DE JACHT OP EEI ERFENIS. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: ADYERTENTIEN: FEUILLETON 12e Jaargang: Woensdag 5 September 1894. No. 3428 Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door bet geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37J. Dit blad verschijnt dagelijkB, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat 1~=3=. Haarlem. TVIefoonnnniiner 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantïen. Directeur-Uitgever J. C. PEEBEBOOE Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE dk Co., JOHN F. JONES, Suee., Pargt 31bw Faubourg Montmartre. STADSNIEUWS, Haarlem4 Sept. 1894. Naar wij vernemen heeft de heer mr. W. Jager Gerlings aan H. M. de Koningin eervol ontslag aangevraagd als majoor- kommandant der d.d. schutterij. Wij vermelden dit met leedwezen. Mr. Jager Gerlings heelt in de jaren dat [hij aan het hoofd der schutterij heeft gestaan, veel voor haar gedaan [en steeds zijn tijd en arbeidskracht [daarvoor beschikbaar gesteld. Ons en zeker velen met ons zou het aangenaam zijn, wanneer mr. Ja ger Gerlings alsnog kon worden be wogen zijn functie aan de schutterij tei blij ven vervullen. Vereeniging. Dat de verbouwde Sociëteit Veree- niging den eersten October zal kun nen worden in gebruik genomen, is niet waarschijnlijk. Hoewel er flink wordt doorgewerkt, is er nog zóóveel te doen dat het nog wel een paar weken na 1 Oct. duien zal. Intusschen beraadslaagt het Be stuur over eene feestelijke opening van het nieuwe gebouw. Hoe die zal plaats hebben is nog niet beslo ten, allicht zal er een concert zijn van een onzer beste korpsen in Ne derland, gevolgd door bal. Er is ook gesproken over het engageeren van eene uitstekende soliste. Maandagmiddag geraakten te Zand- voort 2 kinderen van 2 en 3 jaren onder een rijtuig. Door het spoedig stilstaan der paarden bekwamen de kinderen slechts geringe kwetsuren toch :was geneeskundige hulp nood zakelijk. De verpleegden in het Oude Man nen- en Vrouwen Gasthuis te Zand- voort zijn op 31 Augustus jl. ter viering van den verjaardag van H. M. de Koningin door een badgast feestelijk onthaald. Nieuw buskruit magazijn. Zoo er bij de omwonenden geen overwegende bezwaren bestaan, zal te Spaarnwoude bij Spaarndam een bus kruit- en projecti lenmagazijn worden gebouwd. Ook een record De heer P. Quarles van Uflord schoot Zaterdag in de Zandvoortsche duinen niet minder dan 72 patrijzen dit cijfer werd in deze omgeving nog nimmer bereikt. Zondagmiddag werd door de po litie te Zandvoort aangehouden een löjarige jongeling uit Amsterdam, die door groote verteringen de aan dacht getrokken had. Bij onderzoek bleek, dat hij heime lijk Amsterdam had verlaten, na zich een bedrag van ongeveer f260 toegeëigend te hebben ten nadeele van zijn patroon, voor wien hij twee quitantie8 moest innen. Ongeveer f210 werd nog bij hem gevonden. BINNENLAND, LOM 110 Het Nieuws van den Dag heeft he den het volgende telegram ontvangen De vorst van Lombok biedt aan, vijftig gevangenen in vrijheid te stel len en van verzet af te zien, indien de troepen terugkeeren. Een brief van Generaal Vetter be reikte kapitein Lindgreen. Door den goeverneur-generaal van Nederlandsch-Indië zijn bij telegram de namen opgegeven van 45 Euro- peesche militairen beneden den rang van officier, die bij de jongste ge beurtenissen op Lombok gesneuveld zijn, en van 22, die nog vermist worden. In het bedoelde telegram wordt verder door den Landvoogd gemeld Volgens van Praja gekomen hoof den zijn Sasaks in massa opgerukt tot Oostelijken oever Babak en is kapitein Lindgreen (in deNederland- sche Staatscourant van 30 Augustus als vermist opgegeven) met detache ment ingesloten beoosten Tjakra Ne gara. Sasaks zouden trachten hem in veiligheid te brengen. Bergkanonsen marine beschoten Mataram. Versche troepen reeds te Ampenan aangeko men. Gezondheidstoestand gunstig. De Staatscourant van 4 dezer meldt Ten vervolge op het bericht, dat uit Indië opgave is ontvangen van het aantal op Lombok gesneuvelde en vei miste Europeesche militairen be- nedcn den rang van officier, worden hieronder hunne namen vermeld. (A. Gesneuveld zijn. Van het 6e bataljon infanterie: A. van der Aa, adjudant-onderoffi cier algemeen stamboeknommer 24007 A. B. Sittorp, iourier, id. 23043 C. G. Pfander, sergeant, id. 28068; F. W. C. Koch, sergeant, id. 27710; H. W. Biehart, serg., id. 32940A. Bertoen, korporaal, idem 30924; J. Mol, fuselier, id. 31776J. J. Min- ses, fuselier, id. 22809O. W. J. Voss, luselier, id. 33810J, Houkema, fuselier, id. 33862. Van het 7de bataljon infanterie: M. A. R^gnier, sergeant, algem en stamboeknummer 21811P. J. Heins- broek, id. 28626H. van Meurs, ser geant, id. 31427H. de Wilde, kor poraal, id. 24885; I. A. Engberts, fu selier, id. 26425C. J. van Spaarn- donck, fuselier, id. 34467; H. Cornet, fuselier, id. 30214W. Brunen, fuse lier, id 22622; J. Siecama, fuselier, id. 19770; B. Hoiting, fuselier, id. 34757I/van Thiel, fuselier, id. 23111; G. Kruidhof, fuselier, id. 31883; J. de Vijl der, fuselier, id. 33391J. E. C. W. Bruchhaus, fuselier, id. 27784 G. J. Reuter, faselier, id. 34464; H. R. Scherf, fuselier, id. 16042. Var. het 9e bataljon infanterie A. H. W. Becker, sergeant, alge meen stamboeknommer 19708A. Schar, sergeant, id. 21851P. de Jong, sergeant, id. 25290; M. J. van der Kaay, sergeant, id. 18178H. Rotgans, hoornblazer, id. 17790; J. van der Woude, fuselier, id. 26900M. Groe- nendaal, fuselier, id. 29181J. G. Alboeck, fuselier, id. 32049L. J. B. Avonds, fuselier, 33976W. ten Klei, fuselier, id. 23467A. den Held, fuselier, id. 29630. Van de artillerie: J. C. Heyser, sergeant veld-artille- rie,algemeen stamboeknommer 23072 J. Aleven, kanonnier, id. 25521W. P. Anemaet, kanonnier id. 36092; J. Booy, kanonnier, id. 31468; J. R. Nussen, kanonnier id, 36938. Van de genie G. Ruitenbeek, geniesoldaat, alge meen stamboeknommer 37619. B. Vermist zijn Van het 7de bataljon infanterie W. D. Hoskam, sergeant, algemeen stamboeknommer 23611. Van het 9de bataljon infanterie: J. H. M. van der Wijst, sergeant majoor, algemeen stamboeknummer 16102I. I. I. van Lith, sergeant, id. 23337C. J. Wenzler, sergeant, id. 31012; C. M. W. Sablerolle, fourier, id. 22453; C. T. Michels, korporaal, id. 12034; G. A. Frentzel, korporaal, id. 24038; A. van Hoogstraten, fuse lier, id. 32057F. Kroll, fuselier, id. 20244; G. van den Ham, fuselier, id. 35761. Van de artillerie M. H. Salden, kanonnier, algemeen stamboeknummer 32724J. Hettema, sergeant, id. 30202; W. F. Buchten, kanonnier, id. 31056J. v. d. Broek, kanonnier, id. 28470W. Feller, ka nonnier, id. 36716. Van de genie: W. F. H. Tinga, sergeant, algemeen stamboeknummer 28723. Van den geneeskundigen dienst H. H. H. Loontjes, hospitaalbe- diende, algemeen stamboeknummer 20247K. Frugte, hospitaalbediende, id. 16232; H. Loverink, ziekenoppas ser, id. 22611. Van den trein J. Roza, sergeant der artillerie, al gemeen stamboeknummer 36728. Van het hoofdkwartier A. G. Roso, sergeant-schrijver, al gemeen stamboeknummer 29105W. W. van Zuilen, cavalerist, id. 26918; Van nog twee gesneuvelden, wier namen niet duidelijk waren overge seind, is aan de Indische Regeering opheldering gevraagd. Met het oog op de gebeurtenissen op Lombok is bepaald, dat ingelijf- den bij de militie te land, die, onder de wapenen zijnde, tot degeoefenden van hun wapen zijn overgegaan, of, zich met groot verlof bevindende, bij hun vertrek met onbepaald verlof gerekend werden tot de geoefenden te behooren, bij detacheering bij het leger in Nederlandsch-Indië, op den voet van het bepaalde bij koninklijk besluit van 29 Juli 1873, boven de gewone gratificatie of premie aan die detacheering verbonden, zullen ge nieten eene gratificatie of premie ad honderd gulden, dus in het geheel drie honderd gulden, mits zij zich in den loop van de ingetreden maand September of in de volgende maand voor die detacheering hebben aange meld. Voor iederen milicien die ter deta cheering bij het leger in Oost-Indië wordt aangebracht, alzoo ook voor den zoodanige die zich onder de wa penen bevindt, wordt eene aanbreng premie van f10 toegekend. Uit een brief den 203ten Juli ge schreven te Tjakra Negara wordt het volgenden ontleend „De plaats hier ligt ongeveer an derhalf uur van de kust en heeft een heerlijk klimaat, 's Nachts kan het hier zelfs vrij koel zijn. Wij liggen hier met het 6de bataljon en een paar stukken geschut. De andere bataljons liggen dichter bij de kust. Het ver loop der expeditie heeft u zeker uit de couranten gezien. De voornaamste aanhanger van den opgestanen vorst heeft zich vóór ons verklaard en is met 1200 man naar Bali overgebracht. De vorst heeft toen ingezien dat hij het niet kon volhouden en zichzelf doodgestoken. Juist toen het eerste schot zou vallen, kwam men ons met een witte vlag tegemoet. Men schijni voornamelijk afge schrikt te zijn door de groote troe penmacht van 4000 man, die dan ook heel wat toonde, toen ze op het strand opgesteld was. Ons doel is hier nu voornamelijk machtsvertoon. Daarom zullen wij nog wel ongeveer een maand ot' zes weken hier blijven. Het leven is hier echter al weer juist als op Java. Vanmorgen hebben wij weer kalm geëxerceerd, doch voornamelijk maken wij marschen naar het bin nenland ten einde ons te laten zien. De natuur hier is over het algemeen nog mooier dan op Java, ook zijnde verblijven van de vorsten bizonder prachtig en het is haast niet te be grijpen hoe deze halve wilden zulke gebouwen kunnen oprichten, als men hier vindt. Gisteren zijn wij door den vorst geïnviteerd om het paleis te komen zien. Uit alles kreeg men den indruk dat hier enorme rijkdom is. O. a. werd de vorst uit zuiver gouden scha len bediend, ook zag ik enkele prach tige wapens schitteren. De vorstelijke personen zelf zijn echter in 't geheel niet te onderscheiden van het gewone volk alleen door hun gevolg en door de vergulde pajong, die voortdurend boven hun hoofd gehouden wordt. Hun kleeding bepaalt zich alleen tot het hoogst noodige, doch men ziet de meest schreeuwende kleuren bij elkaarHet meeste pleizier hebben wij van onze muziek, die ze natuur lijk nooit gehoord hebben, maar over het algemeen vinden ze hun game lang toch mooier, waardoor ze geheel in vervoering geraken. Een kenmer kend onderscheid met de Javanen is hun zindelijkheid en van badplaatsen wordt veel werk gemaakt. Het mooie bestaat hier voornamelijk in het groote. Bij den vorst was een zwem vijver waarin 3 oorlogsschepen konden liggen en van glashelder water.Iederen dag gaan wij baden in de rivieren, ter wijl de officieren van kleine water vallen gebruik kunnen maken, welke heer lijk verfrisschend zijn. Eigenlijk is er wat veel water hier, want geregeld eiken dag moet men er door als men een eindje ver gaat. Voor de inlan ders is dat geen bezwaar, daar die tot boven de knie naakt zijn, doch ons kost het heel wat aan schoeisel en pantalons. Alles wat men hier koopt moet be taald worden met rijksdaalders of ke- pengs, waarvan men er 1500 (vijftien honderd) voor een rijksdaalder krijgt. Die vindt men aan hier ook bij dui zenden het is eigenlijk een Chinee- Naar het engelsch van PAUL H. GERRARD. 60) HOOFDSTUK XXI. Aan zichzelf overgelaten. „Rijd mij maar naar uwe tante, dan zullen wij eens een kijkje nemen," zeide Rupert, voor wien het denkbeeld om op kamers te wonen groote aantrekkelijkheid had, omdat hij er dan het meest zeker van was, dat men hem niet zou opsporen. De kamers, een zit- en slaapkamer tegen t en shillings per week, zagen er vrij goed uit. „En wanneer u er niet aan gewend zijt om uzelf te be dienen," zeide de koetsier, „laat mijne tante dan maar voor uw ontbijt zorgdragen. Zij zal u voor negen stuivers goed bedienen mijnheer; u eet dan buitenshuis." Deze raad kwam Rupert verstandig voor en hij kwam verder met den man overeen, dat deze zijne koffers zou gaan halen van Bidebank Hall, wat den volgenden morgen ge schiedde toen Mellodew bij miss Barth was; de bediende op Bidebank gaf zich niet de moeite om te vragen, waar de koffers heengingen. Rupert was dus voor de vierde maal voor zijne vrienden verloren, die weldra begonnen met hem op te sporen. Zijn kommer stond evenwel niet in verband met zijne kennissen, want in zijne moedeloosheid, veroorzaakt door zijne tegenspoed, begon hij er in zijne jeugdige onervaren heid aan te twijfelen, of hij werkelijk wel vrienden had; hij was er slechts op bedacht eene betrekking te vinden. Met dit doel zwierf hij de city door. Dank zij zijne groote volharding verkreeg hij ten laatste de toezegging voor eene betrekking van buitenlandsch cor respondent in een groot grossiershuis, mits hij eene goede aanbeveling kon geven. Waar kon hij die krijgen? Na te hebben verklaard, dat hij het gevraagde zou ver schaffen, liep hij Cheapside op en neer, een strijd voerende met zijn afkeer om vroegere kennismakingen te hernieuwen, toen zijn oog viel op een nummer van de Timeswaarin de volgende ad^rtentie goed in het oog vallend stond ge plaatst „Rupert B. B. wordt ernstig verzocht G. Mellodew eens op te zoeken, enz." „Hoe?" riep Rupert bij zichzelf uit, terwijl hij diep adem haalde, „zou het testament zijn gevonden?" Hij begaf zich onmiddellijk naar Mellodews kantoor en bouwde onderweg allerlei luchtkasteelen. Hij zou zich laten raden door Mellodew wat betreft eene goede belegging van zijn geld en vervolgens in zaken gaan; hij zou Natalie gaan opsporen en haar ongetwijfeld wel vinden. Na eenigen tijd zouden zij trouwen en dan met contessa Idria een gezellig huis gaan bewonen in een van de mooist gelegen voorsteden, en dan voor altijd gelukkig zijn. Deze vreugdevolle gedachten voerden hem naar Mellodew. De rechtsgeleerde drukte nem hartelijk de hand. „Kom je mij eens opzoeken jonge vriend Daar doe je goed aan 1 Wat heb je ons op eene zonderlinge manier verlaten I Miss Barth zoekt je overal en wil dat je bij haar komt. Zij is zooals je weet je voogdes." „Niet voordat het testament is gevonden," zeide Rupert. „Ja, het is zeer jammer, maar het testament is niet ge vonden. Miss Barth wil je evenwel bij haar zienje kunt dan Barth House bewonen, dan kan zij je wel een werkkring verschaffen." „Het is zeer vriendelijk van haar," zeide Rupert stijf „maar ik heb reeds mijn leven lang van de goedheid van anderen moeten afhangen. Daarvoor ben ik nu te oud. Ik zal de goede opvoeding, die ik heb genoten, aanwenden als middel om in mijn eigen onderhoud te voorzien. Er wordt mij eene betrekking aangeboden tegen een vrij goed salaris en als u mij aanbeveelt, dan zal ik die wel krijgen." De notaris deed nog eenigen tijd zijn best hem tot andere gedachten te brengen, maar Rupert verzocht hem slechts miss Barth voor hare vriendelijke bedoelingen te bedanken. Hij zeide tevens, dat hij voor het oogenblik liever geen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1