EE JICHT OP EEIE ERFENIS.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e Jaargang;"
Woensdag 18 Juli 1894.
No. 3386
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIE N:
9 j.C
J STADSNIEUWS.
Proviasiale Staten
FEUILLETON-
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheelc Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 J.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Bureau: Kleine Houtstraat 14:, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers,
Directeur-Uitgover J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Elrangêre G. L. DAUBE Co., JO-UN F. JONESSucc.Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
«Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
en alle overige Drukwerken, die op
j kantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad goed,
billijk en vlug gedrukt.
1» Directeur-Uitgever
19 Aanbesteding
I,j|» Haarï&m, 17 Juli 1894.
Aanbesteding,
"HU ^oor de door den architect W. F.
Douglas gehouden aanbesteding van
twee winkelhuizen met eosie boven
woning zijn ingekomen de volgende
afschrijvingen -als van
J. Opdam on H. D.
Van Am stel alhier voor J 16570.50
J. C. Kluit 18900.—
J. Giebels en tL v. Servelleac. 19137.-
;f. van Duuren „19200.-
•J. A. Jonker .„19924.
f J. van den Beogaardt 19990.
H. van Es „20343.—
jG. van Abs „20875.
Op de weekmarkt alhier zijn de
■erste Peren aangevoerd door Hk.
prusee en Xonen dit is -drie weken
Toeger dan verleden jaar.
Wart Conrad.
Maandag werd door de alhier gevee
jigde naamlooze vennootschap Weef
'onrad, directeur de heer .(Goedkoop
met goed gevolg te water gelaten
et baggervaartuig „Dniepsrovskaia
2" gebouwd voor rekening van hel
keizerlijk Russisch Gouvernementen
>estemd voor de werken ter verbete-
ing van het vaarwater van de rivier
le Dnieper.
De verschillende voorgestelde sub-
idiën werden heden goedgekeurd,
tok het voorstel tot verhooging van
iet subsidie aan de Ambachtsschool
e Haarlem met ƒ500.en het sub-
idie van 500.voor herstel van
iet raam te Schermerhorn. Het voor
tel tot verhooging der opcenten op
e grondbelasting werd aangehouden
ot na de behandeling der stukken
ver Meerenberg. De rekening van
1893 en een wijziging in art. 3 kuish.
reglement werden zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd; de begrooting
voor 1895 verwekte een zeer lang
debat omtrent de vraag, of al dan
niet een som van f5000.daarop
zou worden gebracht voor aflossing
aan -de Provincie, een voorstel van
de meerderheid der Comm. van rap
port dat ernstige bestrijding onder
vond van de zijde van Ged. Staten.
Ten slotte werd besloten met 47
tegen 14 stemmen dat de Staten het
recht hebben amendementen te bren
gen in de begrooting van Meeren
berg en net voorstel van de meer
derheid der 'Cemmissie hierna goed
gekeurd met 19 stemmen tegen.
Valsch geld.
Wederom és door de politie alhier
een v&lsche gulden in beslag geno
men, voerende de beeltenis van Ko
ning Willem III en het jaartal 1863
en waaraan het randschrift ontbreekt.
Ean ingewikkeld proces.
In de maand October van het vorige
jaar werden door den Kaarlemschen
advocaat en procureur Kt. A. J. van'
Thiel bij de HaarlemscheRechtbank
ingediend twee requesten unet verzoek
tot Jailliet-verklaring van den bloem
bollenhandelaar Buddeöfcorg te HiL
legom, vergezeld van twee accepten,
door bedoelden Buddenborg afgegeven,
aan F. van Ooij en M. GJitenbosch,,
eik groot 25®.
Nog voordat daarop door de Rechte
bank -eene beschikking was genomen.'
werd -op den 12en October bij den
officier van justitie te Haarlem een
klacht gedaan, dat al wat aan Bud
denborg toebehoorde, successievelijk
werd vweggêvo&rd. Toen seeds was
Buddenborg sinds eenigen tijd door
zijne sehuldeiscbers nagezeten.
Volgens art. 7e'8 van het 'Wetboek
van Koophandel^ dat een officier van
.justitie machtigt om ambtshalve fail
liet-verklaring aan te vragen van
iemand, <£ie vertrokken is zonder orde
op zijn zaken te stellen, vroegen ver
kreeg de officier van justitie bij de
Haarlemseke Rechtbank de failliet-
verklaring van Buddenborg. Tevens
werd wegens bedriegeüjke bankbreuk
rechtsingang tegen hem verleend raet
bevel tot gevangenneming.
Verdachte werd den 20sten van
diezelfde maand te Londen opgespoord
en gearresteerd en deD 23sten kwam
Mr. L. W. van Gigch namens hem,
van dat vonnis tot failliet-verklaring
in verzet, bewerende dat hij niet fail
liet was en in staat zij nen crediteuren
100 procent uit te betalen.
Inmiddels had Buddenborg zich
verzet tegen zijne uitlevering, maai
de Engeische rechter stond die uit
levering toch toe, zoodat Buddenborg
naar Nederland werd teruggebracht
en opgesloten in het Huis van Bewa
ring te Haarlem. Ook dit geschiedde
nog in de maand October.
Intusschen had Mr. Van Gigeh in
zake het verzet tegen de failliet-ver-
blaring uitstel gevraagd en, in weer
wil van de tegenkanting van den
officier van justitie, verkregen. Op den
dag voordat Mr. Van Gigch evenwel
conclusie zou nemen, liet liij den offi
cier van justitie beteekenen, dat hij
geene conclusie nemen, maar den
griffier zou laten dwingen tot afgifte
der stukken. Op het oogenblik dier
beteekening (het was na 5 uur) was
de griffie gesloten, zoodat de officier
van justitie niet meer in staat was,
kern de stukken te verschaffen.
De Rechtbank weigerde den volgen
den dag Mr. Van Gigch om conclusie
«te nemen. In appèl werd deze advo
caat echter toegelaten tot het «nemen
-der incidenteele conclusie.
Intusschen had hij dc stukken ont
vangen en concludeerde alenu ten
princiipale. Daarop verzocht «en ver-;
kreeg de officier van justitie het ver-:
hoor van Buddenborg op vraagpun
ten. 'Hiervan kwam Mr. Van Gigch
weer dn appèl-en vroe* toen opnieuw
uitstel. Dit verkreeg h§, maar op den
dag dat het 'uitstel verstreken was,
was Mr. Van <1. niet aanwezig en
bevestigde het Hof het vonnis der
Haarlemsche Rechtbank.
Nu\werd Buddenborg in Raadkamer
op vraagpunten .(ongeveer 50 in getal)
gehoord. De officier van justitie nam
daarop zijne eerste conclusie en de
•heer .Jkc. Mr. P. W. van i$tyrurn, als
procureur optredende voor Mr. Van
Gigch, diende namens Buddenborg
den lÓen Juli van repliek. De officier
vroeg toen recht ojp de stukken, Mr.
Van Styrum vroög pleidooi en de
Rechtbank was zgg welwillend dat
pleidooi reeds te bepalen op heden
17 Juli. In buitengewone zitting was
de Rechtbank daarvoor dan ook heden
vergaderd.
Het eigenaardige dier quaestie is
bovendien nog, dat inm.ddels de
Rechtbank Buddenborg wegens be
driegeüjke bankbreuk heeft verwezen
naar de openbare terechtzitting voor
strafzaken. Dit kan evenwel niet wor
den uitgevoerd, vóórdat vaststaat, dat
Buddenborg gefailleerd is, zoodat het
inderdaad niet te zeggen is, hoelang
deze zaak nog wel duren kan.
Inmiddels blijft Buddenborg in het
Huis van Bewaring en zit daar op de
pistole, waarvan de kosten door zijne
familie worden betaald.
Mr. L. W. van Gigch concludeerde
tot niet-ont vankei ijk verklaring van
den officier van justitie.
Het eerst kwam hedenmorgen aan
het woord mr. W. J. v. Gigh, optre
dende voor Buddenborg.
Hij begon met er op te wijzen dat
het materiaal, waarop de geoppo-
seerde het faillissement en de inhech
tenisneming van B. aanvrc g, niet
deugde.
De protestacten van den deurwaar
der omtrent de twee geprotesteerde
accepten van de heoren Uitenbosch
en v. Ooy zijn geen protestacten,
omdat ze niet zijn opgemaakt vol
gens de wet; de brief van den loco
burgemeester van Hillegoin is een
brief van den vader van een der
meest geïnteresseerden en de klacht
van mr. v. Thiel was geen klacht,
daar noch de heer v. Ooy, noch
de heer Uitenbosch. dien advocaat
hadden opgedragen, Buddenborg ftail-
lict te verklaren. H&d spreker dit
geweten voor 6 Mei dan was de
zaak dadelijk uit geweest.
Buddenborg, zoo gkig spreker door,
had niet opgehouden te betalen, was
•niet voortvluchtig en van verduiste
ring zijner goederen was geen-sprake.
Dit trachtte hij zeer uitvoerig to be-
fcoogen. De off. had dan ook beter ge
daan de zaak maar le laten loopen.
Reeds van af Oct 793 zit B. nu reeds
in arrest en het kan, zoo voortgaande,
nog wel anderhalf jaar duren, «eer hij
daaruit wordt ontslagen.
Dat B. zijn goederen aan Serné en
Be Groot verkocht was slechts een
sdhijnverkoep geweest en in het
strafgeding nou dit ook wel blaken.
Pleiter concludeerde dat de geop-
poseerde het bewijs niet had geleverd
dat B. failliet was en bood aan dit
desnoods door getuigenverklaringen
te bewijzen.
De geopposeerde, Jhr. Mr. A. J.
Rethaan Maearé, stelde op den
voorgrond dat hij, als geopposeerde,
het bewijs niet had te leveren, doch
dat dit door den opposant moest
geschieden.
Dat B. had opgehouden te betalen
stond als een paal boven water, want
niet alleen zijn daarvoor ten bewijze
de twee geprotesteerde accepten, doch
de tal van crediteuren, die op beta
ling aandrongen, doch ze niet kon
den krijgen.
De verkoop-contracten met Serné
en De Groot zijn volkomen in den
vorm dat B. bezig was zijn boedel te
verduisteren, blijkt uit het vervoer
bij nacht en ontij en dat hij voort
vluchtig was hieruit, dat hij al zijn
hebben en houden naar Londen had
overgebracht en daar reeds bezig was
een huis te huren.
Z. E. A. conclusie was dus, beves
tiging van het faillissement.
Na re- en dupliek, bepaalde de
rechtbank, dat zij op een nader aan
te geven dag uitspraak zal doen.
Een schrede ach ter waar tsch.
In de laatstgehouden bestuursver
gadering van de Vereeniging tegen het
mishandelen van dieren voor Haar
lem en Omstreken werd gewezen, op
de veranderingen, die het gebruik van-
honden als trekdieren heeft onder
gaan, sedert door de Provinciale Sta
ten van Noord-Holland, bij het Prov.
reglement op de wegen van 11 Juli
1893, het rijden met honden is ge
regel 1.
Met leedwezen moest worden opge
merkt, dat het lot der honden er niet
op verbeterd is, nu de personen, die
honden als trekdieren bezigen, zich
aan de beperkende bepalingen, die
als een uitvloeisel van mildere be
grippen in de Gemeentelij ke^ veror
deningen zijn opgenomen, doch door
het Prov. reglement vervallen, niet
hebben te storen.
Waar b. v. in onze Gemeente de
politie-verordening slechts toelaat hon
den aan te spannen onder het voer
tuig, ziet men thans menigmaal de
dieren vóór de kar loopen, gedrukt
door een te zwaar gedeelte van den
last.
Op de openbare wegen treft men
bij herhaling voertuigen aan, die door
vermoeide en afgetobde dieren moe
ten worden voortgetrokken, waarbij
dikwijls de zware last nog wordt ver
meerderd met het gewicht van den
bestuurder. Met de krachten van de
dieren wordt niet altijd rekening ge
houden, terwijl de wijze van aanspan
ning dikwijls zeer ondoelmatig is.
Niet zelden gebeurt het, dat de
honden er bij neervallen om dan met
schoppen en slaan gedwongen te wor
den den smartelijken tocht voort te
zetten. Zij, die veel aan den weg ver-
keeren, kunnen daarvan ergerlijke ge
vallen mededeelen.
Dat de misbruiken in de provincie
Noord-Holland zeer toenemen en-
het gebruik van honden een
steeds grooteren omvang dreigt aan
te nemen, blijkt uit een schrijven,
doer den burgemeester eener platte
landsgemeente toegezonden aan het
Hoofdbestuur van de Ned. vereeni
ging tot Bescherming van Dieren te
's Gravenhage. Daarin wordt gezegd,
dat het rijden met hondenwagens
zeer sterk toeneemt en op iedere
marktplaats van eenig b.lang in deze
Naar het engelsch
van PAUL H. GERRARD.
f)
HOOFDSTUK IX.
Eene vergissing van Tony Pettigrew.
Zijn niet voor gevoelens vatbaar gemoed had werkelijk
rejerneend, dat lady Barth haar gemoedsrust zou hebben her
wonnen, wanneer zij vernam dat haar kind dood was.
Toen dokter Brice mededeelde, dat lady Barth nog slechts
een paar dagen had te leven, had dokter Wrigley eenige
onaangename oogenblikken over zijne laatste daad in dit
janhopig spel.
I Er was familieraad gehouden over den brief van Tony
lettigrew. Dokter Wrigley, als bloedverwant, had de gelegen-
Jeid om den brief te zien, en hij aarzelde niet als zijn oor
deel uit te spreken, dat de inhoud echt zou zijn; alleen ver
wonderde het hem, dat er onder de vijanden van wijlen sir
Giles niet nauwkeuriger naar het kind was gezocht.
I Mellodew en eenige experts meenden, dat de brief niet ge-
i oh re ven was door iemand, die het kind had weggenomen
of iets omtrent het kind wist. De inhoud van den brief
scheen zoo onwaarschijnlijk. Waarom zou de kinderdief het
wagen ontdekt te worden door dezen brief te schrijven? Als
het kind dood was, zou hij de geheele zaak wel laten rusten.
Tot zijn schrik bevond dokter Wrigley, dat deze meenirg
veld won, en ontdekte hij, dat deze brief waarschijnlijk zijne
eigen plannen niet zou bevorderen en niemand de overtui
ging zou geven, dat de verdwenen sir Rupert werkelijk dood
was, en alleen er toe had bijgedragen om den dood van de
hoogst onschadelijke lady Barth te verhaasten.
Do brief van Tony Pettigrew had op Myra een bijna even
grooten indruk gemaakt als op Elizabeth. Al de gebeurte
nissen, die met de verdwijning van het kind in verband
hadden gestaan werden weer in haar geheugen teruggeroe
pen. Zij beleefde en herleefde haar droom van dien vreese-
lijken nacht.
Was het mogelijk, dat zij zich steeds had bedrogen en zij
niets met de verdwijning van den knaap had te maken?
Deze afgetrokkenheid door eene gedachte had haar te ver
wachten gevolg door den geheelen dag over haar droom
te peinzen, had Myra dien droom opnieuw den volgenden
nacht. Zij stond in haar slaap op, kleedde zich aan als de
vorige maal en verliet hare kamer; de middelste kamer van
Barth House, de noodlottige kinderkamer was evenwel ge
sloten en Myra's slaap wan deling werd in zooverre gewijzigd,
dat zij alleen het huis verliet, na getracht te hebben de deur
van de bewuste kamer te openen, daarna naar het reservoir
wandelde, een oogenblik aan den rand staan bleef, vervol
gens de helling weer afdaalde en den terugweg naar hare
eigen kamer insloeg of liever naar de gang, die er op
uitkwam.
Terwijl dit alles echter Myra's deel was in het opnieuw
doorleven van dien droom, werden er dien nacht nog andere
elementen en personen in gemengd.
Zonder dat Myra het wist had Ail sa voor zich eene plech
tige belolte afgelegd om hare jonge meesteres niet meer on
beschermd te laten slapen om te zijn overgeleverd aan hare
manie tot slaapwandelen. Ailsa had haar bed iederen avond
verschoven naar een hoek in de gang nabij Myra's deur en
een dun touw bevestigd aan de deur, dat zoodra deze laatste
geopend werd, een alarmbel onder haar eigen kussen in be
weging bracht. Zoodra Myra dus in haar slaapwandel, in
een mantel gehuld, de deur van haar vertrek opende, werd
Ailsa gewekt, die ook een mantel omsloeg en Myra volgde.
Zij zag hare meesteres de deur van de leege kinderkamer
betasten en volgde haar op hare schreden naar buiten.
Waarom maakte zij haar toen niet wakker?
Ailsa koesterde als zoo velen de ingebeelde vrees, dat wan
neer men een slaapwandelaar wakker maakt, een plotselinge
dood daarvan het gevolg zou zijn. Zoo iemand moest, aldus
zeide zij, uit zichzelf wakker worden of anders sterven. Zij
vertrouwde bovendien, dat wanneer Myra nog slapende van
haar wandeling terugkeerde, deze nachtelijke tocht vóórhaar
zelve verborgen zou blijven. Tevens was Ailsa ook van mee
ning, dat wanneer een slachtoffer van slaapwandelen zich