De vijand liet aanvankelijk niets
van zich merken.
Te Semarang werd de schutteiij
mobiel verklaard.
Het lijk van generaal Van Ham is
niet in handen gevallen van den vijand
doch naar Semarang overgebracht.
Bij het bombardement van Mataram
door het marine-geschut dus werd
nog aan de Deli-Ct. geseind hoor
de men op de oorlogsschepen een
vreeselijk gegil van den vijand.
Het Bat. Ebld. noemt de nederlaag
des te erger en te smartelijker, om
dat de aanval, helaas! voorzien was.
Intusschen waarschuwt de heer Haak
man om, vervoerd door leed en wraak'
gevoel, het woord sluipmoord te ge
bruiken.
Onverhoedsche aanvallen toch van den
vijand, dien de eene partij ziet in de
andere, welke, zooals hier, gewapend
tegen haar optreedt, om door geweld
hare eischen door te drijven, zegt de
heer Haakman ^erder, is door het
oorlogsbedrijf in alle eeuwen en, ook
naar het vigeerend krijgsrecht, be
schouwd als eene volmaakt geoor
loofde krijgslist. Daarom voegt het
Nederland niet de Baliërs op Lom
bok aan te zien voor moordenaars,
want door deze miskenning van hun
karakter, zou onze regeering hare
taak veel lichter opvatten dan zij
mag.
Het geldt niet de tuchtiging van
een hoop misdadigers, maar het be
oorlogen van een vijand, die getoond
heelt niet alleen uit een militair oog
punt legen ons te zijn opgewassen
maar tevens in politiek beleid ons te
overtreffen, door ons zonder tegen
stand in het binnenland te lokken,
om ons onverhoeds een nederlaag te
berokkenen, zoo smadelijk en ramp
zalig als er geen in de Indische ge
schiedenis vermeld staat.
Hoe onverhoopt en ongedacht ook.
staat Nederland voor een tweeden
oorlog in zijne Oostersche koloniën
en dat wel tegenover een vijand, niet
minder slim en volhardend, zooals de
drie Balische expedities bewezen heb
ben, dan de Atjehers.
De tweede oorlog valt niet meer te
ontwijken, hij moet integendeel on
verwijld en met alle krachten aan
vaard worden, zal Nederlands
heerschappij in den Indischen Archi
pel door den Islam erkend blijven.
Nieuwe troepen acht de heer Haak
man dringend noodig, het leger moet
versterkt, belangrijk en onverwijld.
Wij zeggen onverwijld, dus gaat
schr. voort, omdat, bij de ergernis
welke het gebeurde allerwege ver
wekt beeft, een werving van troepen
op Java, zelfs voetstoots succes be
looft.
De regeering roepe de oud-gedien-
den beneden den rang van officier op
en zij zal een 600 mannen, nog in de
kracht des levens, bereid vinden om
aan haar roepstem te voldoen. Zij
wende zich tevens tot de Indo's en
minstens een 1200 zuilen ter harer
beschikking staan. Zij doe dit onder
wij ld en zij zal eene reserve hebben
voor het geval van nieuwe rampen.
Ontbreken de middelen, dan is
eene nieuwe koloniale leening on
vermijdelijk.
Dit laatste zal, naar alle waarschijn
lijkheid, de K .mers in Nederland,
vooral de Tweede, ten hoogste ont
stemmen en hierin ligt een nieuw
gevaar, t. w. dit, der staking van den
uitgebroken Lombok oorlog. Gebeurt
dit, dan verspeelt Nederland zijn ge
zag en zal het van lieverlede op Java
en elders staan voor opstanden, verre
boven de militaire kracht der kolo
niën.
Bij het departement van koloniën
is Maandag het navolgende bericht
ontvangen
Ten vervolge op het bericht van
gisteren wordt medegedeeld, dat bij
de daarin bedoelde krijgsverrichting
zijn gesneuveldde tweede luitenant
der infanterie H. Valkenburg, de ser
geant H. Reneman (alg. stamboek no.
35703), de fuselier W. Bijkerk (alg.
stamboek no. 22171), zoomede 9 in-
landsche mindere militairen. {Zwaar
gewond: de eerste luitenant der inf.
W. P. Broekman en 30 militairen
beneden den rang van officier; licht
gewond: de majoor der inf. A. A.
van Blommestein en de tweede lui
tenants der inf. J. M. W. Grooten-
boer en H. ,G. E. Granpré Molière,
zoomede 15 militairen beneden den
rang van officier.
Aan het N. v. d. D. is het volgen
de telegram uit Batavia ontvangen
Door een valsch spionnenbericht,
als zou er een verborgen kruitmaga
zijn zijn gevonden, is een detache
ment in hinderlaag gevallen.
Gesneuveld: kapt. K. Van Erpe-
cum en luit. Van Oppen.
Gewondkapitein C. J. van Griet-
huyzen en 9 soldaten.
(Reeds in een gedeelte van ons vorig
nummer opgenomen
De kosten daarvan worden gesteld op
5,000,000, over 2 jaren te verdoelen
waarvan ten laste van 1895 het cijfer
van i 2,427,800 en voor 1896 f2,572,200.
De verdere aanschaffing van wape
nen en patronen zal dan na 1896 ge
leidelijk zijn voort te zetten en over
twee jaren te verdoelen.
Bij het departement van koloniën
is Maandagnamiddag van den Gou
verneur het volgende telegram ont
vangen:
„Werkzaamheden tot versterking
onzer stelling in Mataram voortgezet,
niet door vijand verontrust. Alleen
werd peloton bij verkenning munitie
magazijn in nauwe gang daor vijand
beschoten, waarbij 2 officieren en 2
Europeesche fuseliers gesneuveld,
officier en 4 Europeesche minderen
zwaar, en 5 Europeesche minderen
licHt gewond.
Weder uit x-riat ram een veldstuk
met voorwagen teruggebracht.
Nieuwe bewapening van de
landmacht.
De ^Regeering heeft bij de Tweede
Kamer een suppletoire begrooting
van oorlog voor 1895 ingediend, waar
op uitgetrokken zijn f 2,097,800 als
eerste termijn van aanschaffing of
aanmaak van geweren van 6.5 mM.,
enz., ƒ180,000 als eerste termijn van
aanschaffing van nieuwe patroontas-
schen en geweerriemen en 150,000
als eerste termijn van oprichting van
eene patroonfabriek, alsmede van
werkplaatsen voor draagbare wape
nen en voor ern-t vuurwerk.
Uit de Memorie van Toelichting
blijkt dat het nauwkeurig beproefde
klein-kaliber-geweer de uitstekende
eigenschappen van het vuurwapen
heeft aangetoondhet stelsel-Mann-
licher.
Het plan bestaat om de werkplaat
sen van Delft binnen de stelling van
Amsterdam te doen overbrengen en
daarin mede te begrijpen de overige
werkplaatsen svoor ernst-vuurwerken
waardoor aan eene reeds lang erken
de behoefte der defensie zal worden
voldaan.
In het geheel zijn benoodigd 140,000
geweren en karabijnen, een eerste
voorraad van 400 scherpe en 40 losse
patronen per geweer of karabijn voor
de dagelij ksche behoefte van het leger,
en 116,000 patroontasschen en ge
weerriemen.
Alles te zamen zak (voor zoover de
kosten van de oprichting der nieuwe
werkplaatsen voor rekening van Oor
log komen) 9,000,000 kostenmaar
aanvankelijk heeft men slechts te
rekenen, met inbegrip van eenige
reserve, op de voorziening in het
noodige voor 52,000 geweer- en ka-
rabijndragenden van het leger en op
het vestigen van de werkplaatsen
binnen de stelling van Amsterdam.
Een rumoerige vergadering.
iff aandagavond hield de nieuwe
sociaal-democratische partij, de Soc.
Dem. Arbeiderspartij in Nederland,
hare eerste openbare vergadering
te Amsterdam.
Helsdingen fungeerde ais voorzitter,
Troelstra zou spreken over „onze tac
tiek", Vliegen over „Anarchie en
Socialisme".
Nauwelijks was aan Vliegen het
woord gegeven of het rumoer begon.
Cornelissen wou een motie voorstel
len, een der aanwezigen heft een stuk
papier omhoog waarop een beschim
ping van de nieuwe partij. Er werd
gejuicht en gefloten, hier en daar in
de zaal stonden sprekers de hen om
ringenden toe te spreken. Eindelijk
kreeg Vliegen het woord en hield zijn
rede, maar niet zonder telkens in de
rede te worden gevallen. Bij Troelstra"
optreden schreeuwde een deel van 't
publiek: „haal hem er af't Duurde
lang voor deze spreker een woord kon
ze/gen, maar eindelijk lukte dat toch.
Hei eind van zijn rede werd begroet
met oorverdoovend rumoer, schreeu
wen en schelden.
Coliof en Hermans traden als de
baters op, de laatste vooral was zeer
heftig. Hij beweerde, dat Troelstra
en zijn partij spionnendienst doen en
de revolutionairen overleveren aan de
politie, hetgeen Troelstra deed uitroe
pen „dat lieg je
Eindelijk werd een motie voorge
steld luidende aldus:
„De openb. verg., uitgeschreven
door de S. D. Arb. Partij in Neder
land
„geen oordeel uitsprekende over het
verschil in tactiek tusschen den Bond
en de Partij
„spreekt haar innige verachting
uit over de oprichters dier partij,
die getracht hebben en nog steeds
trachten de organisatie der arbeiders
te verbreken en dus dienst doen als
verraders der arbeidersten behoeve der
bourgeoisie".
Nu kwam de herrie eerst goed aan
den gang en eerst na geruimen tijd
kwam de anarchist Rensdorp uit
Haarlem aan 't woord. Na hem
men nog meer sprekers. Eindelijk
begon het den toehoorders te verve
len. Het riep om de motie.
't Was een heidensch kabaal. De
mond van den Voorzitter ging open
en dicht, maar geluid hoorde men
niet, de hamer was evenzeer onhoor
baar. 't Bestuur stond achter de ta
fel te discussieeren Schaper werd be
dreigd. Cohen en Hermans maakten
gebaren alsof ze elkander ie lijf
wilden.
Eindelijk wist laatstgenoemde de
hoorders te doen begrijpen, dat hij
wou stemmen over de motie. Onder
een soort woest gebrul werden de
meeste handen opgestoken, hetgeen
zeker beduiden moest dat de motie
werd aangenomen.
Nu en dan werd het een formeele
vechtpartij.
Er sprongen op het podium. Troel
stra, Cohen en Schaper werden be
dreigd met vuisten. Vooral Cohen
moest het ontgelden, hij werd gesla
gen, gestompt en geschopt.
Iemand liet het gordijn zakken,
zoodat de aanwezigen in de zaal die
het Vrijheidslied zongen, niets meer
zagen, dan nu en dan iemand, die
onder het gordijn door van het tooneel
werd geduwd.
Eindelijk rijst het scherm weer.
Nog altijd krijgt Cohen ervan langs
en eindelijk wordt het heele bestuur
van de Soc. Dem. Arbeidersp trtij al
hossende hi ha hi ha de zaal uit en
de straat op gedrongen.
Op straat werd men gelukkig kalm.
Als dat zoo voortgaat zullen in de
aanstaande wintervergaderingen de
leiders van soc. dem. vergaderingen
wel doen met, in den letterlijken zin
van de uitdrukking, zich een harnas
aan te trekken.
ters alleen voor de heeren Roeloff-
zen en Hübner een financieel nadeel
van ƒ30.000 per jaar tengevolge heb
ben.
De Typografenbond heeft alle af-
deelingen in de provincie aangespoord
om het voorbeeld van de gezellen te
Amsterdam te volgen en vooral zorg
te dragen, dat zich geen personeel
naar Amsterdam begeeft, om de plaats
der stakers in te nemen.
Hoe te IJIst een wethouder
benoemd werd.
Aan de „Nieuwe Sneeker Ct." is
aan het „getrouw verslag" eener raads
vergadering te IJlst op 26 Sept. het
vellende ontleend:
(Bij stemming verkrijgt Rijpkema
2, Boschma 1 en v. d. Meulen 1 sk,
éen is blanco.)
Voorz. Rijpkema die heeft 2, Bosch-
ma éen, hm. hm., dus nog weer een
vrije stemming? Is het niet?
(Bij deze stemming verkrijgt Rijp-
kema drie en Van der Meulen twee
van de vijf uitgebrachte stemmen.)
Voorz. Dus een herstemming? hé?
Sec. en Landstra. Née, néel
Voorz. Nu dan feliciteer ik je wel
Rijpkema. En ik geef in overweging
nog staande deze vergadering het be
sluit te willen nemen"
Rijpkema. Ik heb wel wat veel
bezwaren. Vooreerst ben ik de jongste
onder de broeders niet 'waar En dan
moete we ook niet vergete, dat ik
zelfs nog al een drukke zaak heb,
zoo as de heeren wel wete. Dus nu
ik het zegge moet ik had >t graag
anders had.
Voorz. U is benoemd.
d. Meulen. Het komt-mij-voor
W erks t akingen
De firma Holdert Co., te Am
sterdam heeft Maandag voorloopig de
eischen der werkstakers ingewilligd,
zoodai de gezellen om 11 uur
weder aan den arbeid togen.
Maandagmorgen staakten de werk
lieden bij de boek- en handelsdruk
kerij van Gebr. Binger in de War
moesstraat. Ook had de machinist
het werk gestaakt, zoodat de zetma
chines van weinig dienst waren. De
gezellen hadden al hun gereedschap
medegenomen. Om 12 uur werden de
eischen voorloopig toegegeven, met
dien verstande, dat de uren van ver
zuim niet zullen betaald worden en
dat de firma zich het recht voorbe
houdt in den inwendigen dienst, die
veranderingen aan te brengen, welke
zij noodig oordeelt. De „Nieuwe Fi
nancier", uitgave van Gebr. Binger,
kon des middag nog verschijnen.
Verder is het werk nog gestaakt
bij de firma J. H. de Bussy op het
Rokin. Hier duurt de werkstaking
voort, daar de eischen nog niet inge
willigd zijn.
De heer K. C. Wiersma, op de
Prinsengracht heeft de voorwaarden, y
der gezellen aangenomen, zonder dat j dat deze bezwaren nieTgeldtg'bfn
het tot een staking gekomen is. nen. De meerderheid heeft Rijpkema
De zetters der Zuid-Hollandsche
Boek- en Handelsdrukkerij te 's-Gra-
venhage, waar de „Avondpost" wordt
gedrukt, hebben Maandagmiddag het
werk gestaakt. Ze vragen loonsver-
hooging.
De werkstaking is algemeen. Alleen
de meesterknecht zette het werk
voort.
De „Avondpost" verscheen in klei
ner formaat.
Vanwege het bestuur derafdeeling
Rotterdam van den „Algemeene Ne-
derlandsche Typografen-Bond" is bij
strooibiljet bekend gemaakt, dat in
eene Zondag gehouden vergadering
de navolgende motie met algemeene
stemmen is aangenomen
,De Openbare Vergadering van de
afd. Rotterdam van den „Algemet
Nederlandsche Typografenbond", in
vliegenden haast bijeengeroepen op
Zondag 30 September 1894, des mid-
ys te half éen ure, in het Alge
meen Verkooplokaal, stemt volko
men in met de inzichten der Amster-
damsche typografen in zake deloon-
weging, en spreekt den wenscb uit.
ja vertrouwt volkomen op de solida
riteit, dat geen enkel typograaf
'n eventueele plaats aldaar zal be
zetten.
Het personeel der diamantslijperij
van de heeren Slijper en Abas te
Amsterdam, 80 man sterk, heeft
Maandag het werk gestaakt en eischt
loonsverhooging.
Uit Amsterdam wordt aan het U.
D. gemeld
Naar men wil, zullen morgen (Dins
dag) de zetters van den heer Van
Waalwijk, waar het Nieuwsblad van
Nederland en Het Centrum gedrukt
worden en die van „de Brakke Grond"
waar de Amsterdammer Courant ver
schijnt, aan de beurt zijn.
Zooals men mededeelde, moet het
toegeven aan de eischen van de zet-
stemd niet waar?
Boschma. Ja ik zou graag wille dat
Rijpkema 'tmaar aannam.
Rijpkema. Ik heb nog wat tijd om
er over te denken. Hoe lang is het
ook weer 't Staat wêl in de
wet.
Voorz. Als u niet bij de benoeming
was, was 't langer.
Zandstra. Ja, was 'tdan niet drie
dagen Maar ik dacht Rijpkema
moet 't nou maar dadelijk anneme
Secr. 24 uren staan er voor.
Voorz. U heeft dus weinig tijd. Ik
zou dus aandringen om 'tmaar aan
te nemen.
Rijpkema. (tegen z'n buurman
Stiet dat artikel der tak meiieuver
band
Zandstra. Toe ik nam, 'tmaar di
rekt aan.
Rijpkema. Nu... as ik hetanneem
dan is 't schoorvoetend.
Voorz. 'tls doch best, dat u maar
besluit, die 24 uur geeft doch weinig
Rijpkema. Voor hoe lang zatWes
selius ook nog?
Voorz. Ja... dat geeft niets.... Maar
willen we tusschen beide maar 'n kop
koffie bestellen, want 't wordt mooi
laat.
Rijpkema. Jonge ja, dat waar goed
(Concierge breng koffie en koek
De heeren confereeren drie aan drie
Voortdurend gemompel.)
Voorz. We zitte lijdzaam te wach
ten Rijpkema 1
Rijpkema. We moesten eerst maar
'n kop koffie binnen hebbe, suud
zegge.
Boschma. Jonge ja't moat eerst
wat sakje tocht ik.
(Stilte gerinkel van lepeltjes.)
Voorz. Moete we nog langer wach te
Rijpkema. Ik vraag zoo an v. d. Meu
len of hij 'taanneme zou as ik be
dankte; maar die wil dan ook niet.
Ik vraag dus; kan ik er de hh.'n ge
noegen met doen, en ookben ik
er wel voor berekend
Voorz. Och, die wethoudersverga-
derinven zijn niet zóo officieel als
zou worden.
Wanneer juffrouw Pettigrew den volgenden dag er nog eens
bij Natalie op had aangedrongen, dan zou spoedig de moeie-
lijkheid voor Wrigley uit den weg zijn geruimd, en moeder
en dochter er in hebben toegestemd naar Frankrijk te gaan.
Juffrouw Pettigrew was echter van oordeel, dat zij Natalie
op de beste wijze tot rede kon brengen door opsluiting,
duisternis en stilzwijgen wat hare moeder betrof. Den gehee-
len dag bleef Nataiie alleen. Eenmaal deed zij de schuifdeur
open en vond voedsel en water en later op den dag ontdekte
zij, dat de deur naar de provisiekamer kon geopend worden,
en dat daar een handdoek en de meest noodige toiletartike
len voor haar waren neergelegd. Vroeg in den avond viel zij
in slaap en ontwaakte door het geschuifel van voetstappen
op de trap.
Gedempte stemmen deden zich hooren, en deze woorden
wist zij te verstaan:
„Ik hoop Tony, dat het geen moord zal blijken te zijn."
Daarna werd de buitendeur ontgrendeld, en de deur werd
geopend, waarna zij weer deze woorden hoorde
„Het is best mogelijk dat wij er nog eens voor hangen
moeten, en dat alles is jou schuld. Vervloekt is de dag, toen
ik voor het eerst je leelijk gezicht zag
„Houd. je mondl" zeide eene mannestem.
Natalie snelde naar het venster en drukte haar gelaat
tegen de vierkante opening in het luik. O, had het ijzeren
traliewerk haar maar niet belet de ruiten te breken en naar
buiten om hulp te schreeuwenEene lantaarn werd nu bui
ten de deur gezet en Natalie zag een rijtuig en een tweetal
paarden en de onduidelijke omtrekken van een man en eene
vrouw, die iets in het rijtuig tilden. Het bloed stolde haar
in de aderen. Wat was dat? De lantaarn werd nu opgetild
en dicht bij die gedaante gehouden, en een kort oogenblik
aanschouwde Natalie het gelaat van hare moeder, de con-
tessa.
Natalie uitte een luiden kreet, die echter geen menschelijk
oor bereikte.
Die blik op dat gelaat gaf haar de geruststelling, dat
hare moeder niet dood was, hoewel hulpeloos, terwijl zij
werd weggedragen.
Waarheen en waarom?
Natalie wierp zich voor haar stoel op de knieën. Haar
moeder werd weggevoerd; zij waren gescheiden zij die nog
nooit een dag van elkaar verwijderd geweest waren.
Zij moeBt hare moeder te hulp komen.
Wanneer zij vrij was zou zij den terugweg naar Londen
wel kunnen vinden. Dan zou zij gaan naar het kantoor waar
Rupert werkzaam was om eenig bericht van hem te kunnen
hooren. Zij zou miss Barth gaan opzoeken. Deze was rijk,
flink en hulpvaardig genoeg om haar bij te staa*. Miss Barth
zou haar de waarheid meedeelen over Rupert en Mi zou
haar helpen bij het opsporen van hare moeder. Den geheelen
nacht lag zij plannen te beramen, die tot hare vrijheid zou
den kunnen leiden.
Nu het rijtuig was weggereden met hare moeder en den
man, wieng stem zij in de gang had gehoord, meende Natalie
alleen in huis te zijn met de vrouw, en zij vormde wanho
pige plannen om deze vrouw machteloos te maken. Kon zij
hare krachten meten met deze forschgehouwde vrouw, haar
op den grond werpen, des noods half wurgen, haar hare
sleutels ontnemen en dan vluchten? Kon zij er haar toe be
wegen dien nacht hare in kamer te bly ven, hopende dat zij door
Blaap zou worden overmand, waarvan zij gebruik zou kunnen
maken om te vluchten
Juffrouw Pettigrew was echter eene sluwe gevangenbewaar
ster. Zij hield zich steeds op een veiligen afstand van Natalie
en wilde van geen beloften van losgeld weten; ook lachte
zij over het plan om de jonge dame in hare kamer gezel
schap te houden.
„Het is veel beter miss, dat wij op een afstand van elkaar
blijven. Zooveel houdt u niet van mij, en ik moet wachten
op de terugkomst van mijn man hoewel ik hem nu juist
niet zoo graag zie."
„Geef mij dan tenminste wat licht," zeide Natalie. „Ik
kan niet in donker blijven."
Juffrouw Pettigrew begon weer te lachen en toen zij miss
Idria haar avondeten bracht, liet zij ook een lamp achter
Terwijl zij alleen achterbleef met den nacht voor haar ge
bruikte Natalie eerst het avondeten, dat haar was gebracht.
Wardi vsrvolgd.)