DE JACHT OP EEEfE ERFENIS.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
lie Jaargang:
Donderdag 5 Juli 1894.
No, 3375
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIEN:
STADSNIEUWS.
FEUILLETON
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door bet geheele Rijk, per 3 maanden 1,G5.
Afzonderlijke nummers0,05,
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlyk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën -worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantien,
Directeur-Uitgever J. C. P E E It E B O O M.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc., Parijs 31 bie Faubourg Mont mar tre:
In de étalage voor de vensters van
et Bureau van dit Blad zijn de na-
gende afbeeldingen gelegd
Gezichten op de verhoogde Tower-
te Londen,
keceptie van den leider der Con-
jvatieve partij in Engeland, lord
iisbnry en Eujne echtgenoote.
J)e Moord op President Caraot.
Portret van Mevrouw Caraot.
Portret van den moordenaar Cesare
o.
De Moord.
\ankomst van het lijk te Parijs.
Ongeregeldheden te Lyoru
Darnot op zijn doodbed te Lyon.
De winkel, waar de dolk gekocht is.
De Rouwvlag op het Elysée.
Politieke Platen en Portretten.
|Uit het GeïLl. Zondagsblad van
laarlenfs Dagblad.
I De schilder Hendrik Valkenburg en
fin werk. (Uit Elsevier's Geïllustreerd
Laandsehrift.)
Ch. F. Kok, Amsterdam C. A. Al-
berda, Amsterdam. J. G. Eshuys, Wor-
merveerG. Adrian, AmsterdamJ.
H. van der Veke, AmsterdamJ. de
Boer, AmsterdamP. C. van Zuijlen,
AmsterdamW. Visser, Haarlem J.
A. Blommendaal Jr., HaarlemJoh.
J. Machielse, Haarlem; J. A. H. Eek-
hardt, Amsterdam en W. A. Carpreau,
Amsterdam.
Haarlem4 Juli 1894.
Aan-staanden Zondag zal op het
|errein van de gymnastiekuitvoering
den Hout voor het Paviljoen,
loor het gemeentelijk muziekkorps
sen concert worden gegeven, dat 's
ïamiddags ten half twee zal begin-
ïen.
WedvlucM.
De postduiven vereeniging „de Snel-
plieger" alhier, behaalde bij de uit
geschreven wedvlucht van Orleans
door den Nederl. Postduiven Bond
gehouden, de volgende prijzen
2e prijs H. E. Jung.
8e
5e Joh. Jung.
9e P. v. Putten Jr.
10e Joh. Jung.
15e F. J. Hesseis.
Haarlem is onder cirkel A
pen w6lke bestaat uit de volgende
gemeenten AmsterdamHaarlem-
Purmerend AlkmaarBloemendaal
—Haarlemmermeer.
Gymnastlekwedstrijd.
Ter beoordeeling van de gymnas
tiek wedstrijden te houden bij
genheid van de feesten op 7, 8 en 9
Juli a. s. zijn de volgende heeren tot
uryleden benoemd J. G. Martin Jr.,
HaarlemF. G. H. Schlamileh, den
HelderP. C. Gerth, Amsterdam
De staalwaterbron.
Met een enkel woord maakten wij
in ons vorig nummer reeds melding
van een bezoek, dat door het Hoofd
bestuur van de Nederl. Maats. v. Ge-
neeekunde en een aantal leden is ge
bracht aan de Wilhelminabron inde
Ha adem mermeer.
In elf rijtuigen, 40 personen sterk,
kwamen de bezoekers ongeveer half
vier aan de bezoekers aan de bron.
De voorz. van het College van Com-
missaren, Dr. S. Posthuma, kwam
met hen mede. Zij werden aan de
bron ontvangen door de Commissa
rissen de heeren Prins, Lieftinck,
$choltens, Loomeijer en Leupen, bene
vens door den heer C. J. Vis. Van
de haarlemsche medici waren nog
aanwezig Dr. Fijan, voorzitter der
afdeeling alhier, Drs. Proot en Van
Praag.
Dr. Posthuma richtte in de kiosk,
w.iar het staalwater onverpoosd uit
den leeuwenkop in het bassin stroomt,
een woord van welkom en prees de
geneeskracht van het water.
Dr. Haakma Tresling, lid van het
Hoofdbestuur, beantwoordde deze re
de en dankte voor de vriendelijke
uitnoodiging.
Al de bezoekers proefden daarop
het water en prezen vooral de zuivere
smaak en de heldere kleur. Terwijl
men daarop de machinerieën onder
geleide der Commissarissen bezagen
waarbij de heer Scholtens technische
inlichtingen gaf, merkten wij onder
de bezoekers o. a. op, Prof. Stokvis,
Dr. Daniels, Dr. Zeehuijsen e.a. som-
miteiten.
Blijkbaar waren de gasten ingeno
men met en verrast door de keurige
en uitgebreide inrichting welke zij
hier aantroffen. Uit den aard van de
zaak werden ook vergelijkingen ge
maakt tusscben het water van deze en
dat van de Zaandamsche bron, die
velen der aanwezigen den dag tevo
ren bezocht hadden.
Dr. H. Zeehuizen van Amsterdam
deelde ons mede, dat z. i. dit water
dat van de bron te Zaandam verre
overtreft. Het Zaandamsche water,
dat men niet uit de bron maar alleen
uit fiesschen en verzadigd met kool
zuur te drinken kreeg, is citroengeel
en heeft iets drabbigs. Volgens het
opschrift op de ffesschen wordt het
aangezuurd met acidum tartaricum,
hetgeen een alkalische reactie doet
onderstellen. De bereidingswijze van
dat water had spreker niet te weten
kunnen komen. Wel weet hij dat
het water daar wordt opgepompt en
niet (als bij de Wilhelminabron)
vanzelf te voorschijn dringt.
Dr. Wolfson uit Brakel verklaarde
ook, dat het Zaansche water geel is
en een leelijke smaak heeft. Deze
medicus voegde er nog bij,dat een zijner
patiënten die sinds 3 jaar zonder
succes allerlei staalpraeparaten i
gebruikt, de beste gevolgen ondervindt
van het haarlemsche staalwater, dat
zij sinds 3 maanden gebruikt.
Terwijl ververschingen werden rond
gediend bezagen velen het groote boek,
waarin meer dan 200 gunstige ver
klaringen van bekende en bekwame
professoren en doctoren over de wer
king van het water uit de Wilhelmi
nabron voorkomen. Ongeveer te vijf
uur nam men afscheid. Zes uur was
onze berichtgever weer in Haarlem
terug.
Verslag o^er 1893 van het
gesticht Meerenberg.
Aan het door den directeur den
heer dr. Van Deventer uitgebracht
verslag, wordt het navolgende ont
leend
Het jaar 1893 mag in vele opzich
ten als een belangrijk jaar voor de
inrichting worden aangemerkt.
De organisatie in November 1892
aangevangen, werd met kracht voort-
Uit een financiëel oogpunt was 1893
een voordeelig jaar, ondanks de meer
dere uitgaven, die de reorganisatie
met zich moest brengen. Wel werd
door de provincie eene bijdrage ad
ƒ5809 verleend, doch hiertegenover
staat, dat buitengewone werken tot
een som van 17,469 werden uitge
voerd, het nadeelig saldo der reke
ning van den dienst van 1892 ad
9241.84 werd aangezuiverd en een
batig saldo over den dienst van 1893
ad 4832.30 aanwezig is.
De meerdere opbrengst van ver-
pleegkosten dan waarop bij de oor
spronkelijke begrooting gerekend is,
bedroeg dat jaar ƒ30.000.
Het gebrek aan plaatsruimte deed
zich evenals vorige jaren gevoelen
doch in sterker mate,
Hierbij dient echter in aanmerking
te worden genomen, dat het sterfte
cijfer buitengewoon klein was.
Intusschen gaf de verpleging in het
Buitengasthuis te Amsterdam allengs
tot zoodanige bezwaren aanleiding, dat
het Gemeentebestuur van Amsterdam
zich tot Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland wendde, met de vraag,
op welke wijze in de bestaande be
hoefte kon worden voorzien.
Naar aanleiding dezer correspon
dentie werd de vraag tot de commis
sie gericht of, en zoo ja, hoeveel pa-
tienten desnoods boven het getal van
1303 nog zouden kunnen worden op
genomen.
Door de commissie werd daarop
geantwoord dat hiertegen eenige be
zwaren bestonden.
Immers behoort Meerenberg sedert
het in gebruik stellen van het Nieuwe
Gesticht tot de „te groote gestichten"
met al den aankleve van dienhet
verdient alzoo in beginsel afkeuring
het aantal patiënten nog te vermeer
deren.
De dagverblijven bieden geene vol
doende ruimte aan om althans eene
eenigermate belangrijke vermeerde
ring van het aantal verpleegden te
wettigen.
Tevens zou door eene vermeerde
ring van het aantal plaatsen op de
verschillende slaapzalen de verhou
ding van deze tot die op de zieken
zalen, isoleerkamers en cellen ongun
stiger geworden.
Verder zouden de werkzaamheden
der gestichtsgeneesheeren aanmerke
lijk vermeerderd worden, een bezwaar,
waaraan moeilijk kan worden tege
moet gekomen door het vermeerde
ren van het aantal Geneesheeren.
Het veranderd stelsel van verple
ging, dat nog in het allereerste tijd
perk van organisatie verkeerde en
toch ai zoovele bezwaren opleverde,
zoude deze bezwaren bij eene even-
tueele vermeerdering van het aantal
verpleegden in nog sterker mate doen
gevoelen.
Op bovenstaande gronden achtte de
Commissie het van overwegend be
zwaar het maximum der verpleegden
te verhoogen, tenzij deze maatregel
slechts van zeer tijdelij ken aard zoude
zijn en de volslagen onmogelijkheid
gebleken was, eene andere voorziening
te treffen.
Hierop bracht Zijne Excellentie de
Minister van Binnenlandsche Zaken,
vergezeld van de Inspecteurs voor het
Geneeskundig staatstoezicht op krank
zinnigen en krankzinnigengestichten
en verdere autoriteiten, begeleid door
den Commissaris der Koningin dezer
provincie, den 6n November een be
zoek aan het Gesticht en stelde het
vooruitzicht open, dat te Medemblik
wellicht gelegenheid zoude gevonden
kunnen worden tot opneming van
patiënten.
Na breedvoerige bespreking werd
door de Commissie in beginselbeslo
ten, het huishoudelijk en oecono-
misch beheer te scheiden, den Direc
teur de rechtstreeksche leiding van
den geneeskundigen dienst en het
inwendig beheer op te dragen en
onder het onmiddellijk gezag der
Commissie een Administrateur te
belasten met het beheer der geldmid
delen, van het landgoed en van de
magazijnen.
De veranderingen onder het perso
neel waren dit jaar buitengewoon
groot115 mannen en 103 vrouwen,
werden om verschillende redenen door
anderen vervangen.
De bevolking nam in 1893 toe met
mannen en 12 vrouwen, den 30en
December werd het hoogste cijfer der
aanwezige patiënten bereikt, 1303. Op
dezen datum waren dus alle plaatsen
bezet.
Het gemiddeld cijfer der aanwezige
patiënten was 1289. In 1893 werden
92 mannen en 112 vrouwen opgeno
men.
Er werden 52,245 recepten gereed
gemaakt, dat is 5879 minder dan in
1892. Het sterftecijfer is zeer gunstig,
aan longtering bezweken slechts 6
mannen en 5 vrouwen de meeste
sterfgevallen waren het gevolg van
paralysis cerebri (hersenverlamming).
Behalve het geneeskundig overzicht
geeft het verslag een relaas van de
pogingen tot ontvluchtingen, 48 maal
gedaan, 34 keer bij mannen en 14
keer door vrouwen, waaronder éen
patient 5 maal, door twee patiënten
3 maal en door vier patiënten 2 maal.
Vele dier ontvluchtingen werden reeds
in den aanvang verijdeld, andere ont
vluchten werden binnen de gemeente
opgespoord, slechts een enkelen ge
lukte het een of meer dagen weg te
blijven.
Met erkentelijkheid gewaagt de
Directeur van de Commissie die zich
ten doel stelt het leven van de on
bemiddelde patiënten te veraangena
men door de zalen te versieren met
platen en schilderijen, hun vruchten
of bloemen te brengen enz.
Zendingen aan de vereeniging wor
den aan het bestelhuis van Meeren
berg, Zijlstraat No. 10. te Haarlem,
's Woensdagsmorgens voor elf ure, of
direct aan het Gesticht, in ontvangst
genomen.
Het bestuur der vereeniging bestaat
uit
Mevr. Haitsma Muiierbar. Sytza-
ma, presidenteMevr. Willekes Mac-
donaldReynvaan,penningmeesteres-
se Mevr. Ferf—Laan Mej. A. Suer-
mendtMej. O. von HemertMej.
Naar het engelsch
van PAUL H. GEREARD.
15)
HOOFDSTUK V.
George Fitzroy verdwenen.
Porter vervolgde
„Ik moet echter voorzichtig zijn. Gisteren zat Jane met
het kind onder een boom, toen lady Barth in haar wagentje
haar voorbijging, en zij sprak Jane aan en keek naar het
kind, en Jane vertelde haar hoe oud het was, wat, naar ik
denk, de herinnering aan haar kind bij haar terugriep, dat,
naar men mij vertelde, gestorven was, en zij trok het zich
zoo aan, dat zij den geheelen dag ziek was."
„Nu, laat haar het kind nooit meer zien, als je haar niet
wilt dooden," riep de dokter uit.
Dus lady Barth had haar kind gezien en het niet herkend
„Het is ook geen wonder," zeide de dokter bij zichzelf. „Het
kind heeft niets van die blonde schoonheid zijner moeder,
evenmin vertoont het gelijkeniB met sir Giles. Een stevige
groote jongen, met zwarte oogen hoe zou zij hem kunnen
herkennen."
Een week daarna werd Sam Porter ontslagen door den
bottelier.
Dokter Wrigley had Myra gewaarschuwd, dat hij een ge
vaarlijke kerel was, niet geschikt om op het landgoed dienst
te doen.
„Je kunt geen slechter man vinden," zeide de goede
Wrigley.
HOOFDSTUK VI.
Eene afschuwelijke misdaad.
Den morgen na zijn ontslag op Barth House te hebben
gekregen, verscheen Sam Porter bij dokter Wrigley.
„Ik zou graag de betrekking willen hebben, die mij eene
week geleden door u is aangeboden. Daarginds heb ik mijn
ontslag gekregen; waarom weet ik niet."
„Ja, maar je hebt gezegd, dat je niet bij me in dienst wil-
det treden en nu heb ik den ander maar weer gehouden,"
zeide Wrigley.
Sam zocht veertien dagen lang naar werk, maar de tijden
waren slecht en hij kon niets vinden. Toen wendde hij zich
weer tot zijn vriend, den dokter.
„Mijnheer, kunt u mij niet aan werk helpen. Ik heb het
meer noodig nog dan ieder ander, want mijne Jane is zoo
zwak, dat zij vele kleine dingen noodig heeft, waar eene
sterkere vrouw buiten kan."
„Ik zal je eens wat zeggen Sam," zeide dokter Wrigley.
„Er zijn hier in het land te veel werkkrachten. Neem nu
een raad van mij aanVerkoop je meubelen, pak je verder
boeltje bij elkaar en ga naar Amerika. Daar kan je land
krijgen en fortuin maken. Over twintig jaar ben je een rijk
man. Landverhuizing is het beste."
„Maar de zeereis zou voor Jane doodelijk kunnen zijn,'
mijnheer."
„Neen, die zou baar goed doen."
„Maar zij kan niet van hare moeder scheiden, en deze wil
nooit het land verlaten. Zij wil juist naast haar man en zoons
begraven worden."
„Het is toch beter om het land uit te gaan, dan tot het
armenhuis je toevlucht te moeten nemen. Wanneer zij door
de stad wordt begraven, dan zal men zich niet storen aan
haar wenseh, op welke plaats zij wil worden bt graven. De
tijden worden slechter."
„Maar mijnheer, ik bezit niets om te kunnen verhuizen.
Ik heb niets kunnen oversparen."
„Dat kan een arm man ook niet hier te lande," ant
woordde de sluwe dokter; „ik ben echter lid van een comité,
dat landverhuizers helpt, en ik wil voor eigen rekening wel
wat voor je doen. Het landleven op je boerderij in Amerika
zou Jane goed doen, en je kind kan dan later een heer en
een landeigenaar worden. Als je gaat, dan krijg je voor alles
vrijen overtocht, en bovendien nog honderd pond in je zak."
Sam Porter was overstelpt van dankbaarheid.