Rechtszaken.
Remeiigd Nieuws.
Politiek Overzicht.
Financieele Mededeelmgen
Dinsdagavond zou de eerste diplo
matieke soiree bij den gezant plaats
vinden en bij die gelegenheid zou bet
koor zich weder doen hooren. Ook
zou dan optreden de welbekende violist
de heer Seiffert en eene jonge pianiste
mej. Marie Geselschap, die in Bata
via geboren is en in Duitschland en
in Amerika voor haar spel veel lau
weren heeft geoogst. Mej. Geselschap
is voornemens op 31 Mei haar eerste
publieke concert in de Steinway Hall
te geven en na de voor haar zoo bij
zonder vleiende invitatie van den
gezant zal haar debut in het publiek
zonder twijfel met veel belangstelling
worden verbeid.
Valschlieid in geschriften.
Een 17-jarige kantoorbediende,
werkzaam aan de Kon. Nederl. Was
kaarsenfabriek te Amsterdam, stond
Dinsdag voor de arr.-rechtbank aldaar
terecht onder beschuldiging zich aan
het hierboven genoemde misdrijf te
hebben schuldig gemaakt.
In de dagvaarding wordt hem ten
laste gelegd, dat hij omstreeks 1 Mei
1894 met het oogmerk, het als echt
en onvervalscht te gebruiken valsche-
lijk heeft opgemaakt het navolgend
geschrift
„Ontvangen van de Associatie-Cassa
de somma van 3 duizend 3 honderd
dertig gulden, waarvoor haar in re
kening crediteeren
Zegge 3330.
1 Mei 1894.
en dat hij dat geschrift valschelijk
geteekend heett „G. Böringer" en „dr.
Kern", zijnde de directeuren der Kon.
Fabriek van Waskaarsen te Amster
dam, uit welk geschrift, ware het
echt, eenig recht, eenige verbintenis
of eenige bevrijding van schuld kon
ontstaan, en dat hij vervolgens van
dat geschrift opzettelijk gebruik heett
gemaakt.
Ter terechtzitting blijkt uit de ver
klaringen van twee geëmployeerden
der Associatie-Cassa, dat er, zoodra
de beklaagde de hierboven gecopieer-
de chèque had aangeboden, onmid
dellijk argwaan omtrent de echtheid
er van bij hen was gerezen, omdat
de gebruikelijke ronde stempel „Kon.
Waskaarsen-fabriek", die steeds op de
chèques dezer fabriek voorkwam, er
ditmaal op ontbrak.
De patroon van den aanbieder werd
op staanden voet gewaarschuwd en
de chèque niet uitbetaald, zoodat
voor niemand nadeel uit de aanbie
ding voortvloeide, behalve voor den
aanbieder zelf, die weldra werd gear
resteerd en gevangen genomen.
Bekl. legde ter terechtzitting een
volmondige bekentenis af. Hij had
aldus deelde hij den rechters mede
met het geld, dat hij op de valsche
chèque had gehoopt te zullen ont
vangen, naar Amerika willen ont
vluchten, „om daar 't een of ander
te beginnen."
Dit denkbeeld was hem gesugge
reerd geworden door een zijner kame
raden, die al eens gevangenisstraf had
ondergaan.
Het O. M. waargenomen door Mr.
Regout, eischte tegen den jeugdigen
falsaris eene gevangenisstraf van éen
jaar.
Mr. Joh. M. Jolles, die als verde
diger van bekl. optrad, was van mee
ning, dat, niettegenstaande het feit,
waarvoor zijn cliënt terechtstond,
ernstig mocht heeten, deze zou moe
ten worden vrijgesproken.
Immers volgens pl. ontbrak een
der elementen van valschheid, nl.
het mogelijke nadeel, dat uit 't ge
bruik van het valschelijk ondertee-
kende geschrift kon ontstaan. In de
jurisprudentie toch wordt algemeen
aangenomen, dat, zal er valschheid
in geschriften zijn gepleegd, er „in
concreto", niet slechts in theorie,
nadeel moet kunnen ontstaan. De
uitstekende contróle der waskaarsen
fabriek eener- en de domme handel
wijze van bekl. anderzijds sloten vol
gens pl. deze mogelijkheid ten eenen-
male uit.
Geheel subsidiair voerde pl. ver
schillende verzachtende omstandig
heden aan, die een zeer lichte straf
wenschelijker deden schijnen dan de
zware, door het O. M. geëischt.
Nadat de directeuren op eene des
betreffende vraag van de rechters
hadden bevestigd, dat chèques van
de waskaarsenfabriek doorloopend wer
den gestempeld, werd het onderzoek
gesloten en de uitspraak bepaald op
Donderdag 31 Mei e.k.
Vonnis liooger dan eiseh.
Voor de utrechtsche rechtbank
heeft terecht gestaan een postbeambte
uit Amersfoort (bode op Wouden
berg), die zich schuldig gemaakt had
aan verduistering van ƒ112,40, en
wel door vervalsching van een post
wissel ad 12.40 en van een quitan
tie van j 100 (driemaandelij ksche be-
talingsrol van den pastoor te Ach
terberg.)
De officier van justitie achtte de
feiten door bekl.'s bekentenis en de
getuigenverklaringen volledig bewe
zen, en eischte gevangenisstraf voor
den tijd van één jaar.
De verdediging van dezen bekl. had
op zich genomen mr. Troelstra, die
zich daarbij niet wilde verdiepen in
rechtskundige quaestiën, maar meer
optredende „als mensch voor zijn
evenmensch", op 't gemoed der rech
ters wilde werken. Hadden getuigen
décharge verklaard, ,dat bekl. was
huiselijk man, een goed huisva
der, die geen gebruik van kofheh ui-
zen maakte, die verklaring moest pl.
te niet doen, want bekl. was maar
weinig thuis, en met reden, want
zijne vrouw, door onderscheiden ge
tuigen als flink en degelijk voorge
steld, was, met al die goede eigen
schappen een vrouw te koud, te on
gezellig voor bekl., die, met zijn
warme, gezellige natuur, het thuis
niet vinden kon, daarom de gezellig
heid moest vinden in een druk bier
huisbezoek, daardoor verteringen
moest maken boven zijn financieele
krachten, daardoor welmoest bezwij
ken voor de verleiding, hem zoo
ruim aangeboden, en daardoor kwam
tot het misdrijf een misdrijf, dat
bekl. zelf als zoodanig erkent, maar
waarover zijn berouw hem reeds zoo
veel straf heeft bezorgd, dat pl. hem
met vertrouwen in de clementie der
rechtbank durfde aanbevelen, en een
uitspraak te gemoet zag, veel billij
ker dan de hooge eisch van 'tO. M.
De rechtbank heeft thans uitspraak
idaan en hem bij breed uiteengezet
vonnis veroordeeld tot gevangenis
straf van twee jaar (met vermin
dering van den tijd, door bekl. in
preventieve hechtenis doorgebracht),
Koloniën,
BATAVIA, 24 April.
Aan het verslag omtrent de voor"
naamste gebeurtenissen in het goe-
vernement Atjeh en Onderhoorigheden
loopende van 27 Maart jl. tot n met
9 dezer, wordt het volgende ontleend
Groot-Atjeh. Onze posten on
dervonden geen o\erlast van den vij
and, met uitzondering echter van de
tijdelijke posten Boekit-Daroe enSene-
lop, welke den Gen dezer een weinig
beschoten werden, doch geen letsel
bekwamenevenmin hadden onze
transporten en patrouilles van eenig
vijandelijk vuur te lijden, terwijl de
werkzaamheden in het voorterrein en
tot verbetering van het wegennet on
gehinderd konden worden voortgezet.
Westkust. Den 24sten Maart
vertoonden zich op het westelijk strand
nabij Melaboeh een 10-tal kwaadwil
ligen, die, tot op 200 meter van onze
versterking genaderd, eenige schoten
op den passer dedenaangevallen
door eenige passerbewoners, van
welke er een sneuvelde, werden 3
kwaadwilligen gevangen genomen.
Nadat den 26sten dier maand het
garnizoen versterkt was geworden
met 30 militairen, aangebracht met
het goevernements-stoo raschip Al ba-
tros, werd dien dag nog door onze
troepen uitgerukt en de benting Ma-
Aja nabij Roending, na voorafgaand
artillerievuur, veroverdaan onze
zijde sneuvelde een Europeesch en
raakten gewond twee inlandsche fu
seliers, ter wij i de vijand vijf lijken
zoomede vijf geweren en eenige blanke
wapens in de benting, die daarop
door de bondgenooten bezet werd, ia
onze handen achterliet.
De twee volgende dagen werden
de bentings van Nja Him en T. Ba-
toe Toenggal onder vuur genomen,
Eerstgenoemde benting werd den
28sten, nadat het bleek dat zij slechts
flauw verdedigd was, door de infan
terie bestormd en genomen; nauwe
lijks echter was dit geschied of een
15-tal Atjehers trachtten door een
klewangaanval den troep er weder
uit te drijven; hij hield echter stand,
twee gewonden bekomende, een offi
cier, de kapitein der infanterie C. A.
van Loenen, en een Amboneesch fu
selier, terwijl de vijand, met achter
lating van acht dooden en eenige
vuur- en blanke wap3ns, het hazen
pad koos.
In den nacht van 28 op 29 Maart
deed T. Batoe-Toengal eene poging
om eene van de door onze bondge-
uöoten bewaakte versterkingen te
overrompelenhij zelf sneuvelde
daarbij met nog 4 der zijnen, terwijl
van de bondgenooten 15 gedood en
gewond werden.
Toen den volgenden morgen de ge-
heele militaire bezetting uitrukte,
kostte het onzen troepen, n ^dat de
drie laatste nog vijandelijke verster
kingen door de artillerie waren onder
vuur genomen, weinig moeite zich
daarvan meester te maken, wij leden
dien dag geen verliezen.
De omtrek van Melaboeh is daar
mede geheel van kwaadwilligen ge
zuiverd.
Onze versterking werd de laatste
twee dagen, tijdens het uitrukken
van den troep, door de landingsdivi-
sie van Hr. Ms. Madura bezet.
Volgens berichten uit den Oost
hoek valt de koifleoogst, waarvan men
zulke groote verwachtingen had, over
het algemeen niet mee de vele regens
schijnen aan de vrucht meer kwaad
te hebben gedaan dan men had ge
dacht.
Den 12den April is uit Kota-
Radjah aan de Deli CL geseind dat
de adssstent-resident Van der Steen
straten, die te Telok Semawé werd
gewond, buiten gevaar is. Vroegere
berichten luidden minder gunstig.
Naar wij vernemen heeft de adsis-
tent-resident van Ngrowo (Kediri) F.
W. van Hengel met ingang van de
maand Mei eervol ontslag uit 's lands
dienst aangevraagd. Javabode.
bestreden en algewezen. Nadat de een
voudige orde van den dag met 265
tegen 225 stemmen verworpen was,
verlietea de voorzitter van den mi
nisterraad en cie ministers de zaal.
De uiterste linkerzijde juichte het
heengaan der ministers toe. Het cen
trum zat verslagen.
De motie van Millerand ver
langde van het gouvernement de
toepassing van de wet van 1884
ten gunste der in dienst zijndenvan
den Staat. De motie van Ramel noo-
digde de regeering uit om geen ver
schil te maken tusschen Staats-werk-
lieden en particuliere werklieden. De
opschudding in de Kamer duurde na
het heengaan der ministers nog voort.
Millerand sloot zich aan bij de mo
tie van Ramel, die aangenomen werd
met 251 tegen 223 stemmen toejui
chingen van de rechterzijde.') Duuville
stelde verdaging voor tot Donderdag.
Ten slotte besloot de Kamer dat de
volgende zitting op Maandag zal zij n.
De rechterzijde stemde grootendeels
met de radicalen.
Ten gevolge van het aannemen der
motie van Ramel hebben de minis
ters zich naar het Elysée begeven om
hun ontslag in te dienen. Toen Pe
en zijne collega's de zaal verlie
ten, riepen de uiterste linkerzijde en
de socialisten„Leve de sociale Re
publiek! Leve de Commune!"
Perier bezocht Carnot en deed hem
verslag v&n de zitting. De ministers
zouden heden collectief hun ontslag
indienen. Dit laatste is onvermij e
lijk, aangezien de Kamer haar twee
de votum uitbracht nadat het minis
terie de zaal hat verlaten.
Geen der leden van het Kabinet zal
van de nieuwe combinatie deel uit
maken, want al de ministers hadden
des morgens nog de in den raad ont
wikkelde leer goedgekeurd. Met het
oog op de stemmingen in de Kamer
kan de President slechts een beroep
doen op de medewerking der radica
len. Men wijst Bourgeois aan als het
hoofd van het nieuwe Kabinet, met
Riöot voor buitenl. zaken, Pomcarré
voor onderwijs, Cavaignac voor finan
ciën en Brisson voor justitie.
Volgens berichten uit Parijs zou
heden in de Figaro een artikel ver
schijnen van de hand van prins Alexis
Karageorgewitch, waarin deze zich
eventueel pretendent stelt voor de
Servische kroon. Hij beweert de oud
ste afstammeling te zijn der tak dier
familie, en laat zijne rechten tegen
over prins Peter, den oudste van
eenen jongeren tak, gelden. Hij meldt
dit voor het geval dat het Servische
volk eenmaal zijne eerste dynastie
tot de regeering mocht terugroepen.
De Servische gezant te Weenen heeft
kennis gegeven aan de oostenrij ksche
regeering van de veranderingen in
de Servische grondwet.
Het engelsche Lagerhuis heeft bij
reéde lezing Dinsdag het ontwerp
der Regeering betreffende plaatselijk
bewind in Schotland aangenomen.
Tot artikelsgewijze behandeling is de
bill verwezen aan de permanente com
missie voor Schotfiche aangelegen
heden.
„Potgieter"-Maats.t.
Expl. v. Bouwterr.
West-Indische Com
pagnie
Maats, tot ontg. en
verv. der Peel gen.
Helenaveen
Utrechtsche Hypo
theekbank
Cultuur -Maatschap.
„Bandjar Redjo."
Eerste Gron. Tramw.
Stoomtramw.Maats.
's BoschHelmond
(pref.)
Oblig. Idem idem.
Oprichtersbew. Kon.Paket-
vaart-Maatscb.
Aand. Eerste Ned. Verzek.
Maats, op het leven
tegen inval, en on
gel. te 's Gravenhage
90
100 a
m
125
97X
110
20
70
ƒ110.
130
Werkstaking te Londen.
De werkstaking der huurkoetsiers
te Londen, welke nu reeds zes dagen
heeft geduurd, blijft aanhouden, zon
der dat er nog kans bestaat op een
spoedige bij legging van het geschil.
De verhuurders hebben nu een
adres gezonden aan den minister van
binnenlandsche zaken, waarin zij kla
gen, dat de politie den koetsiers, die
nog in dienst zijn, geen voldoenden
steun tegen de werkstakers verleent.
Overigens blijven de partijen op haar
standpunt.
Dinsdag is het fransche ministerie-
Perier nameen bestaan van nog geen
half jaar het werd 5 December
1893 geconstitueerd overleden en
nog wel onverwacht. De steen, waar
over het struikelde, was klein en niet
op een afstand zichtbaar, vandaar een
onverhoedsche val.
De Kamer behandelde de toepas
sing van de wet op de syndicaten op
de werklieden van den Staat. Twee
moties werden door het gouvernement
Het Weekblad van Broekman en
Honders bevat o. a. de volgende op
gave van minder courante of incou
rante fondsen, in de week, tot den
datum van 22 Mei loopende, door
hun tusschenkomst verhandeld.
Aand. Drentsche Veen- en
Midden-Kanaal Mij. ƒ110.
Kon. Ned. Beijersch
Bierbrouwerij30 pCt.
Exploit.-Maats. van
Bouwterrein „Over
toom" ƒ800.
Maats, tot Expl. v.
het Poolsche Koffie
huis 74
Reclames.
Het engelsche geneeskundige tijd
schrift The Lancet verklaart naar aan
leiding van de opmerkingen betref
fende reclameborden door lord Rose-
bery gedurende het feestmaal dei
Royal Academy gemaakt, dat hel
deze leelijke borden ook afkeurt om
den invloed, welke het lezen daar
van op de gezondheid, zoowel van het
lichaam als van den geest, uitoefent
„Bij een reis door het land, hetzij
voor zaken, hetzij voor pleizier onder
nomen, doet de bekoorlijkheid en d{
schilderachtigheid van het landschap
den reiziger zijn moeilijkheden, zijn
kwalen, zijn verdriet vergeten", zegt
het blad. „Een kerk in het midden
van een lief dorpje wekt herinne
ringen uit het verleden en verwach
tingen in de toekomst.
„Een heuvel in het verschiet, een
groene weide, een kreupelboschje, een
woud, een hut, een kasteel, een park
een heerenhuis stemmen den reizi
ger dichterlijk, doen hem een droom
droomen buiten het gewone bezige
leven om, die het bestaan minder
eentonig maakt, een geleden verdriet
doet vergeten en door afwisseling een
rust verschaft, welke in vele gevallen
genezing en altijd verlichting brengt.
„Waarom moet van afstand tot
afstand de aandacht van den reizen-
den lijder „nolens volens" gevestigd
worden op zijn eigen kwalen, werke
lijke of ingebeelde? Waarom moet
Mj er op gewezen worden, dat hij een
lever heeft die niet volmaakt in orde
is, of dat zijn spijsverteering slecht
is, of dat hij ieder uur zwakker
wordt of hartkloppingen heeft, of
dat zijn geestelijk evenwicht dreigt
verstoord te worden of dat hij vroeg
oud wordt in het kort, dat hij
spoedig sterven moet als hij nalaat
de een of ander bijzonder geestkrach
tige soort pillen of dranken of water
of pleister te gebruiken
Cholera.
Volgens een bericht uit Luik heb
ben zich te Jemappe aan boord van
een daar liggend schip eenige cholera
gevallen voorgedaan, waarvan twee
met doodelijken [afloop.
Door de autoriteiten zijn terstond
Een van de mannen legde zijn geweer aan den schouder
en mikte op de naderende gestalte, maar een ander zei ruw
„Weg met dat geweer; we kunnen hem levend vatten en
ophangen. Gun hem de glorie niet van te worden doodge
schoten
De man liet zijn geweer zakken. Op dit oogenblik begon
een van de paarden luid te hinniken. De naderende ge
daante, die werkelijk Mark Hamilton was, bleef staan, keerde
zich daarop haastig om en liep in de tegenovergestelde rich
ting weg.
De geconfedereerden haastten zich al vloekend en schreeu
wend dat hun prooi hun zou ontgaan, naar hunne paarden.
Maar intusschen had Leighton niet stil gezeten.
HOOFDSTUK XVL
Nogmaals onder den vijand.
Op het oogenblik dat de spion den naam van Mark Ha
milton vernam en zag, hoe de jonge man zonder wantrou
wen naar de hem opwachtende vijanden toekwam, besloot
hij in elk geval zijn vriend voor gevangenneming te behoe
den. Hij sprong te paard en galoppeerde den weg langs, van
de geconfedereerden af, daarbij eenige honderde meters op
hem winnende. Daarbij droeg hij zorg, aan den kant van
den weg, in de schaduw der boomen te blijven.
Weldra haalde Leighton den vluchteling in. Hamilton was
namelijk achter het huis omgeloopen én vandaar op den
Mark Hamilton bleef staan, denkende dat
een zijner vervolgers achter hem kwam en niet in staat,
daar hij zelfs geen pistool meer bezat, om zich te verdedigen.
Leighton sprong van zijn zadel naast Mark. „Spring op en
spaar het paard nietzei de spion.
Hamilton was een oogenblik versuft door deze plotselinge
hulp, maar de hand van zijn vriend duwde hem naar het
paard. „Ik ben het, Leighton, hier is een pistool, voort,
spoedig
Mark sprong vlug op het ros. „God zegen je, Lukas
hoorde de brave spion nog van zijne lippen, terwijl hij weg
rende in de duisternis.
Aldus was Leighton opnieuw aan zichzelven overgelaten,
terwijl een troep vijanden in de nabijheid was. Vluchten
zou niet baten, verzet tegen acht gewapende mannen even
min. De spion bleef dus kalm afwachten de dingen die ko
men zouden.
Toen de geconfedereerden kwamen aanrennen, hief hij een
hand op en maakte daarmee heftige gebaren. Onmiddellijk
hielden zij stil en twee hunner stegen af en grepen hem aan,
in de meening dat hij de ontvluchte Unionist was.
„Wat ga jelui met mij doen mij in schoenriempje3 scheu
ren?" vroeg Leighton kalmpjes.
„Wie ben je En waar is die weggeloopen Yankee
„Yankee? Wie is een Yankee? Ik zeker niet," antwoordde
Leighton, zich houdende alsof hij de vragen niet begreep.
„Je ziet er niet naar uit, dat is zeker."
„Nu, ik geloof ook dat ik niet veel op hem lijk."
„Wie ben je dan en hoe kom je hier
„Ik ben Caleb Johnson en kom van den Potomac,
morgen was ik in het kamp van kolonel George Creston,
bij de kreek. Als jelui iets weet, dan zal ,het je bekend we
zen dat Creston bevel voert over de bestgeoefende soldaten
van de confederatie in heel Virginië. Daar heb je nu wie ik
ben en waar ik vandaan kom. Is er nog wat
De geconfedereerden waren overbluft, zij hadden geen re
den om aan de mededeelingen van den vreemdeling te twij
felen, maar de teleurstelling over de verdwijning van Mark
Hamilton bracht hen uit hun humeur.
„Behoort gij tot Crestons regiment?
„Neen."
„Hoe kwam je dan in zijn kamp
„Ik ben er binnen geloopen. Dacht je dat ik er binnenge
vlogen was?"
„Geen grappen, vriend. Een soldaat van de Unie dien wij
navolgden, had zich in dat huis verborgen en een minuut
geleden zagen wij hem den oprit uitkomen. Toen hij onze
paarden hoorde liep hij weg achter het huis om, we ver
volgden hem dadelijk en vinden jou in zijn plaats. Wat be
duidt dat alles
„Waarom hebt ge mij dat niet eerder gezegd Ik zal u
zeggen wat ik er van weet. Een seconde of wat vóórdat
jelui op mij aanvielt, heb ik een man te paard hier zien
voorbij rennen.
Wordt vervolgd.