Koloniën,
W e dstrijden
Financieele Mededeelmgen.
Rechtszaken.
Politiek Overzicht.
Gemengd Nieuw s
hectare een gevolg hiervan, dat alle
weilanden overvloedig van gras voor
zien zijn.
Medan, 7 Juli.
Lombok.
Volgens een regeeringsbericht aan
de pers heeft de expeditie zich in
den ochtend van 5 Juli op de reede
van Ampenan vereenigd. Denzelfden
morgen is een nieuw ultimatum ge
zonden en eene proclamatie aan de
bevolking gericht, waarbij zij aange
spoord wordt om zich rustig te hou
den. De Ampenansche Europeanen
werden uitgenoodigd zich aan boord
der schepen te begeven. De gezond
heidstoestand is goed. De zee is
kalm.Geen kustversterking waarneem
baar.
(Deli CL)
Oogst- en "Weerbericht.
Juni 1894.
Het weder was in de afgeloopen
maand zeer gunstig. Op bijna alle
ondernemingen viel voldoende regen
zoodat het gewas goed vooruitging.
Op de bovenondernemingen viel wel
wat heel veel regen en had men te
weinig zonneschijn, zoodat daar nogal
roest onder de tabak voorkomt en
ook de groei van het gewas belem
merd werd. Op enkele benedenonder-
nemingen had men daarentegen gaarne
wat meer regen gehad.
De stand vr>n het nieuwe gewas
is op bijna alle ondernemingen zeer
bevredigend, behalve daar waar ?aen
dit jaar vroeg was met uitplanten,
en de droogte in Mei schade deed.
Het reeds geplukte blad is dit jaar
zeer mooi, en heelt veel meer quali-
teit dan het vorig jaar.
Met de werkzaamheden is men
overal vooruit bij verleden jaar; overal
is afgeplant en op de meeste onder
nemingen is men druk aan het snij
den. Einde Augustus zal de oogst
zoo goed als binnen zijn. In Lang-
kat en Deli worden de plantwegen
en draineeringen voor 1895 reeds aan
gelegd.
De gezondheidstoestand van Euro
peanen en inlanders was bevredigend.
Epidemieën kwamen niet voor, wel
nogal veel gevallen van koorts, dia-
rhaë en dyssenterie. Hetzelfde kan van
het vee gezegd worden, al deden zich
hier en daar enkele gevallen van
mond- en klauwzeer voor,
Over ziekten in het gewas wordt
over het geheel weinig geklaagd. Op
sommige plaatsen heeft men last van
Tóa Tó én ook van knalziekte, ter
wijl op enkele estates door het ge
was nogal zieke planten voorkomen;
naar verzekerd wordt hoofdzakelijk
een gevolg van roof bouwen van den
grond. Nergens zijn die verschijnse
len echter van verontrustenden aard.
(Deli CL)
's Hertogenbosch het hooger beroep
in de bekende Roermondsche archief
zaak. Mr. J. A. Loeff, optredende voor
den rijksarchivaris, concludeerde dat
het Hof den president der Roermond
sche rechtbank onbevoegd zou ver
klaren, om van de zaak kennis te
nemen en opnieuw rechtdoende den
rijksarchivaris in het gelijk zou stel
len.
Mr. S. W. Holleman, optredende
voor de gemeente, verzocht hierop te
repliceeren, waarmede mr. Loeft' ge
noegen nam.
Wegens de rechterlijke vacantie stel
de de president de verdere behande
ling der zaak op 4 September eerst
komende.
Reens gedagvaard.
Tegen 7 September is Reens, de
man van de anti-belastingbetaling, ge
dagvaard voor de arrondissements
rechtbank te Amsterdam, ten einde
terecht te staan in zake het opzet
telijk belemmeren van een executo-
rialen verkoop „door de omstanders
bij dien verkoop herhaaldelijk toe te
roepen: „biedt niet, doch laat alles
aan mij over, en door, indien iemand
een behoorlijk bod deed, uit te roepen:
„mannen, daar wordt geboden, weg
met dien indringer."
De Hollandsche cricketters in
Engeland.
De Hollandsche team speelde Dins
dag tegen de Brixton Wanderers te
Denmark Hill.
De Nederlanders waren het eerst
aan bat en wonnen in de eerste in
nings met 170. J. C. Schroder, scoor
de 22, Weisz 21, Posthuma 28, Bour-
lier 31, Proost 21. De Brixton Wan
derers maakten slechts 58.
Tromp de Haas nam Gwickets voor31.
Posthuma, 3 voor 17. Brixton second
innings 137voor 8 wickets. Black-
man 71, Weiss, 4 voor 36. De Hol
landers winnen met 11.
en openbaar onderwijs en de minis
ter van binnenlandsche zaken ad In
terim Hoerring tot minister van bin
nenlandsche zaken benoemd.
Het Weekblad van Broekman en
Honders bevat o. a. de volgende op
gave van minder courante of incou
rante fondsen, in de week, tot den
datum van 7 Aug. loopende, door
hun tusschenkomst verhandeld.
Oblig. Groot Mijdrecht Wa
terschap
Brakke Grond" (Mij.
tot expl. van „De
hyp. leening
Aand. Onroerende goede
ren (Mij. t. expl. van
Vleeschh. (Mij. voor
Billiton Maatsch. Ie
rubr. te 'sHage.
Cultuur-Maatschap.
„Bandjar Redjo".
Ned.-Ind. Gas-Mij.
te Rotterdam
AlmeloSalzbergen
Spwg. Maatsch
Kon. Ned. Machine-
fabr. te Helmond
Oblig. Koolzuurfabr. in En
geland (Maatsch. t.
expl. van)
Leavenworth Bridge
Cy Hyp
Noordholl. Brandv.
Maatsch
Aand.
40 pCt.
98
35S
135
ƒ1550.
90
128
95
80
100
15
Sébastien Faure wist op alle vra
gen heel slim te antwoorden, zoodathij
den voorzitter werk genoeg verschafte.
Hij ontkende met klem van redenen,
dat hij deel heeft uitgemaakt van
eene vereeniging van boosdoeners.
Nadat beiden gehoord waren werd
de zitting opgeheven.
De voorzitter van het hol heeft, toen
hij de gerechtszaal verliet, naar men
verhaalt, tot den griffier gezegd: Wat
een weergasche kerel, die Sébasden
FaureWare hij geen anarchist, maar
slechts socialist, hij zou den afgevaar
digde Jaurès onttroond hebben.
Men gelooft dat wegens hetgroote
aantal getuigen, omstreeks 100, van
welke ruim twintig adécharge, onder
dezen de socialistische algevaardig
den Basly en Michelin. het proces
minstens eene week zal duren.
den bitteren lijdensbeker iet ol wat
te verzoeten.
Weer een duel.
In de nabijheid van Parijs heeft
nu ook het duel plaats gehad tus-
schen de heeren De Boissandré, den
redacteur der Libre \Parole en graaf
De Dion, de getuigen van de heeren
Drumont en D'Elva. Het gevecht
duurde meer dan een uur. Ook toen
was nog geen der strijders gewond,
maar toch achtten de geneesheeren
het noodig een eind aan het duel te
maken, en wel op grond van de
vermoeidheid van den heer De Bois
sandré, uie geheel was uitgeput.
De zaak is hiermede afgeloopen.
100
Uit goede bron vernemen wij, dat
men ook aan het departement van
koloniën nog geen verdere berichten
aangaande Lombok heeft. Den 13en
Juli kwam het bericht, dat in alle
eischen was toegestemd, maar sinds
dien tijd kwamen er geen nadere te
legrammen van eenige beteekenis.
Wel weet men, dat onze troepen zich
langs de kust hebben verspreid, maar
verder verneemt men niets. De
volgtrekking ligt voor de hand, dat
de expeditie nog niet is teruggekeerd,
want anders zou daarvan wel mee-
deeling zijn gedaan aan den minister
van koloniën. Vad.)
De archiefzaak van Roermond.
Dinsdag diende voor het hof te
Het engelsche Lagerhuis heeft het
wetsontwerp betreffende de Iersche
pachters (Evicted Tenants bill) aan
genomen met 199 tegen 167 stemmen.
Daarna werd het wetsontwerp ver
zonden naar het Hoogerhuis, dat be
sloot het ontwerp terstond in behan
deling te nemen.
In het Lagerhuis deelde de minis
ter Grey mede, dat de Nederlandsche
regeering heeft aangeboden het ge
schil tusschen de Engelsche en Ne
derlandsche regeeringen te onderwer
pen aan de uitspraak van een scheids
rechter, evenwel onder voorwaarde,
dat daarbij rekening zal worden ge
houden met het oordeel, hetwelk des
kundige rechtsgeleerden over deze
zaak zullen uitbrengen.
Uit Kopenhagen komt nu het of-
ficiëele bericht, dat de conservatieve
minister-president Estrup is afgetre
den en is vervangen door baron Von
Rheeds-Thodd, tot dusver minister
van buitenlandsche zaten. Het nieu-
ministerie bestaat grootendeels
uit de elementen, waaruit het vorige
kabinet bestond, maar de hoofdzaak
is dat de heer Estrup de leiding der
regeeringszaken neerlegt.
De tegenwoordige minister van jus
titie Nelleman behoudt zijn ambt.
Generaal C. A. T. Thomsen wordt
minister van oorlog, de tegenwoor
dige minister van marine Raon blijft
aan evenals de minister van openbare
werken Ingerslev. De grondbezitter
C. Lüttichan is tot minister van fi
nanciën, de prefect Diocestain van Bar-
denfieth tot minister van eeredienst
Een anarchistenproces.
Zooals gemeld is wordt te Parijs
een groot anarchistenproces behan
deld, met niet minder dan 30 beschul
digden, van welke 5 voortvluchtig zijn.
Tot dezen behooren de Hollanders
Alexander Cohen en Paul Reclus.
Tot de voornaamsten der anderen
kunnen gerekend worden Sébastien
Faure en Jean Grave. Laatstgenoem
de had het anarchistische blad la
Révolte onder zijn beheer en Sébastien
Faure reisde als „eommis-voyageur"
der anarchisten. Onder de beschul
digden mag voorts vooral Fénéon
niet vergeten worden. Hij was amb
tenaar bij hetministerie van oorlog en
speelde dus eene dubbele, eene ver
raderlijke rol. In zijn lessenaar aan
het ministerie vond men zelfs ont
plofbare stoffen.
Er zijn onder de beschuldigden vier
vrouwen en voorts zes Italianen en
een Zweed.
De vervolging heeft plaats krach
tens de wet van December 1893 tegen
het vormen eener vereeniging ter vol
voering van misdaden. Bovendien
worden negen vervolgd wegens dief
stal en plundering ten gunste der
anarchisten.
De openbaarmaking van het ver
hoor van Jean Grave en Sébastien
Faure is ten verzoeke van den advo
caat-generaal, gelijk door de telegraaf
reeds gemeld is, verboden.
Opgepropte gerechtszaal en groote
voorzorgen waren er genomen. De
beschuldigden zijn op hunne bank
de een van den ander afgescheiden
door een politiedienaar. Alleen op de
derde en op de laatste bank zitten
de vier vrouwen en drie andere be
schuldigden naast elkander.
De beklaagden zagen er welgemoed
uitgeen rimpeltje oi trek van droef
heid op hun gezicht. 'Het is alsof zij
hunne vrijspraak verwachten.
Het verhoor van Jean Grave duur
de een half uur. De vragen van den
voorzitter beantwoordde hij meestal
met monoylben. Van tijd tot tijd,
als hij niet antwoorden wilde, haalde
hij de schonders op.
Het eind van het Panama
schandaal.
Een redacteur van de Gil Bias
heeft nagegaan wat er geworden is
van de zes personen, die een zoo be
treurenswaardige rol gespeeld hebben
in het Panamaschandaal en deelt
daaromtrent het volgende mede
Ferdinand de Lesseps woont tegen
woordig in de avenue Montaigne, in
hetzelfde huis, waar eenmaal de prins
De Broglie woonde. Zijn gezondheid
is veel beter; hoewel hij nog zeer
zwak is, zit hij iederen dag bij gun
stig ,weder in den tuin. De grijsaard
weet evenwel nog niet van het schan
daal, dat een vlek geworpen heeft
op den naam, waarop hij terecht zoo
trotsch was. Alles wat maar eenigs-
zins daarmede in betrekking staat,
houdt men zorgvuldig voor den zieke
verborgen. Vermoedelijk zal De Les
seps binnenkort naar het kasteel de la
Chesnaye vertrekken.
Charles de Lessep3 heeft de rijke
woning, welke hij had in de straat,
waar nog zijn vader woont, verlaten
en een reeks bescheiden appartemen
ten gehuurd in de rue Victor Hugo.
Hij reist op het oogenblik in het
Zuiden van Frankrijk en houdt zich
nog slechts bezig met de belangen
van het Suezkanaal, welks raad van
beheer hem zooals men weet met
ne stemmen tot haren vice-
president heeft herkozen.
Marius Fontane, wiens gezondheid
door zijn voorloopige hechtenis zeer
geleden had, was na zijn invrijheid
stelling dadelijk naar Melun vertrok-
waar hij een klein landgoed
heeft. Hij vertoeft op het oogenblik
te Boisdumée, van waar hij in Octo
ber naar Parijs terugkeert om zich
verder te wijden aan een groot werk,
dat hij onder handen heeft, vermoe
delijk een volledige geschiedenis van
de Panamazaak.
Cottu, die indertijd een wandeling
het Prater te Weenen verkoos
boven een hernieuwd verblijf in Ma-
zas, vertoeft nog altijd in Oostenrijks
hoofdstad. Zijne woning in de avenue
du Bois de Boulogne is door andere
huurders betrokken.
Blondin, wiens gezondheid nog al
tijd slecht is, brengt den zomer te
Arcachon door en keert de volgende
maand naar zijne woning te Parijs
terug. De voormalige „chef de bu
reau" van het „Credit Lyonnais,"
die vier jaren geleden nog een leven
dig, jeugdig man was, is nu een
grijsaard, wiens oogen dof staan en
die slechts diep gebogen loopt.
De zesde, Baïhaut, is nog altijd in
de gevangenis van Etampes. De dood
van zijn geliefde dochter heeft hem
zeer aangegrepen; hij is ten prooi
aan een neerslachtigheid die zelfs
den onverschilligste pijnlijk treft.
Zijne echtgenoote heeft een woning
in de nabijheid der gevangenis be
trokken en is daardoor in staat hem
Huwelijk van grootvorstin
Xenia.
Maandag is in tegenwoordigheid
van de geheele keizerlijke familie te
St. Petersburg, van de koningin van
Griekenland, hare zoons Nicolausen
Andreas en hare dochter prinses
Marie, prins Christiaan van Denemar
ken, de prinses van Wales en hare
dochters Victoria en Maud, den groot
hertog van Mecklenburg-Schwerin en
zijn gemalin, de leden van de sy
node, de ministers, het diplomatiek
korps enz., het huwelijk der groot
vorstin Xenia met grootvorst Alexan
der Michaelovitch voltrokken.
Nadat de opper-ceremoniemeester
gemeld had, dat het toilet der bruid
gereed was, vormde zich een schitte
rende stoet, die naar de kapel trok.
De Czaar geleidde grootvorstin Xenia
en grootvorst Alexander naar eene
verhooging, waarop de metropoliet
van Peters burg, mgr. Pallading naar
den orthodoxen ritus den plechtigen
dienst hield en het keizerlijk huwe
lijk voltrok. Een salvo van 101 scho
ten verkondigde het einde der plech
tigheid.
De jonggehuwden zeiden daarop
den keizer en de keizerin dank en
ontvingen de gelukwenschen der
geestelijkheid, waarna de stoet de kerk
verliet.
Grootvorstin Xenia droeg een kroon
en een mantel van karmozijnkleurig
fluweel met hermelijn gevoerd, waar
van de sleep door vier kamerheeren
en den grootmeester van het huis van
den bruidegom gedragen werd.
Het feest werd besloten met een
feestmaal in het paleis te Peterhof
en een concert in de zaal, die naar
Peter den Grooten genoemd is. De
tuin van het paleis was schitterend
verlicht.
Het jonge paar is naar het kasteel
Roschka vertrokken, waar het de wit
tebroodsweken zal doorbrengen.
Een moord.
Terwijl de heer Maddoleno aan de
werklieden, die in zijn zwavelgroeven
te Caltanisetta arbeidden, maar sedert
twee dagen het werk hadden gestaakt,
mededeelde dat hij in hunnen eisch
om loonsverhooging toestemde, na
derde hem een der mannen, een ze
kere Loggia, een anarchist, en bracht
hem twee dolksteken toe.
Maddoleno was onmiddellijk een
lijk. Loggia is in hechtenis genomen.
Cholera In het buitenland.
Van den 29en Juli tot den 4en
van deze maand zijn te Petersburg
313 menschen door cholera aange
tast ;j 240 er van zijn overleden. Het
ziekencijfer bedroeg te Warschau van
22 tot 28 Juli 159, 83 menschen
stierven daar. In het gouvernement
Warschau waren de cijfers 394 en 212.
vangen gehouden en als slaven gebruikt. Nu wordt daar ook
in verteld, dat zij in een turksch huis komen met eene bin
nenplaats en matten en koffie zooals hier, en met tuinen
vol amandelboomen en granaatappels, ook zooals hier. Dat
is dus waar. En de Turk heeft altijd eene dochter met oogen
als sterren, en een kleine hand, terwijl zij verlield wordt op
den gevangene. Die zijt gij mijnheer, en zij deelt hem mede
waar de haven is, en weet geld en juweelen te krijgen van
het oude beest mijnheer," riep Sam met drift uit, „en zij
bevrijdt den Engelschman, en zij vluchten, en hij keert naar
zijn land terug. Daar kunnen wij dus op rekenen mijnheer,
als u maar scherp toekijkt of de jonge dame er is, en ge
lukkig kent u hunne taal, die hun door den duivel zelf
schijnt te zijn gegeven. En als u niet kunt besluiten om met
haar te trouwen, dan kunt u haar wel achterlaten."
Sam Porter opperde koelbloedig dit snoode plan ten op
zichte van eene vermoedelijk bestaande dochter, alsof hij ge
voelde, dat een kind van dat „oude beest" volstrekt niet in
de termen viel voor eene gewone beleefde behandeling.
„Het is niet waarschijnlijk, dat er hier zulk eene vriende
lijke dochter bestaat Sam," zeide de ongelukkige George. „En
als het zoo was, dan kon ik toch geen liefde voor haar ge
voelen, want er is maar eene vrouw op de geheele wereld,
die ik kan liefhebben en trouwen, en wel miss Barth."
„Dan spijt het mij toch vreeBelijk voor u beiden mijnheer,"
zeide Sam somber, „u zult elkaar nooit meer ontmoeten,
want ons gebeente zal hier wel blijven rusten." Na deze niet
zeer opwekkende voorspelling te hebben uitgesproken, keerde
de arme Sam zijn gelaat naar den muur en begon heftig te
kreunen.
Na in diep gepeins eenigen tijd te hebben doorgebracht
ging George met een spijker, dien hij uit den muur had ge
trokken een der steenen uit den vloer trachten los te wer
ken. Eindelijk vond hij er een, die wat los zat. Hij keerde
nu den zoom van zijn pantalon om en tarnde met behulp
van den spijker een gedeelte van dien zoom open, en haalde
daaruit eenige opgevouwen engelsche banknoten te voor
schijn.
Deze waren natuurlijk doorweekt, daar George uren lang
tot over zijn middel in het water had gelegen.
Terwijl hij de biljetten voorzichtig openvouwde bleken de
buitenste door het water geheel te zijn bedorven, zij waren
in stukken en niet meer leesbaar. Het binnenste bankbiljet
echter een van vijf pond verkeerde in een beteren toe
stand. George blies er op om het te drogen, verwijderde de
papperige stukjes behoedzaam, en toen het weer droger en
steviger werd streek hij het met zijne vingers glad.
Sam had zich omgekeerd en dit alles aangezien.
„Dat zal ons niet veel helpen," zeide hij.
„Dat hangt er van af, hoe het gebruikt wordt," zeide Fitz-
roy. „Dienaangaande heb ik echter nog geen plan opgemaakt."
Hij scheurde nu een stuk uit de voering van zijn panta
lon en legde het over de banknoot als bescherming, groef
een holte in het droge zand onder den lossen steen, plaatste
het biljet er in, bedekte het met wat aarde, legde den steen
er weer bovenop, en telde niet alleen de hoeveelste deze was
van de wanden afgerekend maar merkte hem bovendien nog
met een kruis.
„Dat bankbiljet," zeide hij tot Sam, „is nog het eenige.
waarvan eene mogelijke invrijheidsstelling afhangt, zoodat
ik er zorgvuldig op moet passen."
Des avonds werden de beide gevangenen op de binnen
plaats geroepen, ontvingen elk een zwarten korst gerstebrood
en een handvol dadels met een teug water, en met veel
scheldwoorden deelde Yusef hun mede, dat zij den volgen
den morgen vroeg den arbeid moesten beginnen.
Den volgenden morgen verlieten zij op het bevel „komt,
Christenhonden 1" hun vertrek, en na kleine ketens om hunne
enkels te hebben gebonden, waardoor het hun onmogelijk
werd snel of ver te loopen, geleidde Yusef hen naar eene
binnenplaats, waar een twaalftal slaven, in hoofdzaak Nubiërc.
bezig was hun ontbijt te nuttigen bestaande in tot pap ge
kookte bruine boonen. Deze slaven teelden hun eigen voed
sel in een der hoeken van het land, wat zij deden in hunne
overuren, en zij keken verre van vriendelijk, toen hun werd
bevolen dit voedsel te deelen met twee vreemden, die er niet
voor hadden gewerkt zooals zij. Toen Fitzroy hun echter in
het arabisch mededeelde, dat hij een Engelschman was, die
schipbreuk had geleden, stemde de grootste Nubiër toe en met
de fluisterende opmerking, dat de arm van Engeland lang
was en hare onderdanen op zelfs de meest afgelegen plaat
sen wist te beschutten, deelde hij zijn maal met de vreemden.
(Wordt vervolgd.)