s: l f. Uitvoering trachtte hij aan te too- nen, dat„grove ver waarloozing" diende bewezen te zijn. En waar hij dit niet het geval achtte, ook niet in den zin der Grondwet, daar meende hij het zijn plicht als anti-revolutionair om pal te staan voor het heilig beginsel van de autonomie der gemeenten, een van God verkregen recht, waarop in breuk wordt gemaakt, een inbreuk ook op de vrijheid, indien alle recht van den Staat zou moeten uitgaan. Men had zich op den heer Mackay beroepen, op den oud-Minister; ook de heer Kuyper had dat gedaan. Nu, de heer Kuyper kwam aan het ver keerde adres, want de heer Mackay was het niet alleen oneens met diens anti-revolutionaire staatsrechtelij ke opvattingen, maar hij achtte ook het geval bedoeld bij art. 144 al. 4 der G. W. hier wel degelijk aanwezig. Hij zag wel degelijk sporen van een te weelderig beheer en kon grove ver- waarloozing ontdekken in een be schikken over de Staatskas. Ook voor den heer De Beaufort (Amsterdam) was dit een reden om de wetsontwer pen aan te nemen. In de details wilde hij niet treden, maar hij achtte het voorstel den eenig mogelijken weg om uit een onhoudbaren toestand te ge raken. En de toepasselijkheid van art. 144 al. 4 der G. W. werd mede door hem in bescherming genomen. Morgen (Donderdag) 11 uur voort zetting. G. Jr. De minister van koloniën brengt ter kennis van belanghebbenden: dat in 1895 voor twee jongelingen gelegenheid bestaat om te worden aangenomen, teneinde onder het ge not .van een subsidie van f6100 te worden opgeleid tot militair apotheker bij het Nederlandsch-Indische leger; dat de aanvrage om toelating (bij gezegeld rekest) voor 10 Juli bij het departement van koloniën moet zijn ontvangen en dat het vergelijkend examen zoo noodig zal plaats hebben op 30 Juli en volgende dagen. (St.-CQ Volgens gerucht zou Woensdag bij het departement van marine uit West- Indië een telegram zijn ontvangen, meldende dat op het Nederl. marine schip „Alkmaar", thans liggende ter reede Curasao, de gele koorts is uit gebroken. Twee manschappen der equipage van dien bodem zouden reeds aan deze ziekte zijn overleden. De heer Farncombe Sanders is licht ongesteld en daardoor verhin derd de vergadering van de Tweede Kamer bij te wonen. Een geschenk. Omtrent het geschenk, dat aan de koninginnen zal worden aangeboden bij Haar bezoek aan de hoofdstal der provincie Limburg, verneemt de L. K.y dat het waarschijnlijk zal be staan uit een marmeren voetstuk, waarop in gedreven zilver de engel met het stadswapen van Maastricht zal prijken. Op de vier zijden van het voetstuk zouden in haut-relief aan gebracht worden gezichten op de Maasbrug of Markt, de St. Servaas- en St. Jan8kerken, de oude Helpoort en het oude Stadhuis. De gelden, daartoe noodig, zouden uit eene in schrijving der burgerij, met minimum van een kwartje, ingezameld worden door de dames van het comité, bij gestaan door jonge juffrouwen, welke op het Stadhuis dit geschenk zouden aanbieden, Gemeenteraad Amsterdam. In de Woensdagmiddag gehouden vergadering van den gemeenteraad te Amsterdam, kwam in behandeling het praeadvies van Burg. en Weth. op een verzoekschrift van het ge nootschap Liefdadigheid naar Ver mogen, strekkende om voortaan bij de verdeeling der aan de algemeene armen besproken erfstellingen, lega ten, en schenkingen ook genoemd Genootschap in aanmerking te doen komen. De conclusie strekt om dat verzoek af te wijzen, aangezien B. en W. van meening zijn dat het Ge nootschap steunende aanspraak kan doen gelden. Na langdurig debat werd aangeno men met 24 tegen 9 stemmen de vol gende motie van den heer Wormser „De Raad besluit de behandeling van het praeadvies van ii. en W. in zake de aanvraag van L. n. V. aan te houden totdat de voorstellen der Commissie in zake armenzorg den Raad zullen hebben bereikt." De stukken worden nu gesteld in handen der commissie voor het Arm wezen. Goedgekeurd wordt de voordracht van B. en W. om, met ingang van 1 April a. 8., de fruitmarkt van den Singel te verplaatsen naar de Mar- nixstraat en een gedeelte van het marktterrein aan die straat aan te wijzen voor fruitmarkt. Ook wo.dt goedgekeurd de voor dracht van B. en. W. tot conversie der vier 3^ pCt. leeningen van 1861 1886, 1890 en 1892 in 3 pCt. leenin gen, waartoe B. en W. machtiging vragen eene geldleening aan te gaan van f 42,350,000. De vier loopende leeningen bedia^en f41,724,500. Met 23 tegen 10 stemmen wordt aangenomen de voordracht van B. en W. om het terrein der voormalige gevangenis aan den Heiligen weg in erfpacht af te Btaan voor den bouw van een badhuis. Goedgekeurd werden nog de vol gende voordrachten: Voordracht van B. en W. tot ver laging van de brug over de Keizers gracht voor de .ueidschegracht en de beide aanliggende bruggen over de Leidschegracht. De kosten worden geraamd op f48000. Vooraracht van B. en W. betref fende de demping der Lindengracht en Palmgracht. Geraamd op f143,000. Voordracht van B. en W. tot on- derhandsche verhuring van een ter rein, groot 4000 M2., gelegen achter het Rijksmuseum, bij de brug over e Jacob van Dampens.raat, voor een circus. Bmoemd werden: tot lid van de Commissie van bijstand in het be heer der gemeente-flnanciën mr. F. S. van Nierop; tot lid der plaatselij &e commissie van toezicht op lager on derwijs Eduard Cuypers, architect; A. N. J. Fabius, kapitein der artille rie; tot hoofd der polikliniek voor oogziekten in het Binnen-Gasthuis dr. M. Straub. bal, dat lippen en neus bloedden. In de Leidsche straat werd een heer zoo ruw getroffen dat zijn bril in stukken op straat viel. Het siraat-canaille doet wat het wil. Het is volstrekt niet bevreesd straf... die bijna nooit volgt... en dan nog pas weken en weken later. Dit is niet de schuld van de poli tie. Het is do schuld van onze rechts pleging. Politierechtbanken zijn noo dig, die den volgenden dag vonnis sen, als de getuigen nog niets verge ten zijn. De ouders van minderjarige straatschenders moeten tot boeten worden veroordeeld.dan zullen zij den kleinen lafaards hun wanbedrijf wel afleeren. Waarom is het in Londen veilig en hier niet? Omdat daar straf onmiddellijk op het misdrijf vo gt. Als men een w' iende kachel aanraakt, doch pas na twee maanden de brandwond voelde, zou menig kind zich voor het leven! verminken. Gelukkig straft de natuur sneller. Waarom kunnen wij in Nederland geen spoedige rechtspraak verkrijgen? Dit is nu toch geen waagstuk zoo moeilijk ais de beursquaestie of de weer baarheid Als het publiek inzag dat het der wet ernst was en dat straatschenders onmiddellijk zwaar getuchtigd wer den, zou ieder wet-eerbiedigend bur ger doen als in Engeland, en als een man de politie helpen. Hdbl. ander huisraad, heeft totaal 129 gld. i opgebracht. De verkooping maakte een zonder lingen indruk. Aan de eene zijde Reens en zijne vrouw en enkele uit het publiek, die telkens 25 cent boden; aan de andere zijde der balustrade enkele personen, die onmiddellijk twee, drie gulden en meer inzetten. Zoo onhandig en roekeloos werd dit laatste gedaan, dat de koopers achter de balustrade verscheiden stukken veel te hoog opkochten, een kastje dat .een paar gulden waard was, bijvoor beeld voor f 12, een ronde tafel voor f 10.50, een goedkoope potkachel voor f6.25, een emmer ter waarde van vijf tig cents voor één gulden enz. Het gevolg was, dat Reens slechts zooveel bood als de stukken hem in derdaad waard waren, en, zoo .achter de balustrade dan nog hooger werd geboden, den koop liet gaan. Toch slaagde hij er in weder eige naar te worden van een goed deel van zijnen inboedel. De hem toegewezen stukken wer den omstreeks twaalf uur voor de poort in een verhuiswagen geladen, onder bewaking der politie, en daarna in draf, gevolgd door eene menigte volks, naar het huis in de Nieuwstraat gereden. Na afloop der verkooping werd in „Con-tantia" door de anti-belasting- mannen nog een openbare vergadering belegd. versterkt omdat daar de zee heog stond. Leden van Delfland's bestuur waren daarbij aanwezig. De straatweg is op sommige plaatsen van 1 tot 2 meter afgenomen, zoodat enkele schuiten, die daar lagen, naar beneden zijn gezakt. De slagen, die voor het vervoor der schuiten waren gemaakt, zijn grootendeels verwoest, evenals de getimmerten, die voor de reparatie van S j sommige schuiten daartegen waren aangebracht. Er wordt beweerd, dat de assuran tie den 12en Jan. de verzekering had opgezegd, omdat niet voldoende was gezorgd voor de bevestiging van de nog aanwezige schuiten: in die ge vallen zou de schade nu komen voor rekening van de reeders. ver een 2 goe tha m Wöi de rca trel nas var ves leei her ges 3 60, fats en Ten behoeve der nagelaten betrek kingen van den visscher J. Bakker,, die met zijne drie zoons bij gelegen- heid van den storm van 12 November |je 1894 op de Zuiderzee verongelukte, a|L is door de commissie te Tessel, die j^te zich belastte met de ontvangst van liefdegiften, eene som van bijna f2000 ingezameld. Te Vlieland werd f120 ^er bijeengebracht, op Tessel zelf bijna Ij f800. Zelfs uit Engeland, België en RuBland werden milde bijdragen over- gemaakt, o.a. uit Petersburg ten be- ke, drage van f100. ,jei Over straatschenderij te Am sterdam en eene politiewet Van tal van zijden ontvangen we bittere klachten over straatschenderij door straatjongens van eiken leeftijd. Op het Rembrandtsp.ein zijn heeren die achter op een tr iuawagen ston den, met vuil en modder geworpen. Een polderjongen hielp de laffe .ben 's, en heeren, d e in 't voorbijgaan den kerel op het leelijke van zijn doen wezen, werden door hem schel dende en vloekende gevolgd langs de Kloveniersburgwal. Op de Nieuwezijds Voorburgwal werd een dienstmeisje een tand ge broken met een sneeuwbal. Op het Frederiksplein werd een deft ge, oude dame zoo hard gewor pen met een zoogenaamde sneeuw- De verkoop van den inboedel van Reens. De openbare verkooping van den inboedel van Reens, Woensdagmor gen op de binnenplaats van het voor malig Huis van Bewaring aan den Heiligen weg te Amsterdam gehouden, is zonder stoornis ten einde gebracht. Er was omstreeks 9 uur eene groote menigte volks op de been, en een uur later liet men het publiek zes aan zes binnen, terwijl eene afdeeling politie voor de poort was geposteerd. Toen de binnenplaats zoo goed als gevuld was met publiek, werd de poort ge sloten en werden de toegangen tot den Heiligen Weg afgezet, die straat zelve alzoo geheel vrij gehouden. Er viel aan de zijde der Kal vers traat eene kleine schermutseling voor onder de burgers. De zoon van d n notaris Wertheim was in de verdrukking ge komen en verweerde zich met zijn wan delstok. Er vielen dus klappen en een inspecteur van politie, die den bedreigde kwam ontzetten, werd bij die gelegenheid in de hand gebeten. Inmiddels was de verkooping voor gevallen. Achter eene stevige balus trade had de deurwaarder met zijne helpers post gevat; behalve deze nog enkele personen, onder wie later bie- erd op den boedel bleken te zijn. Vóór de balustrade was aan het pu bliek zijne plaats gewezen; het was voor het overgroote deel samengesteld uit bekende leden der meest „voor uitstrevende" partij. Op de bovenverdiepingen van het Huis van bewaring waren overigens nog enk le toescaouwers achte. de trades der voormalige gevangenkamers te zien. De oorspronkelijke schuld bedroeg ca. 78 gld.; de onkosten 80gld., zoo dat in het geheel thans 158 gld. te voldoen was. Thans werd hei namelijk duidelijk, dat Reen's broeder de oor spronkelijke schuld niet had voldaan, doch dit wel had willen doen, toen het echter te laat was. Er mocht niet minder dan 25 cent op ieaeren koop worden geboden. De inboedel, koffiehuista els, stoe len, biljart-queue b kachels, kasten en Hoog water. De krachtige Noordwestenwind van Woensdag heeft het water, dat in de laatste dagen toch reeds een on gewone hoogte had, aanmerkelijk doen stijgen. Vooral in de kustplaatsen aan de Noordzee vreesde men voor een her haling van de ramp, veroorzaakt door de jongste stormen. Maar zoo erg is het toch niet geworden, al heeft de vloed ook thans weer schade aange richt. Bijna alle rivieren zijn uit haar bed dingen getredende uiterwaarden staan overal blank. De scheepvaart is grootendeels ge stremd. Het water aan den Hoek van Holland had om 4 uur Woensdagmid dag reeds ongeveer dezelfde hoogte als op 22 Dec. 1894. Een aantal straten te Rotterdam tonden onder water. Ten 2 uur begon het water lang zaam over de Noordblaak, Wijnhaven, Steiger en Leuvenhavens te stroi- rnen, maar daar het ten 3 uur hoog moest zijn, en weinig rijzing was waar te nemen, maakte men zLh niet on gerust. In dat uur van 2 tot 3 rees het slechte 7 cM. en kwam tot 2.50 M. boven Rottepeil. Maar toen begonnen de buien dich ter te worden, de rijzing van het water bleef doorgaan tot 4.40het stond toen 3.17 M. boven R.P. Het verkeer voor voetgangers en trams moest gestaakt worden tot on geveer 7 uur. Aan de Maaskant W.Z moesten de passagiers van de stoombooten gedra gen worden.Daar had een groote grond verzakking plaats. Aan de noordzijde, waar vele goede ren opgestapeld lagen, werd een roote hoeveelheid graan en papier, dat door de Sneekerboot gelost was, door het water bedorven. De schade door het bederven van goe deren zal enorm zijn. Tengevolge van het wassende water zijn te Scheveningen verscheidene schuiten vlot geraakt en tegen elkaar gebotst. Vooralsnog schijnt de schade zich te bepalen tot het wegslaan van planken en rollen en het indeuken van een paar wrakken. De dijk, die bij de Keizersstraat is a.ngelegd, is van wege Delfland met zakken zand Bedelaars-typen. In Charilas worden eenige Haagsche bedelaars geschetst. Wij ontleenen Jat daaraan de volgende typen: 1. Een net gekleed heer, met hoo- dgi gen hoed op net hoofd, ruim 50 jaren oud, met een goed fatsoenlijk uiterlijk, schelt aan. Aan den bedienden, die de deur opent, geeft hij zijn naamkaartje met het verzoek het den heer des hui- zes te overhandigen en dezen voor hem eenige oogenblikken belet te vragen. Hij wenscht hem te spreken jjei over een hoogst gewichtig belang. Na den deftigen heer in de spreekkamer of den salon gelaten te hebben, vol doet de bediende aan zijn verzoek. De heer des huizes, begeerig te weten over welk gewichtig belang die vreemde heer hem komt onderhouden, begeeft zich tot den bezoeker, die zich uiterst beleefd en fatsoenlijk voordoet, en dien hij verzoekt piaats te nemen. Op zijne vraag wat mijnheer ver langt, deelt deze mede, dat hij een man is van goeden huize, die eene zeer goede opvoeding heeft genoten en wetenschappelijk is ontwikkeld; vroeger heeft hij fortuin gehad, maar hij heeft het verspild, en, terwijl hij niet fatsoenlijk leven kan van het weinige, dat hij nu en dan met letter kundigen arbeid verdient, doet hij! jaarlijks te zijnen behoeve bij voor name en vermogende ingezetenen een| collecte, om op die wijze het ontbre kende aan te vullen. Velen zijn erJ die hem daarbij steunen, tal van ministers, kamerleden, staatsraden, predikanten, geneesheeren, in éen woord, de élite der maatschappij, en hij twijfelt niet, of mijnheer zal zich ook gaarne willen rangschikken onder deze we dadigen. Menigeen wordt door den gemoe delijken toon van dezen bedelaar en het voorbeeld van zoovele hoogge- plaatsen, of ook wel om van hem at te komen, bewogen, in de geldbeurs of portemonnaie te tasten, en zoo] weet deze man zich een vrij ruim in komen te verschaffen, zonder dat hij er arbeid voor behoeft te ver richten. Nu en dan wendt hij zich ook bij gedrukten brief tot hen, wie hij met zijn verzoeken begunst gt. Daarin noemt hij dan de namen van verschei den personen, die hem hun s.eun heb ben verleend. Hij woont op een net gemeubelde kamer en houdt geregeld boek van vt de r uit We ne |de W1 jet 00' F ie ft I dacht getrokken. Wat ik nog zeggen wilde; ik heb gemeend te moeten begrijpen, dat die Ann Thursday eene negerin was." „Neen, neenl" riep dokter Viret uit met zijn gewonen af keer voor overdreven voorstellingen. „Zeg dat hare over- over-grootmoeder eene negerin is geweest, dan zult u dichter bij de waarheid zijn." „In ieder geval stroomde er negerbloed door hare aderen. Zij was zeer gehecht aan uwe moeder, miss Derwent?" „Hartstochtelijk gehecht." „Heeft zij mevrouw Derwent na haar dood nog gezien „O ja. De voorgaande drie weken is zij niet in hare kamer geweest...." „Eene goede vrouw, maar eene slechte verpleegster," riep dokter Viret uit. „Zij wierp zich toen op het lijk van mijne moeder," ver volgde Florence, „vóór dat ik het haar kon beletten, alsof het nog leefde. Zij kuste het witte gelaat, besproeide het met hare tranen, streek teeder over de handen en sprak alsof mijne moeder nog een kind was. Ik was verplicht een der verpleegsters te laten komen om haar van het lijk te ver wijderen." „Juist," zeide Holt met voldoening. „Zij toonde dus even veel teederheid voor het lijk..." „Bijna evenveel als zij mijne moeder betoond had gedu rende haar leven," gaf Florence ten antwoord. „Zij bleef voortdurend in de nabijheid van de slaapkamerdeur en trachtte zich toegang tot de kamer te verschaffen." „Zonder gevolg?" „Ja, zij is met meer binnen geweest. Ik vond het onaan genaam. Natuurlijk moest het geheel en al worden toege schreven aan hare hartstochtelijke liefde, maar het had iets afkeerwekkende." Er heerschte een oogenblik van stilzwijgen, maar inspec teur Holts gelaat was vol uitdrukking. Er ging blijkbaar meer in zijn geest om dan hij wilde openbaren, ofschoon hij, wat hij ook had willen zeggen, Florence niet zou hebben overtuigd van Ann's medeplichtigheid aan de misdaad. „Daar was éen ding, dat uw erkelijk hadt hehooren te doen miss Derwent," zeide hij eindelijk. „Ik heb u ver .octit om mij alles te melden, wat in deze zaak als nieuws kon wor den beschouwd, en toch hebt u mij niet gemeld, dat mijn heer Arnold Derwent in Engeland is teruggekeerd." Onmiddellijk keek zij hem aan. „Dat had toch dunkt mij niets met de zaak te maken," gaf zij ten antwoord. „Hij was de eenige persoon, die belang had bij den dood van mijnheer Derwent," verklaarde de detective. „Naar hij zelf heeft erkend is hij aan boord gegaan van eene boot, die Engeland heeft bereikt vier dagen vóór de gebeurtenis." „Mear hij is te Teneriffe achtergebleven.,.." „Wanneer heelt hij u dat verteld?" „Nog vóór dat hij twee uur hier waB," zeide zij. „U ver denkt hem toch zeker niet...." „Zooals ik u gisteren reeds onder het oog bracht, zal het u gemakkelijk vallen om uw argwaan te doen verdwijnen of dien tot zekerheid te zien gebracht," zeide dokter Eret. „Niet, dat ik het eenoog enblik gelooi." „En," vervolgde Florence, „Arnold verlangde zoo vurig dei waarheid aan het licht te brengen; zijne overijling deed hem zelfs onverantwoordelijk handelen." „Het was niet zijn verlangen om de waarheid aan het licht te brengen, miss Derwent; tenminste niet terwille van de waarheid. Waarom hij zich bekommerde was alleen het be wijs te leveren, dat mijnheer Derwent dood was. U moet daarbij ook niet uit het oog verliezen, dat wanneer hij geen raad had gegeven ten opzichte van de begrafenis dier vrouw, dat bewijs nog jaren lang verborgen had kunnen blijven. Komaan," voegde hij er bij, stond op en nam zijn hoed van tafel, „het wordt tijd, dat ik naar het station ga, als ik van avond nog in Londen wil zijn. Goeden dag miss Derwent, goeden dag dokter. Ik hoop u spoedig nadere inlichtingen te kunnen verstrekken." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2