BINNENLAND. „Peinture Bo- Peinture Bogaerts Wij maken gaarne onze lezers at tent op het prachtig uitgevoerd por tret van den Weled. heer mr. Rog mans van Amsterdam, hetwelk is ge- etaleerd bij de firma P. van Cittert Zn., als agent der speciale Por tret-schilderinrichting gaerts. Uitgenoodigd door het Bestuur woonden wij hedennamiddag de ope ning van het nieuwe gebouw van liet Diaconissenhuis bij. Het verslag daarvan moet het late uur tot het volgend nummer blijven liggen. De nieuwe St. Jozefschool. Hedenmorgen te tien uur had aan den Heerensingel de inwijding plaats van de nieuw gebouwde St. Jozef school, welke wijding door den hoog eer w. heer pastoor P. J. Thunnissen werd verricht. Na deze plechtigheid werd door een 40-tal kleintjes een versje gezongen waarna het 11-jarig meisje Jansje Knape een zeer gepaste toespraak hield en de 11-jarige Anna Pootjes haar hartje lucht gat in een gedicht. Beiden brachten hunnen dank voor de mooie school aan de stichters en begunstigers en werden door hand- geklap begroet voor hun ongekunsteld woord, dat dan ook zeer goed van stapel liep. Daarna kwamen naar voren Kaatje van Wielingen, Anna van Leeuwen, Jaantje Heijboer en Cornelia Nederend, die in hunnen kinderlijken eenvoud eens flink in een samenspraak kwa men meedeelen dat het hun goed deed in zoo een mooi huis te mogen komen en beloofden aan allen die daartoe geholpen hadden, dat zij ge hoorzaam en best zouden leeren. Dit eenvoudig woord maakte op velen die gekomen waren om bij de opening tegenwoordig te zij n een goeden indruk, daar allen vier hun lesje goed ont houden hadden. Hierna nam de heer Thunnissen het woord en dankte in de i o plaats de eerw. zuster M. Pancrace, overste van de scholen aan het Spaarne. voor de onvermoeide zorg en inspan ning, om hier een school te doen verrijzen, die door de snelle uitbrei ding van arbeiderswoningen een zeer groote behoelte was gewordenook dankte Z.E. W. het kerkbestuur, vooral den heer van Meeuwen, voor de ruime bijdragen, zoomede de jonge dames, die steeds bereid gevonden werden om de liefdegave voor de -school in ontvangst te nemen. Mocht hij aan velen dank betuigen, den heer Rob bers was.Z.E.W., zeker uit naam van velen, dankbaar voor het schoon ge bouw, dat niet uit winstbejag door hem was daargesteld. Nu ging men over om het gebouw inwendig in oogenschouw te nemen. In rationeelen stijl opgebouwd, vol gens het ontwerp van den architect C. L. M. Robbers, is de school, die een lengte heeft van 40 M., een die aan al de eischen van den tegenwoordigen tijd voldoet. Het gebouw heeft twee verdiepin gen; beneden zijn vier lokalen voor 800 bewaarkinderen, een spreekkamer, en een refter voer de zusters; boven is een lokaal voor handwerken en zijn drie lokalen voor .lager onderwijs, ter wijl elk lokaal een uitgang heeft op een breede gang. Twee gemakkelijke ruime trappen geven toegang naar de bovenverdie ping die eveneens uit vier lokalen bestaat, waarvan drie bestemd voor lager onderwijs en een voor hand werken, voorts vindt men boven nog een bergkamer, een kapel en denoo- dige kasten. Beneden is nog een ruime open en overdekte speelplaats. Voorts zijn alle localen ruim voorzien van ven tilatie en de noodige privaten en urinoirs. De school is zoowel boven als beneden voorzien van twee lei dingen, een voor wel- en een voor duinwater. Mocht het blijken dat het welwater niet voldoende is, zal het gebouw van duinwater worden voor zien, dat thans nog niet kan ge schieden. Het geheel mag dan ook aan de vervaardigers, de heeren Zuithof en Zonen tot eer strekken, dat onder toe zicht van de heeren J. Gr. Cobelens en H. C. van Meeuwen is tot stand gekomen. De school zal 6 Sept. a. s. alleen wat het, benedengedeelte betreft in gebruik worden genomen door be waarkinderen; de bovenlokalen eerst het volgende jaar. Het Witte KruiB. Donderdagavond had in het hotel Appeldoorn te Velsen, onder voorzit terschap van den heer J. C. A. Weerts, burgemeester van Velsen, eene ver gadering plaats van heeren, die zich willen aansluiten bij de op te richten afdeeling van het Witte Kruis. 22 personen waren samengekomen, die tot bestuursleden kozen de heeren: J. C. A. Weerts, Th. Wynoldy, Daniels. F. L. E. Kaulbach, W. Hofstee en C. J. Kalis die onder elkander de lunc- tiën zullen verdeelen. Het reglement der afdeeling „de Beemster" werd vervolgens voorge- )n en artikelsgewijze behandeld om het pasklaar te maken voor nieuwe afdeeling. De contributie werd bepaald op minstens 1.per jaar. De afdeeling telt reeds ruim 60 leden. Donderdagavond overkwam den zoon van Thur, werkzaam bij denveender Bakker in 'de Haarlemmermeer, te Hoofddorp, een ernstig ongeluk. Op een der bruggen schrikte het paard, waardoor het aan 't hollen ging met een zwaar beladen turiwagen. De voerman waagde een sprong, doch raakte verward in de leidsels en kreeg den beladen wagen over zijn lichaam. Hevig gewond werd hem de eerste hulp verleend door een voorbij rijden den geneesheer en later, na geheel verbonden te zijn, werd hij per bran card naar de woning van zijn -mees ter vervoerd. ling geroepen worden op te treden, als gezaghebbenden ook over militaire krijgsoperatieën moeten oordeelen en beschikken alsof zij hun leven lang als militair hebben gehandeld en ge werkt Ik zal mij echter nu wel wachten, op zoo'n afstand eenig oordeel te ui ten over de verschrikkelijke vraag, aan wien de schuld ligt bij deze Lom- boksche expeditie. Noch den resident, noch de contro leurs mag ik zoo maar klakkeloos, nu de schuld geven onzer vree- selijk geleden nederlaag, maar ik zal het altijd blijven afkeuren, dat en op Atjeh en bij zoovele andere krijgsope- ratiëu, steeds de bekwaamheid van civiele ambtenaren blindelings wordt vertrouwd, waardoor toch zoovele bra- officieren en minderen zijn opge- Voor den aanbouw van school No, te Haarlemmermeer is aannemer geworden voor 2980 de heer J, Stans. De hoogste inschrijving was/8975. Gemeenteraad Zandvoort. In de Donderdagmiddag te Zand- voort gehouden openbare raadsver gadering, waarbij 4 leden tegenwoordig waren, deelde de Voorzitter, nalezing en goedkeuring der notulen van het verhandelde in de vorige vergadering, medea. dat de goedkeuring van Heeien ^Gedeputeerde Staten verkre gen was op het kohier van den Hoofde- lijken Omslag, dienst 1894 en op het raadsbesluit van 23 Juli 1894 no. 10, tot het onderhandsch verhuren van 10 strandstoelen aan de wedw. Jb. Schuiten gedurende het badseizoen 18942o. dat de heer Jn. Hollenberg de benoeming tot regent van het oude mannen- en vrouwengasthuis ilhier heeft aangenomen:; 3o. dat tot zetter van 's Rijks-directe be lastingen alhier, in de plaats van wij len den heer Jb. Hollenberg, benoemd is de heer J. A. van Noppen, die de benoeming heeft aangenomen.; en 4o. dat heerenj Gedeputeerde Staten af wijzend beschikt hadden op de re clame van J. Koning tegen zijn aan slag in den Hoofdelijken Omslag, dienst 1893. Daarna werd den Raad deGemeente- rekening over 1893 door Rurgei ter en Wethouders aangeboden. Tot leden der commissie voor het nazien dier rekening werden benoemd de heeren N. H. Peters, C. Draijeren J. Hagveld, Daarna was aan de orde het op maken der voordracht voor twee le den van het college van zetters al hier, ter vervulling van de periodieke aftreding van de heeren H. Driehui zen en J. A. v. Noppen. Na gehouden stemmingen werd de voordracht opgemaakt als volgt lo. M. Te-jkman, 2o. Jn. Hollen berg, 3o. W. v. d. Werff en 4o. N. H. Peters. De behandeling der restanten en oninbare posten inzake den Hoofde lijken Omslag, diensten 1892 en 1893 en de hondenbelasting, dienst 1898 werd aangehouden tot de volgende vergadering. Daarna werd de vergadering ge sloten. De stichting van een wees- en oude mannenhuis te Haarlemmermeer be gint door ijver en werkzaamheid van het tegenwoordige Burgerlijk Armbe stuur veel kans van slagen te krij gen. Eene commissie uil dat bestuur heeft de geestelijken met haar arm- verzorgers uitgenoodigd, tot een'e sa menkomst, ter bespreking dier hoog- noodige zaak, om zoo spoedig moge lijk het gewenschte doei te bereiken. Vele jaren geleden is de diaconie der Herv. gemeente te Hoofddorp begonnen, pogingen in 't werk te stellen, door gelden in te zamelen tot stichting van een weeshuis, wat haar ten deele gelukt is. Een aardig sommetje voor dat doel is in de diaco- niekas voorhanden. De volksspelen, die op het fort IJmuiden ter gelegenheid van den verjaardag der Koningin zouden ge houden worden zijn niet doorgegaan wegens de ramp die het leger in Ned. Indië getroffen heeft. Lombok. Een tweede telegram, Donderdag verzonden van Batavia, aan het Hbld. vermeldt. „Het verraad ging uit van den be jaarden vorst, aangestookt door de .hoofden. Goesti G' dé Djilantik zon er echter geen -deel aan hebben ge had, ofschoon ook hij onder verden king ligt. „De controleur Liefrinck is naar de Oostkust gezonden om de hoofden der Sasaks aan te sporen een inval te doen op het gebied der Balische over- heerschersu. Naar men van Soest lijk verneemt, zijn onze Koninginnen zeer onder den indruk van het gebeurde te Lombok. Van de hand van den gepensioneer den vice-admiraal jhr. De Casembroot, oud-lid van do Tweede Kamer der Staten Generaal, is onder den titel De Nationale Ramp in druk versche nen en rondgezonden het volgende stuk „De diep treurige tijding van het sneuvelen en verminken van zoovele dapperen van ons braaf Indisch leger, die de eer van Nederland (reeds zoo vele jaren een groot koloniale mo gendheid) met. opoffering van hun le ven hebben willen hoog houden die treurmare heeft geheel Nederland en voorzeker niet het minst ook ons dierbaar Vorstelijk Huis diep getrof fen. Het is niet de eerste maal dat gebrek aan staatkundig inzicht, van civiele ambtenaren, die soms plofcse- offerd geworden, terwijl de geschiede nis van onze eerste Bali-expeditie nog versch in het geheugen mijner tijd- genooten is, waarbij toen ook zooveel dappere mannen het leven moesten verliezen. Ot zijn misschien de gevol gen onbekend gebleven van 1879, toen de onoverwinnelijke generaal Karei van der Heijden, die binnen één jaar tijds de Atjeh-oorlog zou ten einde hebben kunnen brengen, plaats moest maken voor een civiel hoofd ambtenaar, zoodat wij nu 16 jaren achteréén van dat oogenblik af dui- zende menschenlevens door :svijands vuur en door ziekte hebben verloren Toen toch hadden onze regeerings personen genoegzaam geleerd, hoe weinig men de indische volken in den Archipel eenig vertrouwen matj schenken, wanneer zij het weten,met welk doel zij door eene militaire macht bedreigd wordenlang te voren heb ben de Balineezen deze Lomboksche expeditie verwacht, en heelt men hun minstens twee jaren den tijd gegund om zich voor te bereiden en te wa penen. De tegenwoordige goeverneur-gene- raal, volkomen bekend met ben geest of het karakter der verschillende vol ken in den Archipel, zal ongetwijfeld en zeer stellig, tot voorzichtigheid en wantrouwen tegenover Balineezen de militaire en civiele ambtenaren in dezen gewichtigen oorlog hebben aan gespoord. Ware deze goeverneur-generaal een man met zooveel kennis en on dervinding van indische zaken reeds eenige jaren geleden, tot die allerbelangrijkste hooge betrekking benoemd geworden, dan voorzeker, zoude men op Lombok den Balinee zen, met of zonder Sassaks, geen tijd gelaten hebben, zich voor te bereiden op den slag, dien zij door de grootst mogelijke overmacht geslagen hebben en Nederland met al zijne koloniën, aan eeno hatelijke critiek van geheel de beschaafde wereld hebben kunnen bloot stellen. De generaal-opper be vel hebber Vet- tor seint per telegram, dat zelfs water en vivres ontbraken, en het bivak bij den terugtocht niet te bereiken was en ook de gemeenschap met Ampe- nan verbroken was, ingesloten tus- schen Tjakra en Mataram het offen sief optreden onmogelijk is. De opperbevelhebber die op Atjeh zich zoo hoogst verdienstelijk en dap per heeft doen kennen, zal voorzeker wel alle militaire voorzorgen hebben bevolen, die onvermijdelijk zijn, bij eene landing en tijdelijke vestiging zijner troepen in een vijandig land. Hoe is het ooit te verklaren, dat minstens een paar duizend vijande lijke troepen, misschien ettelijke dui zenden meer, reeds lang te voren zich hebben kunnen verschansen of schuil houden, zoodanig, dat de staf van het leger, noch de patrouilles noch de ordonnansen of de cavalerie, iets van die ophooping of massa troepen hebben kunnen vernemen Mijn God is het mogelijk geweest, onze zonen en broeders van het brave Indische leger, op zulk een onver klaarbare wijze'opgeofferd te weten!! Aan wien ligt hier de hoofdschuld Niemand, en ik het allerminst, kan de treurige verwaandheid bezit ten hieromtrent eenig oordeel te uiten. De tijd alleen zal later kunnen op helderen in deze verschrikkelijke treurige Nationale ramp." Verscheidene Indische officieren met verlof hebben zich bij Koloniën gemeld, om zoo noodig vóór het eindigen van hun verlof terug te mo gen keeren naar Indië. Bij het departement van koloniën is Donderdag namiddag te 4 uur nog van den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië ontvangen het navolgende telegram Van vermist terug Kamerman, licht gewond, 34 Europeesche min deren, waarvan 7 gewond. Vetter marine opgedragen beschieting Ma taram. Eenige inlandsche fuseliers en bedienden, die, na door Baliërs vangen, te Ampenan terug, berichten vijand westzijde Mataram versterkte en Igranaten marine zuidoost Mataram neergekomen. Aan Quispel (den com mandant der maritieme middelen) correctie aangegeven. Balische strand- kampong Tanambat door marine be schoten. Hoofden Tandjong Karang, Sekarbelo en Sasaksche kampongs bij Ampenan opgeroepen, betoonen meeste hulpvaardigheid en medewer king. Verraad zou uitgegaan van ouden vorst op aansporing Poeng- gawa. Dj elan tik zou met zijn volk niet meegedaan; toch houding verdacht, ons niet gewaarschuwd. Liefrinck naar Oostkust, om tot Sasaksche verontrusting Balisch gebied aan te sporen* Plannen omtrent hernieuwd offen sief optreden en hetgeen daarbij acht te nemen, deelde V< tier mij mede. Opgave namen geneuvelde minderen nog niet mogelijk. Toestand naar Soerabaija overgebrachte gewon den algemeen zeer gunstig. St.-Cl Naar aan het Hbld. wordt mede gedeeld, zou er sprake van zijn een der oorlogsschepen van hier naai Indië te zenden en wellicht ook een afdeeling mariniers met een particu lier stoomschip. Jacht op hazen. In ons land wordt de jacht op ha zen en patrijzen op denzeltden dag geopend. Wie op instandhouding vac de eerste wildsoort prijs stelt ziet mei leedeoogen aan, dat in de eerste dagen na de opening door broodjagers soms meer dan tien stuks per dag word! geschoten en dat dikwijls in het leger, Immers deze hazen liggen zoogenaamd „vast" in akkers met veldvruchten bebouwd. Eerst nadat deze zijn ge oogst verspreidt het wild zich. Boven dien worden zoolang het veld niet kaal is ook vele jonge exemplaren buit gemaakt, die, werd hun leven nog eenigen tijd verlengd, later eene grootere handelswaard! zouden ver krijgen. Vandaar, dat deskundigen er op aandringen om de jacht op hazen niet vóór den len November te openen en de sluiting te bepalen op 1 Januari, Of de autoriteiten van dit alleszins billijk verlangen nota zullen nemen zal de tijd moeten leeren. Te ver wachten is het evenwel niet, want hoewel de leemten, die er in de wet tot regeling van de jacht en de vis- scherij bestaan talrijk zijn, blijft toch alles steeds bij het oude. op de sofa en barstte in een langdurig snikken uit. Eenigen tijd was hij zich geheel onbewust van wat er rondom hem voorviel. Na eenigen tijd bemerkte hij, dat er in zijne nabijheid werd gesproken en wel door Mellodew tot den lord, die in de bibliotheek waren teruggekeerd. De koele maar beleefde stem van lord Bidebank trok het eerst zijne aandacht. „Ik heb bevel gegeven om alle laden en papieren van de mylady te doorzoeken onder uw toezicht. Natuurlijk zal ik het testament als het gevonden wordt voor geldig erkennen, ofschoon ik het beschouw als het product van een eenigs- zins gestoord brein. Ik heb haar handelwijze met het oog op dien jongen steeds afgekeurd, en gewenscht, dat hij niet in de familie werd opgenomen. Zelfs al ware het testament ge vonden dan zou ik toch het verzoek om voogd te zijn van de hand hebben gewezen en hem hebben verzocht om zoo spoedig als het eenigszins mogelijk was een huis te verlaten, waarin hij niet het minste recht heeft om er in te ver toeven." „Maar mylord, als het testament niet gevonden wordt, terwijl ik u met zekerheid kan verklaren, wat de inhoud er van is, wilt u dan den knaap niet het een of ander toe wijzen uit de nalatenschap van wijlen lady Bidebank?" „Geen centDe andere legaten, waarvan door u gesproken ie, wil ik uitkeeren, maar hij krijgt niets." „Met uw invloed zoudt u veel kunnen doen om hem te helpen, en hij is een flinke jongen. Ter wille van de vriend- chap voor wijlen uwe tante...." „Geen woord meer daarover mijnheer Mellodew. Mijne tante'a genegenheid voor dien jongen is onze familie steeds een doorn in het oog geweest. Ik trek mijne handen van hem af. Wordt het testament gevonden, dan kan hij krijgen wat hem vermaakt wordt, hoewel ik zijn voogd niet wil worden. Dat weiger ik beslist. Wat hemzelf betreft, hij is hier een indringer en moet hier ook zoo kort mogelijk blij ven. Ga nu als 't u blieft met mij mee, dan zullen alle sleu tels u worden gegeven en kan mijn secretaris u bij uw on derzoek helpen, dat, ik voorzeg het u, vruchteloos zal blijken te zijn. Mylady zal ongetwijfeld hare dwaasheid ingezien en het testament, toen zij het vond, vernietigd hebben." De heeren verlieten de bibliotheek. Met gloeiend gelaat en fonkelende oogen sprong Rupert op. Hij wilde geen uur langer van lord Bidebanks gastvrij heid gebruik maken. Hij ijlde naar zijne kamer. Met bevende vingers pakte hij het weinige, dat hij sinds zijn terugkeer van het vasteland nog niet had uitgepakt in zijn koffer. Hij schelde daarna een bediende en beval hem om zijne koffers al te geven aan den persoon, dien hij ze zou laten halen en zonder een woord tot verklaring ol afscheid, wandelde hij naar Londen met zijn valies in zijne band, zijn hart berstende van smart en woede. Toen hij de poort van Bidebank was genaderd, daar hij nog eens een blik wilde werpen op Bidebank Lodge, hem vroeger zoo dierbaar toen de nu verdwenen Natalie er woonde, ontmoette Rupert een knaap met een helder gelaat en bor op te stelig haar, gekleed in bombazijn, die vroeg ol hij zijn valie8 voor hem mocht dragen. Deze was niemand anders dan de jonge Pettigrew, die weg was naar Bidebank Hall met een brief van missBartb, maar die het niet voor verkeerd hield om een omweg maken, wanneer hij daarmee een fooitje kon verdienen. Deze hoopvolle knaap vergezelde Rupert een mijl ver, totdat zij een cab ontmoetten, waarmee Rupert zich naar de city liet brengen. Groot was dien avond de opgewondenheid onder het per soneel op Bidebank. Rondom de lange tafel praatten allen door elkaar, behandelende de laatste gebeurtenissen. Het testament van mylady was verdwenen. Mijnheer Mel lodew had gezegd, dat daarin alles aan mijnheer Rupert vermaakt, en nu was mijnheer Rupert verdwenen en hij kreeg niets. „Zal lord Bidebank niets voor hem doen?" vroeg er een. „Neen, die nooit!" riep de grootste bediende. „Lord Bide bank haat hem omdat hij een vondeling is." „Maar hij is toch zulk een flinke jonge man," zuchtte linnenmeid. „Ik heb nog nooit zulk een knappen jongeling gezien." „Lord Bidebank zou zeker niet graag zien, dat de jonge heer al het geld kreeg?" sprak juffrouw Pettigrew. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2