naar
Os valsche Bankbiljetten.
BINNENLAND.
ring te nemen alleen de justitie te
Zieriksee wèl.
Alles bijeengenomen schijnt het of
de justitie te Zieriksee, wonende te
Zieriksee, omgaande met personen uit
Zieriksee, zich wat al te zeer heeft
geïnteresseerd voor een quaestie in
Zieriksee en daarbij de algemeen als
regel aangenomen begrippen over
vrijheid van drukpers voorbij heeft
gezien.
Aanhouding.
Door de politie is aangehouden een
21-jarige matroos der K. N. Marine,
die sedert het laatst van de maand
April jl. aan boord van het stoomschip
Dupa te Rotterdam was gedeserteerd.
Aanrijding.
Donderdagnamiddag is in de So-
phiastraat een 2-jarig meisje aangere
den door een tweewieligen wagen,
waardoor haar rechterbeen is gebroken.
Te water geraakt.
Bij het grijpen naar een stokje ie
Donderdasmamiddag een 6 jarige knaap
aan den Oostsingel te water geraakt.
De agent van politie Diermanse die
het ongeluk op eenigen afstand zag,
spoedde zich derwaarts en heelt den
knaap gered.
Ontvreemding horloges.
Door de politie is aangehouden
eene 21-jarige dienstbode verdacht van
doormiddel van een valschen sleutel
in hare dienst twee zilveren horloges
te hebben ontvreemd.
Afdeeling: „Werkverschaffing".
Van 1 Nov. tot 1 Juni hebben
zich de volgende personen aangemeld
28 voor werkvrouw, 1 voor wasch-
vrouw, 6 voor naaister, 3 voor grond
werker, 8 voor loopwerk, 2 voor brei
werk, 3 voor loopknecht, 3 voor op
passer, 3 voor koffiehuisbediende, 2
voor schoenmaker, 3 voor schrijf
werk, 1 voor stucadoor, 2 voor koet
sier, 1 voor kantoorbediende, 2 voor
schilder, 8 voor los werkman, 1 voor
kleedermaker, 1 voor timmerman, 1
voor sigarenmaker, 1 voor licht werk,
1 voor dames-laarzenmaker, 1 voor
mangelwerk.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaande aanbiedingen ge
bruik wenschen te maken worden
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te rich
ten, bus Doelen of Stadhuis.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
91 en van 35 uur verkregen wor
den bij den administrateur, bureau
Doelen.
Donderdag is deze uitgebreide
rechtszaak voortgezet met het in ver
hoor nemen der beklaagden. Het eerst
werd Krausse verhoord.
Krausse deelde mede dat hij elf
jaar geleden in Holland is gekomen,
en dat langzamerhand het denkbeeld
bij hem rijpte om zelf een zaak op
te richten, maar hij had geen kapi
taal.
Tusschen Thumm en hem is afge
sproken een inrichting te maken om
proeven te nemen ten einde biljet
ten te kunnen namaken. Zooals de
biljetten daar zijn, kon hij volstaan
met 400 a 500, want hij kon ze ver
vaardigen op een zolderkamertje. On
geveer twee jaar is het eerste gesprek
over deze zaak gevoerd. Het geld zou
Thumm verschaffen, maar daaraan
hechtte bekl. geen geloof. De wed,
Toebaerts had toen ƒ2500 verstrekt
voor dit doel, onder borgstelling van
Thumm. Het bleek, evenwel, dat
meer kapitaal noodig was. Nu kende
Krausse Frey als een goede kennis
van de biertafeldeze bracht hem in
kennis met Van Liemt, die ƒ1000
gaf, terwijl Frey een 100 a 125 ver
schafte. De wed. Toebaerts leende
nog ƒ1200 op accepten van Frey en
vanLiemt De vijt beklaagden maakten
nu verschillende plannenKrausse zou
de biljetten ten slotte maken, de wed.
Toebaerts zou ze in bewaring nemen
en alle vijf zouden ze uitgeven. Kraus-
wilde geheel andere cliché's ma
ken, opdat de biljetten veel beter zou
den zijn, doch om de anderen tevre
den te stellen vervaardigde hij ze met
de gemaakte cliché's. Feitelijk stelde
Krausse het voor, dat hij gedreven
was tot de vervaardiging der biljet
ten, uit vrees, dat de wed. Toebaerts
met hare accepten zou komen. Hij
had de biljetten vervaardigd, onder
voorwaarde, dat zij voorloopig in de
pót zouden worden gehouden. Krausse
en Frey hadden de biljetten bij de
wed. Toebaerts gebracht; men was
toen vlug over alles heengestapt en
had de biljetten uitgegeven. Afge
scheiden van deze biljetten, hadden
Van Liemt, Thumm en Frey wellicht
ook reeds van het atelier eenige in
hun zak gestoken.
Krausse had de wed. Toebaerts
tevreden moeten stellen en had haar
daarom een groot pak valsche bank
biljetten gegeven, volstrekt niet met
het doel ze terstond uit te geven.
Hardnekkig hield beklaagde vol,
dat hij nimmer het plan had gehad,
de biljetten uit te geven of te doen
uitgeven. Zijn eenig doel was de
wed. Toebaerts tevreden te stellen.
Echter wist hij niet precies te ver
klaren waarom hij biljetten aan Freij
en Van Liemt had gegeven, en waar
om hijzelf biljetten had uitgegeven.
In de middagzitting werden ver
hoord de beklaagden Suzanna Toe
baerts, Thumm, van Liemt en Frey
Het tweede verhoor betrof de beklaag
de Suzanna Toebaerts, die hare schuld
ontkende, zeggende dat zij Krausse
slechts geld had geleend om een atelier
in te richten, niet om valsch bankpa
pier te vervaardigen. Onder borgtocht
van Thumm verstrekte zij Krausse
2500 gld., op vijf schuldbekentenis
sen. In September werd nog in klei
nere bedragen gegeven, waarmede be-
klaagde's middelen geheel waren uit
geput.
Op de vraag des voorzitters hoe
zij er toe kwam zulke groote sommen
te geven zonder voldoende zekerheid,
antwoordde zij „Ja, mijnheer de pre
sident, dat is nu eenmaal zoo in de
liefde
Voorts gaf bekl. voor, op den be-
wusten avond niets van Krausse in
ontvangst te hebben genomen, en op
dien avond eenigszins après boirete
zijn geweest. Zij zeide, dat Krausse
het zwarte koffertje bij haar bracht
met de bewering, dat het teekenin-
*en inhield. Zij zelve had niets in
aet schrijfbureau geborgendit moest
dus door Krausse zijn geschied.
Krausse verzocht haar het koffer
tje des Maandags naar Utrecht te
jen en het desnoods daar in de
garderobe achter te laten. Krausse
had het plan naar Antwerpen te gaan.
Suzanna ging niet zelve het koffertje
brengen, wijl zij des morgens hoofd
pijn had. Het koffertje was gesloten,
zoodat beklaagde niet kon zien wat
het bevatte. Marie Groeneberg had
zij toen met de boodschap belast.
Thumm, die thans voorkwam, deel
de mede, Krausse bij de oprichting
eener eigen zaak, behulpzaam te zijn
est. Eerst nadat het atelier was
ingericht, begon Krausse over het
maken van bankbiljetten te spreken.
Bekl. bekende later op de werkplaats
Krausse bezig te hebben gezien met
het vervaardigen van biljetten. Wel
wist hij, dat Krausse van Toebaerts
en van Van Liemt geld ter leen had
en, maar hij wist niet dat dit
hiervoor bestemd was. Voorts beken
de hij, eenige biljetten van Krausse
afkomstig, aan Keese te hebben ter
hand gesteld, maar hij zelf had deze
niet in ontvangst genomen om ze uit
te geven, alleen maar om ze eens te
bekijken. Dit voorwendsel greep de
president vast; hij deed den beklaag
de zulke klemmende vragen, dat deze
zich in zijne antwoorden verwarde en
verstrikte.
Over het algemeen beweerde hij,
dat Krausse groot overwicht op hem
had. (Krausse had juist gezegd, dat
Van Liemt het grootste aandeel in
den opzet van het plan had gehad).
Hij weigerde Krausse verder aan
werktuigen te helpen, zoodra hem
was gebleken, dat Krausse het met
Thnmm's hulp verkregens gebruikte
tot het maken van bankbiljetten om
deze uit te geven. Krausse had wel
is waar beweerd, dat Thumm niet
helpen kon uit geldgebrekdoch dit
was niet waar, want bekl. kon van
den fabrikant te Neurenberg nog wel
degelijk bestellingen uitgevoerd krij
gen.
Ten slotte deed de president
Thumm's verklaring voor den rech-
ter-commissaris voorlezen, waaruit
bleek, dat hij toen verschillende za
ken had toegestemd, welke hij nu
ontkende. Toen hem dit nogmaals
onder het oog werd gebracht, zeide
hij, dat hij voor den rechter-commis-
saris zich in een zoodanigen toestand
bevond, dat hij nooit een verdachte
in dien toestand zou hebben ver
hoord.
De beklaagde van Liemt bekende
volmondig het hem ten laste gelegde,
Het atelier was ingericht in allen
gevalle ten deele met het doel om
valsche bankbiljetten te maken, Bekl.
en Frey hebben geld in deze zaak
,oken. Krausse heeft bekl. bij
Toebaerts gebracht. Bekl. heeft bil-
ietten van Krausse gekregen om ze
door Gompertz te doen uitgeven, Gom-
pertz heeft ze verbrand. Krausse had
bekl. gezegd, dat hij biljetten van S.
T. zou halen; hij kwam er mede te
rug en gaf ze aan bekl.
Bekl. sprak met Arntz af, dat deze
hem geschikte personen zou aanwij
zen voor de uitgifte. Arntz zelf had
er geen zin in. Door Arntz kwam
bekl. dan ook met Rempt in kennis,
met wien hij afsprak dat alles door
middel van Arntz als tusschenper-
soon zou gaan.
Met Krausse, Thumm en Frey
heeft bekl. de middelen beraamd om
de valsche bankbiljetten in de wereld
te sturen.
Hierna werd Frey verhoord.
Hij deelde mede wel kapitaal ge
geven te hebben voor de inrichting
van het atelier, doch niet voor de
vervaardiging van valsche bankbil
jetten. In de Vischsteeg had hij van
Krausse een pakje biljetten ontvan
gen, om te te waren; later had
Krausse ze teruggehaald. Beklaagde
moest ten slotte bekennen, dat hij
wel ter dege had kunnen beseffen, dat
Krausse het hem verschafte geld voor
vervaardiging der biljetten zou aan
wenden. Met de wed. Toebaerts had
hij nooit over de bankbiljetten ge
sproken.
De zitting werd hierna geschorst en
medegedeeld, dat zij heden (Vrijdag)
avond te half acht ure zal worden
heropend.
Reis der Koninginnen.
De Koninginnen met gevolg ver
trokken Donderdag van Baarn om
9.50 per extra-trein naar Zwitserland,
De burgemeester van Baarn en Soest
deden de vorstelijke personen uitge
leide.
Op last van H. M. de Konin
gin-Weduwe, Regentes, brengt de re
ferendaris, tijdelijk belast met het
beheer van het Kabinet der Konin
gin, ter algemeene kennis, dat gedu
rende Hoogstderzelver verblijf in het
buitenland, alle aan het adres van
H. M. gerichte brieven moeten wor
den bezorgd aan het Kabinet der Ko
ningin, alwaar voor eene gerege"
opzending dier stukken aan H. M.
zal worden zorg gedragen.
dan 10 ct. per stuk.
De verkooping had nu verder een
ordelijk verloop. Een tafel bracht op
10 ct., waarna algemeen de kreet
„Leve het socialisme!" werd aange-
heven. Een eikenhouten linnenkast
deed 7 ct., een velvet tafelkleed 1 ct.
zes stoelen 5 ct., een prachtige spie'
5 ct., 4 schilderijen 5 ct., een
vloerkleed 1 ct., een tafeltje 1 ct.
een complete hanglamp 1 ct., zes rie
ten stoelen 5 ct., een linnenkast 3 ct.
een mooie kinderwagen 1 ct., enz.
Alles bij elkaar bracht de verkoo
ping de somma op van.... 78 cent.
De heer M. werd daarna weder in
het bezit van zijn inboedel gesteld,
waarna de menigte kalm uiteenging'
(T.)
Ontslag aangevraagd.
De chef van den generalen staf, de
luitenant-generaal Alewijn, heeft eer
vol ontslag uit den dienst aange
vraagd. Hij wordt vervangen door
lt.-gen. van Helden.
Op de aardappelen en botermarkten
zijn in de maand Mei
aangey. verkocht laagste üoogs.pr.
Boter 832 Kg. 724 Kg. fl,— f 1,30
Biggen 528 st. 497 st. f8,f 15,
Schramm. 272 st. 272st.fl2,f40,
Aardapp. 346£ Hl. 229 Hl. fl.—,f 13,50
De groothertogin van Saksen
De Groothertogin van Saksen,
Donderdagmiddag per Hollandsche
spoor uit Soestdijk te 'sGravenhage
aangekomen in een salon wagen, welke
over de stoomtram naar het station
Anna Paulownastraat doorreed, alwaar
de vorstin te 1 uur afstapte.
Aldaar bevonden zich de kamer
heer-ceremoniemeester, die H. K. H.
namens de koninginnen ontving en
voorts de opper-ceremoniemeester
graaf Von Rantzau, duitsch gezant
en de gravin Von Rantzau; baronesse
Sirtema von Grovestinsde commi- -
saris der Koningin; de burgemeester
van 's Gravenhagede luitenant-ge
neraal Van Helden, goeverneur der
residentie; kolonel Verspeyck, plaat
selijk commandantjj de heer Vink-
huyzen, intendant der eigendommen
van de groothertogin en diens echt-
genoote en de heer Couturier, thesau
rier en secretaris.
De groothertogin sprak in haar
moedertaal haren landgenoote aan. Zij
nam van mevr. Grovestins een bloem
ruiker van witte rozen aan, waarvan
de bouquetdrager met een oranje sa
tijnen strik was versierd.
Een hofrijtuig stond in de Anna
Paulownastraat gereed, waarmede H.
K. H. zich naar het nabij gelegen
Buitenrust begaf, tot de koets bege
leid door de dames en (heeren vooraf
gegaan door den heer v. Beusichem,
chef van den stoomtramdienst van de
stoomtram der Holl. IJz. Spoorwegm.
naar Scheveningen.
Een gerechtelijke verkooping.
Donderdagochtend werd bij zekeren
M. in de Kerkstraat bij den Amstel
te Amsterdam een gerechtelijke ver
kooping gehouden, wegens het in ge
breke blijven van het afdoen der be
lasting.
Om kwart voor elven verscheen de
deurwaarder en werd het beste ge
deelte van den inboedel naar buiten
geheschen. Al dadelijk bleek, dat ver
scheidene sociaal-democraten waren
opgekomen om M., hunnen geestver
want, te helpen.
Het eerst werd ten verkoop aange
boden een prachtige linnenkast
waarop Reens 10 ct. bood. Een oude
heer bood hooger, doch het werd hem
zoo lastig gemaakt, dat hij het beter
oordeelde maar heen te gaan. Inmid
dels verschenen omstreeks 30 politie
agenten om de orde te bewaren. Reens
verzekerde hun, dat hij en zijne partij
genooten zich kalm zouden gedragen,
maar dat zij niet hooger wilden bieden
Een huiszoeking in
„Excelsior"
Donderdagavond om zes uur be
gaven zich een aantal leden der
rechterlijke macht, vergezeld vaneen
aantal politiebeambten naar de bu
reaux van Recht voor Allen te Am
sterdam om huiszoeking te doen.
Nadat het bevelschrift van den offi
cier van justitie was voorgelezen,
werden de beambten toegelaten. In
dat bevelschrift werd tot de huis
zoeking machtiging verleend op grond
van het vermoeden, dat de heer
Cornelissen, mederedacteur van Recht
voor Allen en secretaris van het In
tern. Arbeidssecretariaat, correspon
dentie zou gevoerd hebben met of
voor den bekenden anarchist uit
Luik, baron Von Sternberg.
Het personeel dat de huiszoeking
deed, bestond uit ongeveer 14 per
sonen. Tegenwoordig waren o. a. de
rechter-commissaris mr. B. Simons,
de commissaris van politie Stork, een
zetter van de stadsdrukkerij, waar
schijnlijk om de lettertypen te ver
gelijken, eenige rechercheurs en voorts
een paar politiebeambten uit Luik.
Om zes uur werd het onderzoek
begonnen en om half elf was het
afgeloopen. Voor de redactie bureaux
was echter een sleutel noodig, die in
't bezit was van den heer Cornelissen.
wonende op de Da Costakade. Daar
heen togen toen de justitie-ambtena-
ren, en ook daar werd huiszoeking
Hierna werd het onderzoek op de
bureaux van R. v. A. voortgezet. Alle i
papieren werden nagezien dochjniets
werd gevonden dat men de moeite
waard achtte mee te nemen. Ook
werd niets verzegeld en 't schijnt
dus dat de justitie niet gevonden
heeft 't geen zij zoekt.
Lansink, die te Losser op den bur
gemeester heeft geschoten, is te Al*
meloo gevangen genomen.
Oplichters te Amsterdam.
Door twee personen wordt een met
bruin zeil overhangen geheimzinnig
toestel voortgedragen.
De joelende jeugd en de nieuwsgie
rig dringende menigte zegt dat er
een groote pop onder zit die allerlei
kunstjes vertoont.
„Foor 'n paar sjenten ken je 1
sien".
De dragers houden halt. Men be
gint rond te gaan met een bakje.
Zoodra ongeveer 30 of 40 centen zijn
opgehaald, roept eensklaps de kun
stenaar, die gereed staat het geheim
zinnig toestel te ontblooten: Daar
komt de pelisie 1" En de beide com
pagnons pakken ijlings hun toestel,
gaan aan den haal en getroosten
zich grootmoedig de liefelijkheden
die hen door de bedrogen menigte
worden achterna gezonden. Vandaag
of morgen loopen de bedriegers ech
ter groot gevaar voor een blauw
oog.
weg te begeven. Lukas Leighton en een half dozijn anderen
verspreidden zich en vormden de voorhoede, om eene ver
rassing te voorkomen.
Zij legden verscheidene mijlen af zonder een menscheiijk
wezen te ontmoeten. De landstreek was schaars met boomen
begroeid, en er vertoonden zich hier en daar rotsachtige
heuvels en steilten.
Leighton reed naar den top van een met boomen begroeide
steilte en keerde daarna plotseling terug. Hij steeg af en
bond zijn paard vast.
Deze plotselinge handelwijze was het gevolg van hetgeen
onze held op die hoogte voor zich had aanschouwd.
Op den voorgrond was de helling met eene palissadeering
van hout afgezet, waarachter aardwerken werden opgericht.
Van den top was slechts weinig te zien van hetgeen zich
achter die versterkingen bevond. Dat weinige was evenwel
voldoende om het bewijs te geven, dat eene aanzienlijke
inacht van Geconfedereerden tusschen die versterkingen en
der stad daarachter, wat gelegerd.
De palissadeering was slechts een vijfhonderd meter ver
wijderd en gedeeltelijk in haar schaduw had Lukas Leighton
een ruiter gezien der Geconfedereerden. |Het paard en
de ruiter verroerden zich op het oogenblik niet. Blijkbaar
maakte hij deel uit van de voorposten. Dat hij hem zoo on
verwacht in zijne nabijheid had gezien, had den spion zoo
plotseling doen terugkeeren.
Leighton onderzocht zijne wapens om te zien of zij gereed
waren voor een onmiddellijk gebruik. Daarna begon hy om
zichtig de helling te bestijgen. Hij besefte levendig dat hij
zich op zeer gevaarlijk terrein bevond, maar toch was hij
vast besloten om de positie van den vijand te verkennen,
en zooveel mogelijk alles te weten te komen, wat hij wenschte
te weten.
Bij het bereiken van den heuveltop liet de spion zich op
zijne knieën vallen, en ging voorzichtig op handen en voeten
verder. Hij kroop naar een klein boschje kreupelhout, en
droeg er zorg voor, dat zijn hoofd er niet boven uitstak.
Ware hij een indiaansch kamp genaderd, hij had geen groo-
tere behoedzaamheid aan den dag kunnen leggen. Eindelijk
was de top bereikt. Daar hurkte hij half neer en duwde zoo
stil mogelijk het kreupelhout weg. Toen hij dit deed deinsde
hij terug met een uitroep van ontsteltenis, want op den af
stand van een armslengte was een soldaat der Geconfede
reerden ook op het kreupelhout toegekropen en evenals de
Unionist duwde hij ook het kreupelhout tusschen hen in
weg om een blik daarachter te werpen.
De opstandeling was nog meer ontsteld dan de Unionist,
en een oogenblik staarden beide mannen elkaar in weder-
keerige verbijstering aan.
Lukas Leighton was de eerste, die zijne tegenwoordigheid
van geest herkreeg. Met zijn geweer op de borst van den
Geconfedereerde gericht, riep hij koelbloedig uit
„Goeden morgen, Johnny I Dat is een onverwacht genoe
gen."
De Geconfedereerde sprong onmiddellijk op en wierp een
blik achter zich, waarbij hij eene hand boven zijn hoofd
hief.
„Weg met die hand, of ik schiet!" zeide Leighton scherp»
De hand daalde en de Unionist voegde er bij
„Wij staan hier man tegen man, en ik heb er hier liever
geen derde of vierde bij. Kom aan dezen kant van het kreu
pelhout. Ik moet je spreken. Bekommer je niet om je ge
weer laat dat liggen als je het wilt houden."
De vijand was een forsche, vastberaden man. Hij was 1
voorzichtig om geheel ongehoorzaam te zijn aan het bevel
van onzen held, maar toch volgde hij dit slechts gedeeltelijk
op. Hij kwam aan den anderen kant van het kreupelhout
en waagde geen verdere poging om zijne vrienden te waar
schuwen. Leightons bedreiging was beslist uitgesproken, en
hij durfde het gevaar niet trotseeren, dat hij ze zou kunnen
uitvoeren. Zijn geweer behield hij echter.
„Gij zijt zeker een Yankee," merkte de Geconfedereerde
op zonder eenig blyk van schrik.
„Neen, dat ben ik niet. Ik ben geneigd te denken, dat
wij beiden op Virginischen bodem zijn geboren. Heb ik geen
gelijk voor zoover het u betreft?"
Wordt vervolgd.)