voorkomende
in het Utr. Dgbl.
Thans kwam voor een jongetje van
elf jaar, Gerrit, maar die bij verkor
ting Gerard us genoemd wordt, de
knaap, die voor 14 dagen niet ver
schenen was, omdat hij, aangezien
zijne moeder ook moest voorkomen,
thuis op het kleine kind had moe
ten passen. Nu was üij er, en achter
hem stond zijne moeder, met gezegd
klein kind, een zuigeling van een
maand of zes, op den aim. Dat die
moeder daar nu juist als bescherm
engel achter haar zoontje kwam staan
kan moeielijk beweerd worden, want
zij deed een aardig boekje van hem
open. Hij was al wel op drie scholen
geweest, maar hij kon het nergens
uithouden, en of zij getrouwd was,
ja zeker, edelachtbare heer en met
een bovenst besten man, maar die
jongen, die is zoo ondeugend, dat er
drie dagen lang vastgebonden op den
zolder neergelegd maar het geeft alles
niemandal.
De kantonrechter kon dit opvoe
dingssysteem niet onvoorwaardelijk
goedkeuren, maar de vrouw zei, dat
zij ten einde raad was en 't dan nu
ook maar heelendal aan de heeren
wou overlaten. Het openbaar minis
terie wilde het eens met 1 boete of
één dag zitten probeeren, omdat hij
nu weer boomen in het plantsoen
beschadigd 'had, zooals de agent be
weerde, welke bewering echter door
den kn iap werd tegengesproken met
de woordendat jokt die agent, ik
had de takken van de stadsmanne-
tjes gekregen, die aan het snoeien
waren.
Het zoontje vertrok en nu stond
de moeder alleen, om zich zelve te
verantwoorden voor den rechterstoel.
Volgens denzelfden agent had zij
vreeselijk gevloekt en gescholden, toen
hij haar over de overtreding van haar
zoon kwam spreken. Maar daar is
niets van waar. Da. zal zij den kan
tonrechter nu eens uitleggen, als zij
tenminste mag
Dan drukt zij, als voorbereidende
maatregel, een moederlijken kus op
de wang van het jongske op haar
arm, dat daar recht als een kaars
zit, met het pluimpje van zijn vader
liefje ste l in de hoogte. En het kind
als had het besef van den ernst van
het oogenblik, s.eekt zijn pluimpje
in den kleinen mond en kijkt, ter
wijl het zich twee kuiltjes in de wan
getjes zuigt, den rechter met groote
oogen zoo onbevangen en eerlij kaan
als alleen een kind beneden het jaar
vermag te kijken.
Dan begint de moeder haar ver
haal „Ziet u, meneerik wasch zelf
en, al zeg ik het zelf. mijn kinderen
niagge gezien worden." En met moe
derlijken trots steekt zij haar in hel
der witten d.»ek gespeld wicht om
hoog. „En daar sta ik dan op de
stoep aan de waschkuip met de roos
aan mijn gezicht." Hier valt zij zich
zelf in de rede„Ben je nou heele-
maal gek Moet je dat nou net hier
doen? Dat overkomt het „stumpertje
nou anders nooit! edelachtbare heer,
maar da's zeker van de vreemdigheid
en van het zuur, ja, kijk maar, het
is het zuur 1
Na dit intermezzo tot een weinig
spoed aangedrongen, verklaart zij nog
verder dat zij zich geheel in strijd
met de bewering van „meneer de
regent" zij weet wel hoe het hoort
zeer fatsoenlijk had gedragen, wat
evenwel niet belet, dat het O. M.
eischt, dat haar eene boete van f 3
zal worden opgelegd, bij niet-betaling
te vervangen door eene gevangenis
straf van een dag. „Maar ik ga zit
ten hoorl zei de vrouw: en metm'n
kind bij me". En toen de kanton
rechter haar opmerkte, dat zij een
eigenaardig begrip van hare moeder
lijke plichten scheen te hebben, ant
woordde zij hem, alsof dit alles ver
klaarde: „Ja, maar zoo heb ik er
vijf!"
De vrijstelling van den eed
voor Doopsgezinden.
De eisch onlangs door den kanton
rechter mr. Potma te Bergum, thans
rechter te Winschoten, aan drie niet ge
doopte leden van doopsgezinue af
komst gesteld, waarbij hij Maandag
dwong tot het afleggen van den eed,
heeft thans zij n nawerking doen gevoe
len bij den plaatsvervangenden kan
tonrechter te Bergum. Ook deze heeft
het door mr. Potma nooit vertoonde
schouwspel vertoond, om voor vele
doopsgezinden de vrijstelling v.in den
eed tot een dooden letter te maken.
Twee landbouwers te Surhuister-
zonden aan H. M. de Koningin-r»
latenS;0tgenW'J in hoofdt«>^a
Beide personen hadden zich willen
belasten met de taxatie van een per.
ceel grond voor de te bouwen own.
bare school en begaven zich te dien
naar het kantongerecht te Ber
gum, waar de plaatsvervangend
kantonrechter van hen den eed vor
derde omdat zij (volgens de leer van
xr Potma) niet gedoopt waren
u verklaren beide mannen terecht
en naar waarheid dat zij van oudera
tot voorouders van doopsgezinde af.
te "te Sunr'hn? ;l0oPa«ezinrift gemeen-
te öurhuisterveen door jaarliik-
sche bijdragen steunen, hare samen.
reTvl?" blJ™nen en hu"he kinde-
ren getrouw de catechisatie doen be
zoeken, terwijl zij ook volstrekt niet
voornemens z,jn hun leven lang on
ge.loopt te blijven.
Immers is er bij de doopsgezinden
geen leeftijd voor den do >p bepaal.1
terwijl het voorkomt dat men ook
zonder doop lid kan worden,
i a 18 ,inog nooit eerder gebeurd
dnnns00r- an reehtor Je eed van niet-
doopsgezmden werd gevorderd, be-
halve kort geleden door mr. A. P ,t.
Adressanten achten dien eisch in
strijd met de bedoeling waarmede de
voorstanders van den bejaardendoop
Z'Jn "dfeste!d van den eed, en duit-
om hebben zij den eed geweigerd
doch moesten dientengevolge onver
richter zaak terugkeeren
Zij verzoeken H. M. eerbiedig maar
dringend te besluiten dat de bedoelde
opvatting van bovengenoemde kan
tonrechters onjuist worde verklaard
en dat voortaan van den ouden re
gel, om erkende doopsgezinde perso
nen vrij te stellen van den eed, nim
mermeer zal worden afgeweken ea
K^fr J ,™?"en ziJ aUa°g °P eene
belofte als taxateurs te worden toe
gelaten.
Het adres van de heeren Fopma
en Hulshoff krijgt te meer gewicht
als men weet dat beide personen als
ernstige en in den godsdienst belang
stellende mannen bekend staanen
niemand die hen kent zal het aan
onverscnilligheid toeschrijven, waar
ze nog en dit komt bij doopsge-
unui?a z(?° veeïvuldivoor niet
hebben kunnen besluiten den doop
te ontvangen. v
Het wil velen voorkomen dat on-
bekendheid met de doopsgezinde be
ginselen en gebruiken mr. A. Potma
dien bij uitstek humanen man, en
m navolging van dezen den kanton-
rechter-plaats ver vanger te Bergum,
tet deze splinternieuwe opvattin» der
gewetensvrijheid voor de doopsgezin
den heeft geleid.
Naar wij vernemen (zegt de Zon-
aagsboae) zijn adressanten bereid zich
voor deze zaak alle moeiten te ge
troosten en vol te houden. Wat de
beslissing zal zijn
Koloniën,
BATAVIA, 1 Maart.
Uit de Deli-Ct.
De troebelen in Tamiang. Er viel
den laats ten tijd in die afdeeling niet
veel bizonders voor.
Den 2en Februari was, volgens zeg
gen van de sampangvoerdèrs, hun
vaartuig door Atjehers aangevallen
en door hen omgetrokken, maar bij
onderzoek bleek, dat door hetscheef-
liggen van de prauw de zak met
brood er uit was gevallen en dat de
kerels toen uit vree3 voor de gevol
gen hunne geweren afschoten en te
rugkeerden.
Den 12en arriveerde te Seroeway
een gewapende stoom barkas van Hr.
Ms. Sindorn. rvnder hp-iral xrav, /-iQn