Kantoor-Drukwerken. IET SPOOK TAN RÖOKFIELD. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. \t* Jaargang Donderdag 13 December 1894. No. 3513 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: J. C. PEEREBOOM. STADSNIEUWS. FEUILLETON HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. 0,05. 0,30. 0,37 J. Afzonderlijke nummers Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden franco per post Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat l^=v Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Keelames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE tb Co., JOHN F. JONESSnee., Parijs 31bü Faubourg Montmartre. Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui tantiën, Brievenhoofden, Memoranda en alle overige Drukwerken, die op kantoren voorkomenworden ter Stoomdrukkerij van dit blad goed- billjjk en vlug gedrukt. De Directeur-Uitgever, Haar!emy 12 Dec. 1894. Naar wij vernemen heeft de heer J. H. van West Jr. tegen 15Meie.k. zijn ontslag ingediend als Directeur der HaarLmsche Tram. Eerste Bachooncert. Aan de Bach-vereeniging zijn wij Haarlemmers, veel verschuldigd. Met menig muzikaal talent van den aller- eersten rang toch deed zij ons ken nismaken en hoevele ziele-uitingen van de meesters der symphonie kwamen niet, dank zij het toedoen van haar bestuur, in schier ideale vertolking tot ons. Het eerste concert in dit saisoen, dat j.l. Dinsdag plaats had, was een nieuw blijk van den ernst waarmede de vereeniging er voortdurend op uit is baren leden steeds het beste aan te bieden van wat in de muzikale wereld van zich doet spreken. Het was de beroemde naamEuge d'Albert die op het programma van het laatste Bach-concert prijkte. De drager van dien naam is een nog jeugdig mand'Albert werd in 1864 te Glasgow geboren. Na aanvankelijk onder leiding van Ernst Pauer te Londen te hebben gestudeerd, werd hij later leerling van Hans Richter, die in dezen tijd de Wagner-concerten te Londen dirigeerde. Ter voltooiing zijner studieën wendde hij zich tot Liszt, die den talentvcllen jongen man gaarne onder zijne leerlingen opnam en welhaast telde de muzikale hemel een ster te meer. D'Albert neemt, even als zijne hoogstbegaafde echtgenoote, mevr. d'AlbertCareuno, die verleden jaar in de Bach-vereeniging optrad onder de hedendaagsche pianisten van beteekenis een der allereerste plaatsen in. Zijne technische ontwik keling grenst aan het wonderbare; zij stelt hem in staat de ingewik keldste opgaven die de moderne kla vier-componist zijnen vertolker stelt met bewonderenswaardige zeker heid en volmaakte duidelijkheid uit te voeren. Dat het een eigenaardig genot is door een pianist van deze kracht die bovendien in den edel- sten zin van het woord musicus is werken te hooren voordragen als de Polonaise op. 53 van Chopin of de tarentelle Napolivan Liszt, ligt voor de hand. Vooral in de vert Iking van deze soort virtuosen-muziek zal dan ook het groote publiek de ver klaring vinden van den roem, die den naam van dezen grooten klavier speler omstraalt. Ter zijde gelaten of deze zienswijze de juiste is dan wel ot d'Albert'8 artistiek zwaartepunt voornamelijk moet gezocht worden in zijne interpretatie der klassieke meesters hoe zou men zich trou wens bij een enkel optreden hierom trent een juist oordeel kunnen vor men moet ik voor mij verklaren in het Pianoconcert (no. 5 in Es) van Beethoven meer genoten te hebben dan in al het andere te zamen. Op de eerste plaats: Wie onder de ons bekende toondichters heeft meer, juister en fijner gevoeld dan Beetho ven de verheven, engelachtige rain- heid van den hartstochtloozen klank eener piano tegenover het meer zin nelijk karakter van het orkest? Wie ook heeft met meer meesterschap dan hij beide toonlichamen met elkander in verbinding gebracht? Alles is hier helder als de dag, ondanks den rijk dom der figuren en passages die aan het klavier zoo eigenaardig zijnen nooit wordt dit laatste door zijn machtiger bondgenoot, het orkest, méér dan men voelt dat in de oor spronkelijke bedoeling des toondich ters lag, overschaduwd enjbeheerscht. En nu mag hier veilig de vraag vol gen Wie is dieper dan d'Albert in de intentieën van den grooten mees ter doorgedrongen en wie beschikt meer dan hij over de middelen die bedoelingen tot de meest schitterende klaarheid te brengen? Men kan de meening zijn toegedaan dat er pianis ten zijn wier voordrachtswijze meer om sluierd is door dat lieflijk teêre poëtische waas dan van die voordracht zoo'n onweerstaanbare bekoring doet uitgaan en wat mij betreft zou ik zeer geneigd zijn hier op de eerste plaats aan mevrouw d'Albert—Ca- renno te denken een samenvoeging van zooveel intellect met zooveel naïve teit als uit d'Albert's spel aan het licht treed zal niet of zeer zelden elders gevonden worden. Zijn Beethoven- vertolking bracht mij 's meesters ge zegde in herinnering Rührung passt nur für Frauenzimmerndem Manne muss Musik Feuer aus dem Oeiste schla- gen". Het zou onbillijk zijn de heerlijke werking van het pianoconcert niet voor een deel voor een zeer groot deel zelfs aan de uitmuntende uitvoering der orkestpartij toe te schrijven. De bewonderenswaardige eenheid, die in ;deze samenwerking heerschte verloochende znh geen oogenblik en ook uit een muzikaal oogpunt be schouwd komt aan 't orkest de hoog ste lof toe. Hadde niet een schier onmerkbare zweving tusschen orkest en piano flauwtjes aan de onvol maaktheid van al het aardsche her innerd, waarlijk men zou zich onder deze vertolking in een hoogere wereld hebben gewaand. Over de afzonderlijke verrichtingen van het orkeBt behoef ik niet veel te zeggen gelukkig, want de be schikbare ruimte is bijna ingenomen. Wat zou ik ook kunnen zeggen zon der in herhaling te treden van al het goede en schoone, dat reeds om trent Kes' keurbende is gezegd en geschreven. We bezitten in dit orkest een schat waarin we ons mogen ver heugen en waarop wij met alle recht trotsch kunnen zijn en we doen dit van ganscher harte. Slechts dien ik nog te vermelden dat de op het programma aangegeven Siegfri6d- Idylle van Wagner wegens ongesteld heid van een daarbij onmisbaar or kestlid werd vervangen door een Ouverture van d'Albert, die onder leiding van den componist zeer ver dienstelijk werd ten gehoore g bracht. PHILIP LOOTS. Naar wij; vernemen heeft de heer Ch. P. W. Kriens bedankt voor het directeurschap van Haarlemsch Ge mengd Koor wegens drukke bezig heden. Hedennamiddag werd gehouden de gewone jaarlijksche vergadering van de Ver. „de Haarlemsche Kinder speeltuinen", waarvan wij in ons vol gend nummer een verslagje zullen geven. Coöperatief Electriech Licht. De Commissie, die zich het tot stand komen eener coöperatieve vereeniging tot verschaffing van electriseh licht ten doel stelt, zal de ontwerp-statuten waaruit wij reeds vroeger een en an der mededeelden, doen drukken en die rondzenden aan een aantal groote gasverbruikers in den stratenkring waarvoor men de fabriek wil bestem men. Hiermee zal vergezeld gaan eene uitnoodiging tot het bijwonen van eene algemeene vergadering. Nederlandsche Politiebond. De provinciale afdeeling Noordhol land van den Algem. Nederl. Politie bond vergaderde heden middag te 12 uur, op een der bovenzalen van café „Brinkmann" onder presidium van den heer J.|Teipstra. Ongeveer 30per sonen waren tegenwoordig. In zijn openingswoord wees de pre sident op de offervaardigheid door ve len naar aanleiding der bekende op roeping van vijf kamerleden, om de geschokte financieën van den Bond te herstellen en gedacht erkentelijk den moed getoond door het nieuwe Hoofdbestuur, om onder deze om standigheden zich aan 't hoofd der zaak te durven blijven stellen. Voorts spoorde hij aan tot volharding in de pogingen tot verkrijging van lotsver betering. Na verschillende huishoudelijke werkzaamheden werd medegedeeld dat op daartoe gedaan verzoek de burgemeester van Nieuwer Amstel heeft toegestaan, dat de leden van den Bond de door hem uitgereikte dienstmedailles mogen dragen; de burgemeester van Amsterdam heeft dit afgewezen. Aan den brigadier van politie H. E. van der Hagen, brigadier van po litie te Amsterdam, werd eene medaille uitgereikt voor 40jarigen dienst, met een woord van hulde van den voor zitter. Bovendien zullen nog 18 medailles worden uitgereikt aan, van de ver gadering wegens dienst afwezige, leden van de afdeeling, allen te Amsterdam. Besloten wordt op voorstel van den heer Van Leeuwen aan het hoofdbe stuur op te dragen, den Minister van Justitie inlichtingen te vragen over de nieuwe soort politiemannen, de tectives genaamd, met de aanstelling van wie reeds een begin is gemaakt. Voorts werden een paar wijzigingen in het reglement besproken. De afd. telt thans 366 leden. „Nederland en Oranje" Gisterenavond trad in eene verga dering van „Ned. en Oranje", waar toe ook de leden van „Patrimonium" toegang hadden, op de heer Jac. Post, bestuurslid van die kiesvereen. Spreker behandelde de stelling De kiesvereenigingen behooren zich meer dan tot dusver met het grond vraagstuk bezig te houaen. De aarde is door God aan alle menschen gegeven. Alle menschen moeten er van leven. Zij is ons aller woon- en werkplaats. De vrucht des aardrijks moet, krachtens Goddelijke beschikking, allen tengoede komen. Deze strekking had ook de grondre- geling in Israel, doch ten onzent niet Bij ons bestaat het onbeperkt en on voorwaardelijk bezitrecht op den bo dem van enkelen, 't geen onder Is rael onbekend was. Volgens dr..Kui per verderft elke agrarische, rege ling, welke geen rekening houdt met de nationale bestemming van den bodem, „land en luyden." Er is een hemelsbreed onderscheid tussclwn los bezit en vast bezit. En nu heeft de Anti-Rev. partij, omdat zij in de partij van het recht, de roeping om voor eene betere grondregeling op te komen, eene grondregeling, waardoor inderdaad, evenals onder Israel, het voordeel des aardrijks zal komen ten goede van alle menschen. Zulk een grondregeling, vond spreker, is het algemeen grondbezit. Dit werd ont wikkeld en de wensch werd uitge sproken, dat de kiesvereenigingen, inzonderheid de Anti-Rev. kiesver. meer hun aandacht aan dit gewich tig vraagstuk zouden wijden. Ver schillende personen namen aan het debat deel. Timmerlieden- vereeniging. Luiden3 eene advertentie in ons vorig nummer zou de heer H. H. Wolring van Amsterdam gisteren, Dinsdag, een toespraak houden tot de timmerlieden, in de groote zaal van het Volksgebouw. Toen wij lieten onderzoeken of de bijeenkomst voor de pers toegankelijk was, luidde het antwoord bevestigend, doch toen onze verslaggever er was binnengegaan werd hem na een poosje verzocht heen te gaan, daar de politie die geweigerd was, op grond van zijn aanwezigheid ook toelating vroeg. Om deze reden is een uitvoerig verslag onmogelijk. Wel kunnen wij mededeelen, dat besproken werden de middelen tot opheffing van werk loosheid in het timmervak. Medegedeeld werd dat thans onge veer 70 timmerlieden zonder werk zijn, dit) aantal zal echter grooter worden wanneer het Brongebouw ge reed is. Als middel tot bestrijding dezer werkloosheid werd nog genoemd het zich in verbinding stellen met den particulieren arbeidsraad hier ter stede. Heden voormiddag kwam een de- bitant der Staatsloterij bij een van zijn klanten om hem te zeggen dat zijn lot met een prijs van f2000 was uitgekomen. De debitant betaalde het Naar het engelsch van THOMAS COBB. 4) HOOFDSTUK II, Wat Joe Bodger las. „Bovengenoemde belooning wordt uitbetaald aan den per soon, die inlichtingen kan geven welke rullen leiden tot zijne ontdekking als hij nog mocht leven, of tot aanwijzing van den moordenaar indien hij dood is. Zich te vervoegen bij Edwards Jr. en Mathews,zaakwaarnemers,No... Old Jewry, E.C." „Dat is wat voor mij," dacht Joe en stond op. Had hij den bedoelden persoon niet later gezien dan ieder ander? en ook die vrouw „Daar is geld mee te verdienen," dacht hij toen hij het park verliet, „daar zijn duizend pond mee gemoeid." Dat inspecteur Holt in de zaak was gemoeid, was onge twijfeld een nadeel. Joe kende inspecteur Holt, en de inspec teur kende Joo, en beiden beschouwden elkaar met den eer bied verschuldigd aan den kunstenaar, ieder in zijn speciaal vak. Dientengevolge kon Bodger zich niet onmiddellijk tot den detective wenden en de belooning voor de gegeven in lichtingen opeischen. „In ieder geval," herhaalde hij bij zichzelf, „is er geld mee te verdienen, en is het iets voor my." Niet alleen was hij de laatste persoon, die Derwent had gezien, maar ook die geheimzinnige vrouw had hij gadege slagen. Hij besloot om geen tijd verloren te laten gaan en te trachten haar spoedig weer te zien. HOOFDSTUK III. Florence Derwent. „Is miss Derwent thuis?" „Ik zal eens gaan zien mijnheer." De kortgebouwde, boersche, roodharige meid liet inspeo- teur Holt in de ontvangkamer, en ging vervolgens heen om hare meesteres te waarschuwen. Hij was ongeveer veertig jaar oud, van middelbare grootte en gewicht, goed gekleed, glad geschoren gelaat, snel in het spieken en vlug in zijne manieren. Zonder bizonder scherp zinnig te zijn in de gave van afleiding, bezat hij veel gezond verstand, en na er eenige jaren zijne bizondere studie van te hebben gemaakt misdaden te ontdekken, was hij er in geslaagd om verschillende geheimen te ontwarren. In dezë zaak had hij niet alleen het huis van den vermiste en den omtrek geheel doorzocht, maar hij had Derwents uitgevers opgezocht, zijn bankier geïnterviewd, kortom alles gedaan, wat in zijne macht lag om een donkeren achtergrond te ontdekken van het kalme leven, dat de dichter te RookSeld had geleid. In dit opzicht ontdekte hij echter niets. Derwent had zijne eigen vrouw liefgehad en geen andere; inplaats van in schul den te steken, had hij nog geld in de bank staan; hij hield er geen ongewenschte connecties op na, en de geheele wereld mocht bekend zijn met zijn levenswandel, en zijne dochter behoefde zieh over niets te schamen. Na eene afwezigheid van eenige minuten, juist toen de klok op den schoorsteenmantel in de eetkamer dien Maan dagmorgen twaalf uur sloeg, keerde Lizzie terug, en ging den inspecteur voor naar Derwents studeerkamer. „Onze bizondere verslaggever" had niet overdreven door Florence mooi te noemen, al had hij vele woorden geschreven, die zij slechts had gesproken toen haar hart zoo vol was, zonder er eenig denkbeeld van te hebben, dat een dagblad er melding van zou maken. Hare grijze oogen alleen waren .voldoende om haar recht op schoonheid te geven, terwijl haar wel wat bleek gelaat geheel in overeenstemming was met de blond heid van haar haar, dat men bijna goudblond zou kunnen noemen. Ondanks haar schoon gelaat, was hare voornaamste be koorlijkheid wellicht hare gestalte. Evenals hare moeder was zij slanker dan Derwent en alle lijnen harer gestalte ken merkten zich door gratie. Nu nog viel het haai- moeielijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1