NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12 Jaargang
Zaterdag 3 November 1894.
No, 3479
ABONNEMENTSPRIJS:
ADYERTENTIËN:
CZAAR ALEXANDER III.
STADSNIEUWS.
FEUILLETON
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat 1^=. Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOMi
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Eérangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONES7 Succ., Parijt 31 bts Faubourg Montmartrê.
Nota's. Rekeningen, Wissels, Qui-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
en alle overige Drukwerken, die op
kantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad goed-
billijk en vlug gedrukt.
De Directeur-Uitgever
J DPPDÏE"
Het Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijnt, zal bevatten:
Een schipbreukeling der kunst. Haar
lemmer Halletjes CCXVI. Binnen-
en Buitenlandsche berichten. Varia.
Advertentièn enz.
WÊÊBBBBBBMMBBHBBBBBÊUBi
De strijd in Livadia is gestreden.
De dood heeft weer een overwinning
behaald en het krachtige lichaam van
Czaar Alexander III weggerukt uit
dit leven, uit de maatschappij, waarin
hij op zulk eene duizelingwekkende
hoogte stond. In de kracht van zijn
leven hij bereikte slechts den
leeftijd van 49 jaar is de russische
alleenheerscher heengegaan na eene
loopbaan te hebben afgelegd, die het
recht geeft op aller eerbiedige waar
deering en sympathie voor den man,
die meer dan ieder ander door zijn
plichtbesef terneergedrukt, dezen
drukkenden last nooit van zich kon
afschudden, evenmin als het pijni
gend besef van omringd te zijn door
tallooze vijanden, die voor niets te
rugdeinsden.
Alexander III werd geboren den
lOn Maart 1845 en was de tweede
1 zoon van Alexander II. Zijn oudste
broeder Nicolaas stierf in 1865. In
1866 huwde de toenmalige kroon
prins met de schoone prinses Dag-
mar, tweede dochter van den koning
jvan Denemarken, die hem vijf kin-
deren schonk, twee dochters en drie
zoons, van wie de nu 26 jarige Nico
laas zijn opvolger is.
Onder droevige omstandigheden
ving in 1881 de nu overleden czaar
de regeering aan over het onmetelijke
russische rijk. Immers een laaghar
tige aanslag door de nihilisten op zijn
vader gepleegd,^ en maar al te goed
gelukt, deed hem op 36 jarigen leef
tijd den troon bestijgen. Zijn voor
ganger had met vrijzinnige denkbeel
den de teugels van het bewind ge
voerd, was niet geheel doof geweest
voor de eischen van het volk, en
ziet, toch was hij gevallen door de
handen van hen, die in hem den al
leenheerscher wilden treffen, toch was
zijne regeering gekenmerkt door re
volutionaire opstanden en betoogin
gen.
Waarschijnlijk hebben deze antece
denten veel invloed gehad op de ka
raktervorming en de denkbeelden van
Alexander III als beheerscher van
het russische rijk.
Reeds spoedig nadat hij den troon
had beklommen bleek zijnen onder
danen, dat hij met streng conserva
tisme de teugels zou voeren. Daardoor
stelde hij velen te leur, die meenden
dat hij, de voetstappen zijns vaders
drukkende, en het door dezen aange
vangen werk, voltooiende, groote her
vormingen zou invoeren en Rusland
een grondwet zou schenken. Dit ge
beurde echter niet.
Streng werd door hem de alleen
heerschappij gehandhaafd en met
kracht en geweld het nihilisme onder
drukt.
Het spreekt van zelf, dat hij zich
daardoor de bittere haat der omver
werpingspartij op deh hals haalde, en
om zijn leven eenigszins zeker te zijn,
zich met een groot cordon van wachten
moest omringen. Den weg volgende,
dien hij meende voor zich te moeten
afbakenen, bestreed hij ook alle gods
diensten buiten het orthodox russi
sche geloof staande; vandaar dat de
geloofsvervolgingen in zijn rijk veel
vuldig plaats hebben gehad. Daaren
tegen werd door dezen oppermachti-
gen gebieder ernstig gestreefd naar
verbetering van het binnenlandsch be
stuur en trachtte hij zooveel mogelijk
een einde te maken aan de gruwelijke
misstanden in zijn rijk, vooral op het
platteland. Tevens was Alexander III
voor alles een rechtschapen mensch
en een man van strenge zeden. Dat
hij wantrouwend was, kan geen ver
wondering baren het gevolg was d?.n
ook, dat niemand bijzonder 's keizers
gun3t en vertrouwen deelde.
Wat Alexanders regeering betreft
tegenover het buitenland, moeten alle
volkeren hem huldigen, daar hij steeds
zijne krachten heeft ingespannen om
den vred® te bewaren. Dikwerf heeft
hij er persoonlijk veel toe bijgedragen
om donkere wolken, die kwamen op
zetten aan den politieken hemel, te
doen verdwijnen. In tegenstelling met
zijn vader, die duitschgezind was,
voelde Alexander III meer neiging
tot het Fransche rijk, wat het dui
delijkst uitkwam in den fransch-duit-
schen oorlog. Vandaar moge de na
gedachtenis van Alexander III steeds
in voortdurende herinnering blijven
bij zijne onderdanen en ook bij de
europeesche natiën, als de herinnering
aan een monarch, die het goede heeft
gewild en dit naar zijne krachten heeft
bevorderd.
Haarlem2 Nov. 1894.
Koloniaal Museum.
In de Commissie Vergadering, ge
houden op Zaterdag 20 October, werd
met nadruk gewezen op de behoefte
aan meerdere ruimtsdringend wen-
schelijk is het dat onder anderen nog
een lokaal beschikbaar kan gehouden
worden voor tentoonstellingen van
tijdelijken aard.
In de Vergadering is ook behandeld
een voorstel om den praktischen
werkkring van het Museum uit te
breiden door aan de afdeeling On
derzoek en proefneming, een deskun
dige en zoo mogelijk een laboratorium
te verbinden. De medewerking der
Regeering zal daarvoor worden inge
roepen.
De heer P. J. van Houten te 's Gra-
venge, hoewel lid der Commissie blij
vende, heeft zich genoodzaakt gezien,
wegens vele bezigheden te bedanken
voor het Penningmeesterschap. In
zijne plaats is benoemd de heer S. J.
Graal van Limburg Stirum.
Sedert Juli van dit jaar is het aan
tal leden van den Raad van Bestuur
met 7 vermeerderd alsde Javasche
Cultuur Maatschappij, de Stoomvaart
Maatschappij de Rotterdamsche Lloyd,
de Javasche Bosch-expeditie Maat
schappij, voorheen P. Buwalda&Co.,
de Deli-Batavia Maatschappij, de Bil-
liton Maatschappij, de heer P. Kolff
Hoofd-administrateur van de Deli-
Maatschappij te Medan, de heer G.
Muilemeister te Haarlem.
Tot leeraar voor violoncel aan de
Muziekschool van Toonkunst alhier,
in de plaats van den heer E. Appy,
is benoemd de heer Henri Bosmans
uit Amsterdam.
Voor het examen vrije- en orde
oefeningen zijn Donderdag alhier ge
slaagd de damesJ. E. Bijleveld, W.
Colenbrander en M. R. Endert, allen
alhier.
Haarlemsche Amateur-Foto
grafen Club
De jeugdige vereeniging bovenge
noemd kan tot de werkzame clubs
gerekend worden. Haar bestuur heeft
voor de maanden November, Decem
ber en Januari e.k. een programma
vastgesteld, dat uitmunt door afwis
seling en verscheidenheid, Op 8 No
vember e.k. zal de heer Joh. L. v. d.
Heyden, beroepsfotograaf te Amster
dam spreken overFotografeeren met
Blitzlicht, op te helderen met proe
ven. Donderdag 22 November zullen
voordrachten worden gehouden door
den heer Maurits H. Binger, over
Fotografeeren op opaalglas, den heer
Barend Groote van Amsterdam over
het maken van lantaarnplaten in
verschillende tinten en den heer Ign.
Bispinck, over Fotografeeren zonder
chemicaliën (Bacteriën-fotografie). Op
6 December houdt men eenFotogra-
fischen St. Nicolaaeavond, aan te bie
den door het Bestuur. Donderdag 20
December is er Jaarlijksche Alge-
meene Vergadering en 3 Januari 1895
onderlinge veiling van fotografie
artikelen wedstrijd in lantaarnpla
ten en proeve van projectie door mid
del van gasgloeilicht, terwijl den 17n
Januari een stereoscopische kunstbe
schouwing zal plaats hebben en ein
delijk Donderdag 31 Januari 1895
een groote sciopticon soirée, ter gele
genheid van het vierjarig bestaander
Club.
Gedurende de maand October zijn
op de Aardappelen- en Botermarkt
alhier
mm. verkocht laagste boogs.w.
Boter 1000 Kg. 891 Kg. f 1,20 f 1,35
Biggen 976 st. 847 st. f5 flO,—
Schramm. 387 st. 334 st. flO,f15,
Aardapp. 2470 Hl.2470 Hl. fl.70f4.50
Appelen 612 H.L. 488 H.L. 2.6
Peren 1181 HL. 962 H.L. 2.— f6.—
Zooals onder de advertentie hier
achter nader wordt vermeld, treedt
het Nederl. Tooneel a. s. Zondag in
den Schouwburg alhier op met een
der beste stukken van zijn repertoirs
„Frou-Frou". Door omstandigheden
zal dit Gezelschap dezen winter slechte
uiterst zelden des Zondags hier op
treden, en dit gevoegd bij de verlaag
de entreeprijzen en het feit dat al de
rollen bezet zijn door de beste krach
ten waarover het gezelschap te be
schikken heeft, waaronder mevr.
Frenkel, doen een zeer druk bezoek
verwachten.
Morgen heropent de heer G. Meere-
boer de confiseurszaak in het perceel
Groote Houtstraat 25. De winkel is
geheel veranderd en opnieuw geschil
derd. Op de bakkerij-tentoonstelling
dit jaar te Amsterdam gehouden is
de heer Meereboer voor verschillende
inzendingen bekroond.
Naar het engelsch
van CHARLES READE.
10)
HOOFDSTUK III.
In dien tusschentijd zat Sarah bedroefd ter neer en be
dacht boe spoedig deze dag van geluk voor haar was geëin
digd, en ook wenBchte zij, dat baar leven spoedig geëindigd
zou zijn. Deborah zat naast haar en trachtte haar te troosten.
„Er is toch iets goeds," zeide zij, „je hebt een vriend en
wei nu je dien het meest noodig hebt. En dat je dan het
aanzoek van Joseph Pinder hebt afgeslagen en zoo'n James
Mansell hebt kunnen nemen I"
Sarah vatte vuur. „Eu dat zou ik nu nog doen," zeide zij,
„ondanks al zijne gebreken. Ik zou hem voor geen Joe Pin
der, of wien ook, hebben willen opgeven."
„Nu, dat is maar goed ook, nu je aan hem gebonden bent,"
merkte Deborah op.
„Denk je, dat Joseph hem thuis zal brengen?"
„Als iemand het kan, dan is hij het. Ik zie hoog tegen
hem op."
„Laten wij in ieder geval het middageten niet bederven."
Deborah vertrouwde zichzelf niet genoeg om hierover te
spreken. Met gelatenheid stond zij op voor het geval, dat
deze trouwe echtgenoote haar iets had op te dragen. Sarah
bevroedde, dat het voor haar een strijd was en trachtte den
pil te vergulden.
„Je bent voor mij eene goede zuster," zeide zij.
„Dat ben ik," zeide Deborah openhartig, „maar jij bent
het ook voor mij, en ik heb altijd veel van je gehouden."
„Nu, ik zal je ook niet vergeten," zaide juffrouw Mansell.
„Ik wil liever niet mijn toevlucht nemen tot mijn geldkist,
maar in de toonbanklade heb ik een halven sovereign, en
dien zal ik je geven alvorens een nieuwe kwelling mij het
doet vergeten."
Deborah's oogen schitterden, maar zij zeide, dat het in
dezen tijd niet paste, daar zij het al zwaar genoeg had te
verantwoorden wat haar geld betrof.
„Dat iB waar, maar zoo spoedig zal ik niet uitgeput zijn.
Vertel het aan niemand: ik verdien veel geld met den win
kel, en zou mijne Zaterdagen niet voor zestig gulden willen
mieBen." Daarna voegde zij er bijna fluisterend bij„Zestig
pond heb ik in de geldkist afgezonderd, en de kist aan den
muur laten vastklinken. Ik mag dat geld niet aanraken; het
is voor mijne lieveling Lucy. Die halve sovereign, die in de
lade ligt, is echter voor jou. Bij Conerley is heel wat moois
te koopen." De quaestie van kleeding, die nn eenmaal was
aangeroerd, was natuurlijk de hoofdoorzaak van Deborahs
blijdschap. Terwijl Sarah sprak haalde zij hare sleutels te
voorschijn en opende de lade. Er bevond zich veel minder
zilver in dan zij verwachtte te vinden. Beide handen stak
zij in de lade en woelde met hare vingers door het geld. Er
was geen halve sovereign te vinden. „Kijk eens hier —kijk
eens hier" gilde zij, „er is geld uit de la gestolen I"
„Kom Sarah," riep Deborah, „dat kan toch niet!"
„Maar ik zeg, dat het zoo is, „hier is alleen het geld, dat
ik vandaag ontvangen heb."
„Wanneer heb je de lade voor het laatst nagezien?"
„Gisteravond om zes uur, en toen telde ik een halven
sovereign en achttien shillings in zilver. Wat zal er nn van
mij worden? Er zijn dieven in de buurt. De hemel weet, hoe
het gebeurt, maar hier is een man in het spel
„Ik wilde wel, dat ik hem onder mijn bereik had," zeide
Deborah, en zij strekte hare lange, Btevige armen voor zich
uit. De woorden waren nauwelijks over hare lippen en de
forsehe armen nog steed3 uitgestrekt, toen James Mansell
zijn jas en broek met bloed bevlekt, den winkel werd bin
nengeduwd door Joe Pinder, wiens eigen witte kleeren be
zoedeld waren door de aanraking.
Beide vrouwen uitten een kreet toen zij hem zagen en
Sarah riep uit„O, zij hebben hem vermoord 1"
Pinder merkte haastig op „Neen neen, zoo erg is het
niet; hij bloedt alleen uit zijn neus."
„Dan is hij er nog goed afgekomen, naar hetgeen hij ver
diende," zeide Deborah.