in
lit flea Burgeroorlog ii Amerika.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
lie Jaargang.
Maandag 7 Mei 1894.
No. 3325
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
ZaterdagaTondpraatje
van FIDELIO.
Wedstrijd in Poëzie,
VIJFENTWINTIG GULDEN
J. C PSEREBOOM,
STADSNIEUWS.
Arrondissements-Eechttaiik
FEUILLETON.
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het gehecle Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 j.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat 1-dt, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 35 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsrnimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantier».
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. BAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
EERSTE BLAD.
In dit nummer van de Courant
vinden onze Geabonneerden het
Om dit te herdenken, heeft onder-
geteekende besloten om uit te schrij
ven een
waarvoor een prijs van
wordt beschikbaar gesteld.
Het bekroonde gedicht zal door
onzen verslaggever voor muziek, den
beer PHILIP LOOTS, op muziek
worden gebracht als Lied voor éene
Deze compositie zal worden gedrukt
en door ons als Premie tegen geringe
vergoeding aan de Geabonneerden op
dit Blad worden aangeboden.
f" Alleen zij kunnen aan den
Wedstrijd deelnemen, die op 15 Mei
geabonneerd zijn op dit blad en dat
nog zijn op den dag waarop de jury
i uitspraak doet.
De nadere bizonderheden omtrent
den Wedstrijd, zoomede de aamen-
Btelling van de Jury, zullen in een
volgend Nnmmer worden bekend ge
maakt.
De Directeur-Uitgever,
Haarlem, 5 Mei '94.
Verkiezingen.
De minister van binnenlandsche
•zaken heeft, uit overweging:
1°. dat de heer jhr. mr. J. Röell,
verkozen lid der Tweede Kamer in
hoofdkiesdistricten Utrecht en
Haarlem, heeft verklaard de benoe
ming voor het district Utrecht aan te
nemenen
2°. dat de heer mr. W. H. de Beau
fort, verkozen lid der Tweede Kamer
in het hoofdkiesdistrict Utrecht, heeft
verklaard de benoeming voor dit dis
trict niet aan te nemen;
bepaald; dat de verkiezing in de
hoofd-kiesdistricten Haarlem en
Utrecht zal plaats hebben op Dinsdag
15 Mei a. s.en de] herstemming, zoo
noodig, op Dinsdag 29 Mei d. a. v.
De kermis.
Gisteren (Vrijdag) hebben wij ons
vervoegd ten kantore van Jhr. Mr.
F. W. van Styrum, om te vragen
hoe deze denkt over het kermisvoor-
stel der vijf Raadsleden. Immers
wanneer al de leden uitgezonderd de
heeren Van de Poll en 't Hooft, in
de volgende vergadering present zijn
zal de stem van den heer Van Sty
rum beslissend zijn.
Wij vernamen dat de heer Van
Styrum in het buitenland vertoefde
en hebben hem geseind: Is u voor
of tegen het voorstel der vijf Raads
leden, waarop wij per draad ten ant
woord kregen
„Moet bezwaar maken tegen ver
klaring vóór zitting.
(w. g.) Van Styrum.
Museum van Kunstnijverheid.
In het Museum voor Kunstnijver
heid zijn a. s. Zondag nog tentoon
gesteld de maskers van Napoleon I
en Honoré de Balzac, benevens de
verzameling Parijsche affiches en de
afbeeldingen der verschillende beeld
houwwerken uit le palais du Tro-
cadero te Parijs.
Des Zondags is de toegang vrij.
Ter provinciale griffie van Noord-
Holland zijn bevorderd tot commies
de heeren G. Petri en J. C. Mikkers
thans adjunct-commies le klasse, en
tot adjunct-commies le klasse de
heeren P Scherpenhuijsen en H. de
Jong thans adjunct-commies 2e klasse
allen met verhooging van hunne jaar
wedde.
De le luit. der genie A. Vogelen
zang wordt 15 dezer overgeplaatst van
den staf der genie alhier bij dien te
Breda.
Aanbesteding.
Aan het bureau der Genie aan de
Kinderhuisvest alhier werd heden
morgen aanbesteed
Het maken van doorlaatsluizen in
den verbindingswal door den Zuid-
wijkermeerpolder.
Raming f63700.
Van de 19 biljetten was dat van
A. de Groot te Heukelum het laagst
voor f58500.
Amsterdamsch a eapella-koor.
Ook onze stad deelde in het voor
recht te mogen kennis maken met
een merkwaardig kunstwerk van
„een der grootste componisten uit
den ouden tijd" zooals de heer Dan.
de Lange in zijn beschrijving van
Jacob Obrecht's Pa-ssio Domini nostri
Jcsu Christi dezen grootenNederlander
terecht noemt.
Bedoelde beschrijving is belangrijk
genoeg om er hier een groot gedeelte
van over te schrijven. Ik hoop ech
ter dat dit niet noodig zal zijn; want
het zou bepaald te betreuren zijn
wanneer een eenigszins aanzienlijk
deel van hen die in dergelijke muziek
belangstellen, in het ongunstige ge
val verkeerd hadden waarin onder-
geteekende zich wel moest troosten
dat zij n. m. de gelegenheid mis
ten deze uitvoering van het Amster-
damsch a Capella-koor bij te wonen.
Wat er mij van werd medegedeeld
door iemand die van deze muziekstijl
meer dan de gewone, oppervlakkige
studie heeft gemaakt, is uitermate ge
schikt mijn gedwongen gemis van
dit rein en verheven kunstgenot nog
des te meer te doen betreuren. Want
de door hem ontvangen indruk was
inderdaad machtig en verheffend.
Verre van in het eentonige te ver
vallen zooals men bij een zoo uit-
gebreiden text als de Passio allicht
zou vreezen oefent deze m eester
compositie met haar afwisselende
stemmen-combinaties, van het begin
tot bet einde, een sterke bekoring op
den toehoorder nit. Onderscheidene
gedeelten werden als bizon der tref
fendgrootsch of teeder aangewezen
waaronder voornamelijk den passus:
Et crucifixerunt cum, etc.ik acht het
evenwel overbodig van deze bizonder
heden melding te maken, want nog
maals ik hoop van ganscher harte
dat weinige in de muzikale kunst
belangstellende lezers van dit blad de
gelegenheid hebben laten voorbijgaan,
van deze kunstuiting iets meer en be
ters op te doen, dan ook een nog
zoo gedetailleerd verslag zou kunnen
geven.
Laat ik dus eindigen met een op
rechte dankbetuiging aan den heer
Dan. de Lange en zijn artistiek koor,
dat hij aan zoovelen onzer stadge-
nooten die gelegenheid heeft geschon
ken. PHILIP LOOTS.
De heer G. van Deth verzoekt ons
het navolgende ter algemeene kennis
te willen brengen
„Allen, die er van overtuigd zijn,
„dat het noodig is, dat van regeerings-
„wege een onderzoek worde ingesteld
„naar hetgeen op „Neerbosch" heeft
„plaats gehad, worden verzocht hun
„naam te teekenen op de lijsten die
„daarvoor ter teekening zijn neerge
legd Maastrichts Bierhuis, Ane-
„gang; Sigarenhandel Heintzberger,
Keizerstraat 11Spaarnwouderstraat
„77Barendsestraat 77 en Heeren-
„laan 20."
Door de heeren J. J. F. F. Müller
en H. Siegmund, makelaars te Am
sterdam, wordt Dinsdag a. s. geveild
op de Villa Stadwijk aan den Wagen
weg alhier de inboedel van wijlen
jonkvrouwe A. M. Rutgers van Ro
zenburg. De catalogus vermeldt uit
voerig de vele en zeer zeker interessante
voorwerpen welke reeds heden, Zondag
en Maandag a.s. te zien zullen zijn. Bij
zondere vermelding verdient de col
lectie porselein waaronder een uitge
breid blauw Japansch tafel- en des
sertservies de fraaie gekleurde
schotels en borden met zeldzaam gave
oud gekleurde puntschotels. Een in-
dige Cabinetstel en een fraaie Sèvre
kop met Schotel. Onder de vele an
tieke en andere meubelen behooren
vermeld te worden een bij uitstek zeld
zaam fraaie secretaire met verschil
lende houtsoorten ingelegd en met
rijk dof koper gemonteerd. Vervol
gens een met Japansch lakwerk in
gelegde Secretaire en buffetkast, an
tiek ruit geslepen kristallen servies
met den Waaierrand, vele zilveren
voorwerpen, boeken enz. Zeker een
bezichtiging voor iedereen overwaard.
De catalogus is verkrijgbaar en de
veiling heeft Dinsdag en Woensdag
a. s. plaats.
Naar aanleiding van eene gehouden
optocht door eenige betoogers, op den
avond van de Meibeweging, waarbij
een vaandel is vertoond voorzien van
een Vliegend Wielverzoekt ons de
Vereeniging „Het Vliegend Wiel" al
hier mede te deelen, dat deze Ver
eeniging daarbij volstrekt niet be
trokken was.
Zitting van heden Zaterdag 5 Mei.
De Rechtbank veroordeelde Pieter
Sieraad wegens twee diefstallen tot
gevangenisstraf van 12 maanden.
Als landlooper stond terecht Wil
lem van der Steen, oud-soldaat van
het leger in Nederl. Indië. Deze man:
vertrok in 1879 naar de Oost en ge
droeg zich daar in den aanvang zoo
danig, dat hem wegens krijgsverrich
tingen tegen de Atjehers het eeretee-
ken voor belangrijke krijgsbedrijven
werd toegekend. In 1887 evenwel
werd hij als fuselier ingedeeld bij
het strafdetachement te Klatten, waar
hij bijna 2 jaar bleef; den 3denJan.
1891 werd hij in de klasse van dis
cipline geplaatst, den 3den Nov. ont
slagen en den 22sten Juli 1893 weer
daarin geplaatst, terwijl hij eindelijk
wegens aanhoudend wangedrag werd
ontslagen.
Ziek kwam hij in Nederland aan
en werd, na zijn ontslag uit het gast
huis, als landlooper gearresteerd. De
man hoopt pensioen te zullen ont
vangen en dan geplaatst te worden
op Bronbeek. De subs. off. v. just. Mr.
Joh. P. van Onteren, requireerde zij
ne veroordeeling tot 2 dagen hechte
nis en 6 maanden opzending naar
eene Rijkswerkinrichting.
Een treurig type van een jeugdigen
dief is Abraham Baay, een jongen
van twaalf jaar. Dit heerschap heeft
den 12den April te Zandvoort een
kistje sigaren gestolen, den 16den
te Haarlem twee pantoffels en een
naaikistje met f2.den 21sten te
Haarlemmerliede acht boenders, op
dienzelfden dag te Spaarndam flesch-
jes was en melkkannetjes en den
25sten te Bloemendaal een blad.
Een reeks vrouwelijke getuigen,
niet minder dan elf, waren gedag
vaard. Uit hare verklaringen blijkt,
dat de verschillende diefstallen met
groote brutaliteit zijn gepleegd.
Uit de mededeelingen van den
ambtenaar van het O.M.vernamen wij,
dat er nog diefstallen door den be
klaagde zijn gepleegd, die hem niet
ten laste zijn gelegd. Spr. requireert
de veroordeeling van den beklaagde
tot gevangenisstraf van éen jaar en
verzoekt aan de Rechtbank zijne on
middellijke inhechtenisneming, om
hem verdere diefstallen onmogelijk te
maken.
Deze twaalfjarige jongen heeft slechts
tot zijn tiende jaar schoolgegaan. Een
ambacht heeft hij nooit geleerd. De
grootste onverschilligheid staat op
zijn gelaat te lezen en zelfs het ge
strenge requisitoir laat hem koud.
De Rechtbank, na in Raadkamer
te hebben vergaderd, wees den eisch
tot onmiddellijke inhechtenisneming
af, daar wegens den leeftijd van be
klaagde geen gevangenisstraf van 4
jaar tegen hem bedreigd wordt.
Door de politie alhier is weder een
valsche gulden in beslag genomen
Naar het engtlsch
van HARRY ROCKWOOD.
HOOFDSTUK IH.
De plantage
„Is er geen van de negers, die wij kunnen vertrouwen?"
„Ik vrees van niet, miss."
„Dan moet de muiterij worden voorkomen, voordat het te
laat is om de woede van de negers te keeren. Joe is altijd
getrouw geweest, hij moet nogmaals zijn invloed gebruiken
om te trachten het booze plan tegen te gaan. Ik moet hem
■spreken. Ga hem roepen, Lactitia en zeg hem, dat hij bij
Blij komtl"
Het meisje sloeg met groote vrees de handen ineen. „Ik
durf niet naar het kwartier gaan, verg dat niet van mij,"
2oo smeekte ze.
„Dan gaan wij samen. Ik wil geen vrees toonen tegenover
mijns vaders slaven," gaf zij kalm ten antwoord.
Ontzet greep Lactitia de beide handen van hare meesteres.
„Doe dat niet, miss, doe dat niet, als ik u bidden mag?"
riep zij vol ontsteltenis uit.
„Stil, laat mij begaan, Lactitia. Nog nooit heeft een van
mijn vaders ondergeschikten mij gehoorzaamheid geweigerd
en dat zullen zij ook nu niet doen. Kom, laat ons gaan
vóórdat het te laat is."
Louise sloeg een shawl om, stak een pistool in den zak
en ging, gevolgd door de bevende Lactitia het huis uit in
de richting van het kwartier van de negers.
Weldra waren zij daar aangekomen. Uiteen van de grootste
hutten klonk rumoer, druk zingen, praten en lachen. Daar
doorheen hoorde men de tonen van een banjo. De deur van
deze hut stond aan en Louise Edgeworth opende die geheel
en vertoonde zich kalm en onbevreesd, op den drempel.
Opeens richtten zich aller oogen op haar. Zingende negers
zwegen allen te gelijk als door tooverslag, een paar groepjes
die luid praatten waren in een oogwenk stil en de banjo
speler vergat van verwondering de snaren aan te raken, ter
wijl hij de schoone verschijning op den drempel met open
mo d aangaapte.
Het deed Louise goed te bemerken, dat hare plotselinge
verschijning toch nog indruk op hen maakte. Toen de eerste
verbazing voorbij was, ging er evenwel onder de negers een
gemompel op, dat niet veel goeds beloofde.
HOOFDSTUK IV.
Oscar West.
Mark Hamilton was verrast door den toestand. Het bevel
van Lukas Leighton„kom spoedig, het geldt uw leven
bewees, dat hij in groot gevaar verkeerde en half werktui
gelijk volgde hij den oorlogsspion.
De vreemde, waarschuwende kreet die opging uit de op
eengepakte menigte, verhaastte hun vlucht. Zij waren even
wel nog geen tien schreden verder gegaan, of een twaalftal
mannen kwam hen tegemoet en versperde hun den weg
„Halt!" beval een van de vreemdelingen scherp.
Lukas Leighton gehoorzaamde oogenblikkelijk, terwijl hg
Mark in het oor fluisterde„Laat mij het woord maar doen.
We moeten ontsnappen, er staat meer op het spel dan onze
persoonlijke veiligheid 1"
Daarop zeide hij tot den man die hen had bevolen stil te
staan
„Wat moet gij van ons?"
„U onderzoeken," was het antwoord.
„Wij verlangen niet onderzocht te worden. Laat ons door,
kapitein Crall en verspil onzen kostbaren tijd niet."
Op dat antwoord volgde een oogenblik van stilte, daarop
riep de man dien Leighton kapitein Crall had genoemd,
uit: „Ge kent mij dus?"
„Dat moet ik wel, daar ik handel onder uwe bevelen."
„Mijne bevelen Hoe bedoelt gij
„Dat gij Dick Pelton en een ander dien gij niet kendet
maar die een vriend was van Pelton, hebt uitgezonden om
generaal Scot te bespionneeren. Die andere man ben ik. Er
is iets belangrijks op til en gij belemmert de goede zaak
door ons hier te houden." Wordt vervolgd.')