DE JACHT OP EEI ERFENIS. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 12e Jaargang! Vrijdag 13 Juli 18S4. No. 3382 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN: [STADSNIEUWS. BINNENLAND, FEUILLETON^ Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Hij k, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,0o. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37^. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat X"2=, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantien. Directeur-Uitgever J. G. PEEREBOOH. hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publieité Etrangére G. L. DAUBE <6 Co., JOON F. JONES, Succ., Parij. 3161, Faubourg Aton,mar,re. Haarlem12 Juli 1894. b ver gangsexamen H. B. S. ter opl. voor Handel en Nijverheid. gehouden examen zijn o.p de B. School ter opleiding voor H&n en Nij verheid bevorderd |Tot de 2e klasse; W. J.L.de Gee, N. Max, C. Meijer, J. H. Tromp Kaas, A. Voorwinden en S. de lies. IVoorwaardelijk bevorderd'C. K. landt, R. Dekker, J. J. Scfeoevaari, Scbornagel, J. IF. van. Stockum-en I Verkoren. [Tot de 8e klasse H. L. ürinkman, van Heijst, W. F. van Gordt, A. A. van de Stadt, J. A. Benraadt, Botman, A. C'. CoppervJ. Dekker, van Leuven, W. Tennissen 'en P. tn Zwol. VoorwaardelijkJ. ven Roijen en L. van Way eren. I Het getuigschriit van-welvolbmchte |udie werd 'uitgereikt aan de leer- ngen der 8e klasse B. A. Blits, P. A. ILeupen, J. G. Sabel, J. de Vries, W. F. ven Wa- leren, C. Blokhuis, J. P. Clifford, P. Hahn en JPhilippeau. |Zie ver mirt Stadsnieuws 3 de/pagina.) ^■üe Spaarbank te Hillegom. Te Hillegom is gèèleken, dat de elden uit de spaarbank dervereeni- ;ing „Nut en Genoegen" .-tot een sdrag van ruim 10.600 zij n verdwe en. Die kas stond onder beheer van ijlen den-secretaris Nieuwenhuis. De N. E. 'Ce, bevat hierover.de vol lende bizonderheden Voor de spaarbank bestond een :eglement, dat bij de imegboekjj.es is evoegd, doehtgeen datum draagt en oor niemand is geteekend. In 1869 i eene verandering in het reglement ;ebracht. Statuten bestaaner nieten ir is dus ook geen kon. goedkeuring. Volgens reglement bestond het be- 2. ituur van de spaarbank uit .3 leden, marvan elk jaar één aftrad. De aan blijvende bestuurders maakten voor Ie te vervullen plaats een voordracht )p van drie personen, waaruit de le ien van „Nut en (Genoegen" dan een '.euee deden. Vooral deze bepaling is; yan -groot belang, omdat, toen „Nut, sn Genoegen" ophield te bestaan, daaraan niet meer kon worden vol- on de toenmalige bestuurders f roeten geacht worden nog steeds be- tuurders te zijn gebleven. Aan de inleggers werd nooit reke ning en verantwoording van den stand der bank gedaan. De laatste maal dat de kas door de bestuurders is nagezien was in 1881, wat blijkt uit het in beslag genomen kasboek, waarin wordt ge meld „Gesloten en goedgekeurd in de vergadering van de commissie der Spaarbank té Hillegom", welke ver klaring is geteekend door de heeren G. H. v. van Waveren, S. baron van Heemstra en H. Nieuwenhuis. Baron Van Heemstra was destijds burge meester en trad juist in 1881 als zoo danig af. Volgens het reglement moest ook worden gehouden een journaal en een grootboek, die met het kasboek zittingsgewijze moesten worden bijge houden* Hieraan ontbreekt nogal iets. De inleggers kregen boekjes, waarin het ingelegde en terugbetaalde werd aangetsehend, maar noch onder de ingelegde, noch onder de terugbetaal de bedragen is ook maar een idee van een handteekening te vinden. De heer Nieuwenkuis, die in hooge mate in de gemeente werd geëerd, werd door de inleggers beschouwd als een man, die de gelden-ontving, teruggaf en daarvan overhield, terwijl een ieder zich gesecureerd gevoelde, daar niet hij alleen, doch ook twee commissarissen verantwoordelijk wa ren. Hoewel in het reglement was'bepaald, dat de rente 3 «jiCt. zou bedragen, werd steeds, en ook even voor den dood van den heer NT., altijd 4 pCt. bijgeschreven. Op het oogenblik zijn er -08 inleggers, die -een bedrag van pk m.J 11.000 te goed hebben. Hieronder zijüi er -eenige, die het verlies van een honderd gulden of wat -wel kunnen dragen, doeh het grootste deel bestaa t uit oude, hij na niet meer in staat tot werken Ejjnde arbeiders, die, steeds sparende, som migen dot 1100 tee, te goed hebben. Zoo is er onder eene dienstbode, toch ai niet te best bij het hoofd, die 500 heeft te vorderen. Zoo zijn er onder twee broeders, die voor minderjarigen hebben te zorgen, de gelden dier weezen in de. spaarbank hebben belegd, tot een bedrag van pl. m. f3000 en dit, zoo de zaak niet terecht komt, uit eigen zak hebben bij te passen. Maar de arbeiders lijden de meeste schade. Vermeld moet worden, dat ook mevrouw Nieuwenhuis, haar zoon en de dienstbode geld te goed hebben. De zaak is op de volgende wijze aan het licht gekomenEen arbei der, die een huisje zou laten bouwen, tegen Mei op, omdat hij dan de bouwsom moest voldoen. Met Mei komende, was de heer Nieuwenhuis reeds ziek, zoodat mevrouw hem een bewijs gaf op eene Haarlemeche ban kierefirma om dat geld daar te ont vangen. Daar de handteekening van den heer Nieuwenhuis ontbrak, de firma het geld niet af, doch ver klaarde hiertoe wel bereid te zijn, als de commissarissen er bestaan er alzoo bet afgegeven bewijs tee kenden. De man werd toen eenvou dig aan het huis van den heer N. aan de praat gehouden en kreeg niets. Na het overlijden, vervoegde hij zich bij den heer G. H. v. Waveren, dien hij verzocht hem in te lichten waar hij zijn geld kon krijgen, of dat deze het hem zelf wilde uitbetalen, maar het antwoord was, dat de zaak hem, den heer v, W., niets aanging, dat de man geen geld kreeg en toen deze daarop vroeg, bij wien hij zich dan had te vervoegen, volgde het ant woord dat hij „voor dit en dat" een brutale kerel was en dat hem dit niets aanging. Geheel Hillegom is natuurlijk vol van deze -zaak en begrijpt men niet waar het geld kan zijn gebleven, daar de familie N. zeer eenvoudig leefde en algemeen voor bemiddeld te boek ■stond, te meer daar de heer N. vaak aside, dat zijn vrouw aardig wat geld had. Intusschen is gebleken, dat hij met zijn echtgenoote onder huwelijksvoor waarde is gehuwd en dat zij pas een huis heeft gekocht van ƒ5000, van welk geld weet men niet. De inleggers zijn van plan de hee ren G. H. v. Waveren en S. baron van Heemstea, van wier aftreden als commissarissen nergens iets is te vin den, aansprakelijk te stellen, tenzij mevrouw N. het geld terug geeft. Koe tuk men er op was geld in de spaarbank te brengen, blijkt ook nog uit het feit, dat in het najaar van 1893 .f2000 ter plaatsing ter plaatsing werd aangeboden ..en dat een Yereeni- ging vroeg de wekeiijksche ontvangst er te mogen inbrengen. Dit was om de 4 pet. natuurlijk De inleggers hebben de zaak ge steld in handen van een advocaat. Omtrent de slechte boekhouding aHecn nog dit, dat onder de papieren een briefkaart is gevonden, met pot lood geschreven, waarop stondont vangen 800. De handteekening was onleesbaar. dragen voor ƒ4348 aan H. Bakker aldaar, onder toezicht van de heeren J. W. de Hey en Zoon, bouwkundi gen te Haarlemmermeer. Ned. Herv. Gemeente. Beroepen naar Zandvoort Ds. Hulsman te Lemele en Archem. G. Zeevisscherij. Woensdag kwamen te Zandvoort aan drie Zandvoortsche bomschuiten. Besomming f 20 tot 27. De prijzen der visch waren bakschol f 2.30, scharren f4, pieterman f3.20 per mand; tong f 0.20 tot f 0.80 en tarbot f 1.50 tot f4 per stuk. Hofbericht. Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin Regentes vertrokken Woensdagochtend van Vulpera naar Innsbriiek, waar Hare Majesteiten zullen logeeren in het „Hotel Tyrol". Men seint uit Innsbrüek, 7.50 uur Woensdag namiddag Hare Majesteiten de Koninginnen zijn zooeven hier aangekomen en waren verrukt over de schoone ligging der stad. Het verblij f in het „Hötel Tyrol" duurt twee dagen. Het maken van eene kosterswoning en het amoveeren van de oude, als mede het graven van vijvers aan de zegde in Januari het belegde geld R. K. kerk te Hoofddorp, is opge Lombok. Een telegram uit Batavia bericht aan Het N. v. cl. D., dat bij Lombok beslag gelegd is op het stoomschip Pohann, van Singapore, met 175 ge weren aan boord. De geweermaker Mitchell werd tevens aangehouden. Een nader telegram aan hetzelfde blad vermeldt, dat de expeditie naar Lombok terugkeert. De onechte zoon van den vorst, Anak Agoeng Made, de leider der oproerige beweging daar, heeft zich van kant gemaakt en het ultimatum is aangenomen. Slagen zijn er dus niet gevallen. Deze expeditie leert het nut van een energiek optreden. Het bezoek van den deenschen prins. Te Rotterdam zijn aangekomen de pantserschepen onzer marine Slier en Guineaom aan den Deenschen oor logsbodem Helgoland, aan boord waar van de 17-jarige Deensche prins Ha- rald ons land komt bezoeken, het gebruikelijke saluut te brengen. Deze vaartuigen hebben ligplaats genomen op de boeien voor de Willemskade. De oorlogsbodem Helgoland wordt tusschen 20 en 23 dezer te Rotterdam verwacht. Maatschappij van Nijverheid. Tot directeur ter vervanging van den aftredenden heer van Limburg Stirum Woensdag in de vergadering te Arnhem benoemd de heer G. L. van Lennep te Haarlem. Ter vervanging van de aftredende directeuren Sturler te Leiden en Montauban van Swijn- dregt te Oldenzaal, werden benoemd dr. A. Pekelharing en J. F. W. Con rad. De volgende vergadering zal te Zierikzee worden gehouden. De ver gadering is daarna gesloten. Gerechtelijke Verkooping. In de tweede Jan van der Heyden- straat te Amsterdam woont twee hoog eene weduwe, van beroep naaister, die door ziekte en tegenspoed hare belastig niet heelt kunnen betalen. Woensdag zou te elf uur haar inboe- deltje in het openbaar door den deur waarder worden verkocht. Eenige honderden personen hadden in de straat post gevat, meerendeels sociaal-demoeraten. De bekende Reens had op een for nuis post gevat. Hij maande tot orde aan want men had met een zeer „hardvochtigen deurwaarder" te doen, die geen hart had. Het eerste voorwerp dat geveild wordt, is een tafel. Reens biedt een cent; een persoon heeft achter den deurwaarder post gevat en biedt twee eenten. Reens blijft bieden totdat ein delijk, onder groot rumoer, genoemde persoon drie gulden biedt. Reens zwijgt. De deurwaarder wil den koop gunnen en doorgaan, als Reens uitroept„het is een recher cheur, volgens de veilconditiën moet hij eerst betalen." De deurwaarder vraagt om geld, maar de rechercheur heeft geen geld. „Dan moet de tafel opnieuw geveild worden," roept Reens uit, waartoe de deurwaarder overgaat. Opnieuw wor (|0qj. genoemden persoon to urie gUuen geboden, waar op achter hem een stem klinkt, die roept „vier gulden." De koop wordt gegund, maar ook deze man zegt evenmin als de recher cheur geld te hebben. De tafel wordt weer geveild. Ge noemde persoon biedt opnieuw;iemand biedt tot J 2.50 en toen de tafel hem daarvoor gelaten werd, verklaarde hij oo!r geen geld te hebben. Voor de vierde maal wordt nu de tafel geveild, en daar nu allen zwe gen, wordt Reens daarvan eigenaar voor éen cent. Successievelijk brachten nu alle an dere voorwerpen éen cent op. Einde lijk berustte de deurwaarder in de Naar het engehch vail PAUL H. GERRARD. 21) HOOFDSTUK VII. Eene moderne Medea. Zij zuchtte „O, had ik hem maar tot mij genomen Maar het is beter zoo. U zult nog wel leyen, wanneer hij volwassen is. Wilt u hem echter noemen naar mijn verloren lieveling Wilt u hem Rupert Barth noemen Lady Bidebank had tot een anderen naam besloten, maar hierover sprak zij geen woord. Zij nam het voorstel harer vriendin aan en de jeugdige knaap kreeg dus denzelfden naam, dien hij bij zijne geboorte had ontvangen, met dien van Bidebank er bijgevoegd. Niets scheen lady Barth meer vreugde te verschaffen dan een bezoek van dit kind, en iederen dag bezocht het haar op hare kamer. Zij vermaakte zich met het kind als met een Op zekeren dag trok lady Barth haar jeugdigen bezoeker dan ook zijne kleine schoentjes en sokken uit om zijn voet te bewonderen. „Zie eens lady Bidebank I" riep zij uit. „Dit kind heeft een teeken juist op de plek, waar het mijne er ook een had. Dit is echter een vreemd merk een blauw-zwart hart Het geheim betreffende sir Rupert Barth was op het punt om ontdekt te worden. Het kritieke oogenblik ging echter voorbij en moeder en kind leerden elkaar niet kennen. Lady Bidebank bracht haar aangenomen kind zoowel naar Myra als naar lady Barth. Rupert had veel meer ontzag voor zijne zuster dan voor zijne moeder. Nadat Myra George had verloren kleedde zij zich diep in den rouw. Haar verlies en het vreeselijke schuldbesef, dat haar nooit verliet, dat zij Elizabeth's kind had doen ver dwijnen, hadden een ernst en droefheid bij haar doen ont staan, heviger nog dan bij lady Barth. Bij lady Barth was de kleine Rupert teeder en vroolijk. In de kamer van Myra zat hij stil met eene ernstig vragende uitdrukking op het gelaat. „Elizabeths kind zou juist even oud zijn geweest als hij," zeide Myra, terwijl zij sir Rupert op haar schoot nam. „O, lady Bidebank, hoe vurig wenschte ik, dat het kind hier was. Het is niet alleen uit medelijden, dat ik voor Elizabeth gevoel, maar George is nu dood, en nooit zal er nu iemand in de wereld zijn, aan wie ik mij bizonder kan hechten, ter wijl ik denk dat ik voor het oogenblik belang zou stellen i n het kind en het mij de hoop op eene toekomst zou geven. Hoe goed zou het zijn als een echte Barth de nalatenschap zou erven. Tot die Wrigleys gevoel ik mij niet aangetrokken. Ik vrees zelfs, dat ik hen hoogstens duld. „Zij zullen alle gemis aan toewijding uwerzijds wel ver goeden," zeide lady Bidebank lachend. „Weet je wel, dat gisteravond het gezin weer met eene dochter is vermeerderd, dat deze naar jou zal worden vernoemd, en men je zal ver zoeken peettante te worden Ik zie daar juist dokter Wrig- ley de oprijlaan doorkomen." Dokter Wrigley verklaarde, dat deze beschikkingen be treffende dit dochtertje, haar naam en de doopplechtigheid, door hem en mevrouw Wrigley waren gemaakt als blijk van waardeering jegens Myra. „Beste nicht, wij weten dat je het zoo eenzaam hebt. Wij hebben bemerkt, dat je zelve niet eene huishouding zult krijgen, en begrijpen dat je peetschap daardoor van veel waarde zou kunnen zijn. Wij zullen dit kind als het uwe beschouwen. Wanneer je het maar verkiest, zal het hier komen en zoo lang blijven als je wilt. Zoodra het buiten mag, zal ik het hierheen zenden om je het te laten zien." Wat was welwillender dan zulk een voorstel? Terwijl dokter Wrigley evenwel sprak voelde Myra den bijna onweerstaanbaren wensch bij zich opkomen om zijn gezelschap te ontvluchten. Afkeer jegens dezen man welde in haar hart op. „En er is nog eene zaak zooals je weet, nicht Myra. Sir Giles heeft geen zoon nagelaten, zoodat de titel op mij over-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1