k woord zouden voeren. Vandaar zijn voorstel om ook des avonds te ver gaderen, wat na bestrijding van den heer Lieftinck, die ondeugend op- merkte „dat avondzittingen altijd minder serieus zijn dan dagzittingen", met slechts 9 siemmen tegen werd aangenomen. De rij der sprekers werd hedenoch tend geopend door den heer Houwing, die uitvoerig bestreed, dat de gemeen teraden van O. en W. schuld zouden hebben en die dan ook de wetten niet wilde aannemen, maar in een ver hoogde rijkssubsidie het eenig middel zag om uit een onhoudbaren toestand te geraken. Aan zijn zijde, die der tegenstanders van de ontwerpen, Bchaarden zich de heeren Farncombe Sanders en Heemkerk. Kort, maar zeer duidelijk zette de Haarlemsche afgevaardigde uiteen, dat van grove ver- waarloozing de redeniet kon zijn, daar waar geen begrooting is. Wèi daaren tegen als een gemeenteraad weelderig met de inkomsten omspringt en die opzettelijk laag houdt om meer sub sidie te krijgen. Doch dat diende te zijn bewezen, desnoods door een lang durige enquête. De heer Heemskerk betoogde de ongrondwettigheid der ontwerpen, waar z. i. ook van „grove verwaarloozing', in grondwettigen zin niets was bewezen. Hij bestreed dat ongehoorzaamheid tegenover de hoog ste administratieve autoriteit als zoo danig zou zijn te beschouwen. De voorstanders van de ontwerpen, die heden het woord voerden, waren de heeren Beelaerts van Blokland, Rutgers van Rozenburg, Bastert en Royaars van den Ham. Hun argu menten laten zich grootendeels tot dezelfde terugbrengen. Gold voor den heer Beelaerts de opvatting van het geldend recht, dat de gemeentebesturen zich hebben te onderwerpen aan het hoogste admi nistratief gezag ten slotte meende hij toch de verantwoordelijkheid voor dwangmaatregelen aan de Reg. te moeten laten. De heer Rutgers stelde zich tot taak de grondwettigheid der ontwerpen aan te toonen, evenals hij in z. i. te weelderige bedeeling en wei gering tot sluitend maken van de be grooting op de voorgeschreven wijze, een reden voor het hooger gezag aan wezig achtte om in te grijpen. Éven-j als steeds wierp deze spr. ook thans la note gaie in het overigens taaie debat, doo-, met een verwijzing naar de politieke gezindheid der bestrijders, steun te zoeken voor de bewering, dat anti-revolutie en ultra-revolutie precies op hetzelfde neerkomt. (Ge lach). Voor den heer Bastert was de gewenschte handhaving van het ge zag een reden om de ontwerpen aan te nemen. Hij beschouwde die als een soort van curateele voor gemeenten waar de boel in het honderd loopt. De heer Royaars eindelijk achtte wel grove verwaarloozing aanwezig, in het doen van een eigendunkelijken greep in de Staatskasen hij zag in de voorgestelde wetten het beste mid del om uit de verlegenheid te gera- ken. Bij de verdedigers sloot de Minister van Binnenlandsche Zaken (de heer Van Houten), dankend voor den zeer gewenschten spoed, waarmede de Ka mer wilde meewerken om aan een onhoudbaren toestand een einde te maken, zich aan. De Reg., zeide hij verlangde vooral steun van de Kamer hierin, dat de Reg. en niet de ge meenteraden te beslissen hebben over de hoegrootheid der subsidies. En hij voegde er uitdrukkelijk bij, dat de post voor de noodlijdende gemeenten door hem in geen geval zou worden verhoogd. In deze beide gemeenten toch hebben de gemeentenaren reeds f2.per hoofd rijkssubsidie en de Min. meende, met het oog op een toekomstige regeling der gemeente- financiën, niets verder te mogen gaan. Na te hebben betoogd, dat het ge mis van een begrooting en het niet- heffen van hoofdelijken omslag, het gemis alzoo van eenj geregeld beheer, tot volslagen anarchie leiden most, reden waarom deze wetten dan ook werden voorgesteld betoogde hij nadrukkelijk de toepasselijkheid van art. 144, al. 4 der Grondwet. En in de avondzitting ging hij daarmede voort. „Grove verwaarloo zing" bedoelde z. i. niet alleen grove verwaarlo zing van alle gemeentebe langen, maar zag ook op het geval, dat de gemeentehuishouding in de war was. Er was hier partieele verwaar loozing en de Grondwet belette niet dus ook partieële verbetering in te voeren. Die verbetering mocht zich alleen gronden op hetgeen in 1894 kon worden gevorderdmen mocht dus geen nieuwe middelen invoeren. Uitvoerig bestreed de Min. de be weerde ongrondwettigheid van deze voordracht; ook met een beroep op den Raad van State. Met de cijters wilde spr. zich niet inlaten wel met de details der gemeentehuishouding. De hoofdzaak is, dat er een voor een deel verwaarloosde huishouding is, waarin moet worden voorzien. Van de uitvoering dezer wetten vreesde de Min. geenerlei bezwaar. Daarna vin. en- de replieken aan, waaromtrent ik niets meer zal zeggen, omdat bij een repliek steeds nog eens wordt gezegd wat reeds herhaald is. Zij waren van de heeren Kuyper, Borgesius en Heemskerk. De eenige nieuwe spreker was de neer Lohman, die zich aan de z.jde der voorstanders schaarde, omdat hij noch strijd met de Grondwet, noch inbreuk op de au- tbnomie der gemeenten zag en omdat hij zich Gouvernementeel wilde be- toonen. Na hem 't was al kwart over elven kregen we nog een re pliek van den heer Pyttersen. Te hall twaalf ging de Kamer tot heden (Vrijdag) elf uur uiteen. G. Jr. De Eerste Kamer der S taten-Gene- raal heeft voor de volgende week eene audiëntie bij H. M. de Koningin aan gevraagd. Piëteit voor lijken. In De Residentiebode wordt de vol gende opmerking gemaakt: „Indien men bij de „H. IJ. Spoor wegmaatschappij" een lijk tot ver voer aangeeft, ontvangt men daar voor een in behoorlijken vorm inge- richten vrachtbrief ter onderteekening terwijl op den gesioten en gesoldeer- den goederenwagen een zwart bord, waarop een witte krans geschilderd, gehangen wordt, om aan te duiden, wat de inhoud van dien waggon is. „Bij de „Mij. tot Exploitatie van Staatsspoorwegen" acht men dien omslag overbodig. Men gaat daar veel eenvoudiger te werk. Een amb tenaar, met een stuk krij t gewapend, krabbelt eenvoudig op dsn waggoa het woord „lijk" en men weet evengoed, waar men aan toe is. „Dit zou echter nog zoo erg niet wezen, maar hetgeen men met de vrachtbrieven, die de bloedverwanten ter onderteekening worden al thans een jaar geleden werden aangeboden, durft bestaan, over schrijdt alle grenzen der welvoegelijk' heid, neen van het betamelijke. „Op bedoelde vrachtbrieven toch vindt men onder verschillende ru brieken dit vermeld: „Vrachtbrief tot vervoer van levend vee." „Aantal stuks: een." „Soort: .lijk." „Commentaar overbodig „In trouwe, een weinig eerbied voor het zevende der lichamelijke Werken van Barmhartigheid ware bij de Maat schappij totExploitatie niet misplaatst. Ds. Adama van Scheltema. De heer Ds. Adama van Scheltema te Amsterdam viert heden zijn 80sten verjaardag. De heer van Scheltema is de nestor der drankbestrijding en op richter van de geheel-onthouders-ver- eeniging. Bijna 50 jaar heeft hij te Amsterdam in de achterbuurten ze genrijk gearbeid, en is de stichter geworden van het „Koning Willem huis", het eerste wijkgebouw in Am sterdam. Ook is de heer A. v. S. de schrijver van verscheidene werkjes op gods dienstig gebied. Den 19den October werd hij bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan der Ned. Ned. Vereeniging tot af schaffing van sterken drank voor zijne verdiensten gelauwerd door de be noeming tot ridder van den Neder- landschen Leeuw. Van het tijdschrift der geheel-ont houders „de Wereldstrijd" is heden op den 80sten verjaardag van ds. C. S. Adama van Scheltema, verschenen een feestnummer gewijd aan den ju bilaris. Op de eerste bladzijde prijkt het portret van den onvermoeiden strijder tegen alcohol en daarop vol gen, in proza en poëzie, tal van woorden van hulde en waardeering door vriendenhand geschreven. We vinden daaronder de namen van Beets, Laurillard, Hazenbroek. Prof. Stokvis, Miss Willard, Lady Somerset, Prof. Forel en tal van an deren. De uitgever, de heer F. J. Kous broek, bood een prachtexemplaar in fraaien band van dit feestboek heden aan ds. Adama van Scheltema aan, De stakende roosjeslijpers te Amsterdam. De stakende roosjesslijpers en ver stellers hebben Donderdagmiddag opnieuw in „Plancius" vergaderd om te beraadslagen over hunnen toe stand. De door hen gestelde loon- eischen zijn slechts door zes patroons ingewilligd en hun comité, zelf de zaak als half verloren beschouwende, liet thans de beslissing aan de werk lieden zei ven, alle verantwoordelijk heid van zich afschuivend', doch niettemin tot volharding bij de sta king aansporende. Laat in den middag was men nog niet tot een positief resultaat geko men. Het bleek dat de briljantslij pers tot op dit oogenblik althans, de roosjesslijpers in den steek laten en dat het welslagen der beweging dus uitsluitend afhangt van de vraag, of de werklieden zeiven elkan der al dan niet zullen misleiden, door weder beneden het gestelde loon te gaan werken. Het denkbeeld gwerd geopperd, de werkgevers tot het aangaan van een contract voor den tijd van een jaar te bewegen. Dit bleek echter onuit voerbaar, daar zulk een contract al leen waarde zou hebben, indien het met den algemeenen diamantbewer- kerkersbond of met de roosjesslijpers- vereeniging als zoodanig werd afge sloten. En nu was er dit bezwaar, dat die bond en die vereeniging nog geene rechtspersoonlijkheid bezitten. Zoowel de woorden van den voor zitter, al3 die der andere sprekers, wa en weinig bemoedigend voor hen die voor zich zeiven slech:s heil van eene algemeene staking verwachten. minder geproduceerd dsn in 1893. Deze vermindering komt wat het aan deel voor de gemeentekas betreft op een nadeel van circa f 29,000 te staan. Het nieuwe cirous te Amsterdam. Het terrein achter het rijksmuseum te Amsterdam dat Woensdag door den gemeenteraad verhuurd is voor een op te richten nieuw circus, zal geëxploiteerd worden door eene naam- looze vennootschap, genaamd: Maat schappij „Arena". Het doel der vennootschap is een groot ijzeren gebouw te stichten en at in zijn geheel of voor gedeelten te verhuren. Als directeur zal optreden de heer A. Hartog Az. onder toezicht van 2 commissarissen, de heeren C. A. A. Dudok de Wit en mr. J. H. L. gaf aanleiding tot het nemen van maatregelen, toe te passen bij hei voorkomen eener stranding, welk men duchtte. Tegen drie uur gelukt* het aan de boot weer aan zee komen. Van de Scheveningsche schuiten hebben door den stormvloed vat Woensdag een tiental opnieuw vri ernstige schade geleden, nl. van d! reeders A. v. d. Toorn, P. de Moe, T Varkevisser, P. Haring, A. P. Krul P. Knoe3ter en Alb. de Jong. De reeders leden ook veel schad door het verlies van losse goederen als rollen, planken, vijzels, wikkers zwaarden enz., die alle zijn spoeld. Bij onderhandsche aanbesteding hebben voor den bouw ingeschreven de heeren D. Oerlijn en Zoon en A J. de Haan te Amsterdam voor f 48,C H. J. Nederhorst te Gouda voor f47,600; A. Toorenvliet te Rotterdam voor f39,900; Johan C. vanMeursen N. Smit te Amsterdam, voor f38,300. Aan laatstgenoemden ia de bouw ge gund. Woensdagnacht iheeft zich op de Prins Hendrikkade nabij den Schreij eratoren te Amsterdam door een re volverschot van het leven beroofd een onbekende man van naar gis 30-jarigen leeftijd, lang 1.70 meter, rossig kru: lend haar, knevel van dezelfde kleur, oogen blauw, gekleed met donker blauwe winterjas, donker kamgaren jacquet, zwart bukskin vest en pan talon, blauwe molton onderbroek, lichtgestreept boezeroen, blauwe werk kiel, liggend boord en halsdasje met roode stippels, molière schoenen en zwarte fantasiehoed. Dengenen, die eenige inlichtingen aangaande de herkomst van het lijk kunnen verschaffen, wordt verzocht zich te vervoegen aan het afdeelings- bureau van politie Oudebrugsteeg aldaar. neer pieer reen "leze H* Bie n Een aakschip gestrand. Woensdagnamiddag is, onder ds vaart en een zware noordwest* sneeuwstortbui, het aakschip „Car! Schroers" no. 6, schipper Carl vai Marwijk, te huis behoorende teDui* burg, geladen met steenkolen, var Pruisen naar België, gesleept worden de door de sleepboot „Succes", voo Bruinisse lek gesprongen en gezon ken. De opvarenden, genoemde schippei met vrouw, twee kinderen en twe knechts, zijn met genoemde sleepboo gered, te Zijpe geland en te Bruiniss geherbergd. Het zinken moet zoo vlug gegaat zijn dat een aan boord zijnde horu niet gered is kunnen worden. De schade aan schip en lading moe door assurantie gedekt zijn. Thans zitten voor Bruinisse op d reede drie schepen aan den grond die de passage en het ten anker ko men aldaar in den nacht zeer onvei lig maken, zoodat het voor de vaar zeer gewenscht is dat die spoedi worden opgeruimd. Tengevolge van het vermeerderd gebruik van electrisch licht en be sparingsbranders heeft de Amsterd ;iii- sche Imperial Gasmoatscuappij in het jaar 1894 weder 730.000 kub. meter Hoog water. De Rgn blijft voortdurend snel wassende. Het „Heelsche Broek" staat reeds geheel onder; thans wor den ook de hooggelegen uiterwaar den met overstrooming bedreigd, zoo mede de weilanden van h t kon. land goed „Oranje-Nassau-Oord". Ten gevolge van den nieuwen was der Waal zijn te Nijmegen de kade en strekdam ten Oosten van het veer zoo verre overstroomd, dat alle sche pen en stoombooten hunne gewone lig- en losplaatsen aldaar hebben moeten verlaten en thans gemeerd zijn aan de hoogere kade tenWesienvan het veer. Intusschen begint deze laat ste kade oox te over3troomen. Uit Zevenaar Het water is alhier Donderdagmiddag gedurende de laatste uren zoodanig gewasschen, dat de overtocht aan het Pannerdsche veer niet mier per pont kan plaats hebben en dus voor rij tuigen gestremd is. Thans kan men nog over per roeiboot. Uit GeldermalsenDe Linge is op het oogenblik zoo hoog, dat alle lage uiten waarden diep onder water staan. Blijkens Donderdag verrichte me tingen bedraagt de afstand van den vuurtoren te Scheveningen tot den duinrand 18 M. en die van de Naald tot den duinrand nog slechts 1.5 M. In den nacht van Woensdag op Donderdag is dicht bij de branding voor Scheveningen gezien eene stoom boot, kenbaar aan hare vurendit bank het van in h den, even in v 4e te of a erd de 3ept ioei veris itrai tobe alda ease den 8f>e N gaai Tien 11e ran last. terq yen van gtn noe de rest bos tui5 wijl wei en, doe Bei ner tigl we< dee gev dei «J de ple vri 1 uit hooren. Weldra kwam hij weer in de gang en begal zich opnieuw naar de geheimzinnige bovenverdieping. Juffrouw Cawdrey's stem kon hij nog steeds hooren, maar de toon was nu dreigend in plaats van smeekend. Tenminste dien indruk gaf hij aan Joe Bodger hoewel hij geen woord verstond. Toen het reeds half elf had geslagen kwam Owen weer be neden. Nu begaf hij zich regelrecht naar de deur, opende die, greep een pet van den portmanteau en verdween in de duisternis. Eenige minuten later was Joe ook op weg, hem achterna. De avond was donker en bewolkt, de maan noch een ster was zichtbaar, en ofschoon het nog ruim een uur voor mid dernacht was, heerschte er reeds diepe stilte in het dorp. Owens slanke gestalte bewoog zich voort op het midden van den weg. Joe's hart klopte luid. Zou hij eindelijk eene ontdekking doen Was er iets hoewel het moeielijk was om te beseffen wat gebeurd, dat Owen Fairford dwong om op een vroeger uur en met minder geheimzinnigheid de zending te volbrengen, die hij meermalen volbracht? Joe was nauwelijks kalm genoeg om een veiligen afstand te bewaren; hij wist, dat alleen Owens afgetrokkenheid oor zaak was, dat hij de voetstappen achter zich niet hoorde. Hij bleef een oogenblik voor de poort van het kerkhof staan, Blak dit vervolgens met haastige schreden over en bleef ten slotte weer staan voor het hek, dat dokter Virets huis van den weg scheidde. Tot Joe'i groote verbazing en teleurstelling trad hij de poort binnen en op het huis toe. Een nieuw plan scheen op handenToen Joe bij vorige gelegenheden den wandelaar van „Boechzicht" hal gevolgd, had deze nooit zijne schreden gericht naar „The Laurels". Toch ging Owen er dezen avond heen, en met welk doel waB niet gemakkelijk te gissen. Joe bleef eenige schreden voor het hek staan en uitte zacht, hoewel niet minder gemeend, een vloek. Een ieders wapen rusting heelt eene zwakke plekJoe vreesde God, noch mensch, noch duivel, maar hij had een afschuw voor hon den. Honden blaffen en bijten gaarne, en Joe haatte beide hoedanigheden. Hij had Tiger dikwijls gezien in het dorp achter zijn meester aan, met zijn groote tong uit zijn bek hangend. Joe wist wel, dat Tiger des nachts op het erf rond liep. Dat was uitermate ergerlijk. Hij brandde van verlangen om het doel van Owens bezoek te weten te komen en toch durfde Joe hem niet naar de deur te volgen. Het beste zou zijn, meende hij, om op een veiligen afstand te wachten tot Fairford weer terugkeerde. Even na tien uur had Florence dokter Viret goeden nacht gewenscht en hare eigen kamer opgezocht. Ofschoon zij een boek ter hand nam, dwaalden weidra hare gedachten af; na het bezoek van inspecteur Holt op Vrijdag had zij inder daad bijna voortdurend gepeinsd over een en ander, in ver band met zijne zinspelingen. Zondagnamiddag had haar neef haar bezocht, en was tot zijne groote teleurstelling zeer koel door haar ontvangen. De kiemen der argwaan schoten Bpoedig wortel en zonder juist de gedachte te koesteren, dat hij verantwoordelijk was voor Rechtszaken De gemeentekas van Ouder kerk. Voor het Haagsche gerechtshof behandeld de vordering van den dertijd geschorsten gemeente-ontva ger van Ouderkerk a. d. IJsel, tot rugbetaling van bij hem in besla genomen gelden. De ontvanger wa zijn privé borg gebleven voo iemand en toen hij zijne verplichtin gen dienaangaande niet nakwam werd in zijne woning beslag gelegi op een schrijfbureau, waarin goederei van huishoudelijke aard en ook eenf portefeulie met bankbiljetten bene vens eenig zilvergeld. Bewerende da die gelden hem niet in persoon toe behoorden, maar hij die in zijne hoe danigheid van gömeente-ontvange onder zich had, stelde hij een vorde ting in tot terugbetaling daarvan ei de rechtbank te Rotterdam steidf hem in zoover in het gelijk, dat hi tot het leveren van bewijs werd toe gelaten. De tegenpartij kwam van die uit spraak in hooger beroep en namens haar betoogde mr. C. J. Francois voo het Hof te 's Gravenhage, dat de be wuste gelden den ontvanger niet ir die hoedanigheid toebehooreu, kondei d iar hij in zijn ambt geschorst was Doch waren zij, gelijk de rechtbani aannam, wel in zijn quaiiteit onde zijne berusting, dan zou naar plei ters meening de actie niet door dei ontvanger, maar door den burgemeet ter moeten zijn gedaan. Ook zou ii het stelsel der rechtbank de vorderini op grond van de artt. 456 en 45' Rechtsvordering moeten worden in gesteld en niet krachtens art. 140 Burg. Wetboek zooals hier schiedde. Mr. P. F. L. Verschoor, voor dei ontvanger optredende, bestreed dezt den dood haars vaders, brandde zij toch van verlangen on iets naders te hooren. Telkens en telkens dacht zij na over ieder woord, door dei inspecteur gesproken, en zij twijfelde er niet aan, dat reden, dat hij zich niet in Rookfield ophield, moest zijn, da hij bezig was te onderzoeken, of Arnolds mededeelingen be treffende zijne terugreis naar Engeland juist waren. Wellicht ware geen argwaan jegens haar neel haar boezen binnengeslopen, wanneer zijne houding, toen Owen hui Donderdag de belangrijke tijding bracht, niet van zoovee zelfzucht had doen blijken. Sedert den dag van zijne koine op Rookfield had hij getoond zich slechts om het geld haar vaders te bekommeren; en zelfs de vreeselijke bizonderhedei door Owen meegedeeld, hadden niet zooveel indruk op hen gemaakt ais het feit, dat het eindelijk binnen zijn bereik lag Het was waar hierop had Holt ook gezinspeeld, dat al hij zelf dat plan voor de begrafenis van Ann niet had ge opperd, hij nu evenmin als vroeger zijne rechten op haar vaders nalatenschap kon doen gelden. Florence was dan ooi inderdaad van oordeel, dat zij kon vermoeden welke nieuw< theorie de detective had willen opbouwen, hoewel hij er voo was teruggedeinsd om die onder woorden te brengen. Blijk baar scheidde hij deze twee feiten van elkaar deverdwij ning van het lijk harer moeder en den moord op haar vadei Werdt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2