Morgenthee,
Oude Jenever.
Bazar
Kruisstraat 43, Haarlem.
NICDLAAS-CADBMIX.
Auisado Di Majorca.
fie m do Twee?
GEBR. LOOTS,
'giassaufaan
Firma J. TAN DE PAYOBD SITS,
15, 30, 60 Cent.
Algemeen Assurantiekantoor,
H1IPHAUS SSOSTl,
beste en goedkoopste Thee,
A. W. J. REESER,
HOPPE's
F. A. KUIKEN,
Stoom-Chocoladefabriek DROSTE.
Bekroond 1894
Ingezonden Mededeelingen
Maison Hals,
Kruisweg 45.
CrToote sorteering
Handelaars in Gedistilleerd, St Pieterstraat
19-21.
3
31, Kruisstraat 31.
KITTE IK BQEDKQQPI DBÜKWEBKIN.
H. VAN ZANDVOORD,
Schachelstraat 41, Haarlem.
BOEKBINDERIJ.
„Ge kent het oude spreekwoord,
William. Alles is eerlijk in liefde en
oorlog. Ik zal geen oneerlijke midde
len gebruiken, maar ontken dat gij
ïn dat opzicht eenig monopolie hebt,"
„Dat is juist iets voor jou, Robert,
om je in te dringen waar men niet
van je gediend is."
„En hoe weet je, dat men niet van
mij gediend is. Dat gij het niet zij t is
duidelijk, maar mij dunkt dat juf
frouw Morland ook een woordje in de
zaak heeft mee te praten. Ik zal haar
vragen."
„Zoo dwaas zult ge niet wezen."
„Met welk recht zoudt gij het mij
verbieden
„Ik zal er geen woordenstrijd over
aanvangen. Alles wijst er op, dat ik
zal worden aangenomen en ik ben
voornemens om vóór ons vertrek juf-
houw Morland te vragen."
„Phew, dat is vlug. Weet je wel,
dat we overmorgen zouden vertrek
ken
„Zeker," antwoordde Laurence en
verhaastte onwillekeurig zyn stap.
De ander liet zich evenwel niét
afschepen en volgde zijn voorbeeld.
„Hoor eens, laat ons daarover niet
twisten en liever beide ons geluk be
proeven. Ik ben ook voornemens juf
frouw Morland ten huwelijk te vra
gen en zal dat voor ons vertrek ook
doen, tenzij ik hoor dat zij u heeft
aangenomen. Laat ons er om loten
wie haar het eerst zal vragen, al komt
de gedachte bij mij op, dat we mis
schien beiden te voorbarig zijn."
„Dwaasheid, ik weet wel beter 1"
Het was in de Alpen op een hel
deren dag in het begin van Septem
ber. Twee dames zaten onder de ver
andah van een hótel en hadden het
uitzicht op het lange, smalle dal
omringd door met sneeuw gedekte
bergen. Eiken dag vertrokken er toe
risten, want de avonden werden reeds
koud en er was al sneeuw gevallen.
In de vallei wandelden twee voet
gangers, die juist uit het donkere den
nenbosch waren te voorschijn gekor
inen.
„Daar komt Apollo en mijnheer'
Grant," zei de jongste der dames,
een meisje van omstreeks achttien
jaar.
„Ada, ik zou wel wenschen dat je
de gewoonte liet varen om menschen
bijnamen te geven."
„Wel, mama, deze is zeer gepast;
hij is zoo knap en omdat hij in het
Belvedere logeert, noemden we hem
Apollo Belvedere."
„Al is dat zoo, dan komt het niet
te pas voor een jong meisje om zoo
over de menschen te spreken."
„Maatje, wat is u streng vandaag
Nu goed dan, ik zal mij trachten te
verbeteren. De twee heeren (is het
goed komen hierheen,
„Ja, Woensdag keeren we naar Lon- neer hij zijn aanzoek later nog een»
den terug," antwoordde Grant. i herhaalde, de uitslag daarvan aan
En zullen wij het genoegen heb- zijn beste wenschen zou beantwoor-
ben, u daar; dezen winter te ontmoe-den.
ten vroeg Laurence aan mevrouw
omdat het in Belvedere evenals in
ons hótel, vrijwel leeg en verve
lend is."
„Je schijnt nogal belang in hen te
stellen."
„In welken mama? Toe, zeg mij
dat eens, want ze zijn beiden interes
sant, nietwaar? Ik moet althans er
kennen, dat ik belang stel in beiden."
„Maar Ada, kind, wees toch niet
zoo dartel. Gelukkig dat ik alleen dat
hooren kan. Ik dacht anders, dat
mijnheer Laurence
„O, Apol kijk, daar zei ik het
alweer
„Wees nu eens een oogenblik kalm
en ernstig. Ik wil gaarne weten, wie
van de twee het zijn zal. Papa en ik
hebben erover gesproken en wij wen
schen het wel te weten."
„En moet ik het dadelijk zeggen
«Ja."
„Welnu dan, geen van beiden, althans
niet de eerste drie jaar. Ik voel mij
nog veel te jong, mama. Maar zij zijn
al dichtbij zouden we niet over wat
anders spreken?"
„Dadelijk, kind, maar als die drie
jaar om zijn, zou het mijnheer Lau
rence zijn, niet waar?"
„Dat mag u veronderstellen mama
eigenlijk veronderstel ik dat ook."
Inmiddels waren de twee vrienden
dichterbij gekomen. Zooais wij weten
zouden ze over twee dagen vertrekken
en hadden afspraak gemaakt voor een
laatste tochtje op den gletscher voor
den volgenden dag.T wee maanden had
den ze in Zwitserland vertoefd. Van
hun vroegste jeugd waren zij vrienden
geweest totdat in de laatste vier weken
beider genegenheid voor juffrouw
Morland aan die vriendschap afbreuk
had gedaan. Tot op dien morgen had
geen hunner den ander in het ver
trouwen genomen, daar elk ge
voelde, dat de ander zyn eenige
mededinger was. Robert Grant even
wel gevoelde daarover leedwezen,
William Laurence een begin van haat.
„Gaat gij ons al zoo spoedig ver-
laten vroeg mevrouw Morland, toen
de eerste begroetingen waren gewis
seld.
Morland.
„Ik weet het nog niet. Mijn man
spreekt over San Remo en Florence'
en Ada wil naar Algiers, zoodat waar
schijnlijk onze reisroute meer zuid-
dan noordwaarts loopen zal."
Daarop praatten zij over het laatste
nieuws uit Engeland en Grant maakte
van die gelegenheid gebruik om met
juffrouw Morland op eenige schreden
afstands een gesprek te voeren, dat
Laurences aandacht te zeer afleidde
om hem in staat te stellen een aan
genaam gesprek met mevrouw Mor
land te voeren. Zij werd dit dan ook
duidelijk genoeg gewaar en vond het
derhalve geen gemis, toen na eenigen
tijd de beide vrienden afscheid namen
en naar hun hótel terugkeerden.
Den volgenden morgen was het
helder, mooi weer. Reeds zeer vroeg
waren de twee toeristen op de been.
Hun plan was, den gletscher af te
dalen door den Stieflerpas naar het
dorp Fluelen, waar zij vroeg genoeg
zouden aankomen om des avonds
met de diligence naar Dörfli terug te
keeren. Zij namen geen gids mee en
konden het daar ook met het oog
op hun kennis van den omtrek en het
gemakkelijke van den tocht, wel bui
ten stellen.
De weg was evenwel niet zóo be
gaanbaar als zij gemeend hadden. De
zon had den vorigen dag het ijs ge
deeltelijk doen smelten, maar de
nachtvorst had het weer stijf doen
bevriezen. Bovendien was op de hooger
liegende gedeelten een dun laagje
sneeuw gevallen, waarop de voet licht
uitglijden kon en dat wellicht groote
gevaren voor het oog verborg. Even
wel gelukte het hun zonder onge
vallen den top te bereiken en rust
ten zij daar een poosje uit, waarna
zij zich gereed m Aakten om aan de
andere zijde naar beneden te dalen.
„Neem gij de bijl, Laurence," zei
Robert Graat„als er treden moeten
worden gehakt, zal ik het wel zeg
gen."
Grant ging zooals altijd op hunne
bergtochten vooraan. Een sterk touw
ongeveer tien meters lang, verbond
hen aan elkander. Reeds waren ze
iittlverwege den gletscher afgedaald,
toen Grant uitgleed en viel op een|
steil gedeelte van de helling^ Yöor
Laurence begreep wat er voorviel
werd hij door den schok omverge
worpen en gleed zijn metgezel na.
Hunne snelheid nam binnen weinige
oogenblikken zoo toe, dat Laurence
angstig werd en met den bijl de vaart
trachtte te stuiten, hetgeen hem ech
ter niet gelukte. Plotseling zag hij zijn
vriend niet meer en bleef zelt steken
in een sneeuwmassa, begraven tot
aan het midden en half verstikt door
het om zijn borst knellende touw.
De gevaarlijke afdaling was nu ge
stuit, maar het gevaar geenszins
voorbij, want hij lag op den rand van
een grooten afgrond, waarover het
lichaam van Grant blijkbaar reeds
heengevallen was. Het was zijn plicht
geweest, te trachten hem op een of
andere wijze te hulp te komen, ook
al liep hij zelf daardoor gevaar, maar
dat deed hij niet.
De jaloezie deed een duister plan
zijn brein ontstaan en met een
woeste beweging hakte hij met den
bijl op het nu strak gespannen touw
nog eens en nog eens het
einde van het touw verdween. Hoorde
hij een doffen val
Het volgende oogenblik kroop hij
weg van den afgrond en richtte zich
op. Zijn leven was gered, maar een
inwendige stem fluisterde hem toe
„moordenaar I"
Spoedig had hij nu het hótel te
Fluelen bereikt en bracht daar de
tijding van het onheil, voorgevende
dat het touw door een scherpen ijs-
rand doorgesneden was. Dadelijk werd
een expeditie uitgerust om den ver
ongelukte op te sporen en onder lei
ding van drie bekwame gidsen be
reikte men weldra de plek. Een hunner
liet men aan een touw neer in de
kloof waarin Grant was verdwenen,
maar hij kwam weer naai boven zon
der iets te hebben gezien, zoodat het
vermoeden voor de hand lag, dat het
lichaam van den ongelukkigen toerist
in een kleinere scheur was terecht
gekomen, dien men van boven niet
kon zien.
Het toeval wilde, dat Laurence
eenige dagen te Fluelen moest blijven.
Er was veel sneeuw gevallen en de
diligence kon dientengevolge haien
dienst niet doen. Het was een af
schuwelijke tijd dien hij aldus door
bracht, verteerd door knagend berouw
en wroeging, daar hij zich schuldig
gevoelde aan den dood van zijn vriend.
Toch had hij een paar dagen later,
nadat hij weer in het hótel Belvedere te
Dörfli was teruggekeerd, den moed
om Ada Morland tot vrouw te vragen.
Zij had hem beloofd te zullen schrij
ven en toen hij weer naar Londen
was teruggekeerd, ontving bij achter
eenvolgens ook twee brieven van haar,
de eene uit Chur en de andere uit
San Remo, waar de familie den win
ter dacht door te brengen. Toen kwam
er plotseling geen meer en zijn her
haalde verzoeken om bericht werden
zelfs niet meer beantwoord.
Op Nieuwjaarsmorgen zat Lauren
ce aan zijn ontbijt, toen hem een
brief werd gebracht met een vreemd
postmerk. Toen hij dien opende, viel
er een klein stukje touw uit, gewik
keld in een stuk van een courant uit
Florence, anders niets.
„Zijn lijk is gevonden", dacht de
ongelukkige misdadiger dadelijk en
zijne tanden klapperden van angst.
Toen viel zijn oog op het stuk van
de courant waarin het stukje touw
was gewikkeld en daar las hij
Getrouwd:
ROBERT GRANT
en
ADA MORLAND.
Grant was een oogenblik nadat
Laurence het touw had doorgesneden
gevonden door eenige personen die
van de andere zijde den gletscher had
den beklommen. Aan de sporen in
de sneeuw hadden zij bemerkt, dat
er een ongeluk moest zijn gebeurd.
Gelukkig was Grant wel zwaar ge
wond, maar niet dood. Eerst na we
ken was hg buiten gevaar. Toen was
Laurence reeds lang vertrokken en
Grant ging tot herstel van zijn ge
zondheid naar San Remo. Daar vond
hij de familie Morland en Ada, niets
meer willende weten van een man,
die zoo lafhartig zich had gedrigen,
had hem haar hand geschonken en
haar Part, want eigenlijk, zooals zij
zeide, was het toch Robert Grant dien
zij liefhand. De ander was slechts
de „Apollo van Belvedere."
f 0,80 per 5 H.6.
Uitsluitend verkrijgbaar bij
Sigarenmagaxijn,
Groots Houtstraat 7.
merk NIGHT CAP.
Slijterij en Kier handel
te, gobtbstbbg i«.
n a °P bare uitstekende qualiteiter
CACAOPOEDER en MELKCHOCOLADE in diverse soor
ten en prijzen-
KUNSTHANDEL.
Restaurateur van Schilderijen.
De Expositie dagelijks behalve
Zondag geopend.
Vrij en trie bij introductie.
Directie VOS ZOON.
MEJbKCHOCO' ABE, per 'A Kgr. /0,75/I,80.
CACAOPOEDER, in bussen, ƒ1.60, /0.85, /0,45.
P- Kgr 1 40, ƒ1,20, 1,—
Gezond en verwarmend. Alleen verkrijgbaar bij
Qryrood.
rl W
VARIA..
Jaap. Ik lees in de kranten dat de
Vorsten van Europa allemaal bezig
zijn den vrede vau Europa te bewaren.
Jan. Ja, maar de een wileengroo-
ter stuk bewaren dan de ander.
Maar, baron, wat zie ikge rookt
twee sigaren tegelijk?
Ja, ziet ge, mijn waards, in dit nest
kan men immers geen sigaren van 5
cent krijgen, zooals ik gewoon ben ze
te rooken en daarom moet ik nood
zakelij k twee sigaren van 21/, cent per
stuk rooken.
Twee praatvaars hadden het ei
over, wie van beiden zich den win-
derigsten dag kon herinneren. De een
zei, dat hij eens een dag beleefd had,
toen het zoo winderig was, dat de
kraaien drie uur noodig hadden om
van een veld naar hun nest, dat er
omstreeks een mijl ver vandaan was,
te vliegen.
Is dat alles zei de ander
Wel man, ik heb het zoo zien waaien
dat de kraaien naar hun neBt moes
ten kruipen.
RRAÜV»-
*4*1 Mi H.4.I.A*-
TRAS8PORT- (Zee, Rivier en A.and)
CASCO-
0\GEIAi(lii:\
l.EVEXS
WATERAEIDI«G8SCHA»E-
INRRAAH-
POST-
WASCH-
REIS-
ROHG
\ERI\L
URIJGIMIKAST-
Voor Levensverzekering en andere Branches -worden soliede en
flinke Agenten gevraagd.
U
N
N
Voordeelig jongeling (woedend roo-
kende). Dit is een rookcoupé me
vrouw.
Dame (met iets vastberadens in
haar gelaat). Dat zie ik jongenheer
en ik weet precies wat u rookt, 't Is
„Vraag mij dat nu niet, terwijl uwzoogenaamd havanah uitschot van 6
vriend pas dood is," was alles wat zij 1 om een dubbeltje. Maar mij hindert
zeide, maar de toon van haar ant- ihet niet. Ik hou eeu sigarenwinkel,
woord gaf hem de zekerheid dat wan-
SPECIAAL ADRES
VOOR
Levert in den kortst mogelijken tijd, alle voorkomende BOEK-
D RUK WERKEN tegen de meest concurreerende prijzen, alsReke
ningen, Kwitantiën, Wissels, Memorandums, Prijscouranten, Circulaires,
Reglementen, Bestekken, Huwelijks- en Rouwcirculaires, Adreskaarten,
Etiquetten, Menu's en Balkaartjes, Versjes enz., enz.
Uitsluitend adres voor prachtig Pergamentpapier (vetvrij) voor
Winkeliers.
1000 Hennep-Enveloppen, goede kwaliteit, bedrukt met firma,
/2.25 en hooger.
100 keurig net gedrukte Visitekaarten in étui, voor ƒ0.60,
ƒ0.70, ƒ0.80, ƒ1.— p. 100.
Bij elke 100 Kaartjes ontvangt men 100 Enveloppen cadeau.
Deze aanbieding geldt, evenals vorige jaren, slechts tot 30 December;
na dien tijd worden er geen Enveloppen meer eadeau gegeven.
Alle Boeken worden tegen geriDgen prijs, uiterst solide gebonden.