BINNENLAND.
Tusschen Nieuw-Vennep, Hillegom
en het Btation Veenenburg is met
ingang van heden een Omnibus-
dienst geopend, die driemaal per dag
de gemeenschap zal onderhouden.
In IJ- en Haarlemmermeerpolders
is hedenmorgen met het delven der
beetwortelen een aanvang gemaakt.
Vissoherij.
0 m u i d e n. Benevens eenige Hol-
landsche en Engelsche kotters welke
redelijke vangsten korvisch hadden,
werd gedurende de afgeloopen week
onze haven bezocht door ruim 400
botters en schokkers, welke allen be.
vredigende vangsten aanvoerden.
De prijzen hielden zich goeder
werd vooi groote tongen 0,50 ii ƒ0,80;
middensoort ƒ0,25 a 0,35; kleine
ƒ0.05 4 f0.15 betaald. Tarbot gold
ƒ2.50 4 ƒ11.50, rog ƒ0.70 a ƒ0.95 per
stuk, terwijl schol per mand ƒ1.50 4
ƒ5, schar ƒ2 4 ƒ3.15, pieterman ƒ1
a ƒ1.25, wyting ƒ0.60 4 ƒ0.80 op
bracht.
De besomming der botters was 35
a ƒ80 per vaartuig.
brecht, secretaresse en mej. C. Rasch
2e secretaresse,allen inDen Haag woon
achtig.
Sta Pal! zal voortaan ook het or
gaan dezer vereeniging worden.
Geroïeerd.
Recht voor Allen deelt mede, dat
in de verleden Vrijdag gehouden huis
houdelijke vergadering der afdeeling
Amsterdam van den sociaal-democra-
tischen bond J. A. Portuin met bijna
algemeene stemmen geroïeerd is als
lid.
de groothertog van Saksen en
groothertogin van Mecklenburg.
Chrysanthemum-Tentoon
stelling.
De tentoonstelling van chrysanthe
mums en andere bloeiende planten,
uitgeschreven door de Nederlandsche
Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde, afd. Amsterdam, welke
gehouden zal worden in den huize
„Stroucken", van 8 tot 12 November
a. s., belooft inderdaad schitterend te
wezen.
Het zal dan twee jaar geleden zijn
(het 'vorige jaar was er geene ten
toonstelling) dat de inwoners van
Amsterdam en vele bezoekers van
buiten met eene groote verzameling
van deze schoone plantsoort opnieuw
kennis maakten.
Waren de beide vorige tentoon
stellingen in alle deelen der vermel
ding waard, dit jaar mag de ver
wachting dubbel hoog gespannen zijn
wegens den zeer grooten aanwas van
prachtsoorten, sedert dien tijd gewon
nen, zoowel in Amerika als in Frank
rijk en Engeland,
Naar werd verzekerd, moeten vele
der nieuwe soorten in kleurenpracht,
bloei en vorm al het vroegere in de scha
duw stellen.
Ook vele liefhebbers, die zelf kwee
ken willen gaarne toonenwelke
waarde deze plantengroep voor den
leek heeft, ten einde hunne mede-lief-
hebbers tot eene proef-kweeking op te
wekken.
Bovendien zullen nog tal van na-
jaarsplanten op deze tentoonstelling
mede waardig vertegenwoordigd zijn,
zoodat er inderdaad „wat schoons"
in 't verschiet is.
Politiebond.
Blijkens mededeeling van den heer
mr. H. Ph. de Kanter, secretaris-pen
ningmeester der commissie, die zich
belast heeft met het inzamelen van
gelden voor de fondsen van den Po
litiebond, is bij hem aan bijdragen
ingekomen de som van 3556.75,
welke aan het nieuwe hoofdbestuur
van den Po itiebond zal worden over
gedragen.
Heide ontginning.
Het Bestuur van de in Den Haag
opgerichte kwart-gulden-vereeniging
voor heide-ontginning, is als volgt
samengesteld
Mej. B. L. W. Van der Hucht, pre
sidente en penningmeestere8semevr.
de wed. M. G. BoschDorrepaalj
vice-presidentemej. A. M. C. Engel-
Brand te Amsterdam.
Zondagavond ruim half negen brak,
door het vallen van een petroleum
lamp, brand uit op de tweede ver
dieping van het perceel St. Anthonie-
breestraat 7 te Amsterdam, waarbij
de voorkamer op die verdieping met
den inboedel in de asch werd ge
legd en de gevel van de derde ver
dieping zwaar werd beschadigd. De
brandweer werkte met drie stralen
op twee vechtkranen en was de vlam
men spoedig meester.
Een knaapje van omstreeks vier
jarigen leeftijd, Maurits Hamel ge
naamd, die zich op de derde verdie
ping van het huis bevond, werd door
de brandweer in bewusteloozen toe
stand naar buiten gebracht en, na
bijgebracht te zijn, naar hetlsraëlie-
tisch gasthuis vervoerd.
De commandant, de heer Meier,
was bij den brand tegenwoordig.
De feesten te Zaandijk.
Zooals reeds gemeld is, viert Zaan
dijk deze week feest ter gelegenheid
van het 400-jarig bestaan der gemeen
te. Deze feesten zijn Zaterdag geopend
door een heraut te paard, die door
hellebardiers en fakkeldragers omge
ven het feest aankondigde, waarna
de kermis werd geopend. Luide ver
kondigden Zondag kanongebulder en
klokgelui, dat het feest een aanvang
had genomen. In de Herv. Kerk werd
door den heer ds. C. G. Menzel in
de godsdienstoefening het feit her
dacht, dat aanleiding gaf tot deze
feestelijkheden.
Een feestelijk aanzien had dit schil
derachtig gelegen zaansche dorp, door
de bizonder groote drukte, die er Zon
dag heeschte, door de eerepoorten en
vele versieringen aan particuliere hui
zen aangebracht, vooral des avonds
toen de straat a giorno verlicht was.
Zondag werd een optocht gehouden
van verschillende noordhollandsche
fanfare- en harmoniekorpsen. Des
avonds had de volksopvoering plaats
door de leden van de zaansche too-
neelvereeniging „Bogaers" van het
voor deze gelegenheid doordeheeren
G. J. Honing en C. van der Zeyde
gemaakte tooneelstuk „de Bloem van
Zaandijk", waarover wij reeds het een
en ander meldden.
Heden heeft de officieele opvoering
van dit stnk plaats.
de
Een slaperig reiziger.
De vorige week was een heer, die
te Rotterdam eene plaatskaart geno
men had tot Goes, bij aankomst aan
het station aldaar, in diepen slaap
gedompeld en hij reed dientengevolge
door tot Middelburg.
Er zat nu niets anders op dan voor
den eersten teruggaanden trein een
biljet tot Goes nemen. Maar ongeluk
kig viel hij andermaal in slaap, zoo
dat hij weder het station te Goes
voorbij spoorde. Gelukkig werd hij bij
het station Kruiningen wakker en
had hij nog gelegenheid om met den
laatsten trein Goes te bereiken.
Hij had nu gezorgd wakker te blij
ven.
het woord.
Kapt. Van Buren van de Rotter-
damsche schutterij nam uit naam
der schutterij afscheid van den troep,
Alle toespraken werden bezegeld
met hoera's terwijl de muziek aan den
wal herhaaldelijk nommers speelde.
Omstreeks 2 uur ging de Salak
naar zee.
Een gevecht
Te Delfzijl is hevig met messen
gevochten door een Engelschen en
een Portageeschen matroos van het
aldaar in de haven liggende stoom
schip Hallamshire. De Portugees bracht
zijn tegenstander twee gevaarlijke
wonden toe aan het hoofd, een in
den hals en bovendien nog een paar
diepe wonden over het polsgewricht.
Misbruik van sterken drank speelde
een groote rol. De justitie bemoeit
zich met de zaak.
Scheveningen.
De laatste van de vreemde vorste
lijke personen, die een gedeelte van
het seizoen te Scheveningen hebben
doorgebracht, zijn Zaterdag naar hunne
woonplaatsen teruggekeerd. Dit waren
Vertrek van do «Salak»
Zaterdagochtend arriveerden 10.20
uur aan bet Maasstation te Rotter
dam de 200 man troepen, die onder
geleide van kapt. G. S. Suermondt,
en medegeleide van de 2de luits. Van
Aken, Croockewit en Knegtmans
met de Salak naar Indië zouden ver
trekken.
De troep werd naar Rotterdam uit
geleide gedaan door luitenant O vink
en de muziek van het Koloniaal
Werfdepot.
Terwijl duizenden en duizenden
langs het station, de kaden, op daken
en stellages plaats hadden genomen
om van den uittocht getuige te zijn,
waren op het perron opgesteld de
muziek van schutterij en weerbaar
heid en de vereeniging van oud-In
dische strijders „Je Maintiendrai"
met twee banieren, op een waarvan
stond: „Hulde aan allen, die hun
leven veil hebben voor Koningin en
Vaderland".
Nadat de troepen op het perron
aangetreden waren, nam de overste
der mariniers te Rotterdam, Cadet,
het woord, en heette allen welkom te
Rotterdam.
Hij hoopte dat zij zich ferme ke
rels, kranige soldaten zouden toonen.
;A1 gaat gij niet naar Lombok
zeide hij toch zult. gij allicht aan
andere expedities deelnemen. Toont
dan dat gij beseft deel uit te maken
van het kranige indische leger en
dat gij verplicht zijt de eer daarvan
op te houden. Weest ook gedachtig
dat men hier in Holland uwe daden
gadeslaat, die gij daar voor Koningin
en Vaderland zult verrichten. Leve
de Koningin, leve het Vaderland
Nadat de muziek de troepen met
volksliederen begroet had, bezegelde zij
dit met fanfares.
Kapitein Suermondt dankte voor
de toespraak, verzekerd dat allen aan
de uttgesproken verwachting zullen
beantwoorden. Alsnu werden de troe
pen op acht bootjes ingescheept, ter
wijl de muziek der schutterij en der
weerbaarheid en van het werfdepot
ook op verschillende booten plaats
namen en de flotille begeleidden.
Het was een imposant gezicht zoo
veel duizenden langs de kaden en op
de brug over de Maas geschaard te
zien, uit wier mond hoera's den troepen
toeklonken.
De jongens van het opleidingsschip
op stroom liggend, hadden in de ra's
plaats genomen.
De verschillende muziekkorpsen
speelden onder de vaart naar de Salak
die voor de Wilhelminakade lag, af
wisselend.
Aan boord werden de troepen baks-
gewijze verzameld. Na gehouden appèl
nam luit. O vink, die de troepen naar
Rotterdam had geleid, het woord om
aan de verschillende corpsen, die de
troepen begeleid hadden, dank te
zeggen.
Voorts nam nog kapt. Suermondt
Cholera.
Sedert Vrijdag zijn te Amsterdam
gevallen van Aziatische cholera ge
constateerd bij eene vrouw uit de
Lange Keizersdwarsstraateen man
van de Lijnbaansgracht en een man
die reeds in het Wilhelmina-Gasthuis
werd verpleegd.
Te Rotterdam is weder een chole
rageval bij eene vrouw geconstateerd.
In het geheel hebben zich, van het
ontstaan der ziekte op 27 Juli a£ 7
gevallen van cholera aldaar voorge
daan. Vijf van deze zieken zijn over
leden en 2 lijders zijn hersteld.
Koloniën,
LOMBOK, 16 Aug.
'94.
In een brief uit Ampeuan aan het
Bat. Nieuwsblad leest men:
Wij merken hier zoo goed als niets
van de plannen van het hoofdkwar-
ter, en onder ons gezegd, geloof ik,
dat ze daar een beetje met de handen
in het haar zitten. De toestand is alles
behalve zoo couleur de rose, als het
couranten lezend publiek het zich
wel voorstelt. Om maar eenige staalt
jes te noemen.
Kort geleden zijn hier aan de kust,
ik zou bijna zeggen onder den neus
van de Hollandsche vlag, een stuk
of 40 geweren gesmokkeld. Wat men
er mee wil doen weet ik niet, zeker
musschen schieten. Onlangs zijn twee
mata-mata van den Radja in een
kompong niet ver van hier gearres
teerd. Deze heeren hadden nl. in
last aan de bevolking te verbieden
rijst naar Ampenan at te voeren en
daar op de passar te verkoopen. Ze
hadden maar vast beslag gelegd op
eenige lastdieren, met rijst, die op weg
waren naar Ampenan. De eigenaar
van de rijst was echter niet van de
zen willekeurigen maatregel gediend
en beklaagde zich hierover bij den
militairen commandant te Ampenan,
die de twee kerels direct liet inre
kenen.
lederen nacht wordt de telegraaf
draad tusschen Ampenan en Tjakra-
Negara doorgesneden. De overste La-
wiek liet het hoofd van de kampong
ter verantwoordig naar Ampenan op
roepen. Mijnheer liet weten, dat hij
geen lust en geen tijd hiervoor had.
Het gevolg was natuurlijk, dat hij
door eenige gewapende manschappen
en met een paar ijzeren armbandjes
aan werd opgebracht. Welke straf
hem wacht is mij onbekend. Hij zal
er echter wel met een paar dagen
zitten afkomen.
Waarom zulk tuig nu maar niet
opgeknoopt? Dat zou er den schrik
wel onder brengen. En termen zou
den er voor een dergelijken maatre
gel toch ook wel bestaan. Het is toch
zuiver verzet tegen de militaire over
heid in tijd van oorlog. Enfin, d.ze
kleine staaltjes kunnen misschien een
idéé geven van de wijze, waarop hier
geageerd wordt. Op die manier kan
het nog lang duren voor wij hier
vandaan komen, ten minste ais het
in de bedoeling der regeering ligt
eerst dan de expeditie als geëindigd
te beschouwen, wanneer de rust en
vrede in het land zijn teruggekeerd.
Er bestaat echter niet veel kans op,
dat de Baliërs en Sasakkers spoedig
verzoend zullen zijn. Mijn telegram,
waarin ik meldde dat de Sassaksche
hoofden naar Mataram waren ver
trokken om met generaal Vetter te
confereeren, was onjuist. Er zijD voor
zoover bekend, maar drie hoofden te
Mataram geweest. De anderen heb
ben allen geweigerd, naar Mataram
te gaan.
Zij willen niets met de Baliërs te
maken hebben. De controleur is ook
onverrichter zake teruggekeerd uit
het binnenland. Wat men nu van
>lan is te doen is mij onbekend.
Wei weet ik, dat er in de laatste
dagen een drukke wisseling van tele
grammen heeft plaats gehad tusschen
net hoofdkwartier en Batavia. Ik heb
hooren mompelen, dat men het 6e
en 7e bataljon terug wil zenden en
het 9e als bezetting achterlaten. Men
zou net zoo goed alle troepen kunnen
terugzenden. Het resultaat der ex
peditie blijft toch nul. De verbittering
der Sassakkers is zoo hoog gestegen,
nu zelfs de Regeering, onder wier
bescherming zij zich stelde hen in
den steek laat, dat het aan ieder ge
zond menschenverstand duidelijk is,
dat men hen niet met één bataljon
zal kunnen beletten hun strijd tegen
de Baliërs voort te zetten. En let wel
hierop, dat alle troepen, die niet vóór
het invallen van den westmoesson
Lombok hebben verlaten, hier niet
meer vandaan zullen kunnen vóór
het volgend jaar. Gedurende den
westmoesson staat hier namelijk zoo'n
zware branding op de kust, dat het
volstrekt onmogelijk is om te em-
barkeeren. De Baliërs weten dit net
zoo goed als de kapiteins der Paket-
vaart-Maatschij. Zij weten dus ook,
dat, wat zij ook gedurende dien tijd
zullen doen, de „kompanie" hen niet
voor het volgende jaar zal kunnen
lastig vallen.
De regeering zit dus in een leelijk
parket. Ten eerste zal zij óf alle troe
pen moeten terugroepen óf ze in hun
geheel, maar dan ook voor garuimen
tijd, hier moeten laten. Ten tweede
zal zij óf „4 tort et 4 travers" het
Balisch vorstenbestuur moeten hand
haven, óf alle Baliërs uit Lombok
moeten verwijderen en het land onder
direct bestuur brengen. Ik geloof
dat dit laatste de meest wijze en te
vens rechtvaardigste politiek zoude
zijn. Zij zou daarmee in eens den
knoop doorhakken. Een militaire be
zetting zou daardoor overbodig wor
den en de rust, zoo niet voorgoed,
dan toch voor geruimen tijd verze
kerd zijn. Ik geloot echter niet dat de
regeering tot een dergelijken ingrijpen
den maatregel zal overgaan. Zij heeft
zich nl. door het aan den radja van
Lombok gestelde ultimatum eenigs-
zins de handen gebonden. Want daar
deze al de in dit ultimatum gestelde
eischen heeft ingewilligd, bestaan er,
ten minste oppervlakkig beschouwd,
geen termen om hem af te zetten.
Ik zeg oppervlakkig, van het stand
punt der regeering beschouwd, die
natuurlijk niets liever zou zien dan
dat deze netelige quaestie zoo spoe
dig mogelijk uit de wereld was. Be
gint men echter met voorop testel
len, dat de G. G. tot deze expeditie
besloten heeft niet alleen om de eer
van onze vlag op te houden, maar
ook om gehoor te geven aan de roep
stem van een door allerlei onmen-
schelijkheden en misbruiken uitgeput
en tot het uiterste gebracht volk, dan
ja dan vraagt men zich onwillekeu
rig at, wat toch eigenlijk het doel
dezer expeditie is geweest.
Bij de parade ter eere van den ver
jaardag der Koningin-regentes was de
royal family wegens hoofdpijn (1) ver
hinderd de plechtigheid bij te wonen.
Alleen Toekoe Djilantik was aanwe
zig. Het was voor het eerst, dat ik
dezen vorst (I) zag, naar het schijnt
een sobat kras van generaal Vetter.
Hij maakte op ons den indruk van
van drinkwater voorziet 1"
„Ik vermoed ook Timmy, dat het geen spook was maar
een wezen van vleesch en bloed, een arm, wanhopend schep
sel, dat het kind niet langer bij zich kon houden. Het scheen
mij dien nacht toe, alsof de goede God het had gezonden
om Jane's leven te redden, zooals Jozef zeide, toen hij naar
Egypte werd gezonden. Ik geloof niet Timmy, dat men het
in onB zal afkeuren, dat wij zoo handelden. Dokter Wrigley
deed het tenminste niet, en die is een goed mensch."
„Dokter Wrigley 1" riep Timmy uit.
„Ja, dokter was de eenige, die het wist. Hij ontdekte het
reeds den volgenden avond het lieve kind had eene long
ontsteking gekregen. Hij gaf Sam het geld om zijn eigen
lieveling te begraven op het kerkhof van Tower Hamlets,
omdat de concierge daarvan een zeer geschikt man was.
Dokter zeide ook, dat wij er onzen mond over moesten hou
den, terwille van mijne dochter en het kind."
„Wel drommels 1" zeide Tim met nadruk. „Daar schuilt
iets geheimzinnigs achter, want dienzelfden dag liet dokter
Wrigley het bassin doorzoeken naar het kind, en liet een
duiker er naar zoeken wat hem vijf pond kostte, en hij scheen
bizonder verlangend om het te vinden. Zeker een kind van
een zijner familieleden of zooiets. Op datzelfde tijdstip was
mijn neef Tony Pettigrew, een berucht persoon, doodgraver
te Tower Hamlets, en Tony en de dokter hielden steeds
onderhandelingen met elkaar en Tony volgt hem altijd zoo
wat als een schaduw. Ik zeg u juffrouw, daar schuilt iets
geheimzinnigs achter, iets ieelijks."
„Ja Timmy," riep de oude vrouw ontsteld uit, „ik ben
oud en heb het altijd goed bedoeld; houd je belofte en spreek
er met niemand over. Men kan het mij niet verwijten en
mij op mijn leeftijd niet naar de gevangenis sturen om eene
slechte daad van een ander."
„Wees maar niet bang, ik zal er niet over spreken maar
ik zal er over nadenken, en mijne oogen goed geopend hou
den," zeide Timmy Titlow.
De eerste afkondiging had in de oude kerk St. Cleopas
plaats gehad, en ook de tweede afkondiging toen de primu
las bloeiden, en nu berichtte de oude portierster aan
Wrigley
„De afkondiging van het huwelijk van den jongen man
zal den volgenden Zondag voor de laatste maal geschieden."
Wrigley kwam over om hierbij tegenwoordig te zijn.
Ook Rupert was er bij tegenwoordig.
Met een eigenaardige gewaarwording van zelfbewustzijn
zocht Rupert eene plaats op de galerij achter het orgel. Na
afloop der godsdienstoefening begaf hij zich naar de kerke-
kamer om den predikant te verzoeken hem den volgenden
dag ten elf ure te verwachten. Daarna keerde hij vroolijk
gestemd naar Londen terug, niet opgemerkt door Wrigley,
want deze wachtte in de achterkamer van de woning der
portierster om te hooren, hoe laat het huwelijk zou plaats
hebben.
„Rupert Barth" had het in de afkondiging geheeten
want hij had den naam Bidebank, dien hij wist dat hem
niet toekwam, weggelaten, en alleen den naam behouden,
waaronder hij was gedoopt zooals mylady hem had verteld
„Rupert Barth en Natalie Idria," zeide Wrigley bij zich-
zelf. „en wat belet hem om zich het recht op dien naam te
verzekeren."
Hij klemde de tanden op elkaar van woede.
„Morgenochtend elf uur," zeide de portierster, „moet ik in
de kerk zijn mijnheer."
Hierna reed dokter Wrigley heen niet huiswaarts maar
voorbjj de hut, waarin Rupert door koorts overvallen, had
gelegen en daarna naar een andere hut, waar Tony Petti
grew woonde, en hierna terug naar Clematis Villa, waar hij
zijne vrouw en twee dochters griefde door zijne hatelijke uit
vallen. Te midden van de herlevende natuur en bij het zon
nige lenteweer, was deze man met zijn wangunst, hebzucht
en bezig met het beramen van nieuwe, wreede misdaden,
een donkere vlek. Zonderling, dat zijn schaduw de voorjaars
bloemen, waarop zij viel, niet deed verdorren. Indien dat
echter ware gebeurd, dan zouden zij toch weer herleefd zijn,
toen den volgenden dag de jonge schoone Natalie in haar
bruidstoilet voorbijging, naast hare moeder en bruidegom.
Het was tien minuten voor den bepaalden tijd en de pre
dikant was er nog niet. Het was koel en duister in de kerk
en de kleine bruiloftsstoet keerde naar het zonnige portaal
terug om te wachten tot de predikant kwam.
Wordt vervolgd.')