DE JICHT OP EEIE ERFENIS.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e Jaargang Vrijdag 31 Augustus 1894. No. 3424
ABONNEMENTSPRIJ S:
ADVERTENTIEN:
STADSNIEUWS.
Arrondissementsrechtbank
„Weldadigheid naar Vermoggn".
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSuceParijs 31 bis Faubourg Montmartre:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,05.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 j.
Bit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat 3L-3L, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantier*.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Bij dit Nummer is gevoegd
het Oemsenteraadsverslaj van
29 Aug.
Haarlem30 Aug. 1894.
Examen.
Bij he': Woensdag te Utrecht ge
houden examen ter verkrijging van
akte gymnastiek (L. O.) zijn toege
laten de heeren W. W. Vallentgoed,
L. v. d. Have en J. Kuypers alhier.
Het was ons ontgaan dat in de raads
vergadering van Woensdag het ver
zoek van den heer Scholten tot ver
legging van het voetpad naast zijn
hótel niet is afgewezen maar aange
houden.
In ons uitvoerig verslag is dit dan
ook gerectifieerd.
Zooals uit achterstaande advertentie
blijkt is bij de firma J. van de Pa-
vord Smits alhier verkrijgbaar een
bacteriëndoodend ontsmettingsmid
del „Raymond", dat o. a. het voor
deel heeft nagenoeg reukeloös te zijn.
Brand in de Damstraat.
Woensdagavond te half zes brak er
een brand uit bij den heer K. v. Eden,
Damstraat 20, drogist.
Gelukkig werd de brand die ont
stond in het achter den winkel gele
gen pakhuisje, dadelijk ontdekt. In
zeer korten tijd was spuit 10 bij de
hand om wal er te geven, terwijl ook
slangenwagen weldra meehielp
blusschen. Hierdoor slaagde men
er in, het vuur te beperken tot het
pakhuis, het kantoortje en de boven-
achterkam: r, die dan ook totaal zijn
uitgebrand.
De oorzaak van den brand is niet
met volkomen zekerheid aan te geven.
De bediende was bezig met bet ver
dunnen van alcanet-extract met ter
pentijn en gebruikte daarbij een pe-
troleumtoestel. Dat nu eenige drop
pels terpentijn langs het fleschje ge
gleden en zoo in de vlam terecht
gekomen zijn is mogelijk, maar niet
zeker. In elk eval was het een geluk,
dat de heer van Eden zijn voorraad
brandbare stoffen als eau de cologne,
terpentijn en benzine behoorlijk in
de kelder had.
De schade is intusschen belangrijk.
Alles was verzekerd.
Woensdag namiddag werd alhier
het 3 jarig doc tertje van den werk
man Boersma, wonende Korte Anna-
straat vermist, doch zoowel door de
ouders als dcor de politie te ver
geefs gezocht. Heden morgen is het
kind verdronken teruggevonden in
een kelder van in aanbouw zijnde
huizen aan de Doelstraat waarin 82
centimeter water stond.
Zitting van Donderdag 30 Aug.
Sommige menschen loopen toch met
open oogen in hun ongeluk. Op den
llden Juli trad een volwassen man
op als klager in een strafzaak. Men
had hem een klap gegeven en de
dader is daarvoor dan ook gestraft.
De klager was evenwel uit zijn hu
meur over de verklaring van een
veldwachter, dat hij toen hij den klap
kreeg, sterk naar jenever rook. Wel,
hij had in geen tijden sterken drank
gebruikt
Toen hij na afloop van de straf
zaak, het Paleis van Justitie in de
Jansstraat was uitgegaan ging bij zijn
verontwaardigingover den veldwachter
luchten ineen tapperij. Daar dronk
hij een glaasje of vier, vijf maakte
toen in de Kruisstraat spektakel en
verzette zich nogal kras tegen den
adjunct-inspecteur Fundter.
't Einde van het lied is, dat er we
gens dronkenschap ƒ3.boete en
wegens verzet 6 weken gevangenis
straf tegen den man wordt geëischt.
In de volgende zaak komt als be
klaagde een jonge man, die een tap
per en zijn vrouw heeft mishandeld
en zelfs met een mes gedreigd wegens
een geschil over.... een dubbeltje. Nu
kost volgens het schoone lied alles
wel een dubbeltje, maar de beklaagde
zal allicht bij kalme beschouwing een
maand gevangenis, welke straf door
den officier tegen hem geëischt wordt,
voor éen onnoozel dubbeltje wat duur
vinden.
Een ander jongmensch, die den
tapper in vervolg op de vorige historie
een schop tegen de hand heeft ge
geven, hoort eene gevangenisstraf van
5 dagen tegen zich vorderen.
't Is dien dag in en om die tap
perij een ware „kevie" geweest. Het
geschreeuw daarbinnen had een groote
volksmenigte daarbuiten verzameld,
die niet heel welwillend gestemd was
jegens den tapper. Voor en na althans
werden er elf ruiten ingegooid.
Een vrouw, de moeder van den
vorigen beklaagde, stond terecht we
gens het instooten van een dier rui
ten, maar de ambtenaar van het O.
M., niet overtuigd van hare schuld,
vroeg vrijspraak.
Willem Visser, beklaagd van het
stelen van zeven konijnen wat bij
erkent, deed een aandoenlijk verhaai
ven een bloedspuwing, die hij gehad
zou hebben, niet te ir c gen werken van
den „prefekstei" te Leiden etc. De
ambtenaar van het O. M. evenwel
herinnerde er aan dat Visser minstens
voor den vierden keer voor deze recht
bank alleen terecht staat. Hij is
iemand, die leegloopt, steelt en rooft.
In 1891 veroordeelde de Rechtbank
hem tot 1 jaar wegens diefstal, welke
straf de officier van justitie ook nu
weder vo -r hem eischt.
Mr. W. Cnoop Koopmans, ambts
halve toegevoegd, vestigde de aan
dacht op enkele verzachtende om
standigheden.
Koulij der?.
Wie in deze mooie Augustusdagen
over kachels en verwarming spreekt,
mag wel vooraf excuus vragen, dat
dat hij de gedachte opwekt aanstor
men, regenvlagen en bittere kou.
Wij doen dat bij voorbaat en ko
men ter zake. Sprekende met den
vader van een der leerlingen van de
school van den heer Hubregtse, gaf
deze den wensch te kennen, dat
bij het opmaken van de aanstaande
begrooting een som voor kachels in
bovengenoemde school zou worden
gevraagd.
Tot dusverre worden de loka
len op vier na er verwarmd door
centrale verwarming of liever men
tracht die lokalen aldus te verwar
men. Het resultaat blijft beneden
den goeden wil, want het is er altijd
koud.
In een kwakkel win tertje gaat het
nog, maar bij vorst is de tempera
tuur er absoluut onvoldoende.
Het vorige jaar is het dan ook
voorgekomen (en toen was de winter
niet eens streng) dat een heele klasse
de overjassen aantrok en dat in een
andere klasse de onderwijzer gedu
rende het laatste haltuur den jongens
permissie gaf in het lokaal maar wat
beweging te nemen, omdat het er
zoo koud was
Aldus onze zegsman. Is zijn opmer
king juist, dan zullen de autoriteiten
zeker de jongens van deze school wel
met een kachel of wat gelukkig ma
ken. Bevroren hersens nemen de leer
stof zeker niet op.
Afdeeling: „Werkverschaffing"*
Van 1 Nov. tot 30 Augustus hebben
zich de volgende personen aangemeld
32 voor werkvrouw, 2 voorwasch-
vrouw, 6 voor naaister, 3 voor grond
werker, 16 voor loopwerk, 2 voor brei
werk, 11 voor loopknecht, 4 voor op
passer. 3 voor koffiehuisbediende, 2
voor schoenmaker, 3 voor schrijf
werk, 1 voor stucadoor, 1 voor koet
sier, 2 voor kantoorbediende, 2 voor
schilder, 11 voor los werkman, 2 voor
kleedermaker, 2 voor timmerman, 1
voor sigarenmaker, 1 voor licht werk,
1 voor dames-laarzenmaker, 2 voor
mangelwerk, 1 voor bloemistknecht,
1 voor baker, 1 voor broodbakkers
knecht.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaande aanbiedingen ge
bruik wenschen te maken, worden
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te rich
ten, bus Doelen of Stadhuis.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
91 en van 35 uur verkregen wor
den bij den administrateur, bureau
Doelen.
Te Velsen (IJmuiden) is tot on
derwijzeres benoemd Mej. A. J. H.
W. "Bcheeffer te Haarlem.
De Schout-bij-Nacht C. ten Bosch,
directeur en commandant der Marine
te Amsterdam bezochtvergezeld
van verschillende Marine-autoriteiten
Woensdag de torpedo-inschietplaats
in zij kanaal F en woonde aldaar eeni
ge oefeningen bij.
De gemeente-rekening van Sloten is
vastgesteld in ontvangst op 55734.53
en in uitgaaf op 55572,59, batig saldo
aldus 161,945de gemeente-begroo
ting wijst in ontvangst en uitgaat aan
43686.55.
(Zie vervolg Stadsnieuws 3e 'pagina).
Hofbericht.
Wegens de treurige berichten uit
Indië ontvangen, heett Hare Majes
teit de Koningin-Regentes bepaald,
dat het diner ten hove op 31 Aug.
niet zal doorgaan.
Lombok.
Het departement van koloniën werd
in den loop van den dag Woensdag
bestormd met aanvragen van familie
betrekkingen omtrent het lot van
hunne verwanten, die deelnemen aan
de expeditie tegen Lombok. Des och
tends vooral ten 10 uur stond de ves
tibule van het gebouw vol met der
gelijke personen, waaronder ook vele
vrouwen uit verschillende standen
en voor den ingang van het gebouw
verdrong zich eene talrijke menigte.
Allen werden verwezen naar de St ats-
courantdie de namen der gesneuvel
den en gewonden zou mededeelen.
De bulletins, die met den inhoud van
het treurige regeeringstelegram ver
spreid werden, vonden gretig lezers.
Woensdagnamiddag is aan het de
partement van koloniën nog ontvan
gen het volgende telegram van den
gouverneur-generaal van Ned.-Indië:
„Kolonne Van Lawick van Pabst,
die even als kolonne Bijlevelt in het
binnenland was ter verzekering ge
maakte regelingen, opruimen verster
kingen, en terugkeer menschen naar
dessa's, raakte op terugweg bij over
gangen Babak en Narmada met Ba-
liërs slaags, bereikte met verlies een
lichtgewonde grooten weg naar Tja-
kra. Bij binnenkomen aldaar geen
schot gelost, doch nauwelijks binnen
troep uit doorboorde muren allerhe
vigst beschoten. Verdere voortgang
evenals terug onmogelijk. In loop
nacht en morgen 28 dezer bereikten
eenige detachementen Ampenan.Twee
bergstukken verloren, sluitstukken
meegenomen."
Bij het telegram werden verder op
gegeven als gesneuveldLuit.-kol.
inf. P. van Lawick van Pabst, le-luit,
genie F. W. C. van der Staaij, 2e-luit.
inf. F. Kalff en zes minderen.
Gewond: Kapt. art. J. J. Temminck,
le-luit. inf. H. J. de Jong en le-luit.
inf. C. C. Musch, zoomede 18 min
deren. Vermist: Kapt. der inf. J. C.
Lindgreen, le-luit. art. A. van der
Plank, le-luit. inf. E. de Graaf, off.
van gez. 2e kl. S. Ujlaki en 95 min
deren.
Aan den Gouverneur-Generaal is
per telegraaf verzocht, de namen der
gesneuvelde, gewonde en vermiste
Europeesche mindere militairen zoo
dra mogelijk te seinen.
Ofschoon de berichten nog zwijgen
over de aanleiding van de ramp,
meent het Hbld. te mogen veronder
stellen, dat generaal Vetter niet be
dacht was op eenigen aanval.
Toch moet deze Zaterdagavond
met zeer sterke macht hebben plaats
gehad, zegt het Hbld., en is het on
begrijpelijk hoe die ongemerkt heeft
kunnen naderen. Een zware verant
woordelijkheid rust op den bevelheb
ber. Het gebrek aan water, aan mond
behoeften, het verlies van vier veld
kanonnen! en wat erger is van zoo
vele officieren en manschappen, dat
alles maakt een hoogst pijnlijken
indruk.
Ongetwijfeld zijn onze troepen
slachtoffers geweest van veinzerij en
verraad. Na zes weken lang volko
men onderwerping geveinsd te heb
ben, wierpen de Baliërs in den avond
toen alles in ons kamp in ;d.epe
Naa het engelsch
van PAUL H. GERRARD.
57)
HOOFDSTUK XX.
Een tweede ramp.
Mi was nu reeds zeventien jaar oud.
Het was herfst de herfst, nadat Rupert achttien was
geworden.
Lady Bidebank sprak er over om naar huis terug te keeren.
Zij en Rupert bevonden zich te Bonn en hadden met een
gezelschap een wandeling naar den Kreutzberg ondernomen.
Leunende op Ruperts arm wandelde lady Bidebank langzamer
dan de anderen.
„Over zes weken zijn wij weer in Engeland terug," zeide zij.
„En mag ik dan Natalie gaan opsporen totdat ik haar
heb gevonden zeide Rupert. „Wanneer mijnheer Mellodew
haar niet kan vinden, dan zal ik haar opsporen. En daarna
ga ik met haar trouwen."
„Niet vóórdat je een en twintig jaar bent en dan is het
nog te vroeg," zeide lady Bidebank glimlachende.
„Maar wanneer zij spoedig op Bidebank Hall verschijnt,
waarom zouden wij dan langer wachten om ook u tevens
gelukkig te maken," opperde Rupert.
„Je moet wachten totdat je een en twintig jaar oud bent
Rupert, en in dien tusschentijd moeten wij een werkkring
voor je zoeken. Ik wil niet, dat je in het leger gaat. Ik zal
eene betrekking voor je zien te vinden aan een der staats-
bureauxs, misschien wel aan het buitenlandsche."
Zij wandelden stilzwijgend verder.
„En alles wat ik bezit is het jouwe alles is aan je ver
maakt," zeide mylady eindelijk.
Nu bevonden zij zich op den top van den heuvel. Bene
den hen zagen zij wandelaars, die langs de kronkelende
paadjes, mei struikgewas afgezet, naar boven klommen. Lady
Bidebanks kennissen zaten op de banken nabij het marme
ren paviljoen, en Rupert geleidde zijne aangenomen moeder
naar een dezer zetels.
De prachtige bosschen in hunne herfsttooi, de heldere
hemel, de schilderachtige kleeding vol afwisseling der platte
lands bevolking, de pracht van de marmeren versieringen,
en de plechtige zachte muziek uit de kapel in de nabijheid,
brachten hen in betoovering.
„Zullen wij binnen gaan zeide Rupert tot lady Bidebank.
Zij antwoordde hem niet.
„Zijt ge zeer vermoeid? Was de wandeling te ver voor u?"
Hij keerde zich om en raakte haar aan.
Nooit zou zij hem echter een antwoord geven. Lady Bide
bank zat daar, voor eenwig ingeslapen. Hare hand rustte in
die van Rupert.
En dus was zijne derde moeder gestorven aan zijne zijde.
Zij keerden naar Bidebank Hall terug. Mellodew en een
of twee verre bloedverwanten en lord Bidebanks zoon met
zijn goeverneur, begeleidden met Rupert het lijk.
Lord Bidebank bevond zich in de vestibule in eene be
droefde stemming, passende bij de gelegenheid.
Hij wierp een ernstigen blik op Rupert, in diepen rouw
gekleed en door smart overstelpt.
Rupert was een indringer in de familie.
Hij was van lage, twijfelachtige geboorte.
Zijn vroeger gedrag was zeer ongepast geweest.
Hij was de oorzaak geworden, dat lady Bidebank geschei
den was van hare beste vrienden.
Lord Bidebank begroette Rupert slechts door het optrek
ken zijner wenkbrauwen.
Alle daar vereenigde familieleden verkozen hem te be
schouwen ak een boosdoener, die indirect schuldig was aan
den dood van lady Bidebank.
„Als zij hier was gebleven, dan had zij nog tien jaar lan
ger kunnen leven," verzekerde lord Bidebank.
Myra en Mi waren de eenige kennissen, die hem begroet
ten. Myra was hartelijk en vol deelneming, Mi ook vol mede
gevoel en zeer verlegen.
Rupert gevoelde zich als een banneling en een schuldige,
voor den familieraad gebracht en gevonnist.
En toch wanneer deze aangenomen zoon er niet was ge-