BE JACHT OP EENE ERFENIS.
AANPLAKBILJETTEN.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Vrijdag 19 October 1894
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
De Kinderen van
den level.
STADSNIEUWS.
Arr ondissements-Re chtbank
BINNENLAND,
FEUILLETON
12* Jaargang
No. 3466
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat IA, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
ome agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOE
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSucc.Parijs 31bia Faubourg Montmartre.
BILJETTEN! voor Veilingen en
Aanbestedingen, voor Feestelijk
heden, Concoursen ete. kan men
ter Stoomdrukker!] van dit Blad
tot hoogst billijken prijs laten
drukken-
Xieuwste Lettersoorten. Spoe
dige aflevering.
is', de titel van den nieuwen grooten
roman waarvan het begin in no. 44
plaatsing vindt.
Zelden had een verhaal meer suc
ces in Engeland dan dit. Het werk
is dan ook van meer dan gewone
waarde.
Wij twijfelen niet, dat onze lezers
het met buitengewone belangstelling
zullen volgen.
No. 43 bevat den volgenden inhoud
j', De Balineesche Vorsten (met 3 por
tretten). Mariann's eerste balkleed.
Humoreske door Albert Boderich.
Het bezoek der Vorstinnen aan Hel
der op 12 Sept. jl. (met 2 illustraties).
Het loon van den dichter. De
echtgenoote van Keurvorst Johan
Frederik van Saksen smeekt den
Keizer Karei V genade af voor haar
Echtgenoot. Wie niet sterk is moet
slim zijn (met 6 illustraties.) Al
lerlei afval. Een eenvoudige elec-
triseermachine (met illustratie).
De reden van verhindering (met '3
illustraties). Huishoudelijke wen
ken. Onze Thermometers.Geen
wonder (met illustratie). Schaak ru
briek. Mededeelingen.
Een keur van Gravuren, en een schat
van anecdoten, prijsraadsels, puzzles,
enz. luisteren dit tijdschrift op.
Om wekelijks in 't bezit te komen
van deze uitnemende illustratie,
richtte men zich tot den Uitgever van
deze Courant. De prijs is slechts 30
cents, voor een geheel kwartaal (37Va
cent franco per post.)
DE UITGEVER.
Haarlem18 Oct. 1894.
Benoemd aan het instituut van den
heer E. J. Nijsen alhier, de heer P.
J. Baardmans, te Werkendam.
Voor het examen vrije- en orde
oefeningen zijn alhier geslaagd de hee-
renH. J. Burger, C. E. Coppée, S.
Dalmeyer en H. van Dijk, allen alhier.
„J. J. Cremer"
De letterlievende vereeniging „J. J.
Cremer", die blijkens achterstaande
advertentie in de volgende week hare
eerste uitvoering geeft, biedt volgens
een dezer dagen verzonden circulaire
in het a. s. speelseizoen haren leden
een zeer afwisselend programma aan.
De eerste uitvoering „De Familie
Fourchambault", een blijspel, wordt
opgevolgd door een Indisch drama,
getiteld: „Vasanti" van onzen stad
genoot, den heer N. W. Schuurmans,
om te sluiten met „Een in- en een
uitval" van Piet Vluchtig en „Drie
hoeden", kluchtspel.
Elke voorstelling, begeleid door het
geheele strijkorkest van het stedelijk
Muziekkorps zal besloten worden met
een bal, voor dit jaar uitsluitend onder
directie van onzen geachten stadge
noot, den heer J. G. Martin Jr.
Buitendien zullen er twee Rederij
kersavonden worden gehouden, waar
in sprekers van hier en elders zullen
optreden en eindelijk plaats vinden
een Bal Masqué met; uitlooving van
verschillende prijzen.
De contributie voor het lidmaat
schap dezer vereeniging stelt ieder
fatsoenlijk burger in staat, deze ge
notvolle avonden met familie in den
schouwburg te kunnen bijwonen.
Dezer dagen zijn er in den Akerpolder
onder Sloten door den vervener den
heer H. van Breemen Hzn., in tegen
woordigheid van verschillende mili
taire en andere autoriteiten opnieuw
proeven genomen met het persen van
turf, met het doel, zooals men weet,
om in tijd van oorlog Amsterdam
van j brandstof te kunnen voorzien,
daar bij deze methode de turf bijzon
der snel droog is. De proeven slaag
den uitstekend.
Het kamerlid Pyttersen en een ver
vener uit Friesland woonden de proef
neming, bij ten einde deze bewerking
ook in die provincie toe te
Het vereischt opmerking, dat het
gebrand glas, waarvan wij in ons
vorig nummer melding maakten, aan
de Soc. Vereeniging wordt geschon
ken niet door den heer A. F. Kerre-
bijn in privé, maar door de firma
Van Diesen Kerrebijn, alzoo door
de heeren A. F. Kerrebijn en Rego
Veth.
Tevens voegen wij aan het bericht
nog toe, dat bij de opening ook de
besturen van andere sociëteiten hier
ter stede zullen worden genoodigd.
Veeziekte.
Het mond- en klauwzeer breid*
zich hier ter stede steeds uit. Thans
is eene koe aangetast staande in den
stal van H. Verbruggen aandeLeid-
schevaart no. 144.
Ook te Bloemendaal en wel in de
afdeeling Vogelenzang dier gemeente
is het mond- en klauwzeer uitge
broken.
Zitting van Donderdag 18 Oct.
De koetsier Frederik Ditmar stond
heden terecht, omdat hij onlangs als
bestuurder van een vierwielig rijtuig
komende van het Stationsplein, zijn
paard buiten alle noodzaak heftig
sloeg met de zweep op rug, borst en
buik. Huzaren die het zagen, maak
ten hem voor beul uit. Toen de ad
junct-inspecteur Fundter hem in ver
hoor nam, bemerkte hij dat Ditmar
halfdronken was.
Beklaagde verdedigde zich met de
bewering, dat zijn paard bij ieder be
kend staat als een dier dat niet loopen
wil. Weliswaar liep het toen Lij het
sloeg, maar een oogenblik van tevoren,
had hij een vrachtje verloren omdat
het niet van de plaats wou. Daarover
boos gaf bij het paard slaag.
De president deed den beklaagde
opmerken, dat men een ondeugend
paard niet verbetert door het te
slaan als het loopt. Uit een verkla
ring van beklaagdes patroon blijkt,
dat deze eens tot hem gezegd had
toen hij het paard afranselde: „sla
hem zoo niet, je maakt het hoe lan
ger zoo erger 1
De ofl'. v. just. Jhr. Mr. Rethaan
Macaré, overtuigd dat in het onder
havige geval geenerlei noodzaak be
stond om het paard te slaan, requi-
reert de veroordeeling van beklaagde
wegens dierenmishandeling tot f 10,
boete, subsidiair 5 dagen hechtenis.
Drie maanden gevangenisstraf
eischte het O. M. tegen Jan Gerritsz.
een 29 jarig man geboren te Ruiner-
wold, wegens het verkoopen te Pur-
merend van een handwagen, dien hij
een dag te voren in Hoorn had ge
huurd. Deze beklaagde dreef in den
laatsten tijd de karren- huur- en-
wederverkoop-industrie op groote
schaal.
De rechtbank te Assen veroordeelde
hem den 9den Augustus 1.1.vooreen
zelfde feit tot 5 maanden en de recht
bank te Alkmaar den 9den Septem
ber tot 2 maanden gevangenisstraf.
De koetsier Martinus Udo, tegen
wien het O. M. in de vorige zitting
wegens dronkenschap en verzet tegen
de politie te Zandvoort, f 10.boete
en een maand gevangenisstraf eischte,
is heden door de rechtbank vrijge
sproken.
De tweejarige win tercursus in land
en tuinbouwonderwijs is te Aalsmeer
aangevangen met 16 leerlingen.
Sluit Schiedam.
In de vergadering der afdeeling
Beverwijk van het Ned. Onderw. Ge
nootschap, werden gisterenavond
door den heer R. de Boer de begin
selen van de propagandaclnb „Sluit
Schiedam" ingeleid en toegelicht. Het
gevolg van de besprekingen over dit
onderwerp was, dat een zestal dames
en heeren besloten zich bij deze 1
weging aan te sluiten en een afdeeling
te Beverwijk te stichten.
Lombok.
Uit Batavia ontving de Tel. Woens
dag het volgende telegram:
Een nieuwe ben ting werd opgewor
pen te Karang-bedil, ten Oosten van
Mataram, bewapend met 6 kanonnen
van 12 cM.
Hevige regens beletten de operaties
tegen den vijand. Men wacht inmiddels
op de hulp van de Sassaks.
Uit bovenstaand telegram blijkt
thans duidelijk, dat het bericht,
zou Mataram zich reeds in ons bezit
bevinden, voorbarig is geweest. Tege
lijkertijd volgt uit het telegram, dat
de staf, die vier weken geleden oor
deelde, dat Mataram binnen enkele
dagen in ons bezit zou zijn, zich deer
lijk heeft misrekend. Juister inzicht
had blijkbaar de schrijver inhetRai.
Hblddie betoogde, dat er nog vele
weken zouden moeten verloopen, eer
de sultan-verblijven waren platgescho
ten. Het gewone veldgeschut was
voor die taak niet berekend en slechts
met grof geschut kon dit doel wor
den bereikt.
Blijkbaar heeft generaal Vetter dit
thans ook ingezien en heeft hij te
Karang-bedil de 12 centimeters ka
nonnen laten opstellen om nu met
meer succes den vijand te bestoken.
Jammer genoeg is inmiddels het zoo
gevreesde regenseizoen begonnen.
Men herinnert zich, dat juist zooveel
spoed met de expeditie was gemaakt
om den natten mousson te ontko
men en daarvoor als zoo gevaarlijk
werd gewaarschuwd.
Alle teekenen wijzen er derhalve op,
dat zij, die meenden, dat de Baliërs
binnen enkele weken voor hun ver
raad bloedig gestraft zouden worden,
voorloopig nog geduld moeten oefenen.
In de Indische Gids komt het vol
gende voor over den toestand op
Lombok
De tegenwoordige regeering slaapt
zeker niet op rozen, al ontwringen
onze troepen den vijand sterkte na
sterkte, al reiken de Sasaks hoe lan
ger hoe meer ons de hand, al schij
nen de vorsten van Bali niet van
zins, ter wille van hun rasgenooten
op Lombok, ons ontrouw te worden,
en al boden Goa, Sidenring en Boni
hulptroepen aan, waardoor het ge
vaar voor moeilijkheden met de in-
landsche vorsten van Celebes, in om
standigheden als de tegenwoordige
niet licht te tellen, misschien wegge
nomen is.
Voor de Balineezen op Lombok is
nu de strijd een worsteling op leven
en dood geworden; de westmousson,
die voor de deur staat, zal vermoe
delijk niet alleen de krijgsoperatiën
vertragen, maar ook op den gezond
heidstoestand der onzen een ongun-
stigen invloed uitoefenenhoogst
waarschijnlijk zal het nog e<mige
maanden duren, eer Lombok geheel
onderworpen is, en, men mag dit niet
bewimpelen, elders in den uitgestrek-
ten archipel zijn gistiugselementen
aanwezig, die eensklaps ook daar den
vrede kunnen verstoren.
De regeering echter gaat met vas
ten tred haars weegs, en beleid aan
veerkracht parende, boezemt zij den
goedgezinden vertrouwen en den vij-
andigen ontzag in, terwijl zij de wei
felenden tot toenadering stemt. Als
nu maar het leger versterkt wordt 1
De minister heeft met loffelijken
spoed maatregelen genomen, waardoor
binnen enkele weken de troepenmacht
in Indië met 700 Europeesche man
schappen en ruim 30 officieren aan
gevuld zal zijn; mogen weldra nieuwe
troepenuitzendingenvolgen.Het oogen
blik is bizonder aunstig voor de wer
ving, en de behoefte aan troepen ver
sterking is onmiskenbaar. Reeds jaren
en jaren geleden is er op aangedron
gen, dat men toch eens inzag, hoe
weinig die effectieve sterkte op het
papier beteekent in werkelijkheid;
hoe weinig de veldbataljons veldba-
taljons zijn en hoe ver de depotba-
Naar het
van PAUL H. GERRARD.
95)
HOOFDSTUK XXXIH.
Eene middernachtelijke ontmoeting.
Op hetzelfde oogenblik springt Tim, die aan kwam loopen,
hem na, en ik volg zijn voorbeeld en met ons beiden halen
wij hem er uit. Toen wij ontdekt hadden, dat hij nog leefde,
roept Tim uit„Ik ken hemDood of levend behoort hij
miss Barth toe. En zoo vervoerden wij hem bierheen in
allerijl."
„Kom," zeide Ailsa tot Myra, „u mag wel wat gaan rus
ten bier in den grooten stoel, als u tenminste niet meer naar
bed wilt gaan. U zijt vermoeid."
„Ja Sam, en ik ga naar beneden," zeide George.
Myra vleide zich nu neer in den grooten stoel naast het
bed met eere gewaarwording, alsof de last, die haar zoo ter
neer had gedrukt, gedeeltelijk was opgeheven, en zij slui
merde kalm in.
HOOFDSTUK XXXIV.
De erfgenaam.
„Mijnheer Fitzroy," zeide Sam Porter, toen hij met George
naar beneden was gegaan, „toen wij bezig waren dien jongen
man daarginds te wrijven, zag ik een eigenaardig kenteeken
op zijn been, een harten aas. Mijnheer, herinnert u zich nog
dat ik u eens verteld heb, dat het kind van mijne Jane was
gestorven, en wij God vergeve het ons haar er een
ander kind voor in de plaats in de armen legden, dat door
weekt van het water door een grooten hond voor mijne voe
ten was neergelegd."
George sprong op en hield zijn adem in.
„Welnu, hij is dat kind, nu tot een man opgegroeid. Jane
heeft dat kind liefgehad als haar eigen!"
George greep hem bij zijn arm vast.
„Porter, wie weet dat meer behalve jij?"
„Moeder Chitton, mijne schoonmoeder, die woont in het
armenhuis te Paddington. Zij kent ook de geheele geschie
denis."
„Het is vier uur," zeide George. „Ga met mij mee naar
den stal, dan zal ik een stalknecht laten roepen; die kan je
dan naar Paddington rijden en breng dan de oude vrouw
zoo spoedig mogelijk hierheen."
Het was eigenaardig, dat terwijl het geheele dienstperso
neel op Barth House nooit naar een wenk of bevel van
Wrigley scheen te luisteren, alle ondergeschikten de bevelen
van Fitzroy, een man die onverwacht in het holst van den
nacht te midden van hen was verschenen, onmiddellijk aan
hoorden en ten uitvoer brachten.
Voor vijven was Sam Porter op weg naar Paddington.
De dag brak helder aan, en op Barth House was het reeds
vol leven en bedrijf. Dokter Brice verscheen en verklaarde,
dat Ruperts toestand spoedig geen reden tot bezorgdheid
meer zou geven.
Daarna vertelde Myra aan de contessa en Natalie, dat
Rupert gevonden was, en met een glans van vreugde op haar
gelaat zocht Natalie haar verloofde op, en hare verschijning
en stem waren voor hem de beste geneesmiddelen.
Twee politieagenten verschenen in burgerkleeding, en na
zich nog niet zeer duidelijk te hebben verklaard, werden zij
na een onderhoud met Fitzroy naar een vertrek gebracht,
waar hun een flink ontbijt werd voorgezet, bestaande uit
boterhammen met bier.
Mellodew verscheen ook en ontmoette Timmy Titlow in
de gang, wien hij onmiddellijk aansprak, terwijl hij verklaarde
hem niet los te zullen laten wanneer hij niet alles vertelde,
wat hij van Rupert wist.
Timmy verklaarde vastberaden, dat het Sam Porters ge
heim was, en dat Sam als hij wilde het hem wel zou ver
tellen ja Sam zou het ongetwijfeld wel vertellen, en hij
was niet ver van hier.
„Hij zal hier spoedig zijn," zeide Fitzroy, die haastig op
hem toetrad, „en zijn geheim is mij reeds bekend. Ik beloof
u Mellodew, dat alles in orde komt!"