AANPLAKBILJETTEN.
HET SPOOK VAN ROÖKFIELD.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
J.2e Jaargang
Woensdag 23 Jannari 1895.
No. 3545
abonnementsprijs:
advertentiën:
j. c.
STADSNIEUWS.
FEUILLETON
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzenderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 R
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat 111, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsrnimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangêre G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, SuceParys 31 bie Faubourg Montmartre;
BILJETTëIV voor Veilingen en
Aanbestedingen, voor Feestelijk
heden, Concoursen etc. kan men
ter Stoomdrukkerij van dit Blad
tot hoogst billijken prijs laten
drukken.
Nieuwste Lettersoorten. Spoe
dige aflevering.
De Directeur Uitgever
Haarlem22 Jan. 1895.
Door den beer G. Spaan is ontslag
genomen als voorzitter van Haar-
lemsch Gemengd Koor alhier.
Een plantententoonstelling.
Door de atdeeling Haarlem en
Omstreken van de Maatschappij voor
Tuinbouw en Plantkunde is besloten
van 15—19 Augustus een tentoonstel
ling te houden van verschillende
bloeiende en niet-bloeiende gewassen.
Voornamelijk zullen onder de eerste
rubriek knolbegonia's worden ge
vraagd, zoodat van deze tentoonstel
ling een herhaling is te verwachten
van die welke in 1883 op het buitengoed
Bosch en Hoven te Heemstede heeft
plaats gehad.
Men hoopt dat bij deze gelegenheid
de Hertenkamp in den Haarlemmer
hout gebruikt zal mogen worden,
een terrein voor een dergelijke ten
toonstelling bij uitstek geschikt.
Gedurende het jaar 1894 zijn hier
ter stede gekeurd 3534}é rund, 2727
vette- en 1509 nuchtere kalveren, 421
schapen, 7540 varkens en 725 paarden.
Afgekeurd zijn 3 runderen, 7 voet
rundvleescb, 540 K.G. rundvleesch, 7
paarden en 3 borstingewanden.
Hier ter stede is opgericht de
schietvereenigiBg „Claudius Civilus",
waarvan het bestuur als volgt
samengesteld: Voorzitter de heer
Mulder, vice-voorzitter en secretaris
de heer W. F. G. Lem de Landas,
penningmeester de heer A. W. van
IJsseldijk, commissarissen de heeren
E. B. Moolenaar en Toussain.
Op het concert der Vereeniging op
Woensdag 23 dezer zal optreden als
solo-violist de heer Johan Smit uit
Gent.
Onze landgenoot Smit is een van de
begaafdste violisten van dezen tijd. In
't buitenland ie hij welbekend als lid en
concertmeester van Bilse's voormalig
orkest.
Te Gent is hem aan het koninklijk
conservatorie de vorming der violis
ten toevertrouwd en wat deze positie
beteekent, begrijpt men beter als men
weet, dat aan de twee andere konink
lijke conservatoria in Belgie (Luik en
Brussel) de virtuosen Thomson en
Eug. Isaye dezelfde functie vervullen.
De leden van „Bach" voor wie hij
ook is opgetreden, herinneren zich
zijner zeker nog.
Kindermatinée.
Wat hebben ze genoten, al die jonge
hartjes, die Zondag bijde matinée van
mej. Cath. v. Rennes met opgewekter
slag klopten. Nu, 'twas dan ook iets
buitengewoons, iets eenigsl
Weet je, alles was zoo leuk en zoo
gezellig. Al dadelijk, bij het binnen
komen, de zaal I Gordijnen dioht,
lichtjes aangestokendat was nu zoo
echt, hè Dan, als je tenminste een
beetje vroeg present waart en wie
is dat bij zoo'n gelegenheid niet?
dat binnenstappen van al die kinde
ren en groote menschen zooveel.
zooveeltotdat eindelijk alle stoel
tjes in de zaal bezet warenen
dacht je dat het toen ophield? Wei
neen 't Was immers nog niet eens
half drie. Dat stroomde altijd nog
maar aan, en hoe de menschen ook
rondkeken en zochten, nergens, ner
gens was meer een plaatsje open. Ja,
wat moesten ze doen Dan maar
staan blijven in 's hemels naam. Dat
was nu wel niet erg prettig; want,
zie jeeigenlijk ja, die menschen
hadden toch ook hun kaartje moeten
koopen. En als ze nu nog te laat ge
komen waren, nu d&t spreekt, dan
hadden ze ook wel wat straf ver
diend, maar nu Enfin, dea te ge
zelliger vcor wie een goed plaatsje
had weten machtig te worden 1 St 1
stildaar gaat het belletjeNu zal
het concert beginnen hoor 1 Neen,
kind, ga nu niet staan; anders kun
nen immers de menschen achter je
niets zien 1 Gerust, het tooneel is hoog
genoegje kunt de juffrouw toch even
goed bekijken Zie maar, daar is ze al.
En waarempel, daar w&s ze. Och
een heel gewone dame. Maar wel een
aardig, vriendelijk mensch zoo op
'toog, vind je niet? Ja, dat spreekt:
iemand die zooveel aardige liedjes
voor de kinderen gemaakt heeft, moet
wel veel van ze houden, en dan kijk
je immers vanzelf vriendelijk als je
zoo'n massa vroolijke, belangstellende
en nieuwsgierige korjes om je heen
ziet. Maar nu zoo stil als muisjes 1
Hoor, die andere juffrouw slaat de
piano aandat is het voorspel van
het eerste liedje je weet wel van
dat blufferige jagertje met dien aar-
digen echoWat zijn ze toch mooi
die liedjes 1 Nog veel mooier dan we
ze vonden toen mama ze ons voorzong
en speelde. En wat hebben we er toen
al over geroepen Maar, je moet ook
denken dat is de juffrouw die ze zelf
gemaakt heeft I"Neen vervelend
zou het op die manier niet gauw
worden, al zong ze ook al die aardige
boekjes van,,Voorjaarsbloemen,"„Mei
zoentjes," „Jong Holland," „Vlinder
vlucht" enz. achter elkaar uit. Maar
toch geeft het wel een aardige afwis
seling dat die kleine jongen een paar
stukjes op de viool speelt. Dat eerste
stuk och 't is niet leelijk, zie je,
maar toch wel wat ernstig voor een
dansal is het dan ook een „ouwer-
wetsche." Maar die tweoandere stuk
ken, nou of dat mooi was vooral
dat tweede 1 Neen maar zeg, wat
klinkt dat leuk, dat getokkel op zoo'n
viool, 't lijkt die guitaar wel in de
poffertjeskraam maar die klonk niet
zoo fijnvind je wel
Eindelijk was het eerste deel uit.
Heel mooi was 't geweest, maar toch,
wat er nu kwam zou alles overtref
fen. Verbeeld je, zoo'n vertelling met
muziek erbijBestaat er iets „gezel
ligere" en „leukers?"
Er werd met stomme verbazing ge
luisterd, want mej. v. Rennes bezit
het benijdenswaardig talent de kin
deren te boeien en ook zelfs de „groote"
kinderen aangenaam bezig te houden.
Hier iets van de muizenhistorie over
te vertellen vind ik niet aardig. Voor
eerst niet voor den uitgever en ten
tweede, omdat misschien ook veel kin
deren dit lezen, die he aas niet op de
matineé konden zijn voor hen zou dan
de aardigheid er al voor een gedeelte af
zijnals mama of tante en dat
zullen zeker vele mama's en tante's
doen hen aan de piano met de ge
schiedenis doet kennis maken. Eén
voordeel en geen gering hebbeo
ze dan op de kinderen, die de vertel
ling in de Vereeniging mochten hoo-
ren, n.m. dat ze tegelijk de mooie
plaatjes kunnen bekijken, die aan het
prachtige boekjeIn de Muizenwereld
zeker niet de geringste waarde bij
zetten.
PHILIP LOOTS.
Hoewel mad. SegondWeber hier
ter stede aanvankelijk slechts éene
voorstelling zou hebben gegeven, kan
zij door eene verandering in de tournée
nog een tweede maal optreden.
Dinsdag 29 dezer geeft zij Racine's
Phèdre. De bladen te Amsterdam en
Rotterdam zijn vol lof over hare
vertolking van deze rol.
De leden der Haarlemsche Bach-
vereeniging genieten, evenals te Rot
terdam de leden der Alliance tran-
yaise, het voorrecht dat zij twee
plaatsen nemende over drie mogen be
schikken.
Afschaffing van Sterken
Drank.
Meer en meer wordt het gebruik,
dat vrouwen in vereenigingen waar
sociale onderwerpen plegen te worden
behandeld, als spreeksters optreden.
En dat niet alleen wanneer het geldt
de onderwerpen, die men beknopte-
lijk „de rechten der vrouw" pleegt te
noemen, maar ook bij quaesties van
algemeen maatschappelijk belang,
zooals misbruik van sterken drank
e. d. m.
In Mej. StellingwerfJentink van
Leeuwarden heeft Koning Alcohol een
overtuigde bestrijdster gevonden, zoo
als zij, die Maandagavond de verga
dering van de Vereeniging tot Af
schaffing van Sterken Drank in het
Nut8gebouw bijwoonden, hebben kun
nen vernemen. Rond kwam spreek
ster, een blozende, gezette vrouw van
middelbaren leeftijd en met een
friesch accent rond kwam zij er
voor uit, dat zij zelve vroeger wel
hield van een „hapje" in den vorm
van een advocaatje, anisetje, ponsje
of „bramboo8je" en dat zij er zelfs
wel eens te veel van had gehad.
Sedert jaren gebruikt zij evenwel
niets meer wat alcohol bevat, ook
geen bier en wijn, want biergebruik
leidt tot wijngebruik en wijngebruik
tot drankgebruik. En van drankge
bruik tot drankmisbruik il n'y
qu'un pas.
Althans zoo betoogde Mej. Stelling
werf!. Een heftigen aanval deed zij
op de zoo geheeten matigheid en ver
geleek den matigen drinker bij een
koorddanser, die zeer zelden sterft op
zijn bed na zijn leven lang gevaarlijke
toeren te hebben volbracht, maar
meestal het leven verliest door een
val van de koord. Bovendien wat is
matig? Wie trekt de grens, waar de
matigheid ophoudt en de onmatigheid
begint Zoo'n grens is er niet, althans
men merkt eerst dat men hem heeft
ov rschreden, wanneer het te laat is.
Met tal van voorbeelden uit hare
eigen en anderer ervaring lichtte
spreekster hare meening toe. „Wil
den de vrouwen maar riep zij uit.
„Als de vrouw, de moeder, het meisje
wilden, dan was er geen dronkenschap
meer, want er zou niet meer matig
gedronken worden. Maar de vrouwen
willen zeiven helaas geen afstand doen
van haren morgendrank 1"
Te bejammeren vond spreekster
het, dat nog zoo weinig doctoren in
Nederland geheel-onthouders zijn.
Wanneer een dokter die zelf geen
teetotaller is, haar cognac voorschreef,
zou zij dien niet nemen. Toch doet zij
een beroep op hun steun. Wat de
invloed der doctoren vermag is ge
bleken uit de invoering van de thee als
volksdrank, die ook door hunne tus-
schenkomst geschiedde. Naast de me
dici stelt spreekster als uitnemende
bestrijders den predikant en den on
derwijzer, op voorwaarde evenwel dat
zij geheel-onthouders zijn. „Wie wijn
drinkt mag niet smalen op den jene
ver van den werkman
In den loop der rede vernamen wij
nog, dat er naar schatting 60000 dronk
aards in Nederland zijn. Spreekster
haalde daarbij het rijmpje van Lau-
rillard aan
Noem den dronkaard toch geen
(beest, gij doet hem teveel eer,
Want een beest, eenmaal beneveld,
(neemt den drank d aarna niet weer.
De lotelingen van de lichting van
dit jaar werden door spreekster aan
gespoord, in dienst toch vooral ge
heel-onthouder te blijven. Het slot
van hare rede was een wensch om
vrouwenkiesrecht, zooals sinds jaren
bestaat in den amerikaanschen staat
Wyoming, waar dan ook reeds lang
de fabrikatie, de verkoop en de in
voer van sterken drank verboden
zijn, tot groot voordeel van den bloei
van den staat. „Waarom geen vrou
wenkiesrecht zoo vraagt spreekster,
„in ons land waar een vrouw aan
't hoofd der Regeering staat en een
meisje daartoe wordt opgeleid?"
De vergadering, die begonnen was
met een woord van herinnering van
den Yoorz. den heer W. L. Schram,
aan de nagedachtenis van den over
leden algemeen voorz. der vereeni
ging, ds. Koch, eindigde met een
woord van dank aan de spreekster
en een mededeeling van den secre
taris.
Debat waB aan de „voorstanders
der matigheid" toegestaan, maar er
werd geen gebruik van gemaakt.
Een kostvrouw hier ter stede is
dezer dagen het slachtoffer geworden
van een behendigen oplichter. Een
gewezen O.-I. militair, die te haren
huize zijn intrek had genomen tegen
betaling van een weekgeld van f5,50,
Naar het engelsch
van THOMAS COBB.
33)
HOOFDSTUK XIX.
Het verhoor.
„Hoe lang zijt u reeds in uw tegenwoordigen dienst?"
„Vijf jaar mijnheer."
„En hebt u in die vijf jaar ooit iemand zijn misnoegen
over den overledene hooren te kennen geven?"
Lizzie's wangen werden zoo rood als haar haar; zij was
blijkbaar in de war.
„Spreek maar ronduit," drong Edwards aan, en in de zaal
deed zich eenig gerucht hooren, alsof de toeschouwers hunne
houding veranderden om aandachtiger te kunnen luisteren.
„Ja mijnheer...."
Inspecteur Holts blik was op haar gericht, toen Edwards
haar opnieuw verzocht ronduit te spreken.
„Natuurlijk had zij er geen bedoeling mee," antwoordde
Lizzie, „maar zij heeft het
„Wie heeft het gedaan?"
„Ann mijnheer Ann Thursday, die gisteren begra
ven is."
„Wie was Ann Thursday?"
„Een van de dienstboden mijnheer. Eene soort oude kame
nier. Zij is jaren lang op „The Rookery" geweest."
„Wat heeft zij gezegd? Verklaar u als 't u blieft nader."
„Het was omdat mijnheer niet wilde, dat /ij mevrouw
Derwent langer zou verplegen. Zij kwam beneden bij
ons in de keuken, en zeide, dat hij haar wreed had behan
deld, en hij en de dokter zouden er wel voor gestraft worden.
Beiden waren menschen zonder gevoel," zeide zij.
Lizzie's verklaring werd bevestigd door de andere dienst
bode van „The Rookery", en weldra werd Florence weer ver
zocht voor te komen.
„Ann Thursday heeft vele jaren bij uwe ouders gediend,
nietwaar miss Derwent?" vroeg Edwards.
„Ja, reeds van vóór mijne geboorte af nog vóór het
huwelijk mijner moeder. Zij had haar leven vcor ons allen
willen geven," zeide Florence met warmte.
„En waarom was zij verontwaardigd op mijnheer Derwent
„In den beginne verpleegde Ann mijne moeder, waarbij
alleen ik haar behulpzaam was. Toen dokter Viret echter
geneesheer werd van mijne zieke moeder, liet hij ons
vervangen door twee gasthuisv< rpleegsters. Dit deelde mijn
vader Ann mede in mijne tegenwoordigheid. Zij was er zeer
door gegriefd."
„Wees zoo goed te beschrijven wat er voorviel."
„Ik herinner mij hare juiste woorden niet meer. Zij was
nog al driftig van aard. Zij werd heftigliep de kamer op
en neer en toonde verzet."
„Sprak zij bedreigingen uit?"
„Het is waar, dat zij zeide dat mijn vader die dag zou
berouwen, maar ik ben er van overtuigd, dat zij alleen be
doelde...."
„Ik vrtes miss Derwent, dat wij ons daarmee niet moeten
ophouden," zeide Edwards en onderbrak de verklaring, die
zij wilde uitspreken. Hoe laat hebt u Ann Thursday gezien
op den morgen pan den 5en Maart?"
„Niet voordat ik om half elf naar hare kamer ging. Zij
was dien morgen ongesteld."
„Wat zeide zij, dat haar scheelde?"
„Zij zeide, dat zij bij het opstaan door eene duizeling was
bevangen en tegen de marmeren plaat van de waschtafel was
gevallen. Zij had eene groote schram op haar voorhoofd."
„Was er een geneesheer noodig voor deze ongesteldheid?"
„Dokter Viret is op myn verzoek bij haar geweest," gaf
Florence ten antwoord.
Toen zij naar hare zitplaats terugkeerde, riep Edwards
dokter Viret terug, die zeide dat hij Donderdag den 13en
Maart bij Ann Thursday was geroepen.
„De hartkwaal waaraan zij stierf," verklaarde hij, „kan zeer
goed de oorzaak zijn van hare duizeling. Ik twijfel er niet
aan, dat zij werkelijk eene duizeling heeft gehad, vóór dat
ik haar de eerste maal onderzocht."
„Heeft u toen een wond aan haar voorhoofd ontdekt?"