Politiek Overzicht.
GEMENGD NIEUWS
VARIA.
Wetgevende Macht.
Burgerlijka Stacd.
tigheid aan onverschrokken moed
paren.
Is echter onstuimig optreden op
een zeker oogenblik noodig om den
toestand te redden of om een twij
felachtige tot eene schitterende over
winning te maken, dan aarzelt hij
geen oogenblik en laat zich door
niets weerhouden, om den vijand te
lijf te gaan.
Zijn kort bevel daartoe electrise^rt
dadelijk zijn gansche bataljon, en de
Europeanen zoowel als de kleine be
trekkelijk nietige Javaantjes van zijn
korps, hebben hier alweder verschei
dene malen de waarheid bevestigd,
dat geen inlandsche vijand stand
houdt voor den krachtig ondernomen
en goed doorgezetten stormaanval
van onze troepen.
Overste Scheuer draagt in het ge
vecht nooit een hoed maar zijn pet
met den uit de verte zichtbaren, gou
den b.'na, heeft een revolver, maar
geen sabel en bestiert alles met een
klein rottantje in de hand, dat men
steeds bij hem aantreft.
Met de andere hand in den zak,
is hij steeds in de vo rate linie en
loopt hij in het zwaarste vuur des
vijands zijn gelielkoosd deuntje „al
les kost een dubbeltje" te zingen.
Een wenk met een stokje, een
„vooruit jongens" is voldoende om
zijn soldaten te brengen waar hij
ze hebben wil, ieder gaat blindelings
waarheen hij gezonden wordt.
Als deze dappere maar niet ten
slotte het slachtoffer wordt van zijn
onverschrokkenheid, is de verzuch
ting die velen slaken.
Een andere correspondent schrijft
van den 16en aan de J.-B.
De bewuste bamboekoker
met dynamiet is niet bij den vijand
gevonden, maar was door onze eigen
genie meegebracht, en door een slim-
men gast als bij denjjvij and gevonden
gepresenteerd.
Het zij mij vergund nog even terug
te gaan naar den dag waarop Mata-
ram genomen werd. Daar hebben 3
Europeesche fuseliers een feit van
heldenmoed verricht, dat aan de ver
getelheid dient ontrukt te worden.
Zij behoorden bij de 4de compagnie
van het 9de bataljon, dat met zoo
groote onstuimigheid over den weg
van het zuiden af den poerie bereikte.
De terugtrekkende vijand had geen
tijd een poortje achter zich te sluiten,
en daar vlogen onze drie mannen in,
om zoo te zeggen met de Baliërs me
de. Men behoeft niet te vragen hoe
veel trompen van repeteergeweren
daar op hen gericht waren. Op die
groote open binnenplaats zaten de
Baliërs, gedekt achter elke terrein-
verhooging, en, ofschoon niemand dat
zeker weet, is het hoogstwaarschijn
lijk, dat Ketoet daar zat, beschermd
door honderden lansen, die men over
den muur heen als een bosch zag
naar boven steken.
In dien dichten bundel van kogels valt
de voorste fuselier, Terpstra, al neer,
nadat hij éen pas door de deur ge
daan heeft. Een kogel doorboorde zijne
beide handen, terwijl hij het geweer
richtte. De tweede ontvangt naast
hem een kogel midden tegen het
voorhoofd; hij heet Raas, en.is van
zijne verwonding gelukkig hersteld.
De derde, Nelk (zijn makkers noemen
hem natuurlijk „Melk" en denken
ook in gemoede dat hij zoo heet),
wordt, o wonder, niet getroffen. Daar
staat hij in die ruimte. Van alle kan
ten vliegen de kogels op hem aan,
en toch blijft de man ongewond! De
luitenant Muller, die zijne mannen
volgen wil, wordt van achteren aan
de jas vastgehouden. Het was te roe
keloos. Dat ziet de luitenant zelf ook
in, en, begeleid door een krachtige
soldatenuitdrukking, schreeuwt hij
Nelk het bevel toe terug te komen.
En heelhuids komt de wakkere kerel
het poortje weer uit, na een keer oi
acht, richtend en mikkend, zijn ge
weer te hebben algeschoten. Dat is
die Europeesche fuselier, dame, die
ruwe man, die zoo vloekt en zooveel
jenever drinkt!
Iri datzelfde poortje is later de kapt.
Janseen binnengestormd, nadat door
handgraten die over den muur gewor
pen werden, en door vuren van uit
de nabijheid over een lagen muur,
de vijand zoo geschokt was, dat hij
de idee van zich dood te vechten be
gon op te geven. Misschien ook was
Ketoet toen al gewond. Wellicht is
het door een der schoten van Nelk
geweest.
Terwijl gedurende de eerste dagen
na het bezetten van Hatarara de
verwoesting van deze stad langzaam
maar gestadig voortging, ten einde
de Baliërs te beletten ons nog van
achter hunne muren te benadeelen,
kwamen ons verschillende berichten
ter oore van ootmoedige vijanden,
die zich op lijfsgenade wilden over
geven. Het schijnt ook dat enkele
hooge heeren daartoe stappen gedaan
hebben, maar niet direct bij ons hoofd
kwartier; altijd zijn ze weer bg de
Sasaks terechtgekomen, en die be
gonnen zich de roerende bezittingen
toe te eigenen, welke de ontmoedig
den bij zich hadden. Ja, een heel
hooge goestie heeft door een vertrouwd
man eerst zijne goederen, laten bren
gen op een onzer posten, ik meen
Kaleh, om later zelf te volgen. Er is
echter niemand gevolgd, en ik geloof
dat de man de man stappen in het
werk stelt om zijne goederen, zijden
baadjes, sarongs met gouden stiksel,
enz. weer terug te krijgen.
Op den 8en, terwijl dagelijks dui
zenden handen van dwangarbeiders,
van vrije Madoereesche koelies en van
soldaten alweder bezig waren met
muren om te werpen en hoornen te
kappen in Oost-Mataram, heeft zich
dan toch eindelijk iemand tot onder
werping aangemeld. Een goestie,
meldde men mij, met 150 volgelin
gen. Dat scheen dus iets te wezpn
Den volgenden morgen sprak ik
iemand die er bij was tegenwoordig
geweest. „Wat" zei hij, „onderwor
pen Het waren een paar oude kerels,
een hoop vrouwen en kinderen, die
angstig in hunne kamponghuizen wa
ren blijven zitten. Het zoodje is naar
Ampenan gezonden, en er waren zoo
veel pokkenüjders bij dat de men-
schen op advies van den geneeskun
digen dienst terstond uit Ampenan
verwijderd werden en overgebracht
naar de nabij liggende Boegineesche
kampong
De verkleining der bentings, waar
van ik n in mijn laatsten brief
schreef, is thans tot stand gekomen.
Een halve compagnie is thans eene
voldoend sterke bezetting, waardoor
we voor verder ageeren meer troepen
vrij krijgen. De bentings zijn zeer
sterk gebouwd, met hooge palissa
deeringen, zoodat ze onneembaar ge
noemd mogen worden voor een aan
val met het geweer. Dat mag ook
wel, want het is hier algemeen be
kend, dat op den 12den door den
ouden vorst vrijwilligers gezocht zijn
om een onzer bentings aan te val
len. De belooning zou bestaan, voor
eiken deelnemer, uit 200 rijksdaal
ders en een stuk sawah later. Tot
heden schijnen geen liefhebbers ge
noeg zich aan te melden, althans geen
onzer bentings heeft nog een aan
valler gezien.
Van het noord-oostelijk kwart van
Mataram bestaat intusschen nog heel
wat, achter de Antjar ligt nog geen
muur om. Het stuk is evenwel door
den vijand verlaten. Er moet heel
wat gewerkt worden eer zoo'n heele
stad met den grond gelijk gemaakt is I
We deden intusschen nog wat an
ders dan verwoesten. De weg voor de
Decauvillebaan, van Ampenan over
Kaleh naar Pagasangan Oost is nu
klaar. Het is evenwel door den regen
zoo'n modderig pad, dat het in den
regel niet bruikbaar is. Het is ook
thans niet noodig, want onze trans
porten volgen weder den ouden weg,
den grooten hoofdweg over Aroeng-
Aroeng en Mataram.
De heer Gëring, chef van de duit-
sche rijkskanselarij, van wien voor
eenigen tijd algemeen gezegd werd,
dat hij zijn ontslag had aangeboden,
spreekt nu al deze berichten tegen
na er steeds een volkomen stilzwij
gen over ie hebben bewaard. Hij
noemt het louter fantasie, dat hij na
Caprivi's val zou hebben geweigerd
een anderen post te aanvaarden of
zich op pensioen te laten stellen.
Uit Bt. Petersburg wordt gemeld,
dat de ministers van builenlandsche
zaken en oorlog, de heer Von Giers
en generaal Wannowsky, hun ontslag
hebben ingediend.
De keizer heeft geweigerd voorloo-
pig het ontslag van generaal Wan
nowsky aan te nemen. De aanvrage
om ontslag van den heer Von Giers
werd nog niet beantwoord. Of de
Czaar dezen minister, die na prins
Gortschakoffa aftreding zoovele jaren
Ruslands buitenlandsche politiek
leidde zal laten gaan, zal hoofdzake
lijk afhangen van den gezondheids
toestand van den heer Von Giers.
Als vermoedelijke opvolger van den
heer Von Giers, die reeds lang aan
eene ernstige ziekte lijdt, wordt, naar
men weet, in de eerste plaats ge
noemd de Ruesische gezant te Wee-
nen, prins Lobanofif.
In telegrammen uit St. Petersburg
heet bet dat men in Finland be
ducht is voor moeilijkheden van den
kant der bevolking tegen hei afleg
gen van den eed van trouw aan den
nieuwen Tsaar, omdat deze de Fin-
sche grondwet nog niet bezworen
heeft.
De Nord deutsche Zeitung bespreekt
de wreedheden, welke de Bashi-Ba-
zoeks in Armenië hebDen gepleegd.
Het blad raadt aan de mededeelin-
gen der Engelsche bladen over het
geen in Armenië is voorgevallen met
voorbehoud aan te nemen. Tot dus
ver zijn de berichten der Engelsche
bladen nog niet bevestigd.
De diamanten-diefstal te
Londen.
Men zal zich waarschijnlijk nog
herinneren, op welke schandelijke
wijze de heer Speijer uit Amsterdam
op den 13en Sept. jl. te Londen in
Hatton-garden van zijne diamanten
werd beroofd, waarmede hij zich, door
valsche voorwendsels bedrogen, dien
avond naar bovengenoemde plaats be
gaf, ten einde daar zaken te doen.
Evenmin zal men vergeten hebben,
dat het onderzoek in zooverre vruch
teloos is gebleven, dat de daders niet
gevat werden, noch de diamanten
teruggevonden.
Tot eenig resultaat echter is men
wèl gekomen. Naam en signalement
van den hoofdschuldige zijn bekend
en luiden als volgt: Fred ^rick G. Mor
ris leeftijd, omstreeks vijftig jaar
lengte, vijf voet zes inches (Engelsche
maat)gestalte middelmatig, rond
gezicht, donker haar, hier en daar
grijs, bruine knevel, vooruitstekende
wenkbrauwen, wordt verondersteld in
den nek eenigszins beschadigde huid
en kleine puistjes te hebben, eenigs
zins gebogen wanneer hij rechtop
staat, kbeding: zwarte jas, hooge
zijden hoed.
Thans looft de Londensche politie
eene belooning van 250 pd. st. uit
aan ieder, die zoodanige inlichtingen
verstrekt, dat deze tot ontdekking der
gestolen diamanten en opsporing en
aanhouding van bovengenoemdenMor-
ris en de andere mannen in vereeni-
ging met wie hij den diefstal pleegde,
zullen leiden.
Bovendien is eene som van 50 pd.
st. uitgeloofd aan dengene die zooda
nige aanwijzingen zal doen, dat deze
zullen leiden tot opsporing en aan
houding van voornoemden Frederick
G. Morris.
Begrafenis van den Czaar,
Maandagmiddag had de begrafenis
van den Czaar plaats te St. Peters
burg. Uit geheel Rusland en uit alle
staten van Europa, Amerika en Azië
woonden vertegenwoordigers de plech
tigheid bij. Onder meer waren drie
Koningen en de troonopvolgers van
drie groote mogenheden verschenen.
Verder waren alle Russische ge
zanten in het buitenland, het diplo
matiek corps te Peters burg en de
gouverneur-generaal aanwezig. De
laatste eerewacht bij het lijk was be
trokken door alle binnen- en buiten
landsche troepenafdeelingen, waarvan
de keizer het hoofd was. Na den lijk
dienst namen de Czaar en de vorste
lijke personen afscheid van het lijk,
de ikist werd gesloten, naar het graf
gedragen en onder gebeden en salvo's
in den kelder neergelaten.
Omtrent den loop der plechtigheid
kunnen wij nog het volgende mede-
deelen
Drie kanonschoten van de vesting
kondigden des morgens de plechtig
heid, aan waarop de leden van het hof,
de hooge ambtenaren, de deputaties,
de geestelijkheid en allen die bij de
bijzetting moeten tegenwoordig zijn,
zich vereenigen.
Twee herauten stellen zich op aan
de poort van de kathedraal. De leden
van het corps diplomatique met
hunne echtgenooten en de vertegen
woordigers van buitenlandsche vorsten
en regeeringen nemen plaats ter rech
terzijde van de katafalk.
De czaar, de czaritsa, de vreemde
vorsten, de grootvorsten en de groot
vorstinnen worden aan de kathedraal
ontvangen door mgr. Paladius, me-
tropolitaan van Petersburg en de
geestelijken der Heilige Synode met
kruisbeelden en wijwater. Zoodra de
czaar heeft plaats genomen, wordt
de mis door den metropolitaan opge
dragen. Hierna nemen de leden der
keizerlijke familie afscheid van het
stoffelijk over.-chot van Alexander III.
Acht generaals beffen dan het lijk
kleed en dragen het naar het al
taar. Tien andere generaals lichten
het deksel van de lijkkist op en na
dat de keizerlijke mantel over het
lijk is uitgespreid, wordt de kist ge
sloten.
Door den Keizer, de leden der kei
zerlijke familie, de buitenlandsche
vorsten, de ministers, de „aides de
camp" en de hooge ambtenaren
wordt daarna de kist naar den graf
kelder gedragen, waar deze na de ge
bruikelijke gebeden wordt neergelaten.
Op dit oogenblik zal door de forten
een salvo van zes kanonschoten weer
klinken en onmiddelijk daarna wordt
op de vesting in plaat3 van de rouw
vlag de gewone vlag gehe3chen.
De Keizer blijft in de kathedraal
tot de graftombe verzegeld is. Na de
plechtigheid worden de keizerlijke
waardigheidsteekens overgebracht
naar het Winterpaleis.
Czaar Nicolaas.
Naar men verneemt, zal het huwe
lijk van Czaar Nicolaas a. s. Maandag
worden voltrokken.
Spaansche onderwijzers.
Te Mauresa in Spanje, heeft men
het lijk van den onderwijzer dood
op zijn bed gevonden. De ongeluk
kige was letterlijk van honger ge
storven.
De gemeente was hem nog negentien
maanden salaris schuldig.
Een ander staaltje van de schitte
rende positie, waarin de Spaansche
onderwijzers zich verheugen, is zeker
het volgende: de beul van Albaceta
is overleden. Onder hen die naar de
opengevallen betrekking solliciteeren
behooren vier onderwijzers.
De oorlog tusschen Cliina
en Japan.
Volgens een bericht uit Tientsin
kruist er eene groote Japansche vloot
nabij Wei Hai Wei. De Chineesche
admiraal Ting moet bevel hebben ont
vangen om de Japansche vloot ten
spoedigste aan te vallen. Volgens Chi
neesche berichten leiden de Japanners
in Mantjoerië meer en meer onder
aanvallen van guerillabenden, zoodat
het openhouden voor de gemeenschap
moeilijker wordt. Dat bemoedigt de
krijgshaftige Chineezen.
Vrijdag moet de aanval op Port
Arthur begonnen zijn. Dit werd in het
hoofdkwartier te Hiroshima verwacht,
en Maandag zo aden de eerste berichten
kunnen inkomen. Wij zouden daaruit
de gevolgtrekking maken, dat de Ja
panners ten laatste nog de twee for
ten bij Talienhoan, die volgens een
telegram, dat Vrijdag uit Tientsin
aan de Times afgezonden werd, nog
in handen der Chineezen zouden zijn,
genomen hebben. Want het is niet
aan te nemen, dat zij eene Chinee
sche stelling in hun rug zouden la
ten bestaan, vooral nu eene Chinee-
sche macht uit het Noorden tot
ontzet van Port Arthur onderweg is.
De aanval op Port Arthur zou voor
namelijk van de landszijde gebeuren.
De vloot, heet het, zou slechts ge
ringen steun geven. Waarschijnlijk
omdat haar geschut niet zwaar ge
noeg is, om met kans op welslagen
de forten aan te tasten.
Men schijnt nu in China, door
schade en schande wijs geworden,
streng tegen de ontrouwe mandarij
nen op te treden. Generaal Weh is
onthoofd moedig droeg hij zijn lot
tot den einde, lezen wij en nu
vernemen wij, dat de onderkoning
van Sz'tsjwan op hoog bevel gevan
gen is genomen onder beschuldiging
den Tartaarschen generaal in de pro
vincie vermoord te hebben, om des
onderkonings schromelijk bedrog in
de heffing der provinciale belastingen
te bedekken. Mandarijnen, wier ge
weten onzuiver is en zoo zijn er
houden zich het hoofd vast en sid
deren. Maar of niet ook onschuldigen
den onspoed der Chineesche wapenen
zullen hebben te boeten? Lihoeng-
tsjang, wordt gezegd, zal den val van
Port Arthur met zijn leven moeten
betalen. Maar bij al die geruchten
over de ongenade van den grazen
staatsman, staat hij nog altijd op
zijn post.
Het Peijang-eskader heeft in kap-
tein M'Clure een nieuwen vice-admi-
raal en daarmede een Europeeschen
marine-officier gekregen.
Van de bemiddeling, door de Ver-
eenigde Staten aangeboden, is nog
niets naders bekend. Men vreest, dat
zij op niets zal uitloopen. Japan's
eiscben, meent men te weten, zouden
voor het minst zijnde uitlevering
van China's vloot en de betaling van
300 miliioen gulden oorlogsschatting.
Tot deze geheele som uitbetaald is,
zou Japan Port Arihur, Wei Hai Wei
en de havens van Formosa bezetten.
De eischen nu zouden voor China
onaannemelijk zijn.
Het duidt ook weinig op een einde
van den oorlog, als wij lezen, dat in
Japan de laatste klassen der con
scriptie, omvattende de jongelieden,
die in dit jaar den dienstplichtigen
leeftijd oereikt hebben, opgeroepen
zijn om naar het oorlogsveld gezon
den te worden.
De fijne sigaar.
A. Gooi die sigaar toch weg!
B. Die sigaar Hoor eens, ik leg
niet dikwijls een dubbeltje neer voor
één sigaar. Maar als ik het doe
A. Krijg je negen centen terug.
Is 'teen sterk kind?
Sterk? Ik zou zeggen van ja.
Eiken morgen om drie uur haalt die
jongen de geheele familie uit bed en
't is bekend dat de menschen op dit
uur het moeilijkst op de beenen te
brengen zijn.
De dilettant.
Bewonderend liefhebber. Een won
derbaar pianist, vindt u niet?
Bijtend criticus. Ja, wel wonder
baar, want hij speelt de lichtste mu
ziek met de grootste zwarigheid.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 20 November
Per Telegraaf,
Het algemeen debat over de Indi
sche begrooting is voortgezet. De heer
Cremei betoogde dat in de contracten
met inlandsche vorsten pressie wordt
uitgeoefend ten gunste van eigen mijn-
bouwen bij de overneming van het
recht van belastingheffing en betwij
felde de wen8chelijkheid van een uni
forme regeling .net de inlandsche vor
sten. Ook hij betreurt dat het de-
centralisatieontwerp van 's Min. voor
ganger is ingetrokken en hij dringt
aan op nadere overweging. Verder
drong hij aan op vermindering van
traktementen en pensioenen van hoo-
gere ambtenaren, op tabiüteit in be
stuur Atjeh, waar toestand thans vrij
bevredigend is.
Ten aanzien van Lombok onthoudt
hij zich van kritiek en brengt hulde
aan het dappere leger, den opperbe
velhebber, den opperlandvoogd en
den Minister, die zich door het échec
niet laten teneerslaan.
De heer Rutgers van Rozenburg
betoogde dat enkel rentegevende uit
gaven voor spoorwegen en werken
buitengewoon kunnen heeten, waar
voor geleend mag worden, dat koffie
cultuur achteruitgaat en {belasting-
versterking volstrekt noodig is.
Cok prees spreker onder luide
toejuichingen het Indische leger en
de bevelhebbers voor hun moed maar
bovenal voor hun volhouden na den
tegenspoed.
De zitting wordt vervolgd.
De heer Goeman Borgesius, zich
aansluitende aan de hulde voor het
leger, beklaagt zich dat de eerste
expeditie is ondernomen zonder een
voldoend onderzoek en eene voldoende
macht. Spr. wil ook eene krachtige
voorziening van het leger en de vloot
van Indië, doch met eene leening
voor de oorlogsuitgaven. Ove-
gens kritiseert hij de politiek
van dezen Minister, die slechts het
oog schijnt te hebben voor de ver
meerdering der geldmiddelen zonder
voldoend te letten op het ffielang
der Inlanders en vijandig schijnt te
zijn aan alle vooruitstrevende kolo
niale politiek.
Sterk drong hij aan op de verla
ging der hooge ambtenaarstracte-
menteu.
De Minister van Koloniën hield
vol, dat de eerste expeditie naar Lom
bok voldoende was voorbereid naar
hetgeen men van het eiland weten
kon. In het volgende jaar zal hij het
verslag om verhooging van het
Indisch tarief beantwoorden.
Eene regeling der financieeie ver
houding heeft geen belang meer. Eerst
in 1895 zal de leening waarschijnlijk
noodig zijn.
Bevallen: 17 Nov. J. Boeree
Vogelwede z. 18 J. P. C. Slingerland
Delforne d. - H. Blaeninkv.
Harte z. - 19 L. Blom-v. Roode d.
- A. A. ScheelingsPoelman z. - D.
L. v. MerksteijnZimmerman d. -
20 Z. Pollv. Tienen d.
Overleden: 18 Nov. E. H. M'
J. BenninghOstendorf 30 j. P.
Kiesstr. - 19 G. Winnubst Dunsel
man 32 j. Brouwersvaart. - W. Kors
17 j. Rozenstr.
FAMII_IEBER!CHTf:'M.
Getrouwd: 17 Nov. D. Toekamp
Lammers en A. M. E. Honig, Mage-
lang.
Bevallen: 17 Nov. J. F. van
KleffensVeenhoven z., Heerenveen.
M. H. A. A. SehukkingDommersz.
Zutfen. 12. M. A. ReeseDei. Bandt
d., Amst. C. ter PoorterTer Poorter
d., Amst. A. M. TommerupWester-
mann z., N.-Amstel.
Overleden: 5 Nov. J. H. F. v.
Stietz 72 j., Nijmegen. 15. A. S. Rö-
Bener jd. 61 j., Amst. 16. J. Stroeve
71 j., Amst. M. M. Doorenbos jd. 33 j.,
den Haag. W. I. Bierma 61Aalsum,
(bij Dokkum). J. Kroese 40 j., Amst.
Wed. S. 1.. M. KohlOrt 92 j., N.-
Amstel. J. H. Lintz 77 j., den Ha\g.
J. van den Bosch 67 j., Amst. 17. J.
W. van Raalten 42 j., Amst. Wed.
InsingerBorski, Amst. 1A. E.
Schuller 76 j., Oosterbeek. 18. S. Wer
kendamVan Wezel 56 j., Amsterd.
Douair. H J. de G erBlaauw, Zeist.
J. Oorthuijs, den Haag.
MARK TNiEUWS
Amsterdam, 20 Nov.
De prijzen der aardappelen waren
heden als volgt: Friesche Franeker
Jammen f0,a 0,dito Hambur
gers f0,— a 0,dito Zaaiers fl,60
a 1,70, Zeeuwsche Spuisehe Jammen
f 3,50 a 4,dito Flakkeesche 2,75
a 3,25, Geldersehe Kralen f0,a
0,Katwijker Zand f0,a 0,
Noordwijker Zand f0,aO,Hille-
gommer Zand f0,a 0,Andijker
Muisjes f 0,a 0 dito blauwe
f 0,a 0,alles per Hl.