Politiek Overzicht.
öemeagclNieuws.
schrijven van academische proef
schriften, tenminste voor studenten
der juridische faculteit.
Zoools men weet, was mr. Van
Houten steeds een voorstander van
dit denkbeeld, terwijl het advies van
het meerendeel der hoogleeraren niet
ontradend schijnt te zijn geweest.
„Nationaal Fonds."
Zaterdag 22 dezer des voormiddags
te 11 uur zal te 's-Grravenhage in
„Diligentia" eene vergadering worden
gehouden, j waarin de statuten zullen
worden vastgesteld van de te stich
ten vereeniging Nationaal Fonds tot
ondersteuning, van de nagelaten be
trekkingen der in Ned.-Indië geval
len militairen.
Bericht hiervan is rondgezonden
aan alle subcomités in de verschil
lende steden gevormd om werkzaam
te zijn in het belang van het cen
traal comité n. 1. het bijeenbrengen
van een nationaal fonds ter onder
steuning van de nagelaten betrekkin
gen van in Indië gevallen militairen
en aan alle burgemeesters, die voor
het comité werkzaam zijn geweest
door het houden eener collectie of
anderzins.
Eene gelijke uitnoodiging is ook
bestemd voor gemeente en subcomi-
té's die nog werkzaam zijn en waar
van het centraal comité nog geen be
richt ontving.
Werkstaking aan de Kon. Fa
briek van Waskaarsen te
Amsterda?n.
Donderdagmorgen stonden voor de
fabriek weer eenige troepjes werklie
den een aantal fabrieksmeisjes dren
telden op de Ruysdaelkadejjheen en
weer en een detechement politieagen
ten en een inspecteur zorgden voor de
handhaving der orde.
Niettegenstaande dit politietoezicht
en ofschoon de directeur en de ge
ëmployeerden van de fabriek bij het
gaan en het komen van het kantoor
door de politie worden beschermd,
zijn de laatste dagen werklieden en
beambten der fabriek door de stakers
of personen, die het met hen eens
zijn, bemoeielijkt en mishandeld.
Zoo werden Woensdagavond twee
jonge kantoorbedienden door een hoop
volks in de Spiegelstraat lastig geval
len en geslagen, zoodat zij zich door
overhaaste vlucht voor erger moesten
vrijwaren.
Verscheidene personen, die zich aan
mishandelingen schuldig maakten,
zijn Woensdag en Donderdag gearre
steerd.
In eene Woensdag in „Café de We
tering" gehouden vergadering werden
den stakers medegedeeld, dat hun
het loon voor deze week zou word
uitbetaald uit de weerstandskaB der
vakvereen igingen.
Twee kinderen verbrand'
Terwijl Dinsdagnamiddag de vrouw
van den timmerman E. op de Ach
tergracht aan den Binnen Amstel, te
Amsterdam een paar boodschappen
deed, bleven twee kinderen, een van
twee en een van ruim drie jaar al
leen in huis. De kleinen kwamen in
aanraking met de kachel, die hunne
kleederen in vlam zette. Beide kin
deren kregen deerlijke brandwonden
en zijn aan de gevolgen overleden.
Het tramongeval te Oudehaske
Over het tramongeval, dat Woens
dag te Oudehaske (Fr.) heeft plaats
gehad, wordt nader gemeld:
Daar de machine vlak voor de brug
derailleerde, zonder dat de machinist
vooraf iets bemerkte, kon hij met
den besten wil niet remmen, en het
is hem ten eenenmale onmogelijk te
vermoeden waaraan het déraillement
te wijten is. De locomotief stoomde
in volle vaart tegen een der ijzeren
pijlers, waardoor deze in tweeën brak
en de geheele ijzeren bovenbouw op de
machine en bagagewagen stortte. Het
voorschot van den bagagewagen werd
geheel verbrijzeld en de wagen ver
nield, het balcon van den daarop
volgenden passagierswagen, waarop
de conducteur Agter stond, die door
de glasruiten in het rijtuig werd ge
slingerd, geheel ingedrukt en vernield.
De conducteur lag bewusteloos inde
passagiers wagen en men vreesde, dat
Jaij doodelijk gekwetst was.. Met den
meesten spoed waren de doctoren
Rinkes en Schouwen aanwezig, wien
het gelukte hem weder tot bewustzijn
te brengen.
Het bleek nu,! dat hij aan beide
beenen gewond was, terwijl hij klaag
de over inwendige pijn. Inden avond
werd hij, vergezeld van zijne vrouw,
die inmiddels was aangekomen, naar
Sneek vervoerd, om daar verder on
der geneeskundige behandeling ge
steld te worden.
De passagiers wagen zat vol men-
schen, van wie enkelen wonden be
kwamen door de glasscherven. De
tramweg en het kanaal, waarover de
ijzeren brug ligt, die aan de Neder-
landsche tramwegmaatschappij toe
behoort, zijn door dit ongeval ver
sperd, doch men is dadelijk begon
nen, om ze beide weer vrij te krijgen.
Door reserve-trammen wordt in den
dienst voorzien. De officier van jus
titie en de directeur der Nederland-
sche Tramweg-maatschappij waren
spoedig op het terrein aanwezig.
van den aannemer in den «in gehad
te hebben, die evenwel door den thans
beter werkenden spionnendienst tijdig
voorkomen is.
Koloniën,
Lombok.
Donderdag zijn aangekomen de indi-
sche bladen met berichten over Lom
bok tot den lSden November.
Naar de J.-B. uit goede bron ver
neemt, heeft generaal Vetter het 5e
en 11e bat. infanterie niet uitsluitend
als versterking aangevraagd om met
meer kracht tegen Tjakranegara te
kunnen ageeren, maar ook omdat
door de marine een tweede prauw van
Karangasem is aangehaald, die een
lontarbrief van Q-oesti Djdantiek aan
den vorst van Lombok aan boord had,
waarin de eerste zijn leenheer aan
kondigde, dat hij hem welhaast met
zijn benden weder te hulp zou
komen.
In verband met deze berichten zijn
ook te Malang drie mobiele colonnes,
ieder ter sterkte van eene compag-
opgericht, onder gezamenlijk
commando van den majoor Soeters,
om op het eerste bericht op Bali voor-
ioopig te kunnen optreden totdat men
te Lombok de handen vrijer zal heb
ben. Daarna, uiterlijk in den loop
van Januari a. s., komt Karangasem
de beurt, de opperbevelhebber
der expeditie heeft in dien geest be
velen van de regeering ontvangen.
Verder sohijnt ook het gedeeltelijk
reeds verlaten bivouak van Ampenan.
meer in het bijzonder het even daar
buiten gelegen etablissement van den
aannemer, met een overval bedreigd
zijn. In den avond van den 7den
dezer althans werd de heer Stok plot
seling verrast door een bezoek van de
chefs van den generalen staf en der
intendance, die hma kwamen waar
schuwen op zijne hoede te zijn. Den
volgenden dag werd gewapend gefou-
rageerd en moest het personeel der
leverantie insgelijks den ganschen
dag met revolvers gewapend zijn. On
der leiding van den luitenant-kolonel
der artillerie werd het geheele eta
blissement met den meesten spoed
binnen de versterking overgebracht
en een daaromheen zwervende Balier
in bewaring genomen. De vijand
scheen door den nood gedreven een
aanslag op de belangrijke voorraden
Aan de particuliere correspondentie
uit Ampenan in het Bat. Nbl. ontlee-
nen wij het volgende
Er zijn spionnen, die verklaren, dat
zij in Tjakranegara zijn geweest. Het
is de vraag of het waar is, of het
dan geen spionnen van den radja zijn.
Zjj verklaren, dat de zware schok,
dien we hier voelden, terwijl we tege
lijkertijd het opstijgen van een enorme
rookwolk waarnamen, veroorzaakt is
door het springen van een groot
kruitmagazijn achter de poeri, waarin
ook een belangrijke voorraad patro
nen geborgen was. Ook vertellen z\j,
dat onze granaten talrijke slachtoffers
maken, dat Tjakra inwendig versterkt
is, alle muren van talrijke schietgaten
zijn voorzien, dat de Baliërs zich tot
een hardnekkigen tegenstand voorbe
reiden en dat wij de overwinning
niet zonder zware verliezen zuilen be
halen. Positieve plannen tot onder
werping schijnt men dus niet te koes
teren.
Terwijl ik deze regelen schrijf, blaast
de wind met ongemeene kracht door
ons bivak Ampenan. Het is de storm
wind, die ons tijdens de kentering
reeds eenmaal bezocht! Telkens van
richting veranderend, doet hij de
klapperboomen als rietjes buigen,
breekt hg zware takken af en ont
wortelt hij hier en daar een boom;
den regen drijft hij woest voor zich
uit; de barakken kraken en een deel
der dakbekleeding word weggeslin
gerd. Met moeite verplaatst men zich
door de bivakstraten, lelkensvreezende
opgenomen of omvergeworpen te wor
den. De zee is gerezen tot het hoogste
gedeelte van het strand en kan elk
oogenblik het bivak binnendringen
de vloedgolven naderen met groote
kracht, de ijzeren kokers en andere
honderden kilo's zware voorwerpen,
die op het strand liggen, worden
Dinnen gestuwd. Er is geen
communicatie met de schepen op de
reede en men beproeft telkens te ver
geefs de post aan wal te brengen.
Bij zulk een weersgesteldheid kan
er niet geageerd worden en zelfs stremt
zij den gewonen loop van zaken.
Als de Lomboksche westmousson op
deze wijze blijft voortwoeden, kan er
voorloopig niet3 belangrijks tegen
den Balischen vijand ondernomen
worden.
Uit Soerabaja is 6 Nov. aan deLoc.
geseind
Het ss. Both vertrok gisteren mor
gen om elf uur van Ampenan met
zieken en gewonden en is heden mid
dag alhier aangekomen. De geë va-
cueerden zijn: secretaris Valette, dir.
off. v. gez. Kunert, off. v. gez. Koamans,
kapt. genie Ruempol, luits. inf. Lam
berts en Jackson, luit. adm. Yon
Mauntz en Hamakers, een luit. van
de barissan, de marine off. Van Heus-
den, 150 onderofficieren en minderen,
dwangarbeiders en vrije koelies. Op
reis zijn een Eur. fuselier en twee
dwangarbeiders overleden. Het ss.
Both wordt voorloopig alhier aange
houden, in verband met het plan van
generaal Vvtter om 10 dezer Tjakra
negara aan te vallen, waarvoor wen-
schelijk is toezending van twee ba-
taillons van Java, daar er nu veel
zieken zijn door de hevige regens in
de laatste dagenhet ziekeschip heeft
reeds 50 zieken aan boord, het hos
pitaal te Ampenan is vol. Het nieuwe
bivak te Kapitan is door twee ba-
taillons betrokken. De vijand
geen spoor van toenadering en ver
sterkt zich geducht. Op Tjakranegara
ziet men beurtelings Hollandsohe en
witte vlaggen, terwijl het bombarde
ment wordt voortgezet. Morgen ver
trekt hefc^ss. Sindoro van hier naar
Ampenan^ met eene groote partij
provisiën, wijn en kazerne-meu
bilair.
Men deelt mee dat de gezond
heidstoestand van den opperbevelheb
ber der Lombok-expeditie te wenschen
overlaat.
De secretaris der residentie, de heer
Valette, die eenigen tijd op Lombok
werkzaam is geweest, is gisteren avond
hier teruggekeerd. Een ernstige on
gesteldheid, welke hem weken lang
aan boord van het z:ekenschip ter
reede van Ampenan gekluisterd hield
maakte zijne evacuatie dringend nood
zakelijk.
Atjeh.
Radja wordt van 6 No-
Uit Kota
vember aan de J. B. geschreven:
Niets dan regen in den laatsten
tijd; in één woord hoogst onaange
naam weer. De Atjehrivier is reeds
zoodanig gezwollen geweest, dat het
maar zeer weinig gescheeld heeft of
we hadden bandjir gehad, iets wat
hier wel meer voorkomt, doch waar
men niet hard naar verlangt, aange
zien geheel Kota Radja dan zoo wat
onder water staat.
Vooral voor de posten buiten de
geconcentreerde linie is die regen een
ontzettende plaag; de dakbedekking
van het verblijf der soldaten laat
meestal veel te wenschen over en is
tegen zware regens in geenen deele
bestand. Daar ook de garderobe der
soldaten niet direct groot is te noe
men, wordt er bij aanhoudend regen
achtig weer, zooals we tegenwoordig
hebben, werkelijk veel misère gele
den. De bentings zeiven worden in
zware modderpoelen herschapen. Ver
der komt er de factor „verveling''
bij, want men weet bij geen moge-
ilij kheid hoe de m-nschappen bezig
•te houden.
Ook op de djahats schijnt de regen
verslappend te werken, want van vij
andelijke operaties merken we in den
laatsien tijd niet veel. Tjot Rang heeft
echter voor de variatie weer eens een
flinke beurt gehad. Waarschijn.ijk
zult u u nog wei uit één mijner laat
ste brieven herinneren, dat een acht
tal Atjehers, behoorende tot de be
vriende hulptroepen van Toekoe Djo-
han en afkomstig uit kampong Pan-
go, naar den vijand overgeioopen was,
Dit bericht was in zooverre onjuist,
dat hun aantal niet acht, maar elf
bedroeg. Deze Atjehers, behoorende
tot de bezetting eener bevriende ben-
ting, zooais we dat noemen, dicht bij
Tjot Rang, zijn met medeneming van
hun geweren (onze achterlaadge weren)
en een vijfhonderd tal patronen niet
alleen naar den vijand overgeioopen,
maar zijn ook onmiddellijk er toe
overgegaan om onze benting Tjot Rang
waarvan ze ligging en inrichting op
hun duimpje kenden, met onze patro
nen uit onze geweren op alle moge'
lijke wijzen te besehieten. Aan den
loop van sommige kogels wasduidc
lijk waar te nemen dat ze van uit
de boo men moesten geschoten zijn.
Ofschoon de kogels goed aansloegec
en de schildwachten zich terdege
moesten dekken, wer-.len ons toch
geen gewonden bezorgd. Eenige dagen
geleden evenwel werd een Europeesch
fuselier op Tjot Rang gewond.
Ook is eenige dagen geleden de
Europeesche sergeant Bal van de ar
tillerie gewond op Sinelop.
Ook eene compagnie infanterie van
het jl4de bataljon, onder commando
van den kapitein Reurts, welke een
transport materialen naar Biloel ge
leiden moest, werd onderweg bescno-
ten, met geen ander gevolg dandai
den luitenant Schansleh de helmhoed
van het hooid werd geschoten.
In de|vergadering die de Fransche
Kamer Donderdag hield, werd Burg
deau, de overleden president der Ka
mer, herdacht door de Mahy, in zee?
waardeerende woorden. Hierna werd
besloten om de regeering een krediet
van 20,000 francs toe te staan ter
bestrijding van de begrafeniskosten.
De Chaly noemde Zondag als den
vastgestelden dag voor de begrafenis,
in verband waarmede de Kamer tot 17
Dec. uiteengegaan is. De begrafenis zal
streng civiel zijn, in overeenstemming
met de denkbeelden van den over
ledene. Het stoffelijk overschot van
Burdeau jzal komen te rusten op een
praalbed in eene zaal van het residen
tiepaleis, welke van Zaterdag af voor
het publiek zal openstaan.
De commissie uit den duitschen
Rijksdag heeft Donderdag met 9 te
gen 4 stemmen afwijzend beschikt
op het verzoek om eene strafvervol
ging tegen Liebknecht toe te staan
wegens majesteitsschennis.
De commissie van enquête uit de
fransche Kamer naar de bankschan
dalen heeft haar rapport bij de Kamer
ingediend. Zij stelt haar voor, hare
toestemming te geven tot het open
baar maken van de documenten,
zich bevindende in 4 enveloppes, welke
betrekking hebben op de „Banca Ro-
mana" en voorts bestaan uit brieven,
in de gevangenis door Tanlongo ge
schreven aan Giolitti, den toenmaligen
minister-president, met uitzondering
evenwel van de stukken welke be
trekking hebben op overleden sena
toren en andere politieke mannen.
De commissie stelt verder voor dat
de Kamer besluite geen rekening te
houden met de documenten, vervat
in de 5e enveloppe, betrekking heb
bende op de onderhandelingen tus-
schen de Nationale Bank en de „Banca
Romana." Dandat de Kamer er in
toestemme, dat aan Frangois Crispi
en aan mevrouw Crispi de brieven
worden teruggegeven,bijeengevoegd in
de 6e enveloppe, omdat deze brieven
geheel en al een particulier karakter
dragen. Toejuichingen
De Kamer heeft Donderdag hetge-
heeie rapport der commissie goedge-
keu
Een oppervlakkig beschouwd hoogst
zonderling besluit is door de Grrieksche
Kamer genomen. Deze heeft met vijf
stemmen meerderheid besloten totaan
neming van een wetsontwerp,strekken
de om den k-entenoogst terug te hou
den en desnoods te vernielen ten
einde den marktprijs te handbaven.
Voor de stemming verlieten vele
leden de zaal, moeie lijk heden worden
verwacht. Dit „spartaansch" middel
schijnt nog het eenige te zijn om
verbetering in den toestand te bren
gen.
Naar de „Standard" uit Konstan-
tinopel verneemt heeft het Turksche
comité tot onderzoek der gruwelen
in Armenië de Erzingjanpas bereikt
waar het Zekki Pasja ontmoette, Het
kan echter niet verder wegens de
sneeuwhet rapport zal vele maanden
vertraging ondervinden.
Br worden thans „olous" gezocht
voor de wereld-tentoonstellingen te
Brussel (1897) en te Parijs (1900), en
bij dat zoeken komen allerlei vernuf
tige denkbeelden aan ht licht. Zoo
stelt iemand voor op de BruBselsche
tentoonstelling België te maken „naar
het leven afgebeeld" op 1 hectare
grond. Op dezen bunder oppervlakte
zouden alle steden en dorpen met de
voornaamste monumenten in het
klein worden gebouwd en wegen van
50 cM. breedte zouden de gelegenheid
geven alles te bezichtigen. Op een
hoogte zou men ook een vogelvlucht
hem diende, werd hij na een kwartier te hebben gewacht
beloond door de verschijning van eene slanke, jonge vrou
met een bizonder net figuurtje, dat goed uitkwam door ha
nauwsluitend manteltje van zwart laken. Hare heldere,
blauwe rok was juist kort genoeg om een paar kleine schoe
nen te doen zien, en haar lief, rond gelaat met rose wan
getjes werd fraai omlijst door een zwart hoedje, versierd met
een wel wat opzichtige veer.
Sarah kon niet met zekerheid zeggen waarom zij een dienst
buiten had aangenomen. Natuurlijk ging zij uit omdat het
haar „avond" was; maar wat betreft de vermakelijkheden
in Rookfield had zij evengoed thuis kunnen blijven. Sarah
verliet het huis zonder te weten wat zij zou gaan doen, en
toen zij het poortje doorging, viel haar blik op een tengeren,
jongen man met bizonder afloopende schonderB, die zijn hoed
artistiek in de richting van zijn groot linkeroor droeg, ter
wijl hij op onverschillige wijze met een stokje zwaaide.
Vlug week hij voor haar uit en nog vóór dat Sarah eenige
meters had afgelegd, kwam het bij haar op, dat zij haar pa
rasol had vergeten, en terwijl de maan reeds zichtbaar was,
het was reeds zeven uur in den avond, keerde zij terug om
dat nuttig voorwerp te halen. Dezen keer week de jonge
man niet alleen voor haar uit, maar maakte ook beleeid
zijne verontschuldiging, dat hij haar in den weg had gestaan.
Toen zij hem wat meer nauwkeurig opnam, bemerkte zij,
dat zijn mager en scherp gelaat hem er ouder deed uitzien,
dan zij had verwacht.
„Neem mij niet kwalijk mise," zeide Joe. „Ik zon u niet
gaarne in den weg willen staan, voor geen geld; ofschoon
men zegt, dat ik mijzelf steeds in den weg Bta. Dat is een
gewoonte van mij geworden."
Joe werd niet teruggewezen zoodat hij naast Sarah voortliep
in de richting van het dorp.
„Ben aardig huis waarin u woont," vervolgde hij; „het
ziet er gezellig uit. Een aardig klein huis, drommels ja, en
ook zeker eene kleine, aardige familie die er in woont."
„Alleen juffrouw Cawdrey is er op, het oogenblik," gaf
Sarah ten antwoord. „Over smaak valt niet te twisten."
„Wat doet juffrouw Cawdrey tegenwoordig?"
„O, van alles. Zij kookt, neemt de huishouding waar en
iB tegelijk meesteres."
„Zijt gij daar dan maar met n beiden 1"
„Wjj zullen er een jongen bediende bij nemen, als wij er
een kunnen krijgen. Dat zal moeieljjk gaan, want hij moet
veel in den tuin spitten. Ik doe dat niet. Mijnheer Fairford
is er zelf eens aan begonnen, maar het begon hem spoedig
te vervelen. Dan moeten er nog schoenen gepoetst en messen
geslepen, om nog niet te spreken van de slaapplaats boven
een leegen stal. Dat alles schrikt iedereen af."
„U zult toohj.niemand afschrikken," gaf de galante Joe ten
antwoord. „Is er dan geen ander vertrek in het huis is
de familie zoo groot?"
„Er is niemand anders dan jjuffrouw Cawdrey en ik en
mijnheer Fairford," gaf Sarah ten antwoord, „en wij wonen
hier nog niet langer dan twee maanden. In het laatst van
Januari zijn wij verhuisd en op eene zeer zonderlinge wijze."
„Zoo, was ik er dan maar bij geweest om je te helpen. Waarom
was het zoo zonderling
„Wel, de meubelen kwamen Woensdag evenals juffrouw
Camdrey en ik. Zij nam mij te Londen in dienst. Mijnheer
Fairford was hier ook, maar denzeliden avond ging hij weer
weg. Toen wij Vrijdag alles sloten was hij nog weg, entoen
ik hem Zaterdagmorgen in huis zag wist ik niet wat ik zag."
„Kwam hy dan des nachts?"
„Ja natuurlijk," zeide Sarah, „op een anderen tijd had hij
niet kunnen komen. En hij kwam niet met den trein, dat
is zeker. Ik denk, dat juffrouw Cawdrey hem binnenliet. In
ieder geval was hij er Zaterdagmorgen en ik schrok er van."
Toen Sarah den volgenden morgen ongeveer elf uur naar
de voordeur ging, was zij niet weinig verbaasd Joe op de
stoep te zien staan.
„Is mijnheer Fairford thuis?" vroeg hij met iets plechtigs.
„Ik heb gehoord, dat men hier iemand noodig heeft voor
het handewerk."
Toen hij alleen op de mat achtergelaten werd, terwijl
Sarah de boodschap aan Owen ging overbrengen, nam Joe
zijne omgeving eens goed op. Aan zijne linkerhand stond
een deur open, waarschijnlijk toegang gevende tot de ont
vangkamer.
(Wvrdt V4r**lfd.)'