Ia frees© sew DE JACHT DP EENE ERFENIS. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Donderdag 12 Juli 1894. Ho, 3381 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERT ENTIËN: STADSNIEUWS. BINNENLAND, FEUILLETON. .2) Ja&rfpTiigï Voor Haarlem per 3 maanden Franco door 1x4 gelieele Rijk, per 3 maanden Afzonderlijke summers ■Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden franco por post Dit blaffl verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Bureau: ISleine HoutatrasI X-X* Haarlem. Telefoonnummer 123. van 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel, Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen ^oor onze agenten en door alle boekhandelaren en cou^aatiers. Directeur-Uitgever J. C. PESEEBÖOI. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publïcité Etrangère G. L. DAUBE CoJO-HN F. JONESSv.cc., Parijs 31 bi* Faubourg 'Montnxartre ■wordt in No. 28 van hetGeïllustreerd iZondagsblad opgenomen. JBeze groote Roman trekt algemeen •de - aandacht. üüfiir* Ook vinden tal van geïllue- -treerde Aneodoten, nieawe Puzzle, •Oplossingen van Prijsraadsels, Nieuwe Brij s vragen enz. enz. daarin plaatsing. tBe inhoud is buitendien als volgt2 'Hoe 't Henkie bekwam dat hij een 'heusche sigaar durfde«te rooken op Terf van den buurman. en hoe't «den buurman bekwam(met 4 illustra ties-). De graad van dokter in de muziek 'Onvoorzichtig uitgelaten. -Wolsoorten. Deze leeft geheel en .al naar 4e klok (illustratie). Hen practisek middel 'tot beteuge ling van een lastig euvel (met 2 il lustraties). De verliefde zanger en «de iprozaische dokter (met 2 illustra ties). Een mooie kano. De vriendschap het slachtoffer van onzen modernen huizenbouw (met-8 illustra ties). Een spoorwegongeluk (met illustratie). Koningin Elisabeth en de Londensche koopman Gresham. Alleen voor plezier (met illustratie). Hoe het Journal des Debats van gedachten veranderde. Vaders thuiskomst (met illustratie). Een vorstelijke weddenschap. Een gel dig argument (met illustratie). De klok. Hoe er 275 jaar geleden over de tabak werd gedacht. Schaak- rubriek. - Mededeelingen. DE UITGEVER. Haarlem11 Juli 1894. Bij Kon. Besluit van 20 Juni j. 1. is aan de gemeente Haarlem ont heffing verleend van de verplichting tot oprichting eener burgerdagschool. In hare druk bezochte vergadering van Vrijdag, den 6en Juli, nam de afdeeling „Haarlem" van den „Bond van "Nederlandsche Onderwijzers", de volgende motie aan „De Vergadering spreekt hare af keuring uit over het ontslag, door „den Raad van Menaldumadeel op „den aangegeven grond verleend „aan den onderwijzer Dijkstra." Met den zoon van Mej. Wed. B. in de Kruisstraat, die Zondagnacht nabij de Alexanderetraateen messteek kreeg in de buikstreek, gaat het zeer naar wensch. Binnen veertien dagen zal hij weer hersteld zijn. De dader is bekend en heeft ook blijk gegeven van zijn berouw over zijn woestheid, door den gewonde zijne verontschuldigingen te komen maken. Met het oog daarop is of zal worden verzocht aan den heer Officier van Justitie aiMer, om de zaak niet te vervolgen. Staal waterbron Nu de leening volteekend is willen Commissarissen ook den meestmo- gelijken spoed achter de zaak zetten. Kan men t|dig met de plannen ge reed komen, dan wil men trachten nog voor den winter het hoofdgebouw in het Frederikspark onder de kap te hebben om in het volgend seizoen, te worden in gebruik genomen. Voor dat hoofdgebouw meent men ƒ100.000 a ƒ110.000 noodig te hebben, voor de leiding met de machines was aanvankelijk ƒ70.000 gerekend, maar dit cijfer zal niet zoo hoog behoeven te zijn. Reeds heeft eens voorloopige be spreking plaats gehad met den heer Kriens, betreffende een verbintenis voor 2 of 3 concerten 's weeks, met een tot 50 man versterkt korps. Het maken van de leiding van de bron naar het Frederikspark is onder de aan de architecten Van der Steur en Van den Arend opgedragen werk zaamheden niet begrepen. Deze leiding zal eene lengte hebben van niet minder dan 9 .kilometer. Door machines van flinke capaciteit zal het water naar Haarlem moeten worden gestuwd, immers het Frede rikspark ligt 5 a 6 meter hooger dan de bron in de Meer. De leiding zal gelegd worden langs de Zomervaart, een gedeelte van den Ringdijk en de Spaariiwoud er weg. Met genoegen deelen wij mede, dat men voor de duitsche woorden Kurort en Kurhaus nederlandsche termen gebruiken zal. Voortaan zal sprake zijn van het Staalbad Haarlem en van het Brongebouw. In dat bronge bouw dan zal worden gemaakt een concertzaal, waarin parterre 300 400 personen plaats vindendoor gaande rijen en door de aangrenzende loka len zoo in te richten, dat zij gemakke lijk met de concertzaal in verbinding kunnen worden gebracht, wil men 1000 menschen in de gelegenheid stellen de concerten bij te wonen. Voorts zullen in het brongebouw conversatie,- lees- en biljartzalen wor den gemaakt. Aan hen die mochten meenen dat de leening van 164.000 niot voldoen de zal zijn om al deze zaken (leiding, brongebouw, badhuis, park, drinkhaj, muziektent) op te richten, brengen wij in herinnering, dat van de eerste lee ning nog slechts zeventig procent is gestort en dus nog 30 procent gestort moet worden, en dat nog een som van circa ƒ20 000.in kas is. Een en ander maakt derhalve dat er een kapitaal van meer dan twee ton nog beschikbaar is. Toen wij onlangs mededeelden, dat de doctoren Zeehuisen en Wolfson het water uit de Czaar Peterbron te Zaan dam beneden dat uit de Wilhelmina- bron stelden en het eerstgenoemde drabbig, geel en leelijk van smaak noemden, toen dachten wij wel dat de eigenaars yan de Cz .ar Peterbron daarop (om een hier zeer gepai term te gebruiken) zouden reageeren. Dit hebben zij dan ook gedaan in een ingezonden stuk in de Opr. Haarl. Courant. In dit ellenlange stuk beweren de eigenaars, de heeren Latenstein Van de Stadt, dat do heer Zeehuisen niet goed heeft gezien, niet goed heeft gehoord e. d.m. Wij zullen den hand schoen voor dr. Zeehuisen niet op nemen hij is daartoe zelf volkomen bekwaam. Alleen vestigen we er de aandacht op, dat de inzenders van het stuk alleen het oordeel van Dr. Zeehuisen bestrijden en zich met het eveneens ongunstige oordeel van Dr. Wolfson uit Brakel over hun water, niet bezighouden- Klaarblijkelijk hebben zij begrepen dat het moeilijk aan gaat, om óok van dezen te verklaren dat hij niet goed heeft gezien en niet goed heeft gehoord. Van éen persoon zou het publiek dit allicht nog wil len gelooven, van twee zeker niet! Van een kleine insinuatie zijn de inzenders niet bang. Zij vermeenen dat het water bij de Wilhelmina- bron door filters loopt. Wij noodigen de heeren Latenstein Van de Stadt uit, eens met ons naar de Wilhel- minabron te rijden, dan kunnen zij met eigen oogen aanschouwen, dat het water direct uit de bron komt en dat er van filtreeren geen sprake is. de heeren mogen den dag waarop dit bezoek zal plaats hebben zelve bepalen Nog een klein beetje krasser is de verdachtmaking in het stuk voorko mende. dat zelfs de aandeelhouders van de Wilhelminabron niet werden toege laten in het taplokaal. Wij willen den heeren Latenstein Van de Stadt gaarne vertellen, waarom die maat regel is genomen. Vroeger was de eenige reden, dat het personeel door zulke bezoeken maar opgehouden wordt; later is het verbod nog ver scherpt, omdat toen iemand zich niet ontzien heeftden bronmeester te zeggen dat hij permissie had van commissarissen, terwijl die hem niet was verleend. De bronmeester was dan ook wel wijzer en verlangde een geschreven bewijs* Overigens herinneren wij er aan, dat de doctoren overal zijn toegelaten en alles hebben bezichtigd, ook de heeren Zeehuisen en Wolfson, die bij het bezoek aan de Czaar Peterbronzoo goed uit bun oogen hebben gekeken en dat dus ook hier wel zullen heb ben gedaan. En wat doen nu de heeren Laten stein en Van de Stadt? Uit boosheid slaan zij hun water met vijfcents per flesch af. Doet de Wilhelminabron dat ook, dan zullen zij denkelijk nog lager gaan. Och neen, mijne heeren, de Wilhelminabron zal kalmpjes ha ren prijs handhaven. Het publiek zal wel weten te oordeelen en misschien de prijsverlaging aldus beoordeelen „nu er door doctoren zooveel kwaads „van de Czaar Peterbron is gezegd, „probeeren de eigenaars om het water „dan ten minste door prijsverlaging „kwijt te raken 1" Dit is dus een slag in.... het water. Maar wat treffend heeten mag, is wel dit, dat de Opr. Haarl. Courantdie de aanmerkingen van Dr. Zeehuisen en Dr. Wolfson niet wilde opnemen uit „onpartijdigheid"(alsof hare Re dactie niet door de namen harer zegslieden gedekt was niet het min ste bezwaar maakt, een stuk op te nemen van de heeren Latenstein en Van de Stadt, dat insinuaties bevat op de Wilhelminabron. Van zulk een raar soort van on partijdigheid kunnen wij geen hoogte krijgen. navolgende telegram: „Tot dusver bij verkenningen geen tegenstand. Gezondheidstoestand gun stig. Djiiantik scheidt zich af van de zaak Lombok, blijft bij generaal Vet ter en laat zijne troepen, twaalfhon derd man sterk, door ons naar Ka- rang-Asem terugbrengen. De operatiën worden daardoor niet vertraagd. De vorsten van Bali betuigden vriend schap. Goestig, de Djiiantik, is de mede bestuurder van het aan Lombok leenroerige Balische rijk van Karang- Asetn en bevin lt zich reeds sedert het begin van den opstand der Sas- saksehe bevolking, aan het hoofd van een korps Balische hulptroepen op Lombok (Koloniale verslagen 1892 blz. 27, en 1893 blz. 33). Aan de In dische regeering werd reeds vroeger bericht, dat Goestig, de Djiiantik, hoezeer vruchteloos, trachtte toestem ming te bekomen om naar zijn land terug te keeren en dat hij metAnak Agoeng Made, 's vorsten onwettigen zoon, die de zaken op Lombok leidt, op gespannen voet stond. Brand in Haarlemmermeer. Door eene onbekende oorzaak is heden nacht afgebrand, eene land- bouwschuur van C. Blers, aan den IJ weg te Haarlemmermeer; 3 paar den, 1 veulen, 2 graskalveren en eenig pluimgedierte zijn in de vlammen omgekomen. Lombok. Van den goeverneur-generaal van Nederlandsch-Indië is, onder dagtee- kening van 10 Juli bij bot departe ment van koloniën ontvangen het De begrafenis van den luit.- gen. Mansfeldt. Eerbiedigende den laatsten wensch van den overledene, werd Dinsdag in allen eenvoud te 's Gravenbage ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den gepensionneerden luitenant- generaal A. E. Mansfeldt, adj. in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin. Geene militaire eerbewij zen, geen treurmuziek bij de begra fenis van dezen opperoffieier alleen een rijtuig, waarin gezeten was de vertegenwoordiger van H. M. de Ko ningin-Regentes, baron Sirtema van Grovestins, dat den rouwwagen volg de, toonde dat de doode, die ter laatste rustplaats werd geleid, een - man van groot aanzien was geweest. Rondom de groeve hadden zich eenige hofdignitarissen en legerhoof den vereenigd om den afgestorvene de laatste eer te bewijzen. Onder hen werden o. a. opgemerkt de vice-admiraal jhr. de Casembroot, de gep. generaal-majoor Van Spreng- ler, de kolonel Laman Trip, com mandant van het regiment grenadiers en jagers en diens adjudant kapitein Petter, de plaatselijke commandant kolonel Van Speyck, de gep. majoor Bijleveldt, de majoor-kwartiermeester Eijssel en meer anderen. Nadat de kist, bedolven onder een zee van bloemen en kransen, in de groeve was neergelaten, betuigde een der verwanten, de heer Gei ken, den aanwezigen dank voor de betoonde Naar het engelsch van PAUL H. GERRARD. 20) HOOFDSTUK VII. Eene moderne Medea. „Dit is Emma," gaf zij ten antwoord, maar voegde er bij na eene nadere beschouwing„Neen, het is Alice," en zij wild< zich juist vooroverbuigen om het lijk te kussen, toen een van de mannen verontwaardigd haar wegduwde. Zij werd gevoerd na.tr de ziekenzaal van de kinderafdee- ling. Een verpleegster zat met een ander uitgeleerd kind op haar schoot; het was gewas'schen in het armenhuis en men stelde alles in het werk o'.m het leven van het kind te redden. ,Zal het nog blijven leven?" zoide een politieagent, met tranen van oprechte deelneming in zijne oogen bij dit droe vig schouwspel. „Dat kunnen wij nu niet zeggen. Is dat die moordenares „Moordenares?" ssc. ide „Je zult waarschijnlijk vervolgd worden wegens kinder moord." „Dit is Emma. Ik kan het niet helpen. Ik heb mijn best gedaan. Nooit heb ik ze met een hand aangeraakt." „Deze is hier gekomen met een gebroken arm," zeide de verpleegster. „Dat komt omdat zij uit bed is gevallen." Voor de deur van het armenhuis stond de gevangenis wagen, en de engeltjes-maakster werd daarin overgebracht naar de gevangenis, terwijl haar man zich een uur later met haar onder hetzelfde dak bevond. Den volgenden morgen waren de bladen vol van de ver schrikkingen der engeltjesmakerij. Geheel Londen was er vol van. Reporters gaven beschrijvingen van de afschuwelijke boven kamers, waarin de aangenomen kinderen waren doodgemar teld. Uitvoerige mededeelingen werden gegeven van de ge vallen, waarbij de jeugdige slachtoffers naar het armenhuis van Stepney waren overbracht. Ook werd onderzocht hoevele gevallen van overlijden waren geconstateerd door apothekersbedienden in plaats van door geneesheeren. Tevens werd melding gemaakt van den jongen, die op zesjarigen leeftijd reeds in de misdaad was opgegroeid en vijfhonderd pond sterling moest erven; te zijnen opzichte werd het publiek echter gerustgesteld door bet gerecht, dat hem aan geschikte handen zou toevertrouwen, om het kwaad dat in zijn hart was geworteld, er uit 1 rukken. Ook de nicht werd in de kolommen bosweken, Ecu verbeleringhuis zou voor haar worden opgezocht; de reporters gaven ook eene beschrijving van een zeer schoon kind een knaap, iets ouder dan twee jaar met donker haar en donkere oogen, blijkbaar met een krachtig gestel, voor wie de engeltjes maakster twintig pond had ontvangen; een kind, dat waar schijnlijk de slechte behandeling van den laatsten tijd te boven zou komen, daar het nu uitstekend werd verzorgd. Bulletins werden verspreid over den gezondheidstoestand van de andere ongelukkigen, en geheel Engeland was vol belangstelling. Geconstateerd werd, dat er tien kinderen wa ren gestorven, tijdens zij aan de zorg van het verfoeielijk echtpaar waren toevertrouwd geweest. De verklaringen der geneesheeren leidden er toe het echtpaar te vervolgen wegens kindermoord. Het uieuws van deze schanddaden verspreidde zich overal en bereikte ook lady Barth in hare eenzaamheid. Het schokte haar hevig en toch trachtte zijjmet groote stijfhoofdigheid alle bizonderheden te weten te komen. „Het verbijstert mij en wekt tegelijk hevige woede bij mij op," zeide lady Barth tot hare vriendin lady Bidebank. „Ik ga ieder woord nauwkeurig na, en zij treffen als dolksteken mijn hart. Ik denk aan die arme onschuldige kindertjes, die daar langzaam wegsterven, terwijl hier het groote huis leeg is, zonde; een enkel kind. Dant kwelt mij de gedachte nog, dat mijn kleine lieveling misschien niet dood is en aan een zelfde verschrikkelijk lot kan zijn blootgesteld. O mijn kind Mijn kind „Mae x" 'och een Irxxl wegnemen om het naar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1