Jecssa's groote Uitvinding.
BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
Jensen was een inventief genie. Hij
vond allerlei dingen nit, eigenlijk
meer voor het plezier van het uitvin
den, dan met het voornemen om er
van te profiteeren, hetgeen wel de re
den zal zijn van het feit dat zijne
vrienden de moeste van zijne uitvin
dingen gewoon weg tijdverspilling
noemden. Onder anderen vond hij
een tennis-raket uit, die opgevouwen
en zoo in een koffer geborgen kon
worden en de omstandigheid, dat.ie
dere gewone tennis-raket gemakkelijk
in een koffer van gewone almetingen
kan worden gepakt, scheen Jensen
geen reden waarom hij zijn talent
niet zou besteden aan het uitvinden
van een opvouwbaren raket, dien hij
den deftigen naam van „de Jen-
sensche raket" gaf. Wat hij allereerst
bejoeg was nieuwheid het nut
kwam eerst in de tweede plaats in
aanmerking.
Andere van zijn uitvindingen waren
van ietwat meer belang. Daar had
men bijvoorbeeld de Jensensche schrijf
lessenaar voor avondgebruik, waarvan
de waarde lag in de besparing van
gas en petroleum voor arme schrij
vers, daar alles wat er op en er aan
was, zoodanig met phosphorus was
bestreken, dat men in de zwartste
duisternis alles gemakkelijk kon zien.
De inkt was lichtgevend, het papier
glansde in het donker, de«penhouder,
de pennen, pennewisscher, kortom al
les wat een schrijver noodig heelt om
te schrijven (de denkbeelden alleen
uitgezonderd) was zoo toebereid dat
men het uitstekend in de dikste dnis-
s tern is zien kon, zonder daarbij eenig
ander licht te behoeven.
'tls waar, dat op den duur de uit
vinding kostbaarder was, dan in de
allerduurste huishouding gas of pe
troleum met eenige mogelijkheid kon
den wezen, maar dat bracht Jensen
niet van zijn stuk. Evenmin verloor
hij zijn kalmte van geest, toen zijne
vrienden zijn Boekenkast-Vouwbed
voor onpraktisch verklaarden, omdat
wanneer men er een bed van wilde
mgken, al de boeken er uit kwamen
vallen.
Toen Jensen trouwde richtte hij al
zijn aandacht op het vervaardigen
van toestellen, die de huishoudelijke
beslommeringen van zijn vrouw kon
den verlichten. Hij maakte een in
richting, waarmee zij van uit haal
bed, op een konden wintermorgen
de gaskachel in de slaapkamer kon
aanstoken en een friseertang met
beweegbare en verplaatsbare einden,
die mevrouw Jensen demogelijkheid
openden om eiken morgen beur haar
op andere wijze te krullen iets
waar zij weliswaar als een eenvoudig
vrouwtje niet veel om gaf.
Toen na een jaar Jensen junior zijn
vaderhart kwam verhengen, was er
natuurlijk aanleiding tot het vervaar
digen van zelfcchommelende wiegen
en zelfvullende zuigflesschen, die ver
bazend ingenieus gevonden waren,
maar die mevrouw Jensen, zonder
ling genoeg, toch scheen te stellen
beneden de meer ouderwetsche werk
tuigen, die zij in het ouderhuis had
zien gebruiken.
De grootste uitvinding van Jensen
evenwel was het gevolg van de studie
die hij gemaakt had van Jensen
junior, toea dit bekoorlijk en zeer
levendig kind ongeveer driejaar was.
Het denkbeeld kwam bij hem op in
een Zondagnamiddag, toen zijn vrouw
een paar visities was gaan afleggen
en de kindermeid haar grootmoeder
mocht opzoeken. Derhalve was aan
Jensen de taak opgedragen, zijn ju
nior aangenaam bezig te houden.
„Wel Frits," zeide hij tot het jonge
mensch, toen zij samen in het onge
hinderd bezit van den huizinge-Jensen
waren, „wij moeten elkander van
middag trachten te amuseeren. Wat
zullen wij uitvoeren?"
„Spoortje spelen," zei Frits. „Ik zal
de locomotief wezen en u is de trein?"
„Heel goed, heb je al stoom op
„Jawel. Al klaar!"
Jensen haakte zich behoorlijk aan
de locomotief vast door Fritsjes blouse
van achter vast te grijpen en de trein
vertrok. Het was de moeilijkste reis
die Jensen ooit had gemaakt. De
trein rende frappen op en af, den
tuin rond, het heele huis van den
kelder tot aan den zolder door en
stopte eindelijk in de keuken, waar
de locomotief behoorlijk gevoed werd
met limonade en koekjes. Ook de
trein nara een lading van dezelfde
artikelen in en daarop zetten zij de
reis weer voort. Na een half uur waB
Jensen uitgeput, maar de kleine, lo
comotief scheen meer en meer krach
tig te worden en daar die een kreet
van verontwaeirdiging (laat ons het
gefluit noemen) uitte, wanneer de
.trein voorstelde eens een poosje den
dienst te staken, trok Jensen in zijn
goedheid telkens weer zijn voorstel
in. Het géyolg daarvan was dan 'pok, j
dat toen mevroiTw Jensen terugkeerde,
haar echtgenoot deil indruk maakte j
van een gestrand schijJ in nood en
toen hij de locomotief weer aan de»
moederlijke zorgen toevertrouwde
merkte hij dan ook met eenige slecht-
gehumcurdheid op, dat het in een
goedgeordend huishouden eigenlijk
niet te pas kwam, dat een man zich
belastte met de taak van kindermeid,
vooral niet op den eenigen dag der
week, dien hij aan rust en ontspan
ning wijden kon.
„Als ik de energie van dien jongen
had," dacht Jensen bij zichzelven,
terwijl hij de vlucht nam naar zijn
eigen kamer, „wat wonderen zou ik
dan niet verrichtenEn hoe jammer
is het, dat al de kracht die op deze
wijze door de jeugd verspild wordt,
niet kan worden opgezameld om ge
bruikt te worden, wanneer die later
meer noodig is
Deze gedachte was het begin van
zijn uitvinding. Terwijl hij in echte
zondagsrust op een lagen divan in
zijn kamer lag, werkte hij het denk
beeld verder uit en in het schemer
uur, dat droomerige naturen pleegt te
inspireeren, beloofde hij zichzelven
dat hij het denkbeeld zou verwezen
lijken.
Hoe hij dat deed was Jensens ge
heim en dat is het tot heden nog
gebleven. Al wat men ervan weetic,
dat hij in de groote kamer een spe-
cialen speelvloer voor den kleinen
Frits legde en door middel van toe
stellen, waarvan hij, alleen de con
structie weet, de overmaat van inspan
ning en kracht waarmee Frits alles
deed, opzamelde in een reservoir
Toen dat reservoir vol was, besloot
hij met zichzelven de proef le nemen.
Hij maakte de opgezamelde kracht
vloeibaar (hoe weet men natuurlijk
ook niet) en dronk van deze eigen
aardige vloeistof een paar flinke teu
gen op een avond toen hij naar bed
ging. Om niet te worden uitgelachen
wanneer de proef eens niet naar
wensch slaagde, had hij niemand,
ook zijn vrouw niet, in 't geheim
genomen.
Hij sliep rustig en aangenaam,
maar bespeurie bij bet opstaan on
middellijk de uitwerking van den
drank, daar hij zich buitengewoon
vlug en levendig gevoelde. Er was
evenwel een schaduwzijde en wel dat
hij niet volkomen in staat schoen,
zich te beheerschen. Toen hij zich
kleedde, kon hij dat onmogelijk stil
staand doen, maar sprong in de ka
mer heen en weer als een jong veu
len en toen hij in zijn bad was gestapt,
gevoelde hij een bijna onverwinbare
neiging om te roepen om tinnen
schuitjes en steenen badpoppetjes, die
Frits altijd bij zich in het bad kreeg.
Eerst na een half uur was hij klaar,
hoewel hij gewoonlijk niet meer dan
een minuut of tien aan zijn bad
placht te besteden. Zijn toilet liep
verder, zij het dan ook onder veel
springen en dansen, zonder moeie-
lijkheid af, alleen was het hem niet
mogelijk, de scheiding in zijü haar
te maken en moest hij de hulp van
zijn vrouw daarvoor inroepen.
„Wat scheelt je toch?" vroeg de
goede vrouw verbaasd. „Heb je den
St. Vitus dans?"
„Mij scheelt niemendal," antwoord
de Jensen van het eene been op het
andere huppelende. „Ik gevoel mij
bijzonder opgewekt, dat is alles."
Daarop huppelde hij de kamer uit,
het portaal over en gleed langs do
leuning van de trap naar beneden,
een tamelijk ongepaste uitspanning
voor een man van 35 jaar en hoofd
van een gezin. Gedurende deze glij
partij gevoelde hij eenige schaamte
over zichzelven, vooral toen hij zag
dat de keukenmeid beneden in de
gang met een verbaasd gezicht naar
zijn tour rle force stond te kijken.
Vergeefs trachtte hij zijn vaart te
stuiten en handen en knieën als rem
men te gebruiken. In dolle snelheid
suisde hij naar beneden, gleed over
de pilaar heen en tuimelde op den
vloer, gelukkig zonder zich te bezee-
ren. Opstaande trachtte hij waardig
naar de huiskamer te gaan, maar bij
de deur kwam een dwaze lust bij hem
op om te schreeuwen en dat deed hij
ook met dat gevolg, dat toen een
oogenblik na hem de kleine Frits
binnenkwam, deze door zijn moeder
werd beknord. Hoe kon zij denken,
dat haar eigen man zijn waardigheid
zóo zou. hebben kunnen vergeten
Frits schreide en Jensen bemerkte,
dat hij in weerwil van zijn goede
voornemen om zichzelven als de schul-
d ge aan te geven, niets kon doen
dan onnoozel gichelen, wat veroor
zaakte, dat zijn vrouw hem aanmaan
de om Fritsje niet te stijven in zijn
ondeugendheid.
Gedurende het ontbijt was Jensen
buitengewoon druk. Hij kon onmo
gelijk wachten tot het zijn beurt was,
om zich van melk te bedienen en
gooide in zijn levendigheid zijn thee
om, hetgeen de rollen een weinig ver
anderde. Nu kreeg Jensen knorren,
omdat hij zoo dom was en Frits om
dat hij gichelde. Erger nog was het,
dat Jensen in weerwil van alle in
spanning, zich niet weerhouden kon
tegen de pooten van de tafel te schop
pen en eerst toen mevrouw Jensen
gedreigd had den armen Frits, dien1
zij natuurlijk voor den dader hield,
van tafel te zullen zenden, kon Jen
sen er toe komen zijn voeten stil te
houden.
Maar eerst toen Jensen naar zijn
kantoor ging, besefte hij het ver
schrikkelijke van zijn toesiand. In
plaats van, zooals zijn gewoonte was,
met de tram te gaan, sprong hij als
een jongen achter op een rijtuig en
liet zich zoo een eind rijden zag een
politieagent hem, dan sprong hij er
af en nam een ander rijtuig te baat,
zoodat hij eindelijk met behulp van
drie of vier voertuigen, op deze on-
ceremonieele manier arriveerde aan
zijn kantoor. Ik vergat nog te zeggen,
dat terwijl zijn liefhebberij bestond
in -uitvinden, zijn beroep dat van ad
vocaat was en dat hij jongste deel
genoot was in eene associatie, waar
van de bekende mr. Hups tra het
hoofd is.
Geen tien minuten was Jensen op
het kantoor of hij begreep, dat hij
beter zou hebben gedaan met thuis
te blijven totdat de opgezamelde
kracht van Fritsje uit hem zou zijn
verdwenen. Het was hem niet moge
lijk weerstand te bieden aan de lust,
om de klep van zijn lessenaar op te
tillen en te laten vallen en hij schiep
daar gedurende tien minuten een ont-
zaglijk behagen in, totdat mr. Hup-
stra een klerk in zijn kamer zond om
te kijken of de kantoorlooper mis
schien een aanval van waanzin had
gekregen.
Dit riep voor een oogenblik Jensen
tot het besef van zijn positie terug,
maar toen hij aan het werk wilde
gaan, kwam plotseling de gedachte bij
hem op dat een draaiende stoel iets
zeer aangenaams zou zij a ea, zijn stok
grijpende, draaide hij rond en weer
rond en verbeeldde zich dat hij in
den mallemolen zat, terwijl hij met
zijn stok stak naar denkbeeldige rin
gen. Deze bezigheid duurde bijna vijf
minuten en werd begeleid door zulk
een reeks van forsch uitgestootea
„Hoep la's" dat mr. Hupstra in eigen
persoon eens kwam kijken wat er aan
de hand was. Gelukkig voor Jensen
was de stoel juist van de as afge
draaid en tuimelde met dezen op den
grond.
„Wat ter wereld be teekent dat,
Jensen vroeg Hupstra gestreng,
terwijl hij zijn gevallen compagnon
ophielp.
„Mijn stoel is kapot," antwoordde
Jensen, een kleur krijgende.
„Dat is altijd de last met die stoe
len. Je trekt er je niet veel van aan,
dunkt mij."
„O neen," zei Jensen, op zijn tan
den knarsende, ten einde weerstand
te bieden aan een krankzinnigen aan
drang, om op don rug van Hupstra
te springen en een ritje te wagen.
Hij stond nu op een been on begon
te huppelen.
„Heb je een voet bezeerd?" vroeg
Hupstra.
Gretig greep Jensen dit voorwend
sel aan.
„Ja een weinig, maar niet van be-
teekenis," antwoordde hij, waarop tot
zijne groote verlichting Hupstra de
kamer weer verliet.
„Het gaat niet," mompelde Jensen,
toen zija compagnon hem verlaten
had. „Als er eens een cliënt kwam."
Hier begon hij te lachen al3 een
kwajongen die een streek in den zin
had. Er stond namelijk een waterme
ter in den hoek dien een arbeider
van de waterleiding er den vorigen
dag had laten staan en, na de deur
te hebben gegrendeld, trachtte hij de
schroef met zijn radeermesje er af te
draaien. Natuurlijk sprong heel gauw
de punt er afzijn zakmes en zak-
schaar ondergingen hetzelfde lot en
daarop gaf hij de poging op, maar
kwam op een ander denkbeeld. Een
halfuur lang deed hij niets dan gla
zen water die hij uit een kraantje
goot, door een gaatje iu den meter
laten loopen, zonder te bemerken dat
al dat water op het vloerkleed te
rechtkwam. Eerst t^en de beneden-
bewoners lieten vragen of er boven
een overstrooming was, gaf hij dit
vermaak op.
Togelijk begreep hij, dat er onder
deze omstandigheden van geregelden
arbeid geen sprake kon zijn. Hij trok
dus zijn jas aan, zette zijn hoed op
en riep een rijtuig aan om hem naar
huis te brengen. Gedurende den rit
deed hij weer allerlei kinderlijke
dwaasheden, stak zijn arm uit het
portier om karren en vrachtwagens
aan te raken, stak zijn hoofd uit het
portier juist toen er een groote bier
wagen rakelings voorbijging en speel
de eindelijk met innige verrukking
met de koorden van de gordijntjes
die hij op en neer liet wippen.
Zijn vrouw was zeer verwonderd
over zijn vroegtijdige terugkomst,
maar gerustgesteld door zijn vroolijk
en levendig gedrag en door de mede-
deeling, dat hij niet veel te doen had
en daarom maar eens een heelen mid
dag met Fritsje kwam spelen. In een
helder oogenblik namelijk was het
hem ingevallen, dat hij Fritsjes over
bodige kracht, die toch blijkbaar voor
een volwassen persoon niet geschikt
was, het best zou kwijtraken door
met den jongen zelf te spelen.
Nog nooit had Fritsje zoo heerlijk
gespeeld. Zijn vader was onvermoeid
en maakte nog doller sprongen dan
hij. Het middel werkte bevredigend.
Na een uur of drie van dezen inge
spannen arbeid was de toestand van
Jensens geest weer normaal, maar
zijn lichamelijke conditie was ellen
dig. Als hij een week achtereen stee
nen had gesjouwd, had hij niet uit-
geputter kunnen ziju. Evenwel was
hij gelukkig omdat hij deze merk
waardige proef had genomen, omdat
hij de kwade gevolgen daarvan te bo
ven was en omdat hij beter vrienden
was geworden met zijn zoontje, in
wiens begeerten en verlangens hij zich
een tijdlang zoo goed had kunnen
indenken.
Geradbraakt en met een gevoel
alsof hij eene geeseling had onder
gaan, ging hij naar bed en kon zich
den volgenden dag bijna niet verroe
ren van de spierpijnen. Het verwon
derde noch mr. Hupstra noch de
klerken, dat Jensen dien dag deed
weten, dat hij door ongesteldheid
verhinderd was op het kantoor te
komenalleen hadden zij verwacht,
dat hersen ver weeking de oorzaak was
en waren wel wat verwonderd, toen
hun bleek dat het alleen spierpijn
was die hem plaagde.
Jensen gaat nog altijd met uit
vinden voort, maar hij heeft nooit
willen zeggen, hoe hij de overtollige
kracht van Fritsje opgezameld ea tot
een vloeistof gemaakt heeft, alleen
omdat hij niet wil, dat anderendoor
verkeerde nieuwsgierigheid eveneens
zulke zonderlinge ervaringen zullen
opdoen als hij.
De loden van het scheep vaart-
congres te Amsterdam.
Vrijdagmorgen om 8.45 stoomde
een extratrein van het Centraalstation
binnen met de leden van het scheep-
vaartcongres, die een bezoek aan Am
sterdam brachten.
De leden werden ontvangen door
den barge meester, de wethouders van
publieke werken en financien, als
mede door de commissie van ontvangst.
De burgemeester, mr. S.A. Vening
Meinesz, verwelkomde in het Fransch
namens de stad Amsterdam de gas
ten in een der lokalen van het sta
tion. Hij herinnerde er aan, dat niet
tegenstaande de uitbreiding der spoor
wegen de stad blijft belangstellen in
de scheepvaart.
De inwoners van Amsterdam stel
len dus ook belang in het congres en
volgen de werkzaamheden met aan
dacht. Dames en heeren, eindigde
spreker, zijt van een goed geleideen
goede ontvangst verzekerdwij ont
vangen u met open armen.
Toejuichingen
Daarop nam de heer J. F. W. Con
rad, voorzitter van het congres, het
woord, die zeide, dat Amsterdam al
tijd een groote rol in de geschiedenis
van ons land gespeeld heeft. Door
hunne energie voeren de inwoners
van Amsterdam door de geheele we
reld handel. Ten slotte sprak hij de
best wenschen voor Amsterdam uit
en dankte voor de hartelijke ontvangst.
(Applaus).
Hierna begaven de dames en hee
ren zich naar de De Ruyterkade, om
per boot de havenwerken en een ge
deelte van het Merwedekanaal te be
zichtigen. Aan boord ontvingen zij
een kaart van de Handelskade, aan
geboden door de Kamer van Koop
handel te Amsterdam. Men stoomde
langs de Handelskade naar desluizen
van het Merwedekanaal om vervol
gens een bezoek te brengen aan de
Petroleumhaven. Daarna werd de
terugtocht naar de stad aanvaard.
In de groote bovenzaal van het
Centraal Station werd de lunch ge
bruikt, aangeboden door de gemeente.
De rij van speeches werd geopend
door den burgemeester, die voorstelde
een dronk te wijden aan de Konin
ginnen en aan de hoofden van Staten,
waarvan gedelegeerden aanwezig wa
ren, waarmede de dischgenooten met
een warm hoera instemden. Vele toas
ten werden nog gehouden.
Een extratrein naar IJmuiden bracht
de congressisten kwart voor tweeën
in de voorhaven van Amsterdam, waar
men terstond een tocht ondernam
door de in aanmaak zijnde sluiswer-
ken. De heeren en zelfs de dames
zagen volstrekt niet op tegen een af
daling in de nieuwe sluis, die de be
wondering wekte wegens haar diepte
en lengte. Tot den drempel daalde
men af om vervolgens door de ver
lichte rioolgangen te gaan, die het
water in het Kanaal zullen brengen,
zoodat de schepen van zelf ongevoe
lig kunnen worden opgeheven.
Van drie tot vier uur werd met de
booten SimsonIJmuiden en Bree
Veertien een zeetochtje gemaakt en,
dank zij het kalme weder, genoten
allen veel er van. Buiten de haven;
werden de bezoekers van het fort en j
'de baggermolen gesalueerd. 3
Te IJmuiden teruggekeerd wei
het gezelschap ontvangen door ee
orkest, door een der Duitsche lede
geëngageerd, hetwelk de volksliedere
speelde.
Om half vijf werd de reis naa
's-Gravenhage over Haarlem a Ja
vaard.
Dubbele moordpleging.
De dader van de dubbele mooiè
pleging aldus wordt uit Brusst
gemeld Zondagavond gepleegi
door den heer H., van Brussel, op d
heeren Thys en Van der Haeghei
is Donderdag langdurig ondervraag!
door den rechter Corbisier. Ziehie
hoe de wielrijder, de heer H., de tot
dracht der zaak uitlegtOm 9 ui
keerde hij met zijne vrouw lang
Neder-over-Heembeek terug naa
Brussel.
Beiden waren op een rijwiel gezc
ten en mad. H., was haren echtgf
noot eenige meters vooruit. Toen zi
in het midden van den weg de twe
lijnvisschers lemerkte die insgelijk
stedewaarts gingen, verwittigde zi
hen met den hoorn van hare tegen
woordigheid, doch de twee mannei
die vergezeld waren van een kleinei
jongen, gingen geen voet uit den weg
en het rijwiel van mad. H., raak tl
licht den knaap.
De twee visschers, de heeren Thy
en Van der Haeghen zouden alsdai
mad. H. met haar rijwiel omverge
worpen hebben.
De heer H. kwam tusschenbeideu
maar de visschers vielen hem insge
lijks aan en kwetsten hem aan dei
hals en in het aangezicht met d(
pieken hunner hengelroeden. Zich ii
staat van wettige verdediging ach
tende, zou hij alsdan zijn revolve
genomen hebben en de zes kogels oj
de twee mannen afgevuurd hebben
echter meer om hun schrik aan t(
jagen dan om hen zwaar te kwetsen
daarom beweert hij, had hij naar dt
beenen gemikt. Toen zijn wapen ai
gevuurd was en vreezende opniein
aangevallen te worden, is bij me
zijne vrouw op het rijwiel gesprongen
om hun weg naar Brussel voort ti
zetten.
Woensdag is de dader met de twe
slachtoffers in het gasthuis van Lakei
geconfronteerd. De twee gekwetste!
beweren dat het eerste deel van he
verhaal van den heer H. alleen nauw
keurig is, doch zij houden hardnek
kig staande, dat H. op hen geschotei
heeft, zonder dat hij het minst doo
hen lastig gevallen werd.
Gasgloeilicht,
In de gemeente Zaandam is mei
bezig proeven te nemen met gasgloei
licht van dr. Auer, van de Gasgloei
licht-Maatschappij van den heer Sel
ten te Amsterdam, voor de gemeen tl
straatverlichting. Donderdag avow
had de eerste proef plaats, die, naai
men meedeelt, een zeer gunstigei
indruk maakte. Vrijdagavond is op
nieuw een proef genomen. Voldoe!
ook deze, dan zal naar alle waarschijn
lijkheid Zaandam tot het gebruik vai
glasgloeilicht besluiten.
Een vermakelijke aanklacht
Een vermakelijke aanklacht wegen!
beleediging is door den Antwerpsehei
rechter dezer dagen behandeld. Eet
handelaar in verfwaren S. had mei
zijn ermpagnon B. twist gekregen et
dientengevolge een nieuwen verf we
renhandel geopend in de nabijheii
van den ouden winkel. Ten over
vloede liet hij zijnen winkel op vol
komen dezellde wijze schilderen at
de ou le cn van een zelfde uithang
bord voorzien. Dit trok evenwel nie
genoeg en nn liet S. zich een groo
uithangbord maken en daarop eei
gaper schilderen, welks trekken een
merkwaardige gelijkenis met die vai
den voormaligen compagnon vertoon
den. B. achtte zich beleedigd en dien
de een aanklacht in. Hoewel S. ont
kende, dat het zijn doel was geweeE
zijn voormaligen compagnon te doei
afbeelden als „gaper", veroordeeld!
de rechter hem voorwaardelijk tot. 1
dagen gevangenisstraf en 300 fr. boete
Caserio.
Krachtens de nieuwe anarchisten
wet zal, naar de Soleü uit Lyon vei-
neemt, bij het proces van Caserio dl
openbaarmaking der debatten worde!
verbodende bladen mogen alleei
de acte van beschuldiging, het ver
diet der gezworenen en het vonnil
van het hof meedeelen.
Caserio's verdediger, de advocan
Prodeider, zal met documenten sta
ven dat drie bloedverwanten van dei
moordenaar krankzinnig zijn geweest
en dat zijn cliënt zelf lijdende i!
aan hysterie en erfelijke epilepsia
Professor Lombroso, van wien dl
heer Prodeider eene verklaring hal
gevraagd, moet geweigerd hebbel
zich over de al- of niet-toerekenbaar
heid van Caserio uit te laien.