MIPLiÖlLJEÏÏE!
Yoor onze Vensters.
HET SPOOK VAN ROOKFIELD.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
i2e Jaargang
Dinsdag 15 Januari 1895.
No. 3538
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIÈN:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND,
Haagsche Brieven.
FEUILLETON
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Hanrlem per 3 maandenf 1,20.
Fra»w door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afcon«Uflijke nummers0,05.
Goïllastreard Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37J.
Dit blwl verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Burean: Kleine Houtstraat X-3=, Haarlem. TckloonainBiuor 128.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Diroctour-Uitgever J. C. PEESEBOOBt
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DA.UBE db CoJOHN F. JONESSwcc., Parija Blbis Faubourg Montmartrê.
1ILJËTT8K voor Veilingen en
Aanbestedingen, voor Feestelijk
heden, Concoursen etc. kan men
ter Stoomdrukkerij van dit Bfiad
tot hoogst billijken pr|]s laten
drukken.
nieuwste Lettersoorten, spoe
dige aflevering.
De Directeur Uitgever
i. c.
In de étalage voor de vensters van
het Bureau van dit Blad zijn de na
volgende afbeeldingen
"Uit Eigen Haard.
Gezantschap naar Venezuela.
Mamaatje.
Museum Lopez Suasso.
Gevecht bij Kroeng Kali.
Degredatie van kapitein Dreyfus in
2 afb.
Schipbreuk van de Empress te Calais.
Averij van de Empress.
Het fransche gezantschap te Pekin.
Mad. Joniaux en de zittingzaal.
De nieuwe goudmijnen van Guyana.
Ruïne van de romeinsche stad Ti-
megatte (Algerië).
Triomfboog in Timegatte.
Wielerwedstrijd voor dames te Ha
len see.
Londensche Mist,
Chineesche soldaten na den val van
Port Arthur vluchtend voor de Ja
panners.
Transportschepen varen dadelijk na
het hijschen van de vlag de haven
binnen.
Japansche koelies lijken van Chi-
neezen vervoerende.
Een vroolijk gesprek. Amateurphot.
Vier Amateurphotographieën.
E n kitteloorig span inZ.-Afrika.
Wijlen de kroonprins van Siamin
gala.
Politieke Platen.
Haarlem, 14 Jan. 1895.
Naar ons wordt medegedeeld heeft
de collecte, gisteravond in de St.
Antoniuskerk gehouden ten behoeve
der St. Vincentius Vereeniging alhier,
opgebracht f522,31s; wanneer men
in aanmerking neemt dat de kerk
door het ongunstig weder zeer slecht
was, mag dit bedrag zeker be
langrijk genoemd worden.
De liefdadigheidsvoorstelling door
het genootschap „Melpomene en Tha
lia" Woensdag gegeven ten bate van
de wed. A. van Haren, heeft na aftrek
van onkosten f266,74s opgebracht.
Genoemd genootschap herdacht Zon
dag met het geven van een gezellige
bijeenkomst in de groote zaal van
Felix Pavore, zijn 22-jarig bestaan.
Schouwburg.
Er is dezer dagen werkelijk geen
reden tot de klacht, dat er hier ter
stede weinig gelegenheid zou zijn too-
neelvoorstellingen goede tooneel-
voorstellingen te zien. Donderdag
jl. trad het Nederlandsch Tuoneelop
met „De dochter van Roelant"; Za
terdag deed het Theater der Moder
nen ons kennis maken met Gerhard
Hauptmanns „Einsame Menschen",
dat in het nederlandsch vertaald door
het gezelschap van Chrispijn in Am
sterdam vele malen is opgevoerd
Zondag weer het Nederlandsch Too-
neel met „Motten"; hedenavond „An-
dromaque" door een fransch gezel
schap met mad. SegondWeber, en
Woensdag „de Troubadour" door de
Ned. Opera van den heer van der
Linden. Dus vijf belangrijke uitvoe
ringen in den tijd van zeven dagen.
Eene schaduwzijde van deze snelle
opeenvolging is ongetwijfeld, dat ze
schaadt aan het bezoek. Dit was dui
delijk te bemerken Zaterdag- en Zon
dagavond. Zoowel „Einsame Men
schen als „Motten" trokken weinig
publiek.
Jammer was het, dat voor de op
voering van het eerste stuk de belang
stelling niet wat giooter was. Onge
twijfeld zullen d aanwezigen geboeid
zijn door dit drama van meer moderne
richting en de vertolking ervan. Het,
werd gespeeld natuurlijk en eenvoud g,
zonder hinderlijk effectbejag. Alleen
de heer Rudolf Hock verkreeg door
het wel wat chargeeren van zijne on
gegeneerdheid, zich vooral uitende in
het voortdurend optreden en spreken
met eene cigarette in zijn mond, eD
zijn eigenaardig uitgesproken „mor jen"
bij zijn komen en gaan, een effect,
dat zeer zek*r niet was beoogd. Hij
v ekte nmlden lachlust bij een gedeelte
van het publiek.
De heer Richard Metzl vervulde
de rol van Johannes Bockerat, den
jongen, gehuwden man, die zich lang
zamerhand van zijne omgeving zijne
vrouw,zijne ouders vervreemdt, wijl,
zijne denkbeelden, zoo idealistisch,
zoo geheel van de Hunne verschil
len, bij wien geestelijke zwakheid op
vliegendheid en hartstocht gepaard
gaan aan een streven naar zelfstan
digheid, een streven naar een zich
verheffen boven het t|alledaagsche.
Hierdoor komt hij in voortdurende
botsing met zijne lieftallige, maar vol
gens ben alledaagsche vrouw en zijne
godsdienstige oudersdeze botsingen
moeten tot een noodlottig einde lei
den, vooral nadat in zijn huis ver
schijnt Anna Mahr, het begaafde
meisje, dat hem begrijpt en waar
deert. Deze rol werd door juffr. Jenny
Mar ba uitstekend weergegeven.
Ook de vertolking der Kathe door
mej. Milly Krause was eene goede.
„Motten," het tooneelspel, zooals
hierboven gemeld, Zondagavond op
gevoerd door het Nederlandsche Too-
neel, is zooals men weet, getrokken
uit het bekende werk der begaafde
schrijfster Ouïda van dienzelfden
naam niet een harer schoonste
schilderingen van de innerlijke ver
dorvenheden der maatschappelijke
verhoudingen in de z.g. hoogere
Yere Herbert, de schoone figuur, die
levende te midden in die samenleving,
die iedereen met hare motten besmet,
zoo onschuldig en edel blijft, was me-
vrouwHoltrop,wier vertolking dezerrol
uitstekeüd was. Mevr. Pauwels van
Biene speelde goed de hartelooze,
slechte moeder, lady Dolly.
Zaterdagavond had te Amsterdam
zekere v. d. F., smid alhier de on
voorzichtigheid op den reeds in be
weging zijnden trein no. 57 te sprin
gen, met het gevolg dat hij mis sprong
en tusschen de wagens viel. De trein-
smid L., die het ongeval zag, trok
aan de noodrem zoodat de trein on
middellijk stilstond. F. werd heelhuids
er onderuit gehaald.
Sneeuw en ijs
Door den halven sneeuwstorm, die
Zondagmorgen woedde, werd het
tramverkeer in onze stad al zeer
spoedig gestaakt, om gisteravond, na
dat de pekel wagen had gereden, weer
te worden hervat.
Ondanks het minder gunstige weer
weid er Zondagmiddag vrij druk ge
reden op de ijsbaan.
Een onzer lezers beklaagt zich dat
hem hedenmiddag door de politie
werd verboden de dooiende sneeuw
van bet trottoir voor zijn huis te
verwijderen. Nu is zulk een bij dooi-
weer schoongemaakt trottoir wel ge
vaarlijk voor het ge val dat het heden
avond weer vriest, maar zou het toch
nog niet beter zijn, dat de politie dit
verwijderen van sneeuw wel toeliet,
mits er daarna zand werd gestrooid?
Velsen.
De vereeniging „Hulp en Bijstand"
niet ontmoedigd do r de vele teleur
stellingen ondervonden met den zoo-
genaamden rommelwagenverdreven
uit het lokaal, waar men de goederen
opgeslagen had, bestolen in het huis,
waar ze geëtaleerd waren, zoodat men
ontijdig tot een verkoop tout prix"
moest overgaan, besloot met alge-
meene stemmen op een na nogmaals
een proef er mede te uemen. Voor
den schoonmaak zal men zich tot de
burgerij wenden met het verzoek om
de overtollige zaken afzonderlijk te
houden, die men dan in het laatst van
Mei of begin van Juni zal laten op
halen. Baron vanTuyll was zoo wel
willend zijn oranjerie ter beschikking
der vereeniging te stellen, wanneer
de planten er uit zullen zijn.
De vereeniging „Velsens Zuidhoek"
te Santpoort was door het vertrek
van de heeren Van Loenen Martinet
en Le Comte zonder president en pen
ningmeester in de gehouden ver
gadering werden zij vervangen door
de heeren A. D. 0. Clarion en P.
Keers.
In dezelfde bijeenkomst werd in
plaats van den overleden wethouder
den heer H. J. Terburg tot candidaat
voor den gemeenteraad van Yelsen be
noemd de beer A. D. C. Clarion, secre
taris der plaatselijke schoolcommissie
ond-secretaris en oud-gemeenteont
vanger.
ii.
Het is hier, onder ons gezegd, al
lergemeenst weer. Cp den d.ig valt
de dooi in en verandert de versch
gevallen'sneeuw op 's heeren straten
in een massa, welks kleur, symboliek
gesproken, weinig aan de onschuld
herinnert. Want ge weet, dat men
gewend is de reinheid van de onschuld
te vergelijken bij die der sneeuw. Een
vergelijking die volkomen onjuist is,
wijl, in tegenstelling met de sneeuw,
de onschuld die „valt" ophoudt rein
te zijn. Dit tusschen haakjes.
Nu is het misschien een gebrek in
mijn aesthetiscbe ontwikkeling, maar
ik houd niet van den winter. En in
dit opzicht heb ik, salve reverentianie
mand minder tegenover mij dan H.
M. Koningin Wilbelmina, die, trots
weer en wind, dagelijks haar poney-
tweespan leidt door de besneeuwde
lanen van ons overschoon en onvol
prezen Bosch en 's middags, als een
echte Hollandsche jonge vrouw, de
schaatsen onderbindt en tot groot ge
noegen der op den Bezuidenhoutschen
weg verzamelde menigte, achter het
Huis ten Bosch, op een voor haar
bestemde baan, een „baantje rijdt."
Soms alleen, keurig zwenkend op de
verzilverde schaatsjes, in al de gratie
van haar jonkvrouwelijken leeftijd,
soms aan een ijsstok „opleggend"
met de heeren en dames van het ge
volg een en ander onder het vrien
delijk toezicht der Regentes, die, op
het gazon wandelend, een wakend
oogje in het zeil houdt.
Waar onze jeugdige Koningin aldus
zekere voorliefde voor sport aan den
dag ligt, is Hare koninklijk- Moeder
er blijkbaar op bedacht ook in andere
richting haar smaak voor het goede
en het schoone te ontwikkelen. Voor
het eerst toch verscheen dezer dagen
de Regentes met Koningin Wilhel-
mina op een onzer terecht genoemde
Diligentia-Concerten, iets wat uit de
bladen reeds bekend is. Dat de Regen
tes hiermede bepaaldelijk op het oog
heeft de Koningin zin voor muziek
bij te brengen of dien zin te ont
wikkelen, meen ik te eerder te mo
gen onderstellen, omdat de Regen
tes zelve geen bijzondere smaak voor
de toonkunst heeft. Men beweert zelfs
dat 't voor haar een opoffering is een
geheelen avond klassieke muziek te
hooren. Maar dit belet H. M. toch
blijkbaar niet om zich, waar mogelijk
in het publiek te vertoonen.
Smaak voor muziek is ook geen bij
zondere eigenschap der Oranjes als
geslacht. Onze overleden koning mu
siceerde zeer gaarne, d.w.z. het ge
beurde vaak, dat hij zich door den
hoipianist Stortenbeker eenige avon
den per week liet voorspelen. Ook
zong de koning gaarne, want hij had
een bariton van voortreffelijk timbre,
een zeldzaam groot en vol geluid,
vooral in zijn ongere jaren. Maar zijn
kunstrichting was een eigenaardige;
in het algemeen konden de Roman-
tieken en meer bepaaldelijk de Ita
liaan sche componisten hem behagen
en men heeft wel eens verhaald, dat
als 't ware bij Gornrnd zijn kennis
van de me°r modernen w s blijven
stilstaan. Misschien dat koningin Wil
helm ina op lateren leeftijd den mo
dernen meer genegen zal zijn.
Waar zij zeer veel van houdt, is
van natuurtooneelen. Nu, den Haag
heeft zoo talrijke bekoorlijk- piekjes^
Helaas, men gaat ze bederven. „He^
is zeide deze»: dagen een onzer ge
Naar het engelsch
van THOMAS COBB.
26)
de
van
hoofdstuk;; xv.
Aanval en verdediging.
„Verlaat mijn huis," zeide Owen en zag dreigend op hem
neer. Arnolds bloed kookte echter en hij was er niet de man
naar om zich door eene bedreiging te laten afschrikken. Hij
deed een stap voorwaarts, waarna Owen onmiddellijk terug
trad, zijn rechterarm uitstrekte, den indringer een slag tus
schen zijne oogen gaf en hem hals over kop deed neertui
melen op het kiezelpad.
Hij viel op zijn elleboog, terwijl zijn arm sterk gebogen
was, en toen de deur voor de tweede maal werd dichtgetrok
ken, uitte hij een luiden smartkreet.
„Hebt u zich bezeerd?" vroeg Owen en trad naderbij.
„Goede Hemel 1 u hebt mijn arm gebroken!"
„Wat ter wereld was uwe bedoeling met dat met geweld
binnendringen van mijn huis?" vroeg Owen en plaatste zijne
handen onder Arnolds armen om hem op te tillen.
„Zwijg er maar over," was het antwoord. „Geef mij een
zakdoek maak er maar een lus van. Pas op, nog iets
verder, dan is het in orde."
HOOFDSTUK XVI.
Het overlijden van Ann.
Er brandde nog licht in de gang van „The Rookery" toen
Owen Arnold naar huis begeleidde en hem half steunde. De
bel klonk luid te midden der stilte van den nacht, en er
verliepen eenige minuten alvorens Lizzie de deur opende. Zij
was geheel gekleed en achter haar stond Florence, met hare
oogen rood van het schreien.
„Ik dacht zeker, dat je den huissleutel hadt," riep zij uit.
Nu ontdekte zij ook Owen, en bij de gedachten aan het doel
van het uitstapje van haar neef, vloog haar het bloed naai
de wangen.
„Dat heb ik ook, maar mijn arm is gebroken," gaf bij ten
antwoord. „Stuur in 's hemelsnaam om Viret om mijn arm
te zötten, zoodat ik van die pijn bevrijd word."
De gewonde arm lag in een verband, vastgeknoopt door
Arnold, en met bleek gelaat hield Arnold het met de linker
hand vast.
Men leidde hem naar de eetkamer, waar Lizzie het licht
aanstak.
„Zeg mij toch, wat kan ik voor je doenriep Florence,
vol deelneming over de vele pijn, die hij blijkbaar leed en
nieuwsgierig om de oorzaak van zijn ongeluk te weten.
„Niets, stuur alleen om Viret. Wanneer er iemand heen
is, knip dan als je blieft mijne jas los."
„Ik zal dokter Viret gaan balen," zeide Owen, en eene
minuut later trotseerde bij opnieuw den storm en vertraagde
zijn gang niet alvorens aangebeld te hebben aan „The Lau
rels". Tiger blafte steeds door totdat na eenige minuten
wacbtens dokter Viret zelf naar beneden kwam, geheel ge
kleed in de verwachting van geroepen te worden aan Anns
sterfbed.
„Mijnheer Fairfordriep hij uit. Misschien was Owen de
laatste man, dien hij verwacht had te zien.
„Ik kom van miss Derwent. Haar neef heeft zijn arm ge
broken."
Dokter Viret begaf zich in de richting van het laboratorium,
„Ga maar mee dezen kant uit mijnheer Fairford. Zijn arm
gebroken, zegt u?"
Owen trad na hem binnen en toen de lamp waB aange
stoken, keek hij in het vertrek rond met zijne viervoetige
bewoners.
„Ik weet, dat ik ergens een wig moet hebben," zeide dok
ter Viret en trok de eene lade na de andere open. „Ik had
er een paar, toen mijn koetsier drie jaar geleden zijn arm
brak. Ha, hier zijn ze." Hij nam ze mee benevens pluksel en
verbandlinnen. „Ik kan ook wel wat chloroform meepemen,"
voegde hij er bij na eenig nadenken.
Hieraa verlieten beide mannen het huis, gevolgd door