DERDE BLAD Binnenland. Koloniaal Museum. Gemengd Nieuws. beitoorende bij HAARLEM' s DA G BLAD VAN,V( iX Maandag 14 April 1894. Men schrijft uit Pernis aan de N. R- Cl. De vloot is in de haven. Alleen dit is al voldoende om te weten dat in ons overigens zeer stille dorp alles in de weer is. Niemand be hoeft zonder werk te zijn. En toch, al de drukte die wij thans hebben, is niet te vergelijken bij die van vroegere jaren. Vroeger, toen de vloot «op En geland voer", had iedere visscher eene groote gehaakte beurs met de noodige «schijven" er in. Het dorp werd dan als het ware overstroomd met kooplieden, die hun best deden om hunne koop waar aan den man te brengen. De herberg van «dikken Gerrit" was dan het vereenigingspunt; daar kwamen de visschers met de meisjes en de centen, daar kwam Toon met zijne harmonica's, daar kwam Japie met zijne doozen, met zijn «vurken" en lepels, kortom daar kwam alles. Daar werd op den vloer gedobbeld om de prijzen, daar werd op de trektafel gespeeld, daar werd gedronken, daar werd ook gebiljart; maar het moet ter eere van Gerrit gezegd worden, er mocht nooit om geld gespeeld worden, maar uitsluitend om een rondje. Dikke Gerrit nam alleen den biljartstok in de hand, als er geen andere speler was, maar al stond hij ook op 48 en zijn tegenspeler op 10 (50 is uit), zoodra zich een speler voordeed, hield Gerrit dade lijk op, en zeide dan: «Ziezoo! nou heb ik het zeker gewonnen." Ik heb Gerrit nooit anders gezien dan in drillen broek en boezeroen. Jas en vest gebruikte hij alleen om naar de stad te gaan. Gerrit was altijd een tegenstander van het fooienstelsel; zelfs toen eens een stadsheer bij hem een glas melk van 5 cent dronk, en met een dubbeltje betaalde en den terug ontvangen stuiver naar Gerrit schoof, werd deze zeer boos en zeide: «Ik ken wel zien dat je een kale meheer bent, anders zou je zoo ïojaal niet zijn." Gerrit was nooit beter te spre ken dan wanneer Barend, zijn zoon, aan het biljart verscheen. «Ja, zie je, om teugen Barend te speulen, mot je wat mans zijn. Barend doet al de krembols over den band, en as ze mis binnen, dan is het een ongeluk, want dan binnen ze op een haar mis, dan is het een ongeluk." «Zeg, meheer! wil je er van Barend is 25 voor hebben op de 50, dan zal je is zien hoe gauw je het an je broek hebt." De «Meheer", die Barend had zien spelen, was dadelijk bereid, maar alleen dan, wanneer Barend gelijk-op wilde spelen. Barend ver loor natuurlijk elke partij, wat de woede van Gerrit zoozeer opwekte, dat de heer de herberg moest ver laten. Gewoonlijk als Barend verloor, was de pret in de herberg voorbij. Deze werd dan op straat voort gezet. Bij Maart en Jacob werd koekgeslagenmaar ook dat ver minderde van jaar tot jaar, evenals de «schijven" uit de beurjes; het eenige wat dan ook is gebleven, dat zijn de «beursjes." Van al die kooplieden van vroe ger ziet men er geen meer. De tegenwoordige hebben dien tijd niet gekend. En Gerrit, hij is versleten. De visschers doen thans hun werk. Ze rekken lijnen en vullen vaten evenals vroeger, en als het dagwerk is afgeloopen, gaan ze naar huis en is het in ons dorp even stil, alsof er geen sloep in de ha ven was. Droogmaking der Zuiderzee. In de Engelsche pers wordt het verslag der commissie omtrent de plannen voor de drooglegging der Zuiderzee druk besproken. Geen blad, dat er geen gewag van maakt; en dat men dikwijls vreemde op merkingen vindt behoeft nauwelijks gezegd te worden. Zoo onderstelt een blad in allen ernst „dat een kanaal door den te maken polder zal gemaakt worden om Amsterdam te verbinden met de Noordzee, via den Helder, maar," zoo wordt er aan toegevoegd, „de stad heeft reeds een korten waterweg naar zee via IJmuiden." Een ander ziet in het plan een verwijt aan de gekroonde hoofden en de regeeringen van Europa, want terwijl de groote mo gendheden jaarlijks honderden mil- lioenen gelds verspillen in de toe bereidselen voor mogelijke oorlogen, bereidt eene der kleinere natiën een machtige industrieele onderneming voor, die den voorspoed en het geluk des volks zal doen toenemen. De oude aardigheid, dat de Hollanders Holland genomen hebben, wordt letterlijk waar. Slechts twintig jaren geleden veroverden de ontembare Hollanders 12,000 „acres" op de Zuiderzee als een begin. Thans zal een stuk lands aan Nederland toe gevoegd worden, zoo groot als Berk shire of Buckinghamshire. Letterspel. In een hoofdartikel over het nieuwe kabinet had de Arnh. Ct. gezegd: «Eene formule van uitbreiding van kiesrecht kunnen wij uit de namen dezer kieswetmannen niet lezen." Een inzender komt daartegen op, op de volgende lakonieke wijze: Wanneer men de namen onder el kaar plaatst, krijgt men wel zoo iets van dien aard. Van der KaAij RöelL SprenGer van Eyek Van dEr Wijck Bergs Jla SchnEider V. d. SlEijden V. HouteN Van dEr Kaay Sprenger van EycK Schneider RöEll BergS ma Van der Wijck Van der SlEijden Van HouTen De redactie teekent hierbij aan: Het papier is geduldig, maar de letters zijn het ook. Als men nog eens de namen der Ministers laat volgen, kan men den wensch erin lezen Van der Kaay ROell BergsIIa Van der SlEijden SpreNger Schneider Van dEr Wijck Van HouTen. Onze Koningin. Men schrijft uit Baarn aan het U. IX: Wat is de koningin groot gewor den! is de uitroep, dien men hier telkens hoort, wanneer men II. M. of alleen óf met hare moeder ziet rijden. En werkelijk, het is zoo. In de beide jaren, dat wij het genoegen misten de vorstelijke familie in ons midden te hebben, is zij gegroeid. Daar komt bij, dat de korte kleeren met de lange zijn verwisseld, zoo dat wanneer men haar van den bok de paarden ziet mennen, men niet meer onze kleine koningin, maar reeds eene heele dame ziet. Dagelijks doorkruist zij onze schoone streken in allerlei richtin gen, of dresseert de kleine ponys in het park achter het paleis. Het is te begrijpen, dat een en ander aan onze schoone gemeente een levendig aanzien verleent, en de neringdoenden vooral het ver blijf der vorstinnen op Soestdijk graag zagen verlengd. Het gerucht loopt echter, dat H.H. M.M. na de Zwitsersehe reis naar Het Loo zul len gaan, tenminste wanneer de herstellingen daar tegen dien tijd zijn voltooid. Een gevaarlijk drietal. In den laatsten tijd hadden aan het Bezuidenhout te 's-Hage en meer in het bijzonder in het Haag- sche Bosch ergerlijke tooneelen plaats. Zij, die zich daar waagden, werden aangerand, bedreigd, mis handeld en beroofd van alles wat zij aan geld of voorwerpen aan waarde bezaten. Het waren twee mannen, in den waren zin des woordsstraatroovers, die, bijgestaan door een liederlijk vrouwspersoon, er hun werk en middel van bestaan van maakten, om personen die in hunne handen vielen, uit te schud den. Met veel tact heeft de politie der 2e afdeeling die lieden weten te ontmaskeren en zooveel gegevens te verzamelen, dat Donderdagnacht door de recherche dier afdeeling tot hunne arrestatie kon worden overgegaan. De bende zit nu achter slot en grendel en het zal waar schijnlijk geruime tijd duren, eer zij de residentie weder onveilig kunnen maken. Neerbosch. Vrijdag werd door den heer G. van Deth aan de regeering ver zonden een pak, inhoudende adres sen van den volgenden inhoud: De ondergeteekenden allen inge zetenen van.... gehoord de mede- deelingen aangaande de weesinrich ting te Neerbosch en haar directeur, J. v. 't Lindenhout, verzoeken bij dezen der regeering met den mees ten spoed eene Staatscommissie van Enquête te benoemen met mede werking van den heer G. v. Deth, van Amsterdam, om, met de noo dige macht hekleed, een uitgebreid onderzoek naar bedoelde weesin richting te doen en door het open baar maken van haar rapport een helder licht te doen schijnen over al het voorgevallene daar in de laat ste 30 jaren. De vroeger door J. v. 't L. aan gestelde commissie miste de macht om dat onderzoek te doen, en het geheele Nederlandsche volk wenscht uit de onzekerheid te geraken aan gaande de verpleging daar van duizenden kinderen. De volgende brief begeleidde de adressen Aan Zijne Excellentie den Mi nister-President en hunne Excel lenties overige Leden van hel Kabinet, uitmakende de Regeering in Nederland te 's-Hage. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Van Deth, Gerrit, make laar, 57 jaar, wonende te Amster dam, 297 Prinsengracht: dat hij het in het belang acht te zijn van het geheele Nederlandsche volk en bovenal van de weezen en hunne verpleging in Nederland, dat de Regeering eene Staatscommissie van Enquête benoeme met mede werking van den adressant, in zake de Weesinrichting te Neeibosch, waar oprichter en weesvader is Jan van 't Lindenhout; Dat hij dat vroeger even nood zakelijk achtte, maar uit achting voor de door J. van 't Lindenhout zelf aangestelde commissie van on derzoek, gemeend heeft met dat verzoek aan de Regeering te moe ten wachten tot van 't Lindenhout's commissie ontbonden ware; Dat hij dus na lo Maart 1.1., dag dier ontbinding, in alle plaatsen waar hij in openbare vergaderin gen de zaak-Neerbosch besprak, adressen ter teekening neerlegde in de zaal en op die wijze in 17 plaatsen '1514 handteekeningen ver wierf. Dat, hadde hij er de gelegenheid toe in alle plaatsen des lands open bare vergaderingen uit te schrijven, geen enkele stad of dorp achter wege zou blijven dat verzoek aan de Regeering met vele handteeke ningen te voorzien, wat de Regee ring als een bewijs moge aannemen, dat dit verzoek aan de Regeering de wensch is van een groot, zoo niet het grootste deel der Neder landsche natie; weshalve hij der Regeering eerbiedig maar dringend meent, te moeten verzoeken, zoo spoedig mogelijk aan dien wensch gehoor te willen geven en met de aanstelling van een Staatscommissie van Enquête niet te wachten, tot bij de gelegenheid gehad hebbe, door geheel Nederland zulke adres sen ter teekening te leggen, wat noodeloos tijdverlies zou zijn; Dat hij daarom de vrijheid heeft genomen der Regeering hierbij de gemelde zeventien met '1514 hand teekeningen voorziene adressen in te sluiten, n.l. van Breda met 208, van Dordrecht met 80, van Gro ningen met 346, van Pietersburen met 12, van Assen met 92, van Leens met 35, van Zoutkamp met 32van Oldehove met 62van Scheemda met 72, van Zuidhorn met 42, van Midwolda (Leek) met 48, van Usquert met 42, van Mid wolda (Scheemda) met 66, van Grijpskerk met 34, van Haarlem met 275, van Sappemeer met 37 en van Eenrum met 36 handtee keningen Dat er nog enkelen van die adres sen in omloop zijn in de provincie Groningen, welke hij na ontvangst direct aan de Regeering zal op zenden Dat hij zijn leedwezen betuigt, dat in sommige vergaderlokalen die adressen bevlekt en bevuild werden en hij het daarom nog in beraad genomen heeft de copie er van op te zenden, maar eindelijk meende dat slechts de origineele adressen aan de Regeering mochten gezon den worden, ofschoon hij desver- langd een copie van alle namen ter uwer beschikking houdt; dat hij daarom hoopt, dat het der Regeering moge behagen, dit verzoek van het Nederl. volk on middellijk in overweging te willen nemen. Hetwelk doende, enz. Amsterdam, 12 Mei 1894. G. van Deth. Gedurende de Pinkster- en eenige daaropvolgende dagen zullen op het Koloniaal Museum tentoonge steld zijn een zestal laden met in secten uit de orde der Coleoptera of Kevers. Uit den grooten voorraad zijn voornamelijk die kevers geko zen, welke of door hunne grillige vormen, óf door hunne grootte, of door hun kleurenpracht den bizon deren aandacht trekken; velen daaronder zijn zoo fraai, dat zij wel als sieraad kunnen dienen. Daar heeft men bijv. Heteror- rhina imperatrixMohn uit de familie der gouden torren, welke van de ééne zijde gezien de fraaiste scha keeringen van groen en van een anderenkant het schitterendstgoud- aehtig-rood te aanschouwen geeft. Verder zijn daar uit dezelfde fami lie de groote Goliathkevers, wit of mat geel met fluweel zwarte ban den of vlekken, kevers die een 50tal jaren geleden, wel over de honderd gulden per stuk opgebracht moeten hebben. Uit de mestkevers noemen wij slechts Ateuchus saeer L of de «heilige tor" der Egyptenaren en tal van schitterend gekleurde Pha- naeus-soortenuit de loopkevers, Mormolyce phyllodes Hagenb, een bruin gekleurde guitaar-vormige kever uit Üost-Indië. Verder uit de Dynastini, de reusachtige olifants kever, de Atlaskever met twee spitse hoorns als van een stier op het borststuk en één dito op den kop en de Herculeskever met grijze dekschilden, zwart borststuk en twee hoornen, die te zamen veel op den bek van een grooten vogel gelijken. Ten slotte mag niet onopgemerkt voorbij gegaan worden de Suri- naamsche tapijtbok, Acroeinus lon- gimanus L, bekend om zijn bizonder lange vnorpooten. In één woord de bezichtiging dezer collectie, welke door het Museum in bruikleen werd ontvan gen van Jhr. van Heerat tot Evers- berg te Buitenzorg, is zoowel voor entomologen als leeken ten zeerste aan te bevelen. De beul in Duitschland. Een zonderling jubile werd dezer dagen gevierd door den beul van het Duitsche rijk. De vorige week moest hij twee broeders, moordenaars van een veld wachter, ter dood brengen. Na de executie van den laatsten bleek hij juist honderd hoofden te hebben doen vallen. Door het bestuur der gevangenis te Magdeburg, waarde jubilaris woont, werd hij met dit „heugelijk feit" geluk gewenscht. Eerstdaags zal hij te Stettin een nieuw doodvonnis ten uitvoer moe ten brengen. Hierbij komt weel een zonderlingheid der Duitsche rechtspleging aan het licht. Nu moet hij een schoenmaker ter dood bren gen, die twee keer ter dood ver oordeeld is wegens den moord op zijn vrouw en op zijn dochter. Dik wijls komen zulke dubbele of drie dubbele veroordeelingen voor, soms nog gecumuleerd met jaren dwang arbeid of verhes van burgerlijke rechten. Anarchisten. De chef der anthropometrische afdeeling aan de prefectuur van politie te Parijs heeft eenige be langrijke ontdekkingen gedaan waardoor, naar het schijnt, de iden titeit van den z.g. Pauwels, die in de «Madeleine" om 't leven kwam, voldoende in 't licht gesteld wordt. Het mag zoo goed als zeker ge acht worden, dat Pauwels dezelfde persoon was als Rabardy, die eenige dagen vóór den aanslag in de «Ma deleine", bommen nederlegde in twee hotels in de rue St. Jacques en in den faubourg St. Martin met 't doel om den commissaris van politie uit zijn bureau daarheen te lokken. De brief, waarin de commissaris uitgenoodigd werd naar een zelf moordenaar in het hotel te komen zien, was met geheel dezelfde hand geschreven als een brief, die op het lijk van Pauwels werd gevon den. Daarbij komt nu nog, dat eenige personen uit de beide hotels, die eerst later in verhoor genomen zijn, verklaard hebben eene sterke gelijkenis te zien in de gelaats trekken van Pauwels en van den persoon, die daar een vertrek was komen huren. Het lijdt dus bijna geen twijfel, of de drie aanslagen zijn door één en hetzelfde individu gepleegd. Wat echter nog merkwaardiger mag heeten, is, dat Pauwels inder daad zich-zelf opzettelijk van het leven beroofd heeft. Werd aan vankelijk verklaard, dat zijn dood viel toe te schrijven aan de won den, welke hem door de ontploffing in 't onderlijf werden toegebracht, thans heeft een nader onderzoek aan 't licht gebracht, dat de ge- doode zich ook met een pistool een doodelijken kogel door het hoofd had gejaagd. Uit de houding van het lijk kon aangetoond worden, dat hij bij het wegwerpen van de bom met de linkerhand, een pistool in de rech terhand hield, ten einde zich te verdedigen of te dooden, wanneer hij op dat oogenblik ontdekt mocht worden. Toen het werktuig echter onmiddellijk ontplofte, gaf hij er de voorkeur aan om zich ineens af te maken en niet levend in de handen der politie te vallen. De eerstvolgende aflevering der Annates anthropométriques van 15 Mei a. s. zal een uitvoerig verslag dezer belangrijke onthullingen be vatten. Anarchistische aanslag te Parijs. Vrijdagavond om half twaalf is een dynamietaanslag gepleegd in de Avenue Kléber. De bom ontplofte voor den hoofdingang van perceel 42, een particulier hotel, bewoond door den heer Massing, fluweelfa brikant, De heer Massing was af wezig. De schade is alleen van mate- rieelen aard, en bepaalt zich tot de deur en de ramen, die verbrijzeld zijn. VARIA. Mevrouw. Bet, ik heb al weer wat aan te merken. Meid. Wat dan nu weer, me vrouw Mevrouw. Het eten was niet gaar. Meid. Dat weet ik wel, mevrouw. Voor ons in de keuken heb ik 't nog wat laten stoven. Een solide borg. Heb je een borg voor het geld, dat je wilt leenen? O, zeker! Waarom heb je hem niet mede gebracht? Hij kon vandaag niet uitgaan. Is hij ziek? Neen, maar zijne laarzen zijn bij den schoenlapper.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 9