I JACHT OP EENE ERFENIS. I NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 12e Jaargang; ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: Manning 16 Juli 1894. No. 3381 STADSNIEUWS. BINNENLAND, FEUILLETON. Directeur-Uitgever J. C. PEE8EBOOE Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37£. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat XbL,Haarlem. Telefoonnummer 123. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantien. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Generale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31 few Faubourg Montmartre: Haarlem14 Juli 1894. Museum van Kunstnijverheid. Op het Museum van Kunstnijver heid alhier zal aanstaanden Zondag eene reeks afbeeldingen tentoonge steld zijn, betrekking hebbende op de raiddeleeuwsche kunstontwikkeling, verder zijn in het trapportaal en in de vertrekken alwaar voorloopig de verzameling Haarsma was onderge bracht eenige werkstukken, teekenin- gen en schilderwerken tentoonge steld, vervaardigd door de leerlingen der aan het museum verbonden i school voor kunstnijverheid. Uit den aard der zaak is deze ten toonstelling niet zoo uitgebreid als andere jaren daar de beste werkstuk ken op de wereldtentoonstelling van Antwerpen en de tentoonstelling te Luxemburg werden gezonden. Des Zondags is de toegang vrij. Bij het examen op 13 dezer te Arnhem voor apothekersbediende is geslaagd mej. A. C. van Vliet, geb. -te Haarlem. Afloop aanbestedingen. De architect C. L. M. Robber, al hier, heeft aanbesteed het bouwen van een Boerderij in de Haarlemmer meer. Hoogste inschrijvers waren J.J. Hofland en A. J. Boon te Beverwijk voor f 13926, laagste was C. van Reijen- dam te Spaarndam voor f 9427.Ingeko- mon zijn 28 biljetten begrooting,f9766. Bond van Nederl. Ouder wijzers. In eene vergadering die door 31 leden werd bezocht, nam de afd. Haar lem van dezen bond zooals wij reeds vroeger meldden, met 18 tegen 13 stemmen het besluit, om „af te keu- „ren het ontslag door den gemeente raad van Menaldumadeel gegeven „aan den onderwijzer Dijkstra." (Men weet dat deze onderwijzer werd^ ontslagen wegens zijne anar chistische gevoelens). Nauwelijks was dit besluit in de afd. Haarlem gevallen, of tien leden dienden een voorstel in, waarbij zij het bestuur uitnoodigden ten spoe digste eene vergadering te beleggen om te stemmen over de navolgende motie „De afd. Haarlem van den „Bond van Nederl. Onderwijzers ont- „houdt zich in zake Dijkstra van elk „protest." Deze tien leden namelijk waren van oordeel, dat de motie van afkeu ring de belangen van den BdÉd in het algemeen en die der afdeeling in het bijzonder schaden zal. Vrijdagavond nu vergaderde de af deeling opnieuw en na een debat van ongeveer een uur werd met 31 tegen 23 stemmen besloten, de motie der tien leden niet in behandeling te nemen. De motie van afkeuring blijft alzoo gehandhaafd. Onmiddellijk nadat dat besluit ge vallen was, verklaarden twee bestuurs leden, de heereiï II. Kingma en L. van den Have, als zoodanig af te treden. Naar men ons mededeelt, zullen meerdere leden van het be stuur en gewone leden dit voorbeeld volgen. Rapporten over Meerenborg. De commissie belast met het uit brengen van rapport over de in hare handen gestelde stukken betreffende het gesticht Meerenberg heeft zich van die opdracht geKweten. Zij heeft geen bezwaar tegen eene wijziging van het huishoudelijk re glement van art. 3 van het gesticht, daar deze slechts beoogt het regle ment in overeenstemming te brengen met den bestaanden toestand en de financieele gevolgen niet van betep- kenis zijn. De commissie adviseert verder, onder dankbetuiging aan de Comm. van Toezicht, tot goedkeuring van de rekening over 1893. Evenwel niet zon der bedenking. Zij acht het n.l. ver keerd,dat de begrooting metf 11.451.23 is overschreden. Waartoe dient een begrooting wanneer men zich daaraan niet houdt? De Commissie kon zich begrijpen, dat verandering in het be stuur van eene inrichting als deze invloed kan hebben op het financieel beheer en dat dan een begrooting wel eens te knellend kan blijken te zijn, doch de Commissie had liever gezien, dat Prov. Staten vroeger daarmee waren bekend gemaakt, zoodat de be grooting gewijzigd had kunnen wor den. Ten opzichte van de begrooting voor 1895 stelt de meerderheid dei- Commissie een belangrijke wijziging voor. Ged. Staten nl. gaven in overwe ging, het gesticht voor dat jaar wederom te ontlasten van de beta ling van rente en afl ,ssing voor de ten haren behoeve aangegane geld- leening, maar de commissie stelt voor dat het gesticht ƒ5000.aan de provincie zal terugbetalen, in mindering der aflossing en dat die som gevonden zal worden, door de post van onvoorziene uitgaven op Meerenbergs begrooting van 9595.50 met ƒ5000.te verminderen, daal de Commissie een speelruimte van bijna 10.000.tc hoog vindt. Tegen dit denkbeeld verzetten Ged. Staten zich met kracht. Waar de Commissie zelve erkent, dat het haar moeilijk viel de begrooting te onder zoeken, omdat zij uit den aard der zaak de behoeften niet kent en daar om ook geen vrijheid meende te hebben om in de posten in te grij pen, had dit voornemen, meenen Ged. Staten, eveneens betracht moe ten worden bij de behandeling van den post der onvoorziene uitgaven. De Commissie van Toezicht acht een post onvoorziene uitgaven van ƒ10000 noodig. Weliswaar werd in de laatste jaren slechts 5000 uitge trokken, maar de rekeningen sloten alle met een nadeelig saldo, behalve die over 1893 omdat de ontvangsten de raming hebben overtroffen. Bovendien achten Ged. Staten het hoogst gevaarlijk, eene begrooting als deze, opgemaakt door eene Commis sie ad hoe volgens de gegevens van hoofdambtenaren, die met de dage- lijksche behoeften van zeer nabij be kend zijn, bij amendement te veran deren. Ged. Staten meenen zelfs, dat het Huish Reglement dit niet toelaat en dat Prov. Staten zich wel de goed keuring van do door Ged. Staten voorloopig vastgestelde begrooting hebben behouden, maar volstrekt niet de aanstelling van die begrooting zelve. Aanneming van het voorstel zou dus leiden tot niet-goedkeuring der begrooting en terugzending daar van aan Ged. Staten. Aanstaanden Dinsdag zullen Prov. Staten deze en de overige stukken behandelen. Kinder cantate. Bij onzen stadgenoot, den heer E. T. Bruijnsteen, bestaat het plan tot de oprichting van een Kinderkoor ten einde jaarlijks eene uitvoering te geven van eenige toonwerken voor kinder stemmen, zooals er vooral in de laat ste jaren zoo onderscheidene door onze vaderlandsche componisten ge schreven werden. De heer Bruij nsteen stelt zich voor deze uitvoeringen met orkest-begeleiding te doen plaats heb ben wat trouwens bij hetmeeren- deel der hier bedoelde werken ver- eischte is. Dat een dergelijk onderne men met vrij aanzienlijke kosten gepaard gaat, behoeft nauwelijks te worden gezegd. Zeer begrijpelijk moest dan ook de heer Bruijnsteen aan de toetreding tot zijn Kinderkoor in spe enkele voorwaarden verbinden welke bij eenigszins geanimeerde deel neming hem zullen in staat stel len aan het pecuniaire bezwaar het hoofd te bieden. Die deelneming zal, naar wij mogen vertrouwen, niet uitblij ven want het geringe geldelijke offer zal bij onze kunstlievende ingezetenen wel niet zoo zwaar wegen dat dit hen zou afschrikken hunne kinderen in fiinken getale aan deze genotrijke en nuttige uitvoerigen te doen medewerken. Het talent, de ernst en degelijkheid van den jeugdigen kunstenaar, die zich hier aan 't hoofd gaat stellen, openen ove rigens alle uitzicht op de schoonste resultaten van deze onderneming. Heden is geëtaleerd in den Boek en Kunsthandel van D. J. van der Wilk, Groote Houtstraat 105^ een schilderij van E. van Heemskerek van Beest, gezicht op den Camper- landschen toren aan de haven te Yeere. Deze week wordt voor de ramen van „Maison Hals" geëxposeerd Een teekening van Mej. v. d. Arend. schilderij E. Brandt. Kool. SehmidtCrans (Zie vervolgt Stadsnieuws 2de paxi.ma.j In eene dezer dagen gehouden ver gadering van de vereeniging „Eigen Hulp" te Zandvoort is tot penning meester, in de plaats van wijlen den heer Jb. Hollen berg, gekozen de heer J. Koper en tot commissaris, in de plaats van J. Koper, de heer J. Hol- lenberg. Het hotel Belvédère, van den heer Peters te Zandvoort heeft eene belang rijke en uitstekende verandering on dergaan. Vroeger toch wa& de-bene denzaal ingericht als café-restaurant, wat voor de logé's dikwijls minder aangenaam was. Thans heeft de heer Peters het café opgeheven en die zaal veranderd in eene conversatiezaal, die door keurige inrichting en mooie lig ging veel bijdraagt tot het aangenaam verblijf in genoemd hotel. Het houden van de E'ngelsehe gods dienstoefeningen te Zandvoort, waar van reeds vroeger melding is gemaakt, zullen Zondag 22 Juli a. s. een aan vang nemen, naar vernomen wordt in een huis achter villa „Maris". Onze Koninginnen in het buitenland. Een Reuter-telegram deelt mede, dat de beide Koninginnen in het strengste incognito Vrijdag namid dag uit Innsbruck te München zijn aangekomen, waar zij eenige dagen denken te vertoeven. H.H. M.M. houden verblijf in het hotel Vier Jahreszeiten Een bom te Maastricht. In den laten avond is Donderdag ie Maastricht een bom met brandende lont gevonden in het vensterraam van den bankier Philips. De- bom is niet ontploft. De bom bestond uit eene cham- pagneüesch, die voor 3/4 gevuld was met stoffen, welke aan een nader on derzoek onderworpen worden, alsme de met spijkers, schroeven enz. Met dat onderzoek is belast een deskun dige van den constructiewinkel te Delft. De flesch,. die in eene courant was gewikkeld, werd het eerst ontdekt door zekeren Pieters, die een nacht wacht waarschuwde. Beiden zagen de lont branden zij giug echter nit toen zij aan het buisje, dat in de flesch was bevestigd, opgebrand was* Men houdt dezen aanslag voor eene persoonlijke wraakneming. Oogelukkoti. Donderdag- viel bij bet huis te Ro- zendaal (Geld.) een metselaar door het breken van eenen steiger voor den muur van het koetshuis op den grond, met het treurige gevolg, dat hij een paar uur later in het zieksnhuis, te Velp overleed. Dezer dagen is te Eist de arbeider v. d. H.,. uit Huisen, bij het hooien van den wagen gevallen en aan de gevolgen overleden. Hij laat eene vrouw met 5 kinderen achter. Donderd&g overleed te Wijdewor- mer de zoon den landman van A. Blok ker onder zeer droevige omstandig heden. Door het vastloopen van het hooi en het aandrijven der paaiden (bij het zoogenaamde tiemon), brak de evenaar,, met het ongelukkige gevolg, dat de bestuurder de stukken tegen het lijf kreeg en bewusteloos neerviel op het veld. Onder hevige pijnen is de 25djaa?ige man overleden. Cholera» Te Helder is Vrijdag een geval van cholera voorgekomen. De lijder is een naan, wonende iade Oranjestraat. Inbraak Er liep Vrijdagmiddag een meisje langs een huis op. de Leidschekade te Amsterdam, waar op de deur een bordje was gehangen met„Afwezig.'* Naar het engelech van PAUL H. GERRARD. 23) HOOFDSTUK VIII. Eene derde moeder. „.Ja mevrouw, u weet dat beter dan ik, maar toch ukent de geheele geschiedenis niet. Ik weet niet wat de gevolgen zouden zijn, en of het mijn plicht is om u alles te vertellen of niet." Nu was lady Bidebank eene vrouw, die volstrekt niet tot de meest nieuwsgierigen behoorde, en zij verlangde er niet in het minst naar om onthaald te worden op eene familiehisto rie of een staaltje van bijgeloovigheid. „Ja ziet u," zeide de oude vrouw toen lady Bidebank bleef zwijgen, „het is eigenlijk meer Sams zaak dan de mijne." „Wij moeten niet spreken over de zaken van anderen," zeide de lady terwijl zij opstond. „Ik zal de noodige stappen doen om mijn eigendom op dit kind bij de wet verzekerd te krijgen, omdat u, de eenige bloedverwante hier, er vol komen mee instemt." „Ik stem er bizonder mee in en dat zal ook het geval zijn met Sam, al hij van die gevaarlijke zee terugkeert waaraan ik niet twijfel," zeide juffrouw Chitton en reikte de kinderjuffrouw het kind weer toe. Lady Bidebank had nu de afkomst opgespoord van het aangenomen kind. Zijne ouders waren arme fatsoenlijke menschen. Dit was voor haar veel bevredigender, dan wan neer haar onderzoek tot de ontdekking had geleid, dat het van rijke ouders alkomstig was, niet geheel zonder smet. Zij ontdekte, dat het uit de handen zijner bloedverwanten was overgegaan in die van dokter Wrigley, en kort daarop zich bij de engeltjesmaakster bevond. Zij herinnerde zich de ontmoeting met dokter Wrigley in Napier Street No. 6, Haxton. Zij was er van overtuigd, dat Wrigley had geadverteerd. Dan had hij geadverteerd om te kunnen onderhandelen met een engeltjesmaakster! Had hij namelijk alleen een onder komen voor den kleine willen zoeken, dan had deze dat bij haar kunnen vinden. En bovendien had hij een premie aangeboden. Waarom zou dokter Wrigley zoo gaarne dit kind uit den weg geruimd willen zien? Waarom twintig pond aanbieden om van het kind af te komen, terwijl hjj steeds geld ge brek had? Lady Bidebank kwam tot de gevolgtrekking, dat juffrouw Chitton haar had bedrogen, en dat het Sam Porters kind niet was geweest. Het was een kind. dat dokter Wrigley. uit den weg had trachten te ruimen. Bad iemand hem voor eene aanzienlijke som omgekocht om deze schandelijke daad te verrichten, en was de oude vrouw zijne medeplichtige? Als het zoo was, dan nam lady Bidebaok liever het kind niet tot zich. Zij had het kind evenwel reeds lief gekregen, en wat kon zij nu met hem doen Het geheele geval legde zij voor Myra blcot. „Wees er van overtuigd, dat je neef Wrigley dat kind bij de engeltjesmaakster heeft achtergelaten, wetende wiezij was." „Ik betwijfel het of hij dat wist, en ik ben er zeker van, dat het kind niet van hem is," zeide Myra, „verder kan ik anders niet in het geheim doordringen." Hot is hoogst zonderling, dat Myra niet bedacht welk groot belang Wrigley er hij had om den kleinen sir Rupert uit den weg te ruimen en te vermoeden dat dit het verloren kind was. Maar tot den dag der openbaring houdt het nood lot onze oogen gesloten Bovendien was bij Myra het besef zoo sterk, dat zij tus- schen haar veei ouderen neef en de aanzienlijke landgoede ren stond, dat zij er nooit genoeg over nadacht, welke wen- schen hij koesterde. Geen oogenblik kwam het haar in de gedachte om verband te zoeken tusschen het kind, waarvan zij ten slotte toch meende dat Jane de moeder was geweest, met den verloren erfg^iaam, Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1