Toor onze Yensters. lit den Burgeroorlog; in Amerika. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. lie Jaargang;; Vrijdag 18 Mei 1894. No. 3334. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. Arrondissements-Rechtbank „Weldadigheid naar Vermogen." FEUILLETON. HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat X-X, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekbandelaren en courantiera. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAXJBE Co., JOHN F. JONESSucc.Parijs 31 bis Faubourg Montmartre. p lil onze étalagekast zijn ter bezich tiging gesteld de photografieën van den Nikko-wedstrijd. ~De namen der inzenders zijn: fjoh. Huijsser, Amsterdam, „Fraai Holland". Maurits H. Binger, Haar lem, „Land en Water". Ign. Bispinck, Bloemendaal, „Nikko-quartet". J. G. Veenenbos Jr., Bloemendaal, „Sim plex". D. Wilmerink, Amsterdam, „Sylvius". C. G. H. Bakker, Haarlem, „Nikko". G. L. Hassely Kirchner, Baarn, „Mijn 1ste enz.". J. Bes, Haar- Haarlem17 Mei '94. Voor het acte-examen lager onder wijs is Woensdag te Amsterdam ge- mej. A. Th. Kellner alhier. Handelsvereeniging. Woensdagavond hield in een boven zaal van Café „Brinkmann" de Haarl. Handelsvereeniging hare algemeene jaarvergadering. Uit het in die bijeenkomst door den secretaris-penningmeester, den heer H. J. Visser uitgebrachte ver slag blijkt, dat de vereenigiug in bloei- enden toestand verkeert. Het ledental bedroeg bij den aan vang van dit jaar 175. Eén lid be dankte terwijl 3 wegens vertrek naar elders hun lidmaatschap hebben op- 74 nieuwe leden traden toe, zoodat het ledental thans 245 bedraagt, ter wijl nog enkelen zich voor het vol gende jaar hebben aangemeld, i Het aantal opgegeven posten be droeg 336 tot een gezamenlijk bedrag van f5975,75. f Van 10 posten tot een bedrag van ƒ155,57 kwamen de aanmaningen als onbestelbaar terug, terwijl van de overigen 68 geheel werden betaald, 57 onderling geschikt en 24 ter ge rechtelijke inning gegeven. Een bedrag van 1622,49% werd door tusschenkomst der Vereeniging geïnd. 177 geheel onwillige betalers wer den ter waarschuwing op demaand- lijsten geplaatst, bovendien werden de leden gewaarschuwd tegen eene firma welke zich hier vestigde en die bij de Amsterdamsche politie als fles- schentrekker bekend stond. Omtrent 168 personen waarvan 14 elders woonachtig werd op aan vraag der leden informatie verstrekt. De financieele toestand der Ver eeniging mag gunstig worden ge noemd. Leverde het vorig jaar een tekort op van ƒ21,99, thans wijst de reke ning een batig slot van ƒ53,60 aan. De rekening en verantwoording werd goedgekeurd. De aftredende be stuursleden, de heeren Tb. Schür- mann, H. J. Visser en J. C. Peere boom werden bij acclamatie voor 3 jaar herkozen. Het informatie-bureau wordt 1°. Juni e. k. gevestigd bij den heer H. J. van Deurzen Jr., Zijlstraat No. 53. Het lidmaatschap dezer nuttige vereeniging die de bedoeling heeft winkeliers en neringdoenden zooveel mogelijk voor schade door slechte be talers te vrijwaren, bedraagt slechts ƒ1.50. Aanmelding als lid kan ge schieden bij den administrateur der vereeniging, Sophiastraat 2rood. Betzy Berg. Het zijn geen „lieve" zeestukjes, strandgezichten, of kalme natuurta- fereelen, die Betzy Berg ons in haar schilderstukken laat zien; ook geen „lieve poesjes" of bloemenstudiën, geen stillevens of stukjes lustige na tuur; het zijn wilde, onstuimige gol ven en barre rotsen, die deze schil deres op het doek toovert. Haar wijze van schilderen doet het sterkere ge slacht met verbazing opzien. Vroeger leerling van onzen Mesdag is zij later haar eigen weg gegaan. Zelf een Noorsche, trekken haar die wilde wateren aan, en wij moeten bekennende kracht in het weer geven van dien majestueuzen „Gjas- var, die opstuwende golven en die prachtige luchten doet ons het talent van Betzy Berg bewonderen. Zij ziet de zee het Hefst in de eenzaamheid der Noorsche Lofode, met hunne hoogeopgaande rotsen, en verborgen klippenzij toont stoutheid in de op vatting van dit groote zeestuk. Het grootsche, doch minder groote stuk „de Noordkaap, geeft die zelfde kracht te zien in die meer effene luchten, dat kalmere water, en dien harden rotssteen. Betzy Berg doet zich aan ons voor als een kunstenares, die het goed met de kunst meent, en geheel daarin opgaat. Met aandrang bevelen wij deze schilderijen in de belangstelling van onze lezers aan. Zij zijn opgenomen in de Collectie van den kunsthande laar D. J. van der Wilk, Groote Hout straat 105, alhier, waar de gelegen heid ter bezichtiging voor ieder is opengesteld. Aan de stembus. Men meldt ons Gisteren deed zich op een onzer stembureaux een geval voor dat te eigenaardig is om niet te vermelden. Stembureau No. 1. Voor mij staat de heer v. G. en voor dezen de kiezer in kwestie. Mijnheer de KanterNo. 1000 Uw naam is KiezerJawel meneer. M. de Kan ter: U woont? Kiezermeneer. de KanterGeboren Kiezer: Jawel meneer. de Kanter. Zoo ja dat begrijp ik, maar ik bedoel waar u geboren is. De man antwoordt niet maar kijkt als gold het een diepzinnig vraag stuk. De heer Macaré wil den man op weg helpen en vraagtWanneer is u jarig? Na lange pauze zegt de man aar zelend den. den. zooveelsten Januari. En nu weet u zeker in welke plaats u is geboren? Kiezer: Neen meneer. M. de Kanter. Maar u was er toch zeker zelf bij (geen weinig gejoel). Ik geloof niet dat den man ook dat nog recht duidelijk was. Nadat (ook zonder dat de man de plaats kon opgeven waar eens zijn wieg stond) genoegzaam bewezen was dat de man „kiesbevoegdheid" had en hij zijn biljet had gebust, draaide hij zich om, liep een broeder kiezer bijna van de beenen, ging de blauwe trap pen af en keek in zijn haast nog eens om, met een gezicht waarop te lezen stond „dat is voor het eerst en voor het laatst." Zitting van Donderdag 17 Mei. Bartholomeus Heppener en Pieter Piket, beiden 26 jaar en glazenwas- schers van beroep, stonden heden te recht, onder aanklacht van tusschen den laten avond van 17 April en 8 uur in den vroegen morgen van 18 April te hebben gestolen een broche en vier ringen, toebehoorende aan de echtgenoote van Jacobus Heijtveld. bij wien zu in huis woonden. Daar zij in voorloopige bewaring zijn, worden zij ambtshalve verde digd, Heppener door Mr. W. van Hulst en Piket door Mr. A. J. van Thiel. Bovendien staan dezelfde beklaag den terecht wegens diefstal van een stuk lood van het huis waarin zij logeerden en dat toebehoort aan H. P. Mok en Heppener alleen wegens het wegnemen van een ketting, twee oorbellen en een schaartje, toebe hoorende aan de dienstbode Maria Cornelia Bel en het zich toeëigenen van twee door hem gevonden zak doeken, die het eigendom waren van de naaister Elisabeth van derWerff. De beide beklaagden ontkennen alles. De heer mr. Joh. P. van Outeren, subs. off. van just, acht de schuld van Heppener aan eerstgenoemden diefstal niet wettig bewezen. Wel be wezen acht spreker zijn schuld aan de overige diefstallen. In Maart zijn beiden uit de gelede ren van het leger weggejaagd. Spreker requireert de veroordeeling der beide beklaagden tot gevangenis straf voor den tijd van een jaar en zes maanden. Mr. Van Hulst sloot zich aan bij het requisitoir van den ambtenaar van het O. M., voor zooverre betreft het feit waarvoor Z.E.G. is toege voegd mr. Van Thiel vroeg de vrij spraak van Piket, op grond van de omstandigheid dat de diefstal ie aan Piket is ten laste gelegd, stellig niet door hem begaan is geworden. De subs. off. van just, vroeg alsnog onmiddellijke invrijheidstelling van Heppener voor het eerste hem ten laste gelegde feit, maar zijne gevan geneming voor de andere feiten. De rechtbank, na in raadkamer te hebben vergaderd, bepaalde de uit spraak hierin en in de zaak zelve op heden over 8 dagen. De rechtbank veroordeelde Hen- drikus Stammers, wegens het onver zorgd achterlaten zijner drie kinderen tot drie dagen gevangenisstraf. De eisch was eene maand. Afdeeling: „Werkverschaffing". Van 1 Nov. tot 16 Mei hebben zich de volgende personen aangemeld 23 voor werkvrouw, 1 voor wasch- vrouw, 5 voor naaister, 3 voor grond werker, 7 voor loopwerk, 2 voor brei werk, 2 voor loopknecht, 3 voor op passer, 3 voor koffiehuisbediende, 2 voor schoenmaker, 3 voor schrijf werk, 1 voor stucadoor, 2 voor koet sier, 1 voor kantoorbediende, 2 voor schilder, 8 voor los werkman, 1 voor kleedermaker, 1 voor timmerman, 1 voor sigarenmaker, 1 voor licht werk, 1 voor dames-laarzenmaker, 1 voor mangelwerk. Particulieren en werkgevers, die van bovenstaande aanbiedingen ge bruik weuschen te maken worden beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelijk tot het Bestuur te rich ten, bus Doelen of Stadhuis. Inlichtingen kunnen dagelijks van 91 en van 35 uur verkregen wor den bij den administrateur, bureau Doelen. Ter aanvulling van ons bericht over den brand op het Heiligland wordt ons nog medegedeeld, dat de tabakskerver C. Walter met zijne beide knechts Koopman en Van der Linden het eerst alarm hebben ge maakt. Terwijl Walter de politie aan de Houtpoort ging waarschuwen, wekten de knechts de buren en hielp Koopman de vrouw een en ander in pakken. Reeds had hij een ruit stuk geslagen, toen de politie kwam toe snellen. Voordrachten. Voor de betrekking van onderwij zeres te IJmuiden zijn op de voor dracht geplaatst de dames 1. M. A. Anschütz. te Cats. 2. M. C. van Overbeeke te Dreischor. 3. J. A. Rodbard, te Leiden. Voor die van onderwijzeres te Vel- sen, de dames 1 S. M. van der Pauwert, te Assen delft. 2. A. A. Groenendijk en 3. J. A. Rodbard te Leiden en voor onderwijzer te Velsen de heeren 1. A. Meester, te Nieuwbuinen. 2. S. van Ooststroom, te te West Beem- ster. 3. W. Bruins, te Zwolle. Het jongmensch dat te Velsen van een schommel is gevallen, is thans aan de gevolgen van dien val overleden. Aan het werk der fortificatiën in den Wijkerpolder is de werkman B. R. bij het malen der tonmolen voor over in den put gevallen, waaruit hij levenloos werd opgehaald. Naar uit goede bron vernomen wordt, is de heer S. E. Oudschans, die alhier eene Kneipp-inriehting zal openen, door de fransche regeering benoemd tot officier de l'Academie. De heer Tret, afgetreden directeur van het Post- en Telegraafkantoor te Zandvoort, benoemd tot directeur van het Telegraafkantoor te Tilburg droeg Dinsdag zijn ambt over, na een ver blijf van vijf jaren. Aan het station werd hem en zijne familie uitgeleide gedaan door den Burgemeester en de badarts dr. Gerke. Gedurende de waarneming zijner betrekking aldaar Naar het engelsch van HARRY ROCKWOOD. 13) HOOFDSTUK X. De vluchteling. „De burgeroorlog maakt broeders tot vijanden, zet den vader tegen den zoon en dochters tegen hare moeders op." Hij zeide niet „dochters tegen vaders", maar de gedachte daaraan schoot haar als een verzoeking door het hoofd en met een kreet van smart verborg zij het gelaat in de han den, terwijl haar lichaam schokte van ingehouden snikken. Gedurende de volgende uren bleef zij in hare kamer alleen, daarop kwam haar vader zeggen dat een rijtuig wachtte om hen naar de plantage terug te brengen. Reeds had hij man nen uitgezonden om de weggeloopen slaven op te sporen en terug te brengen en van den heer Mandel den getrouwen Sam Crow teruggekocht, die reeds weer op de plantage was. Vroeg in den morgen van den volgenden dag ging de heer Edgeworth naar een aangrenzende stad en liet Louise eü Laetitia, hoezeer wel bewaakt, op de plantage achter. Sam Crow en eenige andere vertrouwbare slaven, die in de buurt gehuurd waren, zouden hen verdedigen en de plantage be schermen voor het geval dat de oproerige negers terugkeer den om het vernielingswerk voort te zetten. De dag ging zonder belangrijke gebeurtenissen voorbij. Juist na zonsondergang kwam Sam de kamer binnen, terwijl op zijn rond, glanzend gezicht een breede glimlach zweefde. „Daar is een heer aan de deur die miss Louise wil spre ken," zei hij. Miss Edgeworth schrikte uit haar gepeins op. „Een heer?" vroeg zij verwonderd. „Ja, miss. Hij ziet er nit of hij wat angstig is." „Wie kan dat zijn?" „Hij lijkt op een vriend van u, dien ik vroeger eens heb gezien. Moet ik hem binnenlaten?" „Neen, ik zal naar de deur gaan. Ik durf geen vreemde ling toelaten terwijl mijn vader afwezig is." Daarop stond zij op en volgde Sam naar de deur, die half openstond. Op den drempel stond een man, die zich bij Louises komst omwendde en met bevende stem zeide„Ik ben het, Louise I" Een oogenblik stond zij roerloos, toen snelde zij naar hem toe en riep „Mark! Mark! gij hier?" Hij klemde haar een oogenblik teeder in zijn armen. Op eens weerklonk niet ver vandaar buiten op den weg een uitroep. Mark Hamilton liet Louise los, en keek haar in haar verheugd gezicht. „Hier ben ik, Louise, maar ik moet dadelijk vluchten. Met moeite ben ik uit de gevangenschap ontkomen: mijne ver volgers zijn uwe vrienden en zij willen mij dooden!" HOOFDSTUK XI. Liefde en trouw. Deze hartstochtelijke, haastig uitgesproken verklaring ver wonderde Louise niet. Met groote scherpzinnigheid begreep zij dadelijk volkomen den toestand. Blijkbaar hadden de Ge- confedereerden haren geliefde gevangen genomen en had hij weten te ontkomen terwijl zij hem thans achtervolgden. Uit de kreet op den weg bleek hoe nabij zij waren. Zij vatte zijn hand en trok hem onstuimig naar binnen daarbij uitroepende„Zij zullen u niet vatten, Mark, ai ver brandden zij het huis over onze hoofden. Uwe vijanden zijn de mijne en ik zal u met mijn leven verdedigen." Hij beefde van opgewondenheid en een poging doende om zich uit haren greep los te rukken, antwoordde hij „Ge vergeet, dat ik een Unionist ben?" „En wilt ge uw behoud niet te danken hebben aan een Geconfedereerde „O ja, zeker. De hemel zegene u, mijn lieveling. Ik zie dat men mij heeft bedrogen. Men zeide, dat het verschil in onze politieke overtuiging ons moest scheiden, naar ik zie dat ik niet ten onrechte aan nwe edelmoedigheid heb geloofd."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1