Jecssa's groote Uitvinding. BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS. Jensen was een inventief genie. Hij vond allerlei dingen nit, eigenlijk meer voor het plezier van het uitvin den, dan met het voornemen om er van te profiteeren, hetgeen wel de re den zal zijn van het feit dat zijne vrienden de moeste van zijne uitvin dingen gewoon weg tijdverspilling noemden. Onder anderen vond hij een tennis-raket uit, die opgevouwen en zoo in een koffer geborgen kon worden en de omstandigheid, dat.ie dere gewone tennis-raket gemakkelijk in een koffer van gewone almetingen kan worden gepakt, scheen Jensen geen reden waarom hij zijn talent niet zou besteden aan het uitvinden van een opvouwbaren raket, dien hij den deftigen naam van „de Jen- sensche raket" gaf. Wat hij allereerst bejoeg was nieuwheid het nut kwam eerst in de tweede plaats in aanmerking. Andere van zijn uitvindingen waren van ietwat meer belang. Daar had men bijvoorbeeld de Jensensche schrijf lessenaar voor avondgebruik, waarvan de waarde lag in de besparing van gas en petroleum voor arme schrij vers, daar alles wat er op en er aan was, zoodanig met phosphorus was bestreken, dat men in de zwartste duisternis alles gemakkelijk kon zien. De inkt was lichtgevend, het papier glansde in het donker, de«penhouder, de pennen, pennewisscher, kortom al les wat een schrijver noodig heelt om te schrijven (de denkbeelden alleen uitgezonderd) was zoo toebereid dat men het uitstekend in de dikste dnis- s tern is zien kon, zonder daarbij eenig ander licht te behoeven. 'tls waar, dat op den duur de uit vinding kostbaarder was, dan in de allerduurste huishouding gas of pe troleum met eenige mogelijkheid kon den wezen, maar dat bracht Jensen niet van zijn stuk. Evenmin verloor hij zijn kalmte van geest, toen zijne vrienden zijn Boekenkast-Vouwbed voor onpraktisch verklaarden, omdat wanneer men er een bed van wilde mgken, al de boeken er uit kwamen vallen. Toen Jensen trouwde richtte hij al zijn aandacht op het vervaardigen van toestellen, die de huishoudelijke beslommeringen van zijn vrouw kon den verlichten. Hij maakte een in richting, waarmee zij van uit haal bed, op een konden wintermorgen de gaskachel in de slaapkamer kon aanstoken en een friseertang met beweegbare en verplaatsbare einden, die mevrouw Jensen demogelijkheid openden om eiken morgen beur haar op andere wijze te krullen iets waar zij weliswaar als een eenvoudig vrouwtje niet veel om gaf. Toen na een jaar Jensen junior zijn vaderhart kwam verhengen, was er natuurlijk aanleiding tot het vervaar digen van zelfcchommelende wiegen en zelfvullende zuigflesschen, die ver bazend ingenieus gevonden waren, maar die mevrouw Jensen, zonder ling genoeg, toch scheen te stellen beneden de meer ouderwetsche werk tuigen, die zij in het ouderhuis had zien gebruiken. De grootste uitvinding van Jensen evenwel was het gevolg van de studie die hij gemaakt had van Jensen junior, toea dit bekoorlijk en zeer levendig kind ongeveer driejaar was. Het denkbeeld kwam bij hem op in een Zondagnamiddag, toen zijn vrouw een paar visities was gaan afleggen en de kindermeid haar grootmoeder mocht opzoeken. Derhalve was aan Jensen de taak opgedragen, zijn ju nior aangenaam bezig te houden. „Wel Frits," zeide hij tot het jonge mensch, toen zij samen in het onge hinderd bezit van den huizinge-Jensen waren, „wij moeten elkander van middag trachten te amuseeren. Wat zullen wij uitvoeren?" „Spoortje spelen," zei Frits. „Ik zal de locomotief wezen en u is de trein?" „Heel goed, heb je al stoom op „Jawel. Al klaar!" Jensen haakte zich behoorlijk aan de locomotief vast door Fritsjes blouse van achter vast te grijpen en de trein vertrok. Het was de moeilijkste reis die Jensen ooit had gemaakt. De trein rende frappen op en af, den tuin rond, het heele huis van den kelder tot aan den zolder door en stopte eindelijk in de keuken, waar de locomotief behoorlijk gevoed werd met limonade en koekjes. Ook de trein nara een lading van dezelfde artikelen in en daarop zetten zij de reis weer voort. Na een half uur waB Jensen uitgeput, maar de kleine, lo comotief scheen meer en meer krach tig te worden en daar die een kreet van verontwaeirdiging (laat ons het gefluit noemen) uitte, wanneer de .trein voorstelde eens een poosje den dienst te staken, trok Jensen in zijn goedheid telkens weer zijn voorstel in. Het géyolg daarvan was dan 'pok, j dat toen mevroiTw Jensen terugkeerde, haar echtgenoot deil indruk maakte j van een gestrand schijJ in nood en toen hij de locomotief weer aan de» moederlijke zorgen toevertrouwde merkte hij dan ook met eenige slecht- gehumcurdheid op, dat het in een goedgeordend huishouden eigenlijk niet te pas kwam, dat een man zich belastte met de taak van kindermeid, vooral niet op den eenigen dag der week, dien hij aan rust en ontspan ning wijden kon. „Als ik de energie van dien jongen had," dacht Jensen bij zichzelven, terwijl hij de vlucht nam naar zijn eigen kamer, „wat wonderen zou ik dan niet verrichtenEn hoe jammer is het, dat al de kracht die op deze wijze door de jeugd verspild wordt, niet kan worden opgezameld om ge bruikt te worden, wanneer die later meer noodig is Deze gedachte was het begin van zijn uitvinding. Terwijl hij in echte zondagsrust op een lagen divan in zijn kamer lag, werkte hij het denk beeld verder uit en in het schemer uur, dat droomerige naturen pleegt te inspireeren, beloofde hij zichzelven dat hij het denkbeeld zou verwezen lijken. Hoe hij dat deed was Jensens ge heim en dat is het tot heden nog gebleven. Al wat men ervan weetic, dat hij in de groote kamer een spe- cialen speelvloer voor den kleinen Frits legde en door middel van toe stellen, waarvan hij, alleen de con structie weet, de overmaat van inspan ning en kracht waarmee Frits alles deed, opzamelde in een reservoir Toen dat reservoir vol was, besloot hij met zichzelven de proef le nemen. Hij maakte de opgezamelde kracht vloeibaar (hoe weet men natuurlijk ook niet) en dronk van deze eigen aardige vloeistof een paar flinke teu gen op een avond toen hij naar bed ging. Om niet te worden uitgelachen wanneer de proef eens niet naar wensch slaagde, had hij niemand, ook zijn vrouw niet, in 't geheim genomen. Hij sliep rustig en aangenaam, maar bespeurie bij bet opstaan on middellijk de uitwerking van den drank, daar hij zich buitengewoon vlug en levendig gevoelde. Er was evenwel een schaduwzijde en wel dat hij niet volkomen in staat schoen, zich te beheerschen. Toen hij zich kleedde, kon hij dat onmogelijk stil staand doen, maar sprong in de ka mer heen en weer als een jong veu len en toen hij in zijn bad was gestapt, gevoelde hij een bijna onverwinbare neiging om te roepen om tinnen schuitjes en steenen badpoppetjes, die Frits altijd bij zich in het bad kreeg. Eerst na een half uur was hij klaar, hoewel hij gewoonlijk niet meer dan een minuut of tien aan zijn bad placht te besteden. Zijn toilet liep verder, zij het dan ook onder veel springen en dansen, zonder moeie- lijkheid af, alleen was het hem niet mogelijk, de scheiding in zijü haar te maken en moest hij de hulp van zijn vrouw daarvoor inroepen. „Wat scheelt je toch?" vroeg de goede vrouw verbaasd. „Heb je den St. Vitus dans?" „Mij scheelt niemendal," antwoord de Jensen van het eene been op het andere huppelende. „Ik gevoel mij bijzonder opgewekt, dat is alles." Daarop huppelde hij de kamer uit, het portaal over en gleed langs do leuning van de trap naar beneden, een tamelijk ongepaste uitspanning voor een man van 35 jaar en hoofd van een gezin. Gedurende deze glij partij gevoelde hij eenige schaamte over zichzelven, vooral toen hij zag dat de keukenmeid beneden in de gang met een verbaasd gezicht naar zijn tour rle force stond te kijken. Vergeefs trachtte hij zijn vaart te stuiten en handen en knieën als rem men te gebruiken. In dolle snelheid suisde hij naar beneden, gleed over de pilaar heen en tuimelde op den vloer, gelukkig zonder zich te bezee- ren. Opstaande trachtte hij waardig naar de huiskamer te gaan, maar bij de deur kwam een dwaze lust bij hem op om te schreeuwen en dat deed hij ook met dat gevolg, dat toen een oogenblik na hem de kleine Frits binnenkwam, deze door zijn moeder werd beknord. Hoe kon zij denken, dat haar eigen man zijn waardigheid zóo zou. hebben kunnen vergeten Frits schreide en Jensen bemerkte, dat hij in weerwil van zijn goede voornemen om zichzelven als de schul- d ge aan te geven, niets kon doen dan onnoozel gichelen, wat veroor zaakte, dat zijn vrouw hem aanmaan de om Fritsje niet te stijven in zijn ondeugendheid. Gedurende het ontbijt was Jensen buitengewoon druk. Hij kon onmo gelijk wachten tot het zijn beurt was, om zich van melk te bedienen en gooide in zijn levendigheid zijn thee om, hetgeen de rollen een weinig ver anderde. Nu kreeg Jensen knorren, omdat hij zoo dom was en Frits om dat hij gichelde. Erger nog was het, dat Jensen in weerwil van alle in spanning, zich niet weerhouden kon tegen de pooten van de tafel te schop pen en eerst toen mevrouw Jensen gedreigd had den armen Frits, dien1 zij natuurlijk voor den dader hield, van tafel te zullen zenden, kon Jen sen er toe komen zijn voeten stil te houden. Maar eerst toen Jensen naar zijn kantoor ging, besefte hij het ver schrikkelijke van zijn toesiand. In plaats van, zooals zijn gewoonte was, met de tram te gaan, sprong hij als een jongen achter op een rijtuig en liet zich zoo een eind rijden zag een politieagent hem, dan sprong hij er af en nam een ander rijtuig te baat, zoodat hij eindelijk met behulp van drie of vier voertuigen, op deze on- ceremonieele manier arriveerde aan zijn kantoor. Ik vergat nog te zeggen, dat terwijl zijn liefhebberij bestond in -uitvinden, zijn beroep dat van ad vocaat was en dat hij jongste deel genoot was in eene associatie, waar van de bekende mr. Hups tra het hoofd is. Geen tien minuten was Jensen op het kantoor of hij begreep, dat hij beter zou hebben gedaan met thuis te blijven totdat de opgezamelde kracht van Fritsje uit hem zou zijn verdwenen. Het was hem niet moge lijk weerstand te bieden aan de lust, om de klep van zijn lessenaar op te tillen en te laten vallen en hij schiep daar gedurende tien minuten een ont- zaglijk behagen in, totdat mr. Hup- stra een klerk in zijn kamer zond om te kijken of de kantoorlooper mis schien een aanval van waanzin had gekregen. Dit riep voor een oogenblik Jensen tot het besef van zijn positie terug, maar toen hij aan het werk wilde gaan, kwam plotseling de gedachte bij hem op dat een draaiende stoel iets zeer aangenaams zou zij a ea, zijn stok grijpende, draaide hij rond en weer rond en verbeeldde zich dat hij in den mallemolen zat, terwijl hij met zijn stok stak naar denkbeeldige rin gen. Deze bezigheid duurde bijna vijf minuten en werd begeleid door zulk een reeks van forsch uitgestootea „Hoep la's" dat mr. Hupstra in eigen persoon eens kwam kijken wat er aan de hand was. Gelukkig voor Jensen was de stoel juist van de as afge draaid en tuimelde met dezen op den grond. „Wat ter wereld be teekent dat, Jensen vroeg Hupstra gestreng, terwijl hij zijn gevallen compagnon ophielp. „Mijn stoel is kapot," antwoordde Jensen, een kleur krijgende. „Dat is altijd de last met die stoe len. Je trekt er je niet veel van aan, dunkt mij." „O neen," zei Jensen, op zijn tan den knarsende, ten einde weerstand te bieden aan een krankzinnigen aan drang, om op don rug van Hupstra te springen en een ritje te wagen. Hij stond nu op een been on begon te huppelen. „Heb je een voet bezeerd?" vroeg Hupstra. Gretig greep Jensen dit voorwend sel aan. „Ja een weinig, maar niet van be- teekenis," antwoordde hij, waarop tot zijne groote verlichting Hupstra de kamer weer verliet. „Het gaat niet," mompelde Jensen, toen zija compagnon hem verlaten had. „Als er eens een cliënt kwam." Hier begon hij te lachen al3 een kwajongen die een streek in den zin had. Er stond namelijk een waterme ter in den hoek dien een arbeider van de waterleiding er den vorigen dag had laten staan en, na de deur te hebben gegrendeld, trachtte hij de schroef met zijn radeermesje er af te draaien. Natuurlijk sprong heel gauw de punt er afzijn zakmes en zak- schaar ondergingen hetzelfde lot en daarop gaf hij de poging op, maar kwam op een ander denkbeeld. Een halfuur lang deed hij niets dan gla zen water die hij uit een kraantje goot, door een gaatje iu den meter laten loopen, zonder te bemerken dat al dat water op het vloerkleed te rechtkwam. Eerst t^en de beneden- bewoners lieten vragen of er boven een overstrooming was, gaf hij dit vermaak op. Togelijk begreep hij, dat er onder deze omstandigheden van geregelden arbeid geen sprake kon zijn. Hij trok dus zijn jas aan, zette zijn hoed op en riep een rijtuig aan om hem naar huis te brengen. Gedurende den rit deed hij weer allerlei kinderlijke dwaasheden, stak zijn arm uit het portier om karren en vrachtwagens aan te raken, stak zijn hoofd uit het portier juist toen er een groote bier wagen rakelings voorbijging en speel de eindelijk met innige verrukking met de koorden van de gordijntjes die hij op en neer liet wippen. Zijn vrouw was zeer verwonderd over zijn vroegtijdige terugkomst, maar gerustgesteld door zijn vroolijk en levendig gedrag en door de mede- deeling, dat hij niet veel te doen had en daarom maar eens een heelen mid dag met Fritsje kwam spelen. In een helder oogenblik namelijk was het hem ingevallen, dat hij Fritsjes over bodige kracht, die toch blijkbaar voor een volwassen persoon niet geschikt was, het best zou kwijtraken door met den jongen zelf te spelen. Nog nooit had Fritsje zoo heerlijk gespeeld. Zijn vader was onvermoeid en maakte nog doller sprongen dan hij. Het middel werkte bevredigend. Na een uur of drie van dezen inge spannen arbeid was de toestand van Jensens geest weer normaal, maar zijn lichamelijke conditie was ellen dig. Als hij een week achtereen stee nen had gesjouwd, had hij niet uit- geputter kunnen ziju. Evenwel was hij gelukkig omdat hij deze merk waardige proef had genomen, omdat hij de kwade gevolgen daarvan te bo ven was en omdat hij beter vrienden was geworden met zijn zoontje, in wiens begeerten en verlangens hij zich een tijdlang zoo goed had kunnen indenken. Geradbraakt en met een gevoel alsof hij eene geeseling had onder gaan, ging hij naar bed en kon zich den volgenden dag bijna niet verroe ren van de spierpijnen. Het verwon derde noch mr. Hupstra noch de klerken, dat Jensen dien dag deed weten, dat hij door ongesteldheid verhinderd was op het kantoor te komenalleen hadden zij verwacht, dat hersen ver weeking de oorzaak was en waren wel wat verwonderd, toen hun bleek dat het alleen spierpijn was die hem plaagde. Jensen gaat nog altijd met uit vinden voort, maar hij heeft nooit willen zeggen, hoe hij de overtollige kracht van Fritsje opgezameld ea tot een vloeistof gemaakt heeft, alleen omdat hij niet wil, dat anderendoor verkeerde nieuwsgierigheid eveneens zulke zonderlinge ervaringen zullen opdoen als hij. De loden van het scheep vaart- congres te Amsterdam. Vrijdagmorgen om 8.45 stoomde een extratrein van het Centraalstation binnen met de leden van het scheep- vaartcongres, die een bezoek aan Am sterdam brachten. De leden werden ontvangen door den barge meester, de wethouders van publieke werken en financien, als mede door de commissie van ontvangst. De burgemeester, mr. S.A. Vening Meinesz, verwelkomde in het Fransch namens de stad Amsterdam de gas ten in een der lokalen van het sta tion. Hij herinnerde er aan, dat niet tegenstaande de uitbreiding der spoor wegen de stad blijft belangstellen in de scheepvaart. De inwoners van Amsterdam stel len dus ook belang in het congres en volgen de werkzaamheden met aan dacht. Dames en heeren, eindigde spreker, zijt van een goed geleideen goede ontvangst verzekerdwij ont vangen u met open armen. Toejuichingen Daarop nam de heer J. F. W. Con rad, voorzitter van het congres, het woord, die zeide, dat Amsterdam al tijd een groote rol in de geschiedenis van ons land gespeeld heeft. Door hunne energie voeren de inwoners van Amsterdam door de geheele we reld handel. Ten slotte sprak hij de best wenschen voor Amsterdam uit en dankte voor de hartelijke ontvangst. (Applaus). Hierna begaven de dames en hee ren zich naar de De Ruyterkade, om per boot de havenwerken en een ge deelte van het Merwedekanaal te be zichtigen. Aan boord ontvingen zij een kaart van de Handelskade, aan geboden door de Kamer van Koop handel te Amsterdam. Men stoomde langs de Handelskade naar desluizen van het Merwedekanaal om vervol gens een bezoek te brengen aan de Petroleumhaven. Daarna werd de terugtocht naar de stad aanvaard. In de groote bovenzaal van het Centraal Station werd de lunch ge bruikt, aangeboden door de gemeente. De rij van speeches werd geopend door den burgemeester, die voorstelde een dronk te wijden aan de Konin ginnen en aan de hoofden van Staten, waarvan gedelegeerden aanwezig wa ren, waarmede de dischgenooten met een warm hoera instemden. Vele toas ten werden nog gehouden. Een extratrein naar IJmuiden bracht de congressisten kwart voor tweeën in de voorhaven van Amsterdam, waar men terstond een tocht ondernam door de in aanmaak zijnde sluiswer- ken. De heeren en zelfs de dames zagen volstrekt niet op tegen een af daling in de nieuwe sluis, die de be wondering wekte wegens haar diepte en lengte. Tot den drempel daalde men af om vervolgens door de ver lichte rioolgangen te gaan, die het water in het Kanaal zullen brengen, zoodat de schepen van zelf ongevoe lig kunnen worden opgeheven. Van drie tot vier uur werd met de booten SimsonIJmuiden en Bree Veertien een zeetochtje gemaakt en, dank zij het kalme weder, genoten allen veel er van. Buiten de haven; werden de bezoekers van het fort en j 'de baggermolen gesalueerd. 3 Te IJmuiden teruggekeerd wei het gezelschap ontvangen door ee orkest, door een der Duitsche lede geëngageerd, hetwelk de volksliedere speelde. Om half vijf werd de reis naa 's-Gravenhage over Haarlem a Ja vaard. Dubbele moordpleging. De dader van de dubbele mooiè pleging aldus wordt uit Brusst gemeld Zondagavond gepleegi door den heer H., van Brussel, op d heeren Thys en Van der Haeghei is Donderdag langdurig ondervraag! door den rechter Corbisier. Ziehie hoe de wielrijder, de heer H., de tot dracht der zaak uitlegtOm 9 ui keerde hij met zijne vrouw lang Neder-over-Heembeek terug naa Brussel. Beiden waren op een rijwiel gezc ten en mad. H., was haren echtgf noot eenige meters vooruit. Toen zi in het midden van den weg de twe lijnvisschers lemerkte die insgelijk stedewaarts gingen, verwittigde zi hen met den hoorn van hare tegen woordigheid, doch de twee mannei die vergezeld waren van een kleinei jongen, gingen geen voet uit den weg en het rijwiel van mad. H., raak tl licht den knaap. De twee visschers, de heeren Thy en Van der Haeghen zouden alsdai mad. H. met haar rijwiel omverge worpen hebben. De heer H. kwam tusschenbeideu maar de visschers vielen hem insge lijks aan en kwetsten hem aan dei hals en in het aangezicht met d( pieken hunner hengelroeden. Zich ii staat van wettige verdediging ach tende, zou hij alsdan zijn revolve genomen hebben en de zes kogels oj de twee mannen afgevuurd hebben echter meer om hun schrik aan t( jagen dan om hen zwaar te kwetsen daarom beweert hij, had hij naar dt beenen gemikt. Toen zijn wapen ai gevuurd was en vreezende opniein aangevallen te worden, is bij me zijne vrouw op het rijwiel gesprongen om hun weg naar Brussel voort ti zetten. Woensdag is de dader met de twe slachtoffers in het gasthuis van Lakei geconfronteerd. De twee gekwetste! beweren dat het eerste deel van he verhaal van den heer H. alleen nauw keurig is, doch zij houden hardnek kig staande, dat H. op hen geschotei heeft, zonder dat hij het minst doo hen lastig gevallen werd. Gasgloeilicht, In de gemeente Zaandam is mei bezig proeven te nemen met gasgloei licht van dr. Auer, van de Gasgloei licht-Maatschappij van den heer Sel ten te Amsterdam, voor de gemeen tl straatverlichting. Donderdag avow had de eerste proef plaats, die, naai men meedeelt, een zeer gunstigei indruk maakte. Vrijdagavond is op nieuw een proef genomen. Voldoe! ook deze, dan zal naar alle waarschijn lijkheid Zaandam tot het gebruik vai glasgloeilicht besluiten. Een vermakelijke aanklacht Een vermakelijke aanklacht wegen! beleediging is door den Antwerpsehei rechter dezer dagen behandeld. Eet handelaar in verfwaren S. had mei zijn ermpagnon B. twist gekregen et dientengevolge een nieuwen verf we renhandel geopend in de nabijheii van den ouden winkel. Ten over vloede liet hij zijnen winkel op vol komen dezellde wijze schilderen at de ou le cn van een zelfde uithang bord voorzien. Dit trok evenwel nie genoeg en nn liet S. zich een groo uithangbord maken en daarop eei gaper schilderen, welks trekken een merkwaardige gelijkenis met die vai den voormaligen compagnon vertoon den. B. achtte zich beleedigd en dien de een aanklacht in. Hoewel S. ont kende, dat het zijn doel was geweeE zijn voormaligen compagnon te doei afbeelden als „gaper", veroordeeld! de rechter hem voorwaardelijk tot. 1 dagen gevangenisstraf en 300 fr. boete Caserio. Krachtens de nieuwe anarchisten wet zal, naar de Soleü uit Lyon vei- neemt, bij het proces van Caserio dl openbaarmaking der debatten worde! verbodende bladen mogen alleei de acte van beschuldiging, het ver diet der gezworenen en het vonnil van het hof meedeelen. Caserio's verdediger, de advocan Prodeider, zal met documenten sta ven dat drie bloedverwanten van dei moordenaar krankzinnig zijn geweest en dat zijn cliënt zelf lijdende i! aan hysterie en erfelijke epilepsia Professor Lombroso, van wien dl heer Prodeider eene verklaring hal gevraagd, moet geweigerd hebbel zich over de al- of niet-toerekenbaar heid van Caserio uit te laien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 4