IS.
DE JICHT OP EEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12a Jaargang
Zaterdag 20 October 1894.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIEN:
J, C. PEEREBOOM.
STADSNIEUWS,
..Weliladigheld naar Vsrmogen".
FEUILLETON
No. 3467
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 J.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat 14:, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en cour antiera.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangêre G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc., Parijs 31 ibis Faubourg Montmartre.
Het Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijnt, zal bevatten:
Het Sigarenpijpje. Ontmaskerd. -
Binnen en Buitenlandsche berichten.
Varia. Advertentiën enz.
Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
jen alle overige Drukwerken, die op
kantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad goed,
billijk en vlug gedrukt.
De Directeur- Uitgever
Haarlem19 Oct. 1894.
Voor het examen vrije- en orde
oefeningen zijn alhier geslaagd de
heeren II. C. van Everdingen, H. de
Heer en L. P. van den Broek, allen
alhier.
Eene medaille aan spuit 10.
Door den directeur der Brusselsche
maatschappij van waarborg tegen
brand te Brussel, is ten behoeve van
bet personeel der vrijwilligers van
spuit No. 10 alhier geschonken eene
medaille met diploma als blijk van
dankbaarheid voor bewezen diensten.
De medaille fraai bewerkt, bevat
aan de eene zijde eene zinnebeeldige
voorstelling en aan de andere zijde
de woorden „Decernée en récompense
de! services rendus".
Wió „Aan
de Vrijwilligers spuit No. 10, Haarlem.
Aan de vier boeken van bet eenvou
dige, doch nette diploma staan de
woorden „Revoyance", „Réparation",
„Courage" en Dévouement, voorts
„La Compagnie de Bruxelles pour
l'assurance primes contre l'incendie.
Voulant rendre „Hommage" aux
services rendus par de Vrijwilligers
spuit No. 10 lors du sinistre au 29
Aoüt Haarlem, lui a décerné en
Récompense une medaille et livré
le^,présent „Diplome".
ügKv. Le Directeur
Q>'.' n J. J. J. MATTHIEU.
j" Bruxelles, 17 Sept. 1894.
De rand van net diploma is met
dejwapens van Nederland en België
versierd.
V De uitreiking bad hedenmiddag
41/2 uur plaats op den Doelen.
De Barbier van Sevilla.
Na Wagner en Gounod was Dom
derdag in den Schouwburg Rossini
aan bet woord met zijn Barbier van
Sevillakomische opera in 4 bedrijven.
Ook deze opvoering door de Ned.
Opera genoot van bet publiek leven
dige belangstellingalle rangen wa
ren flink bezet. Het werk zeil met
'ijn overvloed van opgewekte, pak
kende en zeer bevallige melodieën,
met zijn rijkdom aan vermakelijke
tooneeltjes, moet natuurlijk voor ve
len grooie aantrekkelijkheid hebben.
Bij de voorstelling in quaestie was
bovendien voor bet publiek een krach
tige aansporing tot talrijke opkomst
gelegen in de omstandigheid, dat de
rol van Rosine door mej. Louise Heij-
mann werd vertolkt. Eigenlijk dien
den in een werk van Rossini alle
rollen van eenige beteekenis te worden
vervuld door zangers van groote
technische ontwikkeling. De richting
die de latere dramatische muziek
heelt genomen eischt van den zanger
meer juistheid en kracht van dra
matische uitdrukking dan buitenge
wone buigzaamheid van stemvan
daar dat dit laatste door onze heden-
daagsche operazangers min of meer
wordt verwaarloosd. Men heeft er zich
dan ook maar aan gewend in een
opera als de hier besprokene één
ster te zien schitteren en zich voor
het overige desnoods met dwaallichtjes
te vergenoegen.
Dit vooropstellende kan ik van de
jongste opera-voorstelling met lof
gewagen. Van geen der hoofdrollen
bleek de bezetting bepaald onvol
doende. De graaf Almaviva vond
in den heer Thijssen een vrij goe
den vertolker met een welluidend
tenorgeluid. De rol van Figaro
werd ;door den heer Poons lang niet
onverdienstelijk wêergegevenin zang
en spel gaf hij veel goeds. Beter ech
ter dan beide genoemde heeren vol
deed mij de heer de Nobel als Don
Basilio. Deze had werkelijk voortref-
felijke oogenblikken en uit een mu
zikaal oogpunt beschouwd reken ik
zijn aria in het tweede bedrijf: „Als
een zucht zweeft over de aarde" tot
de beste gedeelten van den avond.
Mevrouw CulpKiehl had niet veel
te doen maar zij deed dat weinige
zeer goed. Ook de koortjes van muzi
kanten, soldaten enz. en vooral de
ensembles klonken meestal Irisch en
schoon.
Het is evenwel begrijpelijk dat alle
medewerkenden in meer of minder
donkere schaduw werden gesteld dooi
de „ster" van den avond. Mej. Hey-
mann is inderdaad een zangeres van
zeer gelukkige gavengaven die niet
zoozeer gelegen zijn in een krachtig
dan in een buitengewoon welluidend
stemorgaan, dat, door ernstige studie
onder voortreffelijke leiding, tot een
z ldzamen graad van ontwikkeling is
gebracht. Bood het werk zelf haar
volop gelegenheid hare technische
en muzikale begaafdheden te doen
schitteren; de gunstige indruk kon niet
anders dan verhoogd worden door hare
voordracht der drie ingevoegde zang
stukken (La soeur des rossignols van
v. d. Linden, Serenade van S. de Lange
en de Variaties van Proch) waaruit,
behalve technische vaardigheid en
benij dens waardige onvermoeidheid een
innig muzikaal gevoel bleek. Onnoo-
dig te zeggen dat de begaafde zange
res door het publiek met warmte werd
toegejuicht.
Hoewel deze voorstelling als geheel
bij mij niet een artistieken indruk
heelt achtergelaten als bijv. met
Rienzi het geval was (Faust heb ik
niet bijgewoond) mag ik toch niet
nalaten in den heer v. d. Linden te
prijzen, dat hij bij de samenstelling
van zijn repertoire niet met eenzij
digheid te werk gaat. Men dient het
publiek met alle werken van betee-
1 enis uit welken tijd of van welken
richting dan ook in kennis te bren
gen. Een ding echter moet daarbij
vooral in 't oog gehouden worde,
n.m. dat aan de bizondere eischen
van ieder werk naar beste krachten
worde voldaan. Nu eens ligt dat meer
bizondere van een toonwerk in elas
tische melodiek, dan weer in het
juist aanbrengen van dynamische
contrasten, hier in logische phrasee-
ring of scherpe rhythmiek, daar
zooals in casu in groote welluidend
heid en delicatesse. Op dit punt nu
kan ik mij niet bevredigd verklaren
het orkest vooral liet somtijds aan
eenheid en nog al dikwijls aan wel
luidendheid te wenschen over.
Moge de zorg van den artistieken
leider zich ook over dit belangrijk
onderdeel blijven uitstrekken.
PHILIP LOOTS.
Volksbond.
Op eene der bovenzalen van het
café Brinkmann vergaderde Donder
dagavond de afdeeÜDg Haarlem en
Omstreken van den Volksbond onder
voorzitterschap van den heer A. van
der Voort Az. In deze bijeenkomst nam
voor het eerst zijne functie als secre
taris der afdeeling waar de heer H.
C. Maurenbrecher, die bij de laatste
bestuursverkiezing als zoodanig is be
noemd ter vervanging van den heer
mr. A. J. van Thiel, die bij deze pe
riodieke verkiezing niet meer in aan
merking wenscbte te komen.
Na lezing der notulen van de vo
rige vergadering deelde de voorzit
ter mede, dat het voorloopig succes
der propaganda-circulaire door de
afdeeling verspreid, bestaat in een
aanwinst van 21 nieuwe leden.
Met leedwezen constateerde hij
echter, dat de arbeiders nog steed3te
weinig toe treden, daar het zeer wen-
schelijk is, dat juist deze klasse der
maatschappij den Volksbond, die
bestrijding van het drankmisbruik
beoogt, steunt.
Tot de verdere mededeelingen van
den voorzitter, behoorde de aankon
diging van eene voorstelling door de
afdeeling georganiseerd, te nouden in
den schouwburg alhier, waarbij de,
Letterlievende Vereeniging „J. J.
Cremer"een paar tooneelstukken zal
opvoeren. Voor het publiek zal ge
legenheid bestaan deze voorstelling,
die einde November of begin December
zal plaats hebben, tegen eene kleine
vergoeding bij te wonen.
Ook bestaat bij bet bestuur het
plan om in het begin van het vol
gende jaar weer eene feestelijke bij
eenkomst te organiseeren.
Door den heer A. C. de Koek werd
voorlezing gedaan van een uitvoerig
verslag van de algemeene vergadering
van den Volksbond, 4 Juli j.l. te
Utrecht gehouden, en waar de heer
de Koek een der Haarlemsche afge
vaardigden was.
De quaestie der slechte woningen
beschouwt de Bond als ook op zijn
weg liggende, daar deze in nauw ver
band staat met de drankmisbruik-
quaestie.
In deze vergadering stelde nu het
bestuur aan de vergadering voor het te
machtigen eene commissie te benoe
men, waarin ook een geneesheer en
een bouwkundige worden opgenomen,
die e&n onderzoek instelt naar de
slechte, voor bewoning ongeschikte
woningen, om zich daarna met de
noodige gegevens tot het gemeente
bestuur te wenden.
Op advies van den hear mr. A. J.
van Thiel wordt dit voorstel zoodanig
gewijzigd, dat slechts machtiging zal
worden verleend tot benoeming eener
commissie, op verzoek van het hoofd
bestuur, welke rapport zal uitbrengen.
Dit rapport kan ook opgedragen wor
den aan het hoofdbestuur van den
Bond. Zonder discussie wordt dit
voorstel aangenomen, en tevens be
paald, dat het bestuur die commissie
zal aanwijzen.
Niets meer aan de orde zijnde werd
de vergadering ten half tien ure ge
sloten.
Heden liep hier ter stede een ge
rucht als zou het lijk van den heer
W. G. Wolbers, die vermist wordt,
in het Spaarne onder Spaarndam zijn
gevonden.
Bij politie noch bij de familie is hier
van iets bekend. Wel is bij Spaarn
dam een lijk gevonden, doch dat is
van een ander persoon.
Als verdachten van den in den
nacht van 8 op 9 October alhier
ten nadeele van ihr. P. Quirles v.
Uffcrd en S. J. graaf van Limburg
Stirum, Florapark, gepleegden diefstal
werden kort daarna op den grooten
weg van Haarlem naar 's-Gravenhage
o. a. onder Oegstgeest en het laatst
nabij Leiden, gezien twee jonge man
nen, 25 30 jaren, waarvan een die
gebroken Hollandseh spreekt met
Duitschen tongval. Beiden hebben het
voorkomen van kermisreizigers.
De comm. van politie te Haarlem
verzoekt opsporing, aanhouding en
bericht.
Afdeeling„Werkverschaffing"*
Van 1 Nov. tot 19 October hebben
zich de volgende personen aangemeld
37 voor werkvrouw, 2 voor wasch-
vrouw, 7 voor naaister, 3 voor grond
werker, 17 voor loopwerk, 2 voor brei
werk, 12 voor loopknecht, 4 voor op
passer, 3 voor kofhehuisbediende,2
voor schoenmaker, 4 voor schrijf
werk, 1 voor stucadoor, 1 voor koet
sier, 3 voor kantoorbediende, 3 voor
schilder, 11 voor los werkman, 2 voor
kleedermaker, 2 voor timmerman, 1
voor sigarenmaker, 1 voor licht werk,
1 voor dames-laarzenmaker, 2 voor
mangelwerk, 1 voor bloemistknecht,
1 voor baker, 1 voor broodbakkers
knecht, 2 voor kookster, 1 voor
waakster, 1 voor smid.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaande aanbiedingen ge«
bruik wenschen te maken, worden
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te rich
ten, bus Doelen of Stadhuis.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
91 en van 35 uur verkregen wor
den bij den administrateur, bureau
Doelen.
Ook te Beverwijk is men genood
zaakt de belastingen te verhoogen.
De opcenten op de personeele belas
ting worden van 60 op 75 gebracht
en de hoofdelijke omslag wordt ver-
Naar het engelsch
van PAUL H, GERRARD.
96)
HOOFDSTUK XXXIV.
De erfgenaam.
„Wij zouden het den jongen man zelf kunnen vertellen,"
zeide Tony, „en ik twijfel er niet aan, of hij zou ons er
flink voor betalen, want daardoor kwam dit mooie landgoed
in zijn bezit. Als wij evenwel het geheim aan u of miss Barth
verkoopen, dan is het eenmaal gebeurd, en zullen wij het
hem niet vertellen."
Tony's plan was immers hij wist Rupert niet te vin
den om van miss Barth duizend pond los te krijgen wan
neer hij het haar vertelde, en verder duizend pond van Ru
pert, wanneer hij hem had gevonden, voor hetzelfde geheim;
het kwam Tony namelijk geen oogenblik in de gedachte, dat
miss Barth onmiddellijk den waren erfgenaam zou erkennen.
„Waai om zou je het hem, niet vertellen," zeide Ailsa toor
nig. „Je zoudt het hem ook niet behoeven mede te deelen,
want mijne meesteres zou niets onbeproefd laten om hem op te
sporen en te geven wat hem toekwam."
Bij deze verklaring knipoogde Tony ongeloovig.
„Vijfhonderd pond dadelijk en eene plechtige belofte om
er binnen eene maand nog vijfhonderd te zenden, en het
ons niet lastig te maken dat zijn onze voorwaarden.-'
Op dat oogenblik voelden Tony en juffrouw Pettigrew
beiden eene hand op hun schouder, en toen zij zich tracht
ten los te rukken, bemerkten zij, dat George Fitzroy hen
vasthield, die door twee politieagenten werd gevolgd.
Toen Pettigrew en zijne vrouw goed waren opgesloten,
zond George Fitzroy een boodschap naar Clematis Villa om
Wrigley mede te deelen, dat men hem op Barth House wilde
spreken.
Toen Wrigley kwam werd hij in de bibliotheek gelaten,
en hoogst verbaasd keek hij, toen hij My ra en George Fitz
roy aan eene tafel zag zitten, over eenige papieren gebogen.
Hij behoefde aan Fitzroy niet voorgesteld te worden, en boog
zoo stijl, zelfs onbeschaamd, dat George zeide:
„Wellicht zijt gij vergeten, dat alvorens ik naar Indië ging,
uwe nicht en ik met elkaar waren verloofd. Ik beb nu de
eer u mede te deelen, dat zoodra de toebereidselen voor het
huwelijk gereed zijn, uwe nicht mijn geluk zal volmaken
door mij hare hand te schenken."
„Dat is onmogelijk!" riep Wrigley uit. „Dat kan nietl"
„En waarom is het onmogelijk? Zij heeft toch den leeftijd
om zelf haar keuze te doen."
„Het is onmogelijkZij zal niet huwen l Zij durft niet
huwen! Ik zal dat beletten."
„En met welk recht?" vroeg Fitzroy koel.
„Zij weet met welk recht. Ik weet welke misdaad zij heeft
begaan. Waardoor bezit zij nu dit landgoed? Hoe heeft zij
Fitzroy Towers kunnen koopen Myra Barth, ik beschuldig
u van moord I Gij hebt uw jong broertje uit huis verwijderd
en hem verdronken ja verdronkenginds in het Reservoir
Myra klemde hare lippen op elkaar en werd bleek, ofschoon
George haar had verzekerd, dut hij de bewijzen bezat, dat
de knaap leefde.
„En waarom," donderde Fitzroy hem toe, „hebt u, als u
bekend waart met zulk eene afschuwelijke misdaad, daarover
een en twintig jaar lang gezwegen?"
„Zij was mijne nicht," stamelde Wrigley.
„Schavuit! Dat kwam, omdat u wist, dat het kind leefde;
omdat al uwe pogingen om zijn dood te bewerken, zijn mis
lukt; omdat u zeker wist, dat als u deze beschuldiging in
het openbaar uitbracht, uwe zaak te zwak zou staan om ver
volgd te worden, of dat zou kunnen worden bewezen, dat zij
onbewust handelde en dat bovendien door het onderzoek de
ware en levende erfgenaam zou worden gevonden."
„Ik had het kunnen bewijzen," zeide Wrigley aarzelend.
„Ik had een getuige...."
„Wiens naam Tony Pettigrew is," viel George hem in de
rede. „Ik heb hem vanmorgen laten aanhouden. Maar wij
hebben u laten ontbieden mijnheer ter wille van twee dames,
die nog iets met u te vereffenen hebben."
Terwijl George zijne stem verhief werd de deur geopend