DE JACHT ÖP ME ERFENIS.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
jaargang:
Zaterdag 16 Juni 1894
No. 3359.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIEN:
J, C. PEEREBOOM.
NABETRACHTING
STADSNIEUWS.
FEUILLETON.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat 14=, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantier».
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangêre G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuce., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre:
Het Bijvoegsel van het blad dat
later dag avond verschijntzal bevatten
Wie pleegde den aanslag. Proces
verbaal van den Poezi'è-wedsirijd.
Binnen- en Buitenlandsche berichten.
Varia. Advertentiën enz.
Heden (Vrijdag) avond wordt door
de Jury in den Poëzie-Wedstrijd uit
spraak gedaan.
Een uitvoerig rapport van hare be
vinding zal derhalve worden opgeao-
men in de Courant die Zaterdagavond
uitkomt. Bij dat rapport zal de naam
van den bekroonde worden bekend
naakt en tevens een en ander wor
den medegedeeld van de overige bij
dragen.
De Directeur-Uitgever
uit den
GEMEENTERAAD-
LXII.
De zitting van Woensdag zag er
van den beginne af al dreigend nit.
heer Macaré kwam met een pak
stukken dat zeker een kilo of vijf ge
wogen moet hebben. Er was niemand
rookte en deze of gene die met
een s gaar in den mond binnen kwam,
haastte zich het stompje weg te leg
zoodra bij gezeten was. Houden
mders sommigen wel eens buur
naast voor of achter hun ze-
ditmaal heerschte er een plech-
stilte de stilte die den storm
Klaarblijkelijk wilden de
.eden hun tongkruit. niet verschieten,
't Was weer eens een ouwerwet-
iche vergaderingzoo een die tot
vijven duurde.
We zouden er haast aan ontwend
want de burgemeester houdt
iet van lange vergaderingen, een
eigenschap. De leden zijn er
ok wel niet op gesteld maar er zijn
r onder die zoo geducht van praten
ouden en zoo'n verandering in de
olitieverordening geeft danr een heer-
gelegenheid voor. Dan kan er
vervaarlijk gedebatteerd worden
de vraag, of een woord sterk ge-
is of niet, er kunnen amende-
en sub-amendementen worden
ook kunnen die weer wor-
2n ingetrokken kortom wie praten
wil kan naar hartelust zijn gang gaan.
Allereerst ging het er op los over
de verzamelplaatsen van mest. Moet
daar een deksel op die bewaarplaat
sen of niet? zullen B. en W. de ver
gunning tot het hebben daarvan on
voorwaardelijk geven wanneer de eige
naar eiken dag de verzameling laat
weghalen? De beer Macaré, dit geu
rige onderwerp besprekende, verklaar
de „niet verder in deze materie te
willen doordringen". Nn, de aard van
de materie is er dan ook niet naar
Besloten werd, dat men onvoor
waardelijk vergunning krijgt wanneer
men zich verbindt, dagelijks behalve
op zon- en feestdagen, de verzameling
te laten weghalen en dat bij, die dat
niet laat doen, c'en voorraad moet
bewaren in een met een luik of dek
sel gesloten waterdichte bak.
Toen over het onbewoonbaar ver
klaren van woningen. Wie moest dat
doen bet dagelijksch bestuur of de
Raad De Raad droeg zichzelven die
bevoegdheid op, wat hij ook gerust
kon doen, daar er blijkbaar geen
krotten in Haarlem zijn. Immers, in
jaren en jaren is geen enkele woning
door het gemeentebestuur onbewoon
baar verklaard. Gelukkig Haarlem,
dat niets dan goede woningen bezit
En wanneer al eens een woning
er onbewoonbaar uitziet (ja, waarlijk,
dat komt nog wel eens voor 1) dan is
dat gewoonlijk niet de schuld van
den eigenaar, maar van den huurder.
Aldus betoogde de heer Macaré. Ik
zeg maar weer gelukkig Haarlem dat
niets dan royale huisheeren bezit
Als ik lid van den Raad was, zou
ik als amendement voorstellen aan
bet betreffende artikel in de politie
verordening toe te voegen als motto:
„Heil Harelem, waar men geen
krotten kent,
„En elke huisheer is een eeclle,
brave vent!"
Er werd nog opgemerkt, dat wan
neer de Raad over de onbewoonbaar-
beid moet beslissen, al de 31 leden
een onderzoek in loco zullen moeten
instellen. Als nn evenwel Burge
meester en Wethouders beslissen en
de eigenaar beeft hooger beroep op
den Raad zonden dan de leden
dat onderzoek in loco achterwege
kunnen laten
Ik vraag maar, zou de heer Lief-
tinck zeggen.
Vervolgens over de hoogte van de
huizen, een goede maatregel om de
grootsteedsche bouwerij in de lncht
te voorkomen. De discussie had tot
resultaat, dat een gebouw in het al
gemeen niet hooger mag zijn dan
anderhalf maal de breedte bedraagt
van de straat waarin het gebouwd
wordt. Afwijking hiervan kan door
den Raad worden toegestaan.
De heer Klein werd benoemd tot
plaatsvervangend lid van de Commis
sie voor de loting der schutterij. Tot
mijne verwondering nam dit Raads
lid die benoeming r.an. Ik bad ge
dacht, dat de heer Klein als man des
vredes lielst niets zou willen te ma
ken hebben met de [geweren en ka
nonnen der schutterij en dat hij ook
als tegenstander van loterij (naar ik
vermoed) iets tegen de betrekking zon
hebben.
Gelukkig is de heer Krol 'commis
sielid „effectief" en de heer Klein
slechts a la suite. Veel werk zal het
Z.E. A. dus wel niet geven.
Ik zon haast vergeten te vermel
den, dat er nog een woordje gezegd
werd over de ƒ4000 die er voor de
stadsapotheek nog noodig is boven
de som van ƒ15000 die reeds is toe
gestaan. 'tGing ook zoo coulant, men
merkte er bijna niets van en als de
heer Hugenholtz niet gezegd had,
dat de verhooging weinig fgemoti-
veerd was, zou er geenjwoord over zijn
gevallen.
Ik zeg maarde tijd moet goed
besteed worden. Of er ƒ4000 meer of
minder noodig is voor een gemeente
gebouw, dat gerust wat minder mooi
kon wezen en nóg goed zijn dat
is de moeite niet om over te praten!
dan liever een uur gedelibereerd
over het redigeeren van een arti
kel over onbewoonbare buizen, die
er hm in Haarlem niet
zijn
Ten slotte nog j een bijzonderheid.
Wie zeggen mocht dat de Raad de
zaken niet altijd goed inziet, maakt
zich, naar ik nn ontdekt heb, vast
en zeker aan een verkeerde meening
schuldig. Van de 31 Raadsleden toch
dragen niet minder dan 19 een bril
of lorgnet 1
Voortaan zal men dus niet meer
kunnen beweren, dat de Raad niet
scherpzichtig genoeg is.
Haarlem15 Juni 1894.
Bij koninklijk besluit is benoemd
tot notaris bi an en het arrondissement
Haarlem, ter standplaats Haarlem,
de heer U. J. K. Versfeit, candidaat-
notaris alhier.
Tot 2de luitenant A la suite bij de
d.d. schutterij alhier is benoemd de
heer E. H. Krelage.
Bezoek aan het Stedelijk
Museum.
Heden werd het stedelijk museum
van schilderijen enz. b zocht door de
graaf von Bismarck Schönhausen en
graaf Rantzan, vergezeld door H.D.
gemalinnen.
Kleeding voor militairen.
Door de fabrikanten J. J. Krantz
en Zoon te Leiden zijn aan het Cen-
traalmagazijn van Militaire Kleeding
en Uitrusting te Amsterdam geleverd
eenige stukken van een verbeterde
soort donkerblauw, lichtblauw en
groen laken voor onderofficieren.
De van dat laken te vervaardigen
kleedingstukken zullen ter beproeving
worden verstrekt aan de onderofficie
ren van het Regiment Grenadiers en
Jagers, van bet 4e Regt. Inf. en het
7e Regt. Inf.
Volgens achterstaande advertentie
organiseert de Tooneelclub „Multa-
tuli" tegen Zondag 1 Juli een plei-
ziervaart naar Gouda waarvoor de
zeeboot Zuiderzee is gehuurd.
Uit BloemendaalOverveen.
De Gemeenteraad van Bloemendaal
zou Donderdagavond te halfacht ver
gaderen. Nu, dat deed bij dan ook,
maar in geheime zitting. De bengel
waarmee aangekondigd wordt dat de
openbare zitting begint en die ter
zijde jvan het Raadhuis hangt, werd
eerst kwartier voor negen geluid.
Onze verslaggever had dus al den tijd
tijd gehad om na te deDken over den
dien hij hier in gedwongen ledigheid
had doorgebracht en zoo viel zij n oog
op de klok voor in den gevel van
het Raadhuis.
Toen zij acht nnr sloeg, wees
opgemelde klok voor zijn leekenoog
twintig minuten voor tweeën ot tien
minuten over acht, zooals men dat
nemen wil en hij philosofeerde ern
stig over de vraag, wat van beide wel
bedoeld werd, toen een ingezetene
van Overveen hem er opmerkzaam
op maakte, dat er in de vakjes tus-
schen de cijfers harten zijn geschil
derd die halve uren verbeelden. Hij
was daarbij wel zoo vriendelijk een
explicatie te geven-, waarvan onze ver
slaggever wel niemendaal begreep,
maar waarvoor hij toch dankbaar is.
Die twaalf harten, zoo dacht hij,
zijn er maar voor niet voor niets ge-
te skend. Blijkbaar hebben ze een
symbolische beteekenis anders had
men er evengoed strepen of vierkan
ten kunnen schilderen. Waarschijn
lijk duiden ze op het aantal Raads
leden dat elf bedraagt met inbe
grip van den burgemeester maakt
twaalf. Onze verslaggever was eenigs-
zins trotsch op zijn vondst, dat de
maker van dat uurwerk op discrete
wijze had willen aantoonen dat de
Raadsleden en de burgemeester alle
menschen zijn met een hart.
Dan ter zake. Twee leden waren
afwezig, de heeren Eldering en Bar-
naert.
Nadat de notulen van de vorige
vergadering waren goedgekeurd, bleek
al dadelijk, waarom het publiek (dat
er tusschen twee haakjes niet was,
maar dat er toch had kunnen wezen)
zoolang had moeten antichambreeren.
De Raad had het kohier van den
hooldelijken omslag behandeld >en
keurde het nu dan ook goed, zonder
dat die lastige persmannen te weten
kwamen, wat Jan, Piet of Klaas had
te betalen. Dit was aan een kant voor
de verslaggevers gelukkig, want by ont
stentenis van het bekende geheimzin
nige tafeltje, dat nu eens verschijnt,
dan weer niet, moesten zij op hun knie
schrijven in een halfduister, dat aan
het maken van aanteekeningen alles
behalve bevorderlijk was.
Het totaal van het kohier bedraagt
ongeveer 5000
Goedgekeurd werden eenige at- en
overschrijvingen en betalingen uit de
post onvoorziene uitgaven dienst 1894.
Besloten werd aan het onlangs ge
pensioneerd hoofd der school te Over
veen den heer M. Dirken, wegens
het waarnemen van het toezicht ge
durende nog 2 maanden, 150 toe
te kennen. Het nieuwbenoemde hoofd,
de heer Leistikow, treedt eerst lo
Juli in functie.
Besloten werd het maken van een
legger der wegen en voetpaden op te
dragen aan den heer P. J. de Kan ter,
ingenieur, voor de som jvan f600.
en hem gratis voor de 4 maanden
die hij daarvoor zal noodig hebben,
in gebruik te geven het huis, gelegen
naast het Raadhuis. Ged. Staten heb
ben uitzicht gegeven, dat dit College
de helft der kosten zal vergoeden.
Van genoemd huis is een plan van
verbouwing weldra te verwachten.
De firma E. H. Krelage en Zoon
schonk aan het archief der gemeente
een album met 12 photo's vervaardigd
door den beer C.Zwolloo,van het bezoek
der Koninginnen aan de bezitting der
firma aan den Zijl weg op 7 April en
van dat terrein zelf. 's Raaas dank
zal aan de firma Krelage worden
overgebracht.
Aan de ingezetenen J. P. Staal en
A. Metselaar werd elk restitutie van
f 1.50 van hondenbelasting toegestaan.
Naar het engelsch
van PAUL H. GERRARD.
HOOFDSTUK I.
De erfgenaam wordt weggeworpen.
Het onderzoek van den volgenden morgen gaf evenmin
resultaat, en het oordeel was, dat Titlow had liggen
oomen, bij allen die de geschiedenis vernamen. Hij deed
verbaal wel beslist, maar waar was het bewijs?
Het reservoir was zorgvuldig doorzocht, niet alleen met
dreg, maar een duiker was er in neergelaten. Er was
en spoor te vinden van het kind, dat Titlow er in had
werpen.
Eerst op den tweeden dag bereikte het verhaal de dag-
In een eenvoudig berichtje werd er toen op gezin-
Beid, dat een nachtwaker van het bassin te Greenwood
had eene vrouw een kind in het water te hebben
n werpen, maar het was ten volle bewezen, dat de man
had; het water was zorgvuldig onderzocht, zonder
dat er iets was ontdekt, dat de waarheid van het verhaal
zon kunnen staven.
Twee personen, die op een mijl afstand woonden van het
bassin te Greenwood hadden Titlows verhaal geheel kunnen
ophelderen maar om verschillende redenen geen van beide
personen kende de ander durfden zij niet spreken.
De stilzwijgendheid van een der personen was pijnlijken
ging spoedig over tot de eeuwige stilte des doods.
De stilzwijgendheid was voor de ander een levenslang
verdriet.
Ongeveer drie kwart mijlen van het bassin verwijderd be
vond zich het verblijf van wijlen sir Giles Barth; een prach
tig modern huis, want sir Giles titel was nog van jongen
datum, terwijl zijn fortuin een rente afwierp van vijftien
duizend pond per jaar.
Nu zes maanden geleden had men sir Giles in bet fami
liegraf doen neerdalen, en tegelijk met de schaduw des doods
lagen er ondanks de schittering van het goud, nog vele an
dere schaduwen over dit statig verblijf.
De westelijke vleugel van het gebouw vormde het verblijf
van sir Giles' eenige dochter; de oostelijke vleugel bevatte
de apartementen van de weduwe van sir Giles.
Tusschen deze twee vleugels was de houding, alhoewel er
geen openlijke twist in de familie Barth heerschte, toch
Tot de ondergeschikten van miss Myra Barth behoorde
eene vijftigjarige, schotsche vrouw Ailsa Wallace die
hare jonge meesteres met volle toewijding van het uur harer
geboorte af had verpleegd en gediend.
De eerste, die des morgens miss Myra's kamer betrad was
steeds Ailsa. Lang voordat bare jonge meesteres ontwaakte,
was Ailsa gewoon in haar liefderijke zorg behoedzaam de
kamer binnen te treden.
Op den morgen na Timmy Titlows droom, indien het ten
minste een droom was, sloop Ailsa als naar gewoonte bij
het aanbreken van den dag naar miss Barths kamer.
In deze huishouding ging ieder zijn eigen gang, en alge
meen werd er lang geslapen, en alleen Ailsa was vroeg uit
de veeren.
Na halverwege het bed te zijn genaderd, stond Ailsa hare
jonge meesteres gade te slaan.
Myra was even een en twintig jaar.
Terwijl zij daar lag met het hoofd achterovergeworpen
haar volle, ronde kin eenigszins naar omhoog gekeerd, hin
gen hare zware, zijdeachtige, lichtbruine lokken over het
kussen en reikten bijna tot op den grond.
Hare gestalte en armen waren schoon gevormd. In den
slaap omklemden hare vingers krampachtig de bedgordijnen.
Hare wenkbrauwen en wimpers waren donker. Kringen onder
hare oogen, de trilling der schoongevormde lippen en het
ontbreken van den blos der jeugd op haar gelaat, duidden
de aanwezigheid van de een of andere kwelling aan, niet
passende bij haar leeftijd en omstandigheden.
„Arm kind zeide Ailsa binnensmonds. Haar oog dwaalde
in de kamer rond om iets te kunnen doen, en daardoor hare
toewijding te toonen, toen haar blik viel op een voorwerp