Letteren en Knnst. Rechtszaken. Wedstrijden. Politiek Overzicht. verzorging der Maatschappij en hare comité's opgenomen 467 weezen, nl. 243 jongens en 224 meisjes van onder scheidene gemeenten. Van de 467 ouderloozen zijn in de 20 jaren van het bestaan de Mij. 12 jongens en 8 meisjes overleden10 jongens en 11 meisjes vóór het vol tooien hunner opvoeding terugge keerd en zijn 4 jongens en 17 meis jes geheel voor hun rekening door pleegouders als hun eigen kinderen opgevoed. 209 ouderloozen zijn nu in onder scheidene betrekkingen geplaatst en voorzien in hun eigen onderhoud. Ze hebben en maken het goed, al loopen ook hunne omstandigheden uiteen, 't geen trouwens niet anders te verwachten is. Zoo is van de 10 onderwijzers en onderwijzeressen slechts éen hoofdonderwijzer gewor den en van de 15, die het vaderland bij land- en zeemacht dienen, heb ben drie den officiersrang behaald, de anderen het tot sergeant, maar een niet verder dan hoornblazer ge bracht. 196 Weezen deelen nog geheel in de verzorging der Maatschappij, 22 die boven de veertien jaren zijn, w nieten een professioneele opleiding de 174 anderen volgen het onderwijs op onderscheidene scholen, behalve enkele hunner, die voor de bewaar school nog te jong zijn. Voor hunne verzorging werd over het jaar 1893 31.624.19Vs vereischt en in den loop der twintig jaren van het bestaan der Maatschappij ƒ361.624 uitgegeven, uit giften, contributiën^ bijdragen en restitutiën gevonden. Na nog enkele huishoudelijke me- dedeelingen werd-de vergadering door den voorzitter gesloten. in de geschokte gemoederen der viseh- vrouwen. Een valsch gerucht. Uit De Rijp wordt thans gemeld, dat het bericht, als zou de vermoe delijke dader van den moord op Schut te De Rijp gevat zijn, onjuist is. Niemand is daar gearresteerd, nie mand als gevangene naar Amsterdam gevoerd. De komst van vreemde po litie heeft dit praatje in omloop ge bracht. Een flauwe grap. Wij maakten melding van een ad vertentie in het N. v. N. die hon derden tevergeefs naar het Damrak deed trekken. En toen men daar niet geholpen werd ging men vrij ont stemd naar de Warmoesstraat en hield er een minder vriendschappe lijke betooging tegen genoemd blad. Toch, merkt het N. v. N. op, betrof die advertentie een eerlijke zaak. Een jonkman wenscht n.l. in 't huwelijk te treden, en heeft uit de sollicitan ten een viertal gekozen om hem bij die gewichtige plechtigheid als getui gen bij te staan. Die vier personen zouden heden ochtend door den bruidegom worden opgewacht en per rijtuig gebracht worden daar, waar hun tegenwoor digheid werd vereischt. Een paniek. Eene rat veroorzaakte Dinsdag och tend tijdens den afslag eene ware paniek op de vischmarkt te Rotter dam Het diertje, dat reeds vroeg in den morgen door eene vrouw, die op den afslag aan de liefhebsters een kopje melk verkoopt, was opgemerkt, doch toen ontkwam, nam tegen 9j( uur de wijk onder de tribune. Een algemeen sauve qui peut was het volg- Vrouwen, anders voor geen klein geruchtje vervaard, grepen angstig de rokken te zaam en zochten in allerijl eene schuilplaats voor de gevreesde. De afslager werd genoodzaakt de werkzaamheden te staken, en trok zich alsmede in zijn kantoor terug. In middels was de rat onder eenige manden met visch aangeland, doch ook hier werd haar geen rust gund. Eenige mannen, aangezet door het gillende zwakke geslacht, zoch ten de rat in hare schuilplaats op, dreven haar in eenen hoek en ver- morselden het dier onder hunne klom pen. Eerst toen het doode dier eene laatste rustplaats in de Leuvehaven had gevonden, keerde de rust terug Een rumoerige vergadering Maandag had te Hasselt een open bare vergadering plaats van het ver- eenigd college van het waterschap Hasselt en Zwartsluis. Voor het bijwoneu dezer vergade ring waren tal van boeren van Stap horst en Rouveen opgekomen, omdat het rapport der commissie voor het onderzoek betreffende stoombemaling zou worden behandeld. Het gedeelte der zaal, voor het publiek bestemd, was dan ook overvol. Van den aanvang af werd de bijeen komst telkens door rumoer verstoord en de burgemeester moest telkens tot stilte aanmanen. Voorzitter der vergadering was de heer D. Buisman van Zwartsluis. Het rapport der comuiis3ie tot on derzoek van de stoombemaling waartegen een aantal adressen waren ingekomen ontlokte vele interrup ties aan het publiek. De voorzitter verdedigde de stoombemaling sterk hij had zich tot plicht gesteld, zeide hij, om alles te doen wat de welvaart van het waterschap kan bevorderen en dat ook steeds volgens zijn gewe ten gedaan, zonder zich daarvan te laten weerhouden door bedreigingen,- zooals reeds bij het besluit tot het maken der waterleidingen gebeurd is, toen men hem met doodslag dreigde. Na deze verklaring, aldus luidt het verslag der Zw. CL, volgt een oorver- doovend geraas en zoowel van enkele leden van het bestuur als van het publiek klinkt het geschreeuw, dat er wel voor Hasselt en Zwartsluis, maar niet voor Staphorst en Rouveen gezorgd wordt. Elke poging om stilte te verkrijgen mislukt en de boeren, zoowel in als buiten de vergadering, nemen zulk een dreigende houding aan en er wor den zoodanige kreten gehoord,Jdat op bevel van den burgemeester de poli tie een verdedigende houding aannam en de maréchaussées hunne karabij nen aan de schouders brachten. Onder zulke omstandigheden kon de vergadering niet worden voortge zet en zij werd dan ook door den dijkgraaf gesloten. Maar ook nu wei gerden de boeren nog te vertrekken, waarop het bestuur de zaal verliet. Onmiddellijk stormden toen de boe ren naar beneden en wilden zich van den dijkgraaf, die zich in een der be nedenvertrekken met een paar leden van het bestuur bevond, meester ma ken. De burgemeester, het gevaar bemer kende, raadde dezen man zich te ver bergen, betreen ook bijtijds geschied de. Toen hierop de deur van het ver trek openge trapt werd, zag de bur gemeester zich genoodzaakt aan de marechaussees order te geven te vu ren, wanneer, zooals de boeren dreig den, er door de ramen mocht wor den ingebroken. Gelukkig is het zoo ver niet gekomen en eindigde het spectakel met de ontruiming van het koffiehuis. In verband met het gebeurde heb ben in den nacht van Maandag op Dinsdag een paar honderd Staphor ster boeren erg huisgehouden te Baarlo, onder Zwartsluis bij den vee houder K. Krabbe, heemraad van het waterschap Hasselt en Zwartsluis, een voorstander van een stoomge maal. Binnenshuis werd veel ver nield en de vrouw en de knecht wer den mishandeld. Eene dievenbende. De rijkspolitie te Rozendaal (N.-B.) heeft Zondag de hand gelegd op eene jeugdige dievenbende, meisjes van 6 tot 14 jaren oud, die er hun werk van maakten des avonds in de hui zen te dringen om te bedelen of te stelen. Door den wachtmeester der mare chaussee ondervraagd, bekenden zij ook vroegere diefstallen te hebben ge pleegd ,en wezen zelfs de plaats aan waar de gestolen voorwerpen lagen verborgen. Een treurig licht werd echter op deze zaak geworpen door de beken tenis der jongste, een kind van nau welijks zes jaren, waaruit gebleken is dat de ouders van de misdrijven hun ner kinderen kennis droegen en het gestolen geld in ontvangst namen en verdeelden. bestuur der sociëteit, en zich vervol gens met de bescheiden betrekking ven concierge in dienst van het be stuur had vergenoegd. Het O. M. had echter een andere opvatting van de zaak, en meende dat niets veranderd was behalve de naam, en dat men door de nu ge geven voorstelling van de betrekking der beklaagdedeze laatste geheel kon ecarteeren. Verder achtte het O. M. het niet zeer geloofwaardig, dat de muzikanten, hoewel lid der socië teit, alleen voor hun genoegen en uit liefde voor de kunst, muziek maak ten, gelijk beweerd was, om te ont komen aan de vervolging wegens het geven eener muziekuitvoering zonder verlof van den burgemeester. Het O, M. eischte daarom ƒ20 boete. „Cecilia" In den loop van dit jaar zal de Koninklijke Zangvereeniging Cecilia te 's-Gravenhage vijf-en-twintig jaar in haar herboren toestand, volgens hare organisatie in 1869, bestaan heb ben. Wel dagteekent zij van veel vroe ger lijd, maar zij is een tijdlang tot stilstand gekomen, totdat eenige mu- ziekvoorstanders er in slaagden, haar op hechter grondslag te vestigen en sedert heeft zij onafgebroken met roem en eere gearbeid. In eene algemeene vergadering van leden, Maandagavond gehouden, met goeden bijval een voorstel van het bestuur aangenomen om dit feit feestelijk te herdenken door de uit voering van eenige muzikale werken van beteekenis. Het voornemen be staat namelijk om in het najaar een muzikaal feest te organiseeren en daarop uit te voeren de negende sym- phonie voor groot orkest en gemend koor, de Frühlingsbotschaft van Niels W. Gade, voor gemengd koor, en het grootsche mannenkoor, dat eenigen tijd geledén te Utrecht met veelsuc- cès is gezongendas IAebesmahl der Apostelvan Richard Wagner. Men is voornemens aan de beste dameskrachten in de residentie eene uitnoodiging te richten om tot deze belangrij ke werken hare medewerking te verleenen, terwijl de krachten van Cecilia zoo uitgebreid mogelijk ter beschikking zullen staan om het ge mengd koor van uitstekend gehalte te doen zijn, terwijl aan kunstenaars van aanzien de solopartijen zullen worden aangeboden. De ver wezenlij king van dit denk beeld zal voor een goed deel afhan kelijk zijn van de financieele mede werking van kunstminnaren, en half Juli zal beslist worden of de ter be strijding der zeer belangrijke uitga ven bijeengebrachte gelden de uitvoe ring van het plan toelaten. Door den heer Eug. Regout, te Wij kerveld, is bij de arrondissements rechtbank te Maastricht een eisch tot schadevergoeding van ƒ30,000 inge steld tegen den drukker Boosten en de heeren Thissen en Timmermans, allen te Maastricht, die betrokken zouden zijn geweest bij het drukken enuitgeven eener verkiezingscirculaire, door wier inhoud de heer Regout zicli beleedigd acht. jury uitspraak deed, dat K1 had dat de met beide schouders den grond had geraakt, waardoor de kamp ten zij aen nadeele was. Ter eere van den heer K. dient ge zegd, dat hij zich, hoewel verliezende kranig gedragen heeft, terwijl de no' bele wijze van vechten van den Franschman ieders bewondering al- dwong. De heer Gerardy'szou Dinsdagavond den heer Kuyper revanche geven. De Amsterdamsche societeits- quaestie. Voor het derde kantongerecht te Amsterdam werd Dinsdag de eerste vervolging tegen den nieuwen vorm van nachtsocieteiten behandeld. Het O. M. betoogde dat men ook nu weer met een truc te doen had om on danks het sluitingsuur toch open te blijven. De eerste bekl. was de houdster eener balsocieteit in de Nes, die de huur van het lokaal en het bestuur harer inrichting voor eenige weken had zien overgaan in handen van het Een worstelwedstrijd. Reeds eenigen tijd prijkten op muren en aanplakborden, biljetten, waarop de heer Gerardy's (phaenomenaal kracht- mensch) werkzaam in de „Vic" te Amsterdam, de sterkste mannen van Nederland uitnoodigde, zich met hem in het worstelperk te meten. Dagen verliepen zonder dat iemand zich ge drongen gevoelde, aan de roepstem gehoor te geven, en reeds vreesde men dat Neerland's reputatie op sportgebied verloren was, toen de be kende athleet, de heer C. Kuijper, de uitdaging, aannam. Op den aangewezen tijd was Maan dagavond het lokaal Victoria vol ge propt met menschen, die in spanning het oogenblik van den strijd af wachtten. Te half elf rees het scherm en de worstelstrijd namgeen aan vang. Door een gebrek in de leiding was plotseling de geheele electrische verlichting uitgegaan en zat het pu bliek in het donker. Een oorverdoovend lawaai, 'n kabaal alsof de traditioneele 100.000 duivels losgebroken waren, barstte thans van alle kanten los. Dit concert duurde pl.m. een half uur, tot eindelijk de electrische verlich ting, even onverwacht weder ont gloeide, als ze verdwenen was. 't Scherm rees thans voor goed en beide strijders traden op het podium onder oorverdoovend gejuich van het publiek. Als Juryleden fungeerden de heeren Lehman, Dirk van den Berg, Joosten en Ehrenfeld, alle bekende namen op het gebied van atletieke sport. Er zou gevochten worden volgens de Grieksch-Romeinsche methode, d. w.z. de strijders mochten elkander slechts aangrijpen tusschen den gor del en het hoofd. Reeds bij den aanvang van den strijd bleek de superioriteit in kracht van den Franschman, die steeds aan vallender wij ze te werk ging. De heer Kuyper echter, een slanke jongeman met zware biceps, overtrof hem ech ter in lenigheid. Als een slang draaide hij zich in alle richtingen, ten einde te voorkomen dat Gerardy's hem met de beide schouders op den grond drukte. Na een prachtigen kamp van minuten werd den worstelaars 10 waarna de minuten rust gegund, strijd hervat werd. Nog 3 minuten werd van weers zijden met volharding gevochten, tot- De kabinetscrisis in Italië, die reeds eenigen tijd dreigde, is eindelijk uit gebroken. Dinsdag heeft Crispi in de Kamer medegedeeld, dat het ministe rie zijn ontslag heeft aangeboden, welk verzoek door den koning in be raad is gehoudeo. Crispi is hiertoe overgegaan naar aanleiding van de uiterst geringe meerderheid, die de regeering Maandag bij de stemming in de Kamer behaalde. Men acht het waarschijnlijk, dal koning Humbert den heer Crispi weei met de samenstelling van een kabi net zal belasten. In dit geval, indien namelijk de heer Crispi zich weei bereid verklaart de regeering te aan vaarden, blijft hem natuurlijk geer andere keus dan over te gaan tol ontbinding der Kamer en een beroep op de kiezers. In elk gevel komei nu de financieele hervormings-plan nen, waarover zoo groote ophef is ge maakt, voorloopig weer op de'langi baau. Imbriani kwam in de zitting var Dinsdag in verzet tegen de verdere behandeling der begrooting, maar dooi de Kamer werd besloten met die be handeling voort te gaan. De zitting, welke de fransche Ka mer Dinsdag hield, was zeer rumoe rig. De heer Paschal Grousset liei zich zeer heftig uit tegen generaal Gallifet, naar aanleiding van hetgeen deze generaal onlangs in de bladen had medegedeeld betreffende de quaestie der ontwapening, welke tegenwoor dig aan de orde is. Ten slotte werd eene motie aangenomen, waarbij de beschuldigingen, welke de afgevaar de tegen generaal Gallifet inbracht, ten stelligste worden afgekeurd. Insgelijks heeft de heer Paschal Grousset een zeer heftig schrijven gericht tot den minister-president Dupuy, waarin hij generaal Gallifet wegens zijne verklaringen van hoog verraad beschuldigt. Paschal Grousset daagt den generaal uit hem wegens laster voor den rechter te brengen. De zaak verwekt groot opzien en zal vermoedelijk aanleiding geven tot eeni ge duels. In Hongarije blijft de crisis aan de orde. Het wordt bevestigd, dat graaf Khuen-Hedervary, het hopelooza inziende zijner pogingen om een mi nisterie te vormen, zonder den steun der liberalen, de opdracht tot samen stelling van een kabinet, hem dooi keizer Frans Jozef toevertrouwd, on middellijk heeft nedergelegd. Keizer Frans Jozef ontbood toen eerst de voorzitters der beide Kamers. De voorzitter der Tweede Kamer, de heer Banffy, verklaarde uit het on derhoud den indruk ontvangen te hebben, dat de keizer gaarne de totstandkoming der kerkelijke her vormingen zou zien. Vervolgens ontbood hij den heerWec- kerlé, den afgetreden minister-presi dent. De keizer herhaalde toen zijne verzekering, dat hij bereid is den eisch der liberalen tot invoering van het burgerlijk huwelijk en de andere voorgestelde kerkelijke hervormingen in te willigen, doch zonder zich te verbinden tot het benoemen vaneen zoo groot aantal Magnaten, als noo- dig is om de meerderheid in de Eerste Kamer ten gunste der regeering om te zetten. zich op handige wijze zooveel mogelijk te dekken, raakten de kogels hem niet. Wat hem aangaat, hij vond slechts tweemaal gelegenheid om te schieten, maar beide keeren trof hij tevens. Ten slotte bleven zijne vervolgers, zich niet weder willende blootstellen aan zijn nimmer falend oog, verder achter en vergenoegden zich, met hem nu en dan een kogel na te zenden, die hem niet meer bereiken kon. Na nog eenige minuten te hebben doorgereden hield hij zijn paard in en keek om zich heen, waar hij was. Tot zijne verrassing was hij vlak bij een kruispunt, weliswaar in een streek die hem niet bekend was, maar waar toch de h ofd- weg dicht langs moest loopen. Terwijl hij zich aldus orienteerde, hoorde hij opnieuw hoefslagen en zag weldra een ruiter, die van een zijweg op hem af kwam. Nauwelijks kon hij zijn oogen gelooven. De persoon die zoo stoutmoedig naar hem toe kwam rijden was de verra derlijke negerknaap, die op het oogenblik dat hij met zijne manschappen in de hinderlaag viel, zoo plotseling was ver dwenen. Leighton hief onmiddellijk zijn geweer op en beval ge streng „Halt of ik schiet 1" Tot verwondering van den Unionist hield de knaap de beide handen omhoog als om aan te toonen, dat hij onge wapend was en dreef zijn paard voort tot vlak voor het ge weer van den spion. „Als gij schiet zult gij een vriend dooden!" De knaap zeide deze woorden met een veranderde stem en niet meer in het negerdialect, dat hij straks had gebruikt. „Of gij vriend of vijand zijt, ik zal in elk geval schieten wanneer ge mij niet zegt, wie ge zijt." „Gij behoeft mij niet te dreigen," was het antwoord. „Ik ben u met opzet gevolgd om u alles op te helderen." „Wie zijt gij dan „Ik ben Oscar West." De vermomde knaap zeide dit op een zoodanigen toon, dat Leighton aan de waarheid van zijne woorden niet kon twij felen. Toch liet hij zijn geweer geen haarbreed zakken. „Goed, maar nu verwacht ik meteen een volledige verkla ring. Het eene oogenblik schijnt gij mij te willen helpen of verdedigen en het andere draait gij plotseling om en speelt den verrader. Ik heb neiging om u te vertrouwen, maar juist zooeven hebt gij immers onweerlegbare bewijzen van uw verraad gegeven? Ik verlang dat alles opgehelderd te zien, of anders zal ik u dooden." „Ik zal u dat verklaren voor zoover als dat in mijn macht is, maar ik moet kort zijnmen mag ons niet te zamen vinden. Om te beginnen: gij doet mij zeer groot onrecht 1" De stem van den jongen beefde van aandoening en Leigh ton verwonderde er zich over, dat hij in weerwil van de vermomming, den knaap niet onmiddellijk had herkend. „Zeg mij dan eens waarom," zeide Leighton. „Gij denkt, dat ik u zooeven in een hinderlaag heb ge voerd." „Ik heb er reden toe om dat te denken." „Gij vergist u. Ik deed mijn best om u en uwe manschap pen aan het gevaar te doen ontkomen I" „Waarom gelukte je dit dan niet „Omdat gij op het laatste oogenblik, waarop het juist a kwam, wantrouwend werdt, zoodat ik u niet verder krijgen kon. Was ik niet vermomd tot u gekomeu met een waar schuwing, dan zoudt ge mij van kwade bedoelingen hebbe- verdacht en daarom gebruikte ik deze list. Hadt gij u tol het einde toe door mij laten leiden dan zou ik u om de hit- derlaag Jieen in veiligheid hebben gebracht." „Waarom zegt gij mij dat?" „Omdat het de waarheid is." „Gij beweert dus mijn vriend te zijn." „Ja, en ik heb die vriendschap willen bewijzen." „Dat hadt gij meer afdoende kunnen doen door de rijeQ der Geconfedereerden te verlaten en u bij ons te voegen- „Dat kon ik niet doen." „Waarom niet?" „Omdat ik een Geconfedereerde ben en niet een Unionist „Gij stemt dus toe, dat gij niet voor het noorden zijt." „Ja, dat erken ik." „En terwijl gij dat erkent, zou ik moeten gelooven, d' gij niet opzettelijk mijn manschappen in de hinderlaag hel gebracht Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2