Letteren en Kunst.
Rechtszaken
Politiek Overzicht.
De 8 en 4-daagsche retourkaarten
uitgegeven op Zondag 30 December,
zullen geldig zijn tot en met Woensdag
2 Januari.
Hierdoor wordt den reizigers uit alle
oorden van het land de gelegenheid
geopend, om met de a.s. feestdagen
met een retourkaartje op reis te gaan
en eerst n& die feestdagen met het
retourgedeelte terug te keeren.
Zondagsrust.
Ook de comestibles- en komenijs-
winkeliers te Amsterdam zullen ver
gaderen, om te bespreken het onder
werp: Zondagsrust.
Zij willen gedaan zien te krijgen,
dat hun winkels den geheelen dag
gesloten blijven en niet, zooals het
thans is, na één uur.
Overreden.
Omstreeks half vijf, toen trein 28
het station Den Haag verliet, wilde
de heer Van Gelder, (zoon van ds.H. A.
van Gelder alhier) lector aan 's Rijks
universiteit te Leiden, op den reeds
in gang zijnden trein springen. Hij
had het portier reeds geopend, maar
werd meegesleurd, viel en kwam tus-
schen de treeplank e.i den waggon
terecht.
Op het geschreeuw en de signalen
hield de trein op, en de heer Van
Gelder werd uit zijn benarden toe
stand verlost. Zwaar gewond aan
beide beenen en aan het gelaat werd
hij in een lokaal van het station bin
nengedragen. Door een drietal dokters,
wier hulp was ingeroepen, werd de
eerste hulp verleend. Een der beenen
bleek bij het heupgewricht gebroken
te zijn.
Nadat de heer v.G. verbonden was
zou hij naar het Leidsche iekenhuis
getransporteerd worden. Het ongeluk
verwekte aan het station groote ont
steltenis.
Een wraakneming.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag is te Helder een marinier, op
post staande bij het fort Oostoever,
door drie visschers aangevallen, die
hem eene bijtende vloeistof in het ge
laat wierpen. Toen de wacht, door de
schildwacht gealarmeerd, ter plaatse
kwam, waren de aanranders reeds
verdwenen. De mishandelde soldaat,
die met deerlijk verbrand aangezicht
in hetmarinehospitaa.l is opgenomen,
meent ze echter wel te zullen her
kennen. Men gelooft hier te doen te
hebben met eene wraakneming over
mishandelingen van visschers door
mariniers op St. Nicolaasavond.
Eene zonderlinge weddenschap werd
Zondagvoormiddag, in eene tapperij
buiten Tolsteeg te Utrecht, onder
getuigen tusschen twee personen
aangegaan om de som van f5, be
staande in het tusschen duim en
vinger dragen eener groene erwt en
wel naar Jutfaas. De drager wasech
ter lang niet zoover gekomen of hij
liet de erwt vallen en verloor alzoo
de weddenschap.
In den gemeenteraad van Nijmegen
is Zaterdag op voorstel van het da-
gelijksch bestuur een besluit geno
men, dat een eind zal maken aan
ergerlijke toestanden. Men herinnert
zich den moord, onlangs gepleegd op
een weesvader, waardoor de aandacht
werd gevestigd op de beruchte Ros-
marijnsteeg, welke, aan het schoone
Valkhof grenzende, een doorn was in
het oog der vele wandelaars.
Door onderhandschen aan koop van
een dertigtal huisjes voor een som
van f32,000 zuilen alle befaamde
krotten in en bij genoemde steeg
eigendom der gemeenle worden.
Mocht nu deze wat waarschij nlij k
is tot slooping overgaan, dan zal
de verbinding tusschen Valkhof en
Kelikensbosch niet langer ontsierd
worden door de onoogelijke hutten,
die tot nu toe daar worden aange
troffen.
De raad bracht warme hulde aan
het dagelijksch bestuur voor zijn
voorbereiding dezer zaak.
Melk vervalsching.
Onlangs is er op gewezen, dat te Nij
megen de sterfte onder jonge kinde
ren buitengewoon groot was, hetwelk
door de gezondheidscommissie werd
toegeschreven aan de aldaar veelvul
dig voorkomende melkvervalsching.
Een schrijven dier commissie aan den
gemeenteraad was in de Zaterdag ge
houden zitting ingekomen, waarbij in
overweging werd gegeven de aanstel
ling van een controleur, openbaarma
king van geconstateerde vervalschin-
gen, zoomede van de namen van hen
die weigeren hun melk aan den con
troleur te verkoopen, en straf te be
palen op vervalsching.
Mede stelde de commissie voor het
water van de waterleiding als voor
heen onder contróle te stellen van een
scheikundige, en den ingezetenen ge
legenheid te geven pompwater en voe
dingsmiddelen scheikundig te laten
onderzoeken, naar een ten bate van
de gemeentekas vast te stellen tarief.
Na eenige discussie, waarbij de
voorzitter mededeelde, dat te Nijme
gen dit jaar tot 1 Dec. 643 personen
stierven, onder wie 159 kinderen be
neden net jaar, en tevens opmerkte,
dat tegen vervalsching van levens
middelen bij het Wetboek van Strat-
recht wordt gewaakt, terwijl men de
veelvuldige sterfgevallen aan gebruik
van vervalschte melk kan toeschrij
ven, maar daaromtrent geen zeker
heid bestaat en dan ook niet verkre
gen is bij een door hem ingesteld on
derzoek, werd het voorstel der com
missie in handen van B. en W. gesteld.
dat waren pertinente leugens en die
wilde hij niet De heer Phaff zegt,
dat nu de heer Addens aangevallen
werd, hij van dezelfde meening is,
dat de heer Brad er de voorsteller is.
De heer BraderZoo I Dan is u het
vergeten of uw hersens zijn niet goed
meer, of u heeft er niet over nage
dacht
De heer Mulder... En wat de kwestie
tusschen heeren de Brader en Addens
betrof, hij meende wel stellig te weten
dat de heer Brader niet de man van het
voorstel is.
De heer BraderZie, daar heb je
den man, daarom dank ik je nog meer
Addens. Ik dank je, dat ik bekend wil
staan als iemand die zoo nu en dan
weer anders praat.
De heer Addens Ik wensch er nog
even op terug te komen, hoewel Bra
der mij anders geen antwoord waard
is, maar ik wil even zeggen, dat ik
van mijn] gezegde niets terug neem.
Uit den Winschot© r
Gemeenteraad.
Bij de behandeling van een adres
van F. Prak c.s., betreffende het niet
verharden van den Achtermolenhorn-
derweg, merkte de heer Addens (wet
houder) op, dat B. .en W. destijds
hebben voorgesteld, den weg te ver
harden en dat toen de heer Brader
had voorgesteld niet tot verharding
over te gaan enz.
De heer Brader (soc.) protesteert
tegen de woorden door den heer Ad
dens gesproken, in de eerste plaats,
omdat zij een bewijs zijn, wie uit de
school klapt en in de tweede plaats
moest hij zeggen, al was het niet opzet
telijk, „de man liegt".
Misschien kwam het door ouder
dom, spr. wist dat niet, maar spr.
zou wel wijzer zijn, om niet uit de
school te klappen. Hij besloot zijn
woorden met te zeggen: „Ik wensch
u te waarschuwen, heer Addens, met
verder op dien weg voort te gaan."
De voorzitter zegt, dat het zeer
wel mogelijk ie, dat iemand zich niet
juist iets herinnert, maar dat het
dan toch te ver ging, te spreken, zoo
als de heer Brader, van liegen.
De heer Brader: Mag ik u doen
voorstellen de vergadering om de
waarheid te doen zegevieren even
te sluiten, om na t8 gaan, wie de
voorsteller is geweest? Ik zal hem
dan aantoonen en hij zal me gelijk
geveo.
De voorzitter ziet hiervan het nut
niet in.
De heer Brader is echter van een
tegenovergesteld gevoelen.Hij wenscht
niet verdacht te worden gehouden.
Hij streed hier voor de menschen en
nu zou men zeggen dat hij het voor
stel had gedaan tot niet verharding,
De Nederlandsche Opera in den
Stadsschouwburg te Amsterdam zal
weder een oorspronkelijk Nederlandsch
werk in één bedrijf opvoeren. De com
ponist er van is de heer C. Dopper,
uit Groningen, een nog jong kunste
naar, die aan het conservatorium te
Leipzig zijn opleiding voltooide.
De titel van het werk, bescheiden-
lijk „zang-pel" geheeten, is „De Blin
de van net kasteel Cuille", mevr. C.
Meursinge-Offers schreef t het libretto.
Naar men mededeelt, moet het
werk een zeer gunstigen indruk heb
ben gemaakt op de deskundigen, die
de proefvoorstelling bijwoonden.
Dat onze bekende stadgenoote, mej.
Jeanne Landré niet alleen hier ter
stede doch ook elders lauweren weet
in te oogsten bewijzen o. a. de ver
schillende verslagen der Zwolsche- en
Arnhemsche courant.
In de Zwolsche Ct. van 13 Dec. lezen
wij o. a. „Mej, Landré die de moei
lijke partij van Eve (Massenet) ver
vulde, vond welverdienden bij val. Haar
stem had gewonnen in kracht, haar
voordracht was bezield en bezielend
vooral in het 2e en 3e duo zong zij
zeer schoon," en in de Arnh. Ct. van
14 Dec.„Mej. Landré die geheel on
voorbereid zelfs prima vista de partij
van Elisabeth (Liszt) zong, beschikt
over een schoone, heldere eopraanstem.
ïïaie vertolking was onder deze om
standigheden een heldhaftig feit, dat
een hoogen dunk geeft van hare
talenten."
Koloniën.
BATAVIA 20 November.
Lombok.
De inneming van Tjakra Negara.
Het telegram dat de Jav. Ct. van
20 Nov. omtrent de bestorming van
Tjakranegara bevat en welks inhoud
Nederland reeds gelijktijdig met
de eerste berichten betreffende de
inneming dier sterkte bijna geheel
bekend is geworden, bevat het vol-
De beide bataljons, welke blijkens
het medegedeelde in de Javaachc Cou-
rant van Dinsdag jl. ter versterking
der expeditionaire macht naar Lom
bok zijn gedirigeerd, debarkeerden te
Ampenan op 16 en 17 dezer in den
voormiddag. In den namiddag van
laatstgenoemden dag debarkeerden
mede de landing3divisiën van alle
schepen, terwijl, H. M. „Borneo" op
dien dag Tjakranegara met honderd
granaten beschoot.
In den ochtend van 18 dezer werd
uitgerukt met vijf bataljons infante
rie, 60 man iandingsdevisie, een pelo
ton cavalerie, twee sectiën veld, twee
sectiën berg, twee sectiën coehoorn-
mortieren en drie sectiën genietroe
pen, verdeeld in drie colonnes en een
reserve colonne.
Te vijf uur 'a morgens werd Tja
kranegara binnengedrongen. Twee co
lonnes gevolgd door de reserve, wa
ren na heftigen tegenstand, waarbij
zelfs vrouwen met de lans aanvielen
te negen uur tot de poeri genaderd,
waarna zij die bestormden.
De vermeestering der poeri ging
voet voor voet. Elk der zestien vak
ken, waaruit zij bestaat, moest ach
tereenvolgens genomen worden, en
men glaagde daarin tot op éen na,
waar de tegenstand in verband met
de inrichting der geheele poeri, zoo
hevig was dat, ondanks aanwending
van springmiddelen, geschutvuur,
handgranaten en herhaalde stormloop
der infanterie, het te vier uur des
namiddags, toen de terugmarsch
moest worden aangenomen, nog niet
was mogen gelukken het te veroveren,
De derde colonne, die over Taman
Radja langs den noordelijken oever
van de Antjar was getrokken, onder
vond den meesten tegenstand, zoodat
zij, hoewel anderhalf bataljon sterk,
door twee compagnieën endersteunc.
moest worden om van de noordzijde
de poeri te bereiken, alwaar zij te
twaalf uur aankwam.
Zeven compagnieën infanterie en
twee sectiën genietroepen bezetten
twee positiën tegenover de poeri. De
overige troepen keerden te zes uur
's avonds in de bivaks terug.
De vijand leed zware verliezen.
Aan onze zijde sneuvelden de kapi
tein Scheib en de tweede luitenants
d'Ancona, Schiff en Van der Heijden
zwaar gewond werden de kapitein
Slangen en de eerste luitenant Wit-
tich, en licht de luitenant ter zee
eerste klasse Van Wessem en de tweede
luitenant Halkema.
Van de mindere militairen sneuvel
den, voor zoover reeds bekend, 14
Europeanen, 7 Amboineezen en 4 .n-
landers, terwijl gewond werden: 68
Europeanen, 28 Amboineezen en 12
inlanders. De namen zullen zoo spoe
dig mogelijk worden opgegeven.
Van de dwangarbeiders sneuvelden
2 en werden 9 gewond.
Den volgenden dag werden de ope
ratien voortgezet.
Eene colonne maakte eene verken
ning tot aan den Oostelijken rand van
Soeïta. Geen schot werd gelost; de
bevolking bleef rustig, haar werd be
volen de muren om de erven op te
ruimen en zij begon daaraan tijdens
de aanwezigheid der colonne. De in
geleverde wapens waren van weinig
waarde.
Zekere Goesti Madé Getas kwam
zich te Tjakranegara onderwerpen.
Te Nermada woonachtig, was hij met
zijn volk door den vorst opgeroepen
om te helpen bij de verdediging te
gen onze troepen, doch durfden nu
niet meer terug uit vree3 voor de Sa-
saks.
Een tweede colonne hield zich be
zig om met behulp van dwangarbei
ders, de kleimuren langs den weg in
West Tjakra om te werken en de
verhakkingen op den weg, uit zware
boomstammen bestaande, op te rui
men. Die weg is nu vrij en voldoende
veilig.
Een ander troepengedeelte hield
zich bezig met het terrein rondom
eene dewa, die tot versterking zou
worden ingericht, op te ruimen, ter
wijl de daarvoor aangewezen bezet
ting binnen die dewa het logies ge
reed maaktetijdens die werkzaam
heden ontstond brand in die dewa
en brandde deze geheel uit, zoodat
zij, althans gisteren, niet- kon bezet
worden. Daaio.n werd bij het inruk
ken een gedeelte der poen bezet door
drie compagnieën infanterie.
De oude radja moet volgens be
richten gewond uit de-poeri vervoerd
en naar het noorden gevlucht zijn.
Door de bevolking werden op bevel
teruggebracht de beide nog verloren
veldstukken en een bergkanon.
Behalve bovenstaand bericht bevat
de J.-B. van 20 Nov. het volgende
Volgens een gisterenavond hier
ontvangen «bericht werd gisterenoch
tend ten 9 uur ook het zestiende vak
van de poerie door de onzen zonder
slag of stoot bezet, nadat de vijand
het verlaten had, zoodat toen deze
versterkte verblijfplaats van den vorst
geheel in onze macht was en daar
mede waarschijnlijk ook de plek van
ons vroegere bivak. Dus blijft nog te
nemen het oostelijke deel van Tja
kranegara, ongeveer juist de helft,
daar de poerie vrij wel in het mid
den ligtdat oostelijke de9l moet het
meest versterkt zijn, doch de poerie
is toch de hoofdzaak. Ook vanNar-
mada, het lusthuis van den vorst,
dat ongeveer even ver ten oosten van
Tjakranegara als Ampenan ten westen
ligt, zegt men dat het geducht ver
sterkt ishet bestaat echter alleen
uit een klein lustverblijf en een grooten
tempel, terwijl er zich geene uitge
strekte kampongs bevinden.
Dit laatste geldt ook van Lingsar,
waar een lustverblijf staat van Agoeng
Madé. Beide plaatsen zijn door goede
breede wegen met Tjakranegara ver
bonden, waaruit Narmada bovendien
door eene onderaardsche gang moet
te bereiken zijn.
Nadat wij bovenstaande schreven,
vernamen wij nog dat volgens een
regeeringstelegram de radja gewond
uit de poeri is gedragen, dat geheel
Tjakranegara in onze macht is, dat
Narmada zijne onderwerping heeft
aangeboden, dat f750,000 zijn buitge
maakt, die naar de schepen zijn ge
bracht en dat de overige schatten
onder den grond zijn geborgen.
Beschadiging bij ontsmetting.
De officier van justitie bij de
rechtbank te Rotterdam heeft con
clusie genomen in de «aak van een
winkelier, bij wien pokken waren
uitgebroken, tegen de gemeente Schie
dam, op grond van beschadiging zijner
goederen bij de ontsmetting. Hij ver-
eenigde zich met de stelling van de
laagde gemeente, dat de burgemees
ter hier ter uitvoering eener rijkswet
gehandeld heeft, als orgaan van den
Staat en zonder de gemeente te ver
tegenwoordigen. Gesteld dat de bur
gemeester zijne bevoegdheid had over
schreden, dan zoude dit zijn geschied
zonder verantwoordelijkheid van de
gemeente. De strekking der conclusie
was duseischer in zijne vordering
niet ontvankelijk te verklaren en te
veroordeelen in de proceskosten.
De leden der Fransche Kamer, be-
hoorende tot de gematigd-repablikein-
sche partij, welke het kabinet-Dupuy
steunt, hielden Maandag eene bijeen
komst, teneinde een candidaat te kie
zen voor het presidentschap, tot ver
vanging van den heer Burde iu.
Er waren twee candidaten, de hee
ren Méline en Ribot. De heer Méline
verkreeg de meerderheid. Derhalve
kan men de verkiezing van den lei
der der protectionisten tot voorzitter
der Kamer als verzekerd beschouwen.
Bij bet begin der zitting diende de
minister van financiën een ontwerp
in tot toekenning aan mevrouw Bur-
deau van een pensioen van 12,000
francs, in te gaan 12 December 1894
en tevens deed hij eene aanvrage
van twee voorloopige twaalfden der
a.s. begrooting.
Maandag is in den duitschen Rijks.,
dag het omwentelingsontwerp in be^
eikenhouten stok, en dan hebt ge dokter Yiret, zooais hij
gewoonlijk in den omtrek van het dorp werd gezien.
Hij liet nooit na om het graf zijner vrouw om de twee
jaar te bezoeken, en na zijn terugkeer uit Portugal was hij
steeds eene maand lang zeer terneer gedrukt en zwaar
moedig.
Toen dokter Brown voorstelde, dat hij mevrouw Derwent
eens moest gaan bezoeken stemde hij onmiddellijk toe om
twee redenen. De eerste was, dat dokter Browns beschrijving
van haar kwaal, of een van hare kwalen, zijne belangstelling
had opgewekt; de tweede en voornaamste reden, dat zij
Florence's moeder was.
Iets aan het meiBje hare schoonheid, haar blond uiter
lijk, hare manieren, hare opgewekte vroolijkheid totdat groote
rampen haar troffen, vooral misschien haar leeftijd bracht
dokter Viret steeds in herinnering wat zijne eigen aangebe
den Elsie had kunnen worden, wanneer het noodlot haar
had gespaard. Ieder jaar schilderde hij zich in gedachten zijn
kind af, zooals zij zou zijn opgegroeid, en in Florence Der-
went, geboren bijna in dezelfde maand, zag hij Elsie's even
beeld, en zag door haar zijne dochter zich in zijne verbeel
ding ontwikkelen van het meisje tot de maagd, zoodat zij
ten slotte de grootste plaats in zijn hart innam.
Toch had hij gedurende al de jaren, dat Kg in Rookfield
woonde, haar nooit aangesproken, was haar steeds zonder ©eni
gen groet voorbij geloopen, en eerst toen hij in haar huis in
onmiddellijke aanraking met haar was gekomen, verraadde hij
iets van die genegenheid voor haar, die ondanks zichzelve
en bijna zonder dat hij er zelf eenig besef van had, zoo diep
had ingegrepen in zijn volgend leven.
Dien morgen trad hij te twaalf uur, de studeerkamer van
Derwent binnen.
„Natuurlijk geen nieuws?" zeide hij en vatte hare hand
„Neen, niets. Zal ik ooit wat hooren riep zij uit. „In
specteur Holt verzocht mij om te hopen, maar het is zeer,
zeer moeielijk dokter Yiret."
„Dat is ook nutteloos Florence. Nutteloos en verkeerd. Het
is immers verkeerd om valsche hoop te koesteren. Veel beter
is het om dadelijk besef te hebben van het ergste."
„Dat is ook vreeselijkgaf zij ten antwoord. „Men tracht
zich aan een stroohalm vast te klemmen. Ik kan niet hopen
en toch wil ik de hoop niet opgeven; dagelijks tracht ik
na te gaan of er nog ook eenige hoop kan zijn."
„Dat komt juist omdat gij niets hebt te doen. Ik weet
dat het zeer verkeerd is zoo verkeerd mogelijk, maar de
tijd zal u troosten. Dat heeft meer plaats. Wanneer gij niet
leert vergeten, dan versuft gij. Goede GodIk heb het zelf
ondervonden mijn kind. Wanneer mijne lieveling ook nog
leefde, dan zou zij even oud zijn als gij. Zij leeft niet meer;
zij is dood, maar ik hoop, dat gij nog een gelukkig leven
voor u hebt"
„Dat is op het oogenblik niet zeer gelukkig," stamelde zij.
„Dat zal het ook niet zijn, wanneer gij altijd aan hetzelfde
denkt Ik ben hier echter niet gekomen om met u over uwe
gevoelens te spreken. Laat ons praktisch zijn. Ik wil mij niet
in uwe zaken mengen; ik haat zelf niets zoozeer dan dat men
zich met mijne zaken bemoeit, vooral wanneer de menschel
het goed meenen. Het is dan moeielijker om hen af te we
ren. Natuurlijk heeft Edwards mij alles omtrent u medege
deeld. Ik kan den toestand niet beseffen; ik begrijp niet hoe
een man, die zoovele boeken heeft geschreven het is waar,
dat ik er no it een heb gelezen wiens naam zoo goed
bekend is, er zoo weinig mee verdiend heeft, maar ik ben.
hier evenmin gekomen om over uw vader te spreken. Het
is een feit, dat gij niets hebt om van te leven."
„Iets," gaf zij ten antwoord. „Niet veel."
„Neen, drommels weinig!"
„Maar maar ik kan hetzelve meer maken."
„En hoe dan ia 's hemels naam
„Ik kan werken
„Onzin I" riep hij uit. „Gij weet niet waarover gij spreekt."
Zij hief hare grijze oogen smeekend tot hem op.
„Ach dokter Viret, beneem mij den moed niet wat ik u
bidden mag. Ik moet er bepaald wat bijverdienen. Natuur
lijk weet ik at Arnold zal willen dat ik hier blijf, maar
ik gelooi dat k aan mijne onafhankelijkheid de voorkeur
geet"
„Onafhankelijkheid niets dan een woord 1"
„Waarom zou eene vrouw niet even goed onafhankelijk
kunnen zijn als n man?" vroeg zij.
Wtrdi vervolgd.)