ïoor onze ïeisters.
DE JACHT OP EEIE ERFENIS.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e Jaargang;
Woensdag 15 Augustus 1894
No. 3410
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVEETENTIÈN:
8TADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
n franco per post 0,37$.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat ZL*=I=9 Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren en conrantierf.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE <t Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijt 311». Faubourg Montmartre:
In de étalage voor de vensters van
het Bureau van dit Blad zijn de na
volgende afbeeldingen gelegd
Oorlog tuBscben China en Japan.
1. Japansche marine-officieren2. De
japansehe kruisers „Nanirva-Kan" en
„Matsuhsima"3. Chineesehe solda
ten 4. InschepiDg van chineesehe
troepen te Shanghai.
Intocht van den nieuwen sultan
van Marokko binnen Fez.
Het proces-Caserio. 1. Het verhoor;
2. Caserio onder het getuigenverhoor
3. Onder het pleidooi van den ver
dediger; 4. Na de veroordeeling.
Hoofden van ontvluchte en daarna
onthoofde zeeroovers.
Keizer Wilhelm in engelseh uni
form.
Z. K. H. groothertog Alexander
Michaelovitch en H. K. H. groot
hertogin Xenia Alexandrovna.
De prins van Montenegro op het
lawn-tennisveld te Cettinje.
Zeilwedstrijd te Cowes. 1. Aankomst
van den duitsehen keizer op zijn jacht
„de Hohenzollera"2. De „Vigilant"
en „Brittannia".
Ben strooper op uitkijk.
Oxford in vogelvlucht gezien.
Oefeningen met zoeklichten door
de engelsche marine.
Prins Karei van Denemarken.
Politieke platen.
Beeltenis van den toondichter G.
A. Heinze.
Haarlem14 Aug. 1894.
Als kantonrechter plaatsvervanger
respectievelijk te Haarlem en te Haar
lemmermeer zijn ter terechtzetting
der Arr. Rechtbank alhier den 14en
Aug. beëedigd de heeren mr. F.
Willekes Macdonald alhier en M. W.
de Kat te Hillegom.
De heer F. C. Piët, benoemd ma
kelaar te dezer stede, is als zoodanig
heden door de Arr. Rechtbank alhier
beëedigd.
Inspectie.
De kolonel Langgath, Commandant
van het 4e Regiment infanterie, in
specteerde heden het 8e bataljon al
hier, dat daartoe, zooals het bij mo
bilisatie zou uitrukken om 9^ uur op
de binnenplaats der kazerne stond
aangetreden.
Haarlem is voor het garnizoen be
smet verklaard, zoodat aan militairen
alhier geen verlof meer mag worden
verleend en zij die uit andere plaat
sen nog te Haarlem met verlof moch
ten zijn, in hun garnizoen terugge
keerd, eerst 4 dagen ter observatie in
het militair hospitaal ter plaatse moe
ten worden opgenomen.
Gaarne verwijzen wij hen die be
langstellen in den landbouw, naar de
advertentie in dit blad, waarbij de
Algemeene Nederl. Onderl. Hagelverz.
Maats, bekend maakt dat onze stad
genoot, de heer S. Graaf van Rechte-
ren Limpurg, zal optreden als haar
algemeen agent. De groote verliezen
die in de vorige week in onze streken
door den hagel zijn geleden, liggen
ons nog versch in het geheugen en
daarom te meer verheugen wij er ons
in, dat eindelijk ook in ons land een
maatschappij bestaat, die den land
bouw in staat stelt, om zich tegen
dergelijke rampen te waarborgen.
Het bestuur der maatschappij is
als volgt samengesteld
F. van der Eist, directeur; W. H.
van Bilderbeek, notaris-adviseurMr.
W. M. E. baron van der Borch; W.
A. CoolenH. P. de Kat van Har-
dinxveldJob. van der Have; W. R.
A. C. graaf van Rechteren Limpurg;
L. OverwaterMr, H. J, M. Tijssens
E. van der Grijp Barendregt en Mr.
Alph. van Rijckevorsel, commissaris
sen.
Zaak-Buddenborg.
In de zaak van R. H. Buddenborg
contra den heer officier van justitie
heeft de Arr. Rechtbank alhier heden
uitspraak gedaan.
De Rechtbank heeft het verzet van
B. tegen zijne faillietverklaring on
gegrond verklaard en bepaald dat
het vonnis van faillietverklaring zal
blijven gehandhaafd.
Faillissementen.
Bij vonnissen der arrondissements
rechtbank alhier dd. 14 Augustus
1894 zijn failliet verklaard
1. Gerrit Wernke Az. handelaar in
bloembollen te Wijk aan Zee, met
ingang van 3 Augustus 1894. Rech
ter Commissaris mr. M. G. P. del
Court van Krimpen, curator mr. A.
J. van Thiel.
2. G. v. Harick, sigarenhandelaar
te Zandvoort, met ingang van 3
Augustus 1894. Rechter Commissaris
als voren, curator mr. W. van Hulst.
U. H. F. Immers, stalhouder te
Santpoort, met ingang van 4 Augus
tus 1894. Rechter Commissaris als
voren, curator mr. Th. de Haan Hu-
genholtz.
Tot hedennamiddag zijn hier ter
stede geen aangiften gedaan van
nieuwe gevallen van cholera.
Koninklijk bezoek te Helder.
Maandag is te Helder het officieel
bericht ontvangen, dat de Koningin
nen aldaar op een nader te bepalen
dag in de eerste helft van September
kunnen worden verwacht tot het
brengen van een kort bezoek aan die
gemeente.
De Khedive van Egypte.
De Onderkoning van Egypte ver
eerde Zaterdagavond de voorstelling
in het circus Carré te 'sGravenhage
met zijne tegenwoordigheid.
Maandagochtend te 8 uren begaf
Z. H. zich met gevolg per rijtuig
naar Katwijk aan Zee tot bezichti
ging van de sluis aldaar, en ten einde
zich omtrent doel en werking van
dit kunstwerk op de hoogte te stellen
met het oog op de afwatering van
den Nijl.
De Khedive iB bij het bezoek aan
het stoomgemaal en de Sluis te Kat
wijk rondgeleid door den dijkgraaf
De Vries, den hoofd-ingenieur Van
Dissel en den secretaris mr. Berdenis
van Berlekoro, allen van Rijnland'
Het stoomgemaal van 1000 paarden
krachten in volle werking werd
nauwkeurig bezichtigd. Na er onge
veer eeC uur te hebben vertoefd, ver
liet de jongs Vorst, [dankbaar voor
de gegeven teciïiusche inlichtingen,
het werk. Op den terugweg over
Wassenaar naar Den Haag' trokken
de goederen van wijlen prins Fredei'ik
en het kasteel Oud-Wassenaar zijn
bijzondere aandacht.
De prins iB Maandagmiddag afge
reisd naar Antwerpen, om, na eenige
dagen verblijf aldaar, Brussel te be
zoeken.
Karadja. f
De dood is gemeld van Karadja
Pasja, buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister van Turkije te
's Gravenhage.
De gezant is gestorven op 't kasteel
Bovigny, te Gouvy, in de Belgische
provincie Luxemburg, waar hij sedert
eenigen tijd vertoefde. Prins Karadja
vertegenwoordigde zijn regeering se
dert 1882 in Zweden en Noorwegen
en in Nederland. In Zweden heeft hij
slechts een jaar gewoonddaarna
heeft hij zich in Den Haag gevestigd,
waar hij reeds vóór zijn benoeming
tot gezant eenige jaren deel had uit
gemaakt van 't Turksche gezantschap.
Hij was een man van geest, bekwaam
heid en karakter.
Zijn gade is de letterkundig ont
wikkelde vrouw die eenige jaren ge
leden het veelgelezen werkje „Etincel-
les" heeft geschreven.
Prins Karadja droeg het grootkruis
der orde van den Nederlandschen
Leeuw en van de Eikenkroon.
Ter eere van de nagedachtenis van
den staatsdienaar des Sultans is Maan
dag een lijkdienst gehouden in de
Grieksche kapel aan den Schevening-
schen weg te 's Gravenhage.
Een gevaarlijk hert.
Zondagavond te 6 uur gaf de Koe
kamp te 's-Gravenhage een worstel
wedstrijd tusschen een mensch en
een hert te zien. Bij het toedienen
van voedsel aan de viervoetige be
woners van den hertenkamp werd de
boschwachter door een dezer dieren
met het gewei gegrepen en ter aarde
geworpen. Zegevierend ging toen het
hert op zijn prooi liggen, zoodanig,
dat de boschwachter zich nauwelijks
bewegen kon.
Tweo wandelaars in het bosch door
een heer te hulp geroepen, klommen
over het hek en trachtten den aan
gevallene uit zijn benauwden toe
stand te redden. Zij slaagden daarin,
doordien de een het beest bij de ho
rens, de andere bij de pooten trok
ken. Aangezien dit hert gelijk kunst
stukje reeds vroeger uithaalde, zal het
dier vermoedelijk ter dood veroor
deeld worden.
Signalement.
Zaterdagavond werd aan het Kanaal
naar Scheveningen, op de „hoogte",
een man in bewusteloozen toestand
op een bank gevonden. Hij werd
overgebracht naar het commissariaat
van politie te 'sGravenhage, waar
hij eenige oogenblikken na aankomst
overleed.
De man was 55 60 jaar, lang
1.55 M., met rond voorhoofd, grijs
haar (kaalhoofdig); grijze wenkbrau
wen, blauwe oogen, eenigszin3 dikke
lippen missende de voortanden in
de bovenkaak, grijzen knevel, gezet
postuur; op de maagholte bevindt
zich een zwarte wrat; op den rechter
voorarm is een vrouwenbuste geta-
toueerd met de letters M. K. 18.
De man was gekleed met bruinen
fantasiehoed, waarin afdruk van een
caoutchoucatempel „Philipp Kröck",
liggend boord, zwart zijden, rood ge
streepte das met gouden doekspeld,
zwarte jas, broek en fest, molières,
flanellen sporthemd en grijs wollen
sokken, en een gouden lorgnet. Uit
de verder bij hem gevonden voorwer
pen wordt opgemaakt, dat hij een
Duitscher is en Kröck heet; behalve
een notitieboekje met aanteekeningen
indeDuitsche taal vond men o.a. in
zijne zakken een stuk courant, uit
gegeven te Stuttgart, dd. 2 Augustus.
Het is gebleken, dat hij sedert 8
Augustus logeerde in het logement
van Gunters, Wagenstraat 31; hij
was daar bekend onder den naam van
Ernst Clurler, 62 jaar, koopman, ko
mende nit Rouglas. Hij had opgege
ven, herkomstig te zijn uit Duitseh-
Zwitserland, en aan den logementhou
der in pand voor zijne schulden ge
geven een gouden zegelring met goud
plaatje, waarop de letters „Ph. K."
Hij maakte veel misbruik van ster
ken drank.
De politie verzoekt inlichtingen.
Moord te Koewaoht.
Door den rijksveldwachter W. van
Loon te Krimpen aan den IJsel zijn
vermoedelijk de daders opgespoord
van den moord, gepleegd op den rijks
veldwachter Adriaanse aan de Koe
wacht (Zeeland).
Cholera.
Te Mijdrecht heeft zich een geval
van ziekte voorgedaan, dat aan cho
lera doet denken. De patiente, eene
bejaarde vrouw, is overleden.
Het eerste geval van Aziatische
cholera met doodelijken afloop is
Zondagnacht te Beverwijk voorgeko
men. De noodige maatregelen tot ont
smetting en afzondering der overblij-
venden zijn bereids genomen.
De overledene een werkman
had kort te voren choleralijders in
het naburige Velsen verpleegd.
Te Maastricht zijn in de twee laat
ste dagen twee gevallen van cholera
voorgekomen. Sedert het uitbreken
van de ziekte werden 57 personen
daardoor aangetast, van welke 27
met doodelijken afloop.
Door den burgemeester van Leiden
is Maandag ter algemeene kennis ge
bracht dat zich binnen die gemeente
een geval heeft voorgedaan van Azia
tische cholera met doodelijken afloop.
De overledene aan die ziekte was
een jeugdig schippersknecht, met het
vaartuig waarop hij in dienst was
Maandag uit Haarlem daar ter stede
aangekomen.
Daar zich gevallen van cholera
hebben voorgedaan in Noord-Hol-
Naar het engelseh
van PAUL H. GERRARD.
44)
HOOFDSTUK XVI.
Sir Ruperts verlangen naar vrijheid
„Dank je dank jeDat zal ik doen maar Myra, ik
heb mijn testament nog niet gemaakt."
„Dat is dan toch een gevaarlijke toestand," zeide Myra
bezorgd.
„Dat is bijgeloof," zeide lady Bidebank. „Ik heb eens ge
droomd, dat ik juist na mijn testament te hebben ondertee
kend dood neerviel en eene dwaze huivering houdt mij er
van terug mijn testament te maken. Ik zal die dwaasheid
overwinnen. Maar hoe en wanneer ik ook sterf, je zult toch
mijn Rupert in je eigen huis opnemen
„Dat zal ik," zeide Myra ernstig.
„Niet als ik het kan verhoeden," dacht Wrigley.
Het scheen hem een kwaad voorteeken, dat deze jongen
zoo vertrouwd was geraakt met zijn eigen tehuis en dat lady
Bidebank hem gedoopt had met denzelfden naam, dien zijn
moeder hem gegeven had. Wanneer Myra hem nu ook nog
in huis nam, dan zou doctor Wrigley, dat gevoelde hij, niet
instaat zijn hem daaruit te verjagen.
Rupert was nu dertien jaar oud en gedroeg zich te Eton
goed. Hij zou nu weldra met vacantie thuiskomen.
In dezen toestand zond Wrigley om Tony Pettigrew en
beraadslaagde met dezen.
Nauwelijks was Rupert met vacantie thuis of een groote
kerel, die zich hield alsof hij parapluies verkocht, een vage
bond met een slappen hoed en een vuurrooden doek om den
hals, begon in de buurt rond te zwerven.
De jongens op de verschillende buitens hadden een cricket-
veld op den weg naar het Reservoir en de onbekende man
sloeg meermalen het spel gade. Op zekeren dag kwam hij
wat dichterbij en sprak een van de jongens aan.
„Welke is de jongeheer Bidebank?" vroeg hij, hoewel hij
het zeer goed wist.
„Daar ginds, die met de zwarte krullen 1"
„Wel zoo! Dat is vreemd met hem, hè?"
„Wat is vreemd?"
„Wel, dat hij toch maar een aangenomen kind is."
„Een wat?"
„Een aangenomen kind, niet het eigen kind van mylady."
„Och kom, dat is niet waar."
„Zeker is het waar. Wel, ik wist dat al jaren geleden. Ik
dacht dat iedereen het wel wist, maar het doet er niet toe.
Vertel het maar niet verder."
Den volgenden dag sprak hij een anderen jongen aan.
„Zeg eens, jongeheer, zegt de jonge Bidebank weieens dat
hij een aangenomen kind is?"
„Wat zeg je man Och wel neen, dat is hij immers niet.'
„Op mijn woord, 't is waarheid. Wist u het niet? Vraag
er jongenheer Wrigley maar eens naar, maar vertel het niet
verder. Ik praat niet graag over mijne meerderen."
Omstreeks dezen tijd waren de jonge Wrigleys ook in het
bezit gekomen van het geheim door enkele met voordacht
door hun vader aan tafel gemaakte opmerkingen.
Het spreekt vanzelf, dat toen het nieuwtje onder Ruperta
kameraden was verspreid, dit de aanvang werd van allerlei
bedekte toespelingen, vragen en gezegden, die Rupert wel
niet begreep, maar die hem een zeker gevoel van onrust
gaven.
Juist in dienzelfden tijd maakte hij een nieuwen kennis
een man die door de bosschen ronddwaalde en een uitge
breide wetenschap scheen te bezitten van vischtuig, vogel
knippen en boeiende verhalen van roovers en stroopers. Aan
vankelijk zag Rupert hem slechts een enkele maal, maar
weldra ontmoette Rupert hem vaker. De man was eerbiedig,
zeer onderhoudend en kon onophoudelijk praten.
„U houdt zeker van een deftig leven, en van bedienden
en mooie kleeren en de groote school en de aristocratie,
niet waar?"
„Zeker," zei Rupert, „ik heb nooit een ander leven gekend."
„Houdt u er meer van dan van het vrije en zwervende
leven, dat u gehad zou hebben als men u aan uw lot had