IET SPOOK ÏAIRÖOKFIELD. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 12e Jaargang Donderdag 31 Januari 1895. No. 3552 ABONNEMENTSPRIJS: ADYERTENTIËN: STADSNIEUWS. FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door bet gebeele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. By Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentièn worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiera. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE dé Co., JOHN F. JONESSuee., Partje 31 bi» Faubourg Montmartre Haarlem30 Jan. 1895. Stukken van den Raad. Adres van J. Zipp Jr. om een stukje grond te koopen aan de Kleverlaan, ten einde daarop een timmermans werkplaats te bouwen. B. en W., van oordeel dat het niet wenschelijk is dien grond te verkoo- pen, adviseeren afwijzend op het ver zoek te besehikken. Voorstel van B. en W. tot vast stelling van een 3e suppl. kohier der gemeentelijke inkomsten-belasting ad f94.34s. Voorstel tot het brengen van de jaarwedde van den heer A. H. Günther, leeraar in de duitsche taal aan de H. B. S. met 5-jarige cursus op f2400. Dit is eene afwijking van de orga nieke regeling, door B. en W. in over leg met de Comm. v. Toezicht en in 't belang van het onderlijs voor- Voorstel van de Comm. van Financiën, tot goedkeuring van de rekening over 1894 der Kamer van Koophandel sluitende met een batig saldo van f60.30. Ontvangsten f600. uitgaven f439,70. Naar wij vernemen bestaat bij de koninkl. liedertafel Zang en Vriend schap het plan, deel te nemen aan een internationaal concours voor man- nenzangvereenigingen, dat op de beide Pinksterdagen te Luik zal worden gehouden. De kinetoscoop in Haarlem. Donderdag 31 Jan. e. k. geeft de Haarlemsche Amateur Fotografen Club hare jaarlijkache Sciopticon- soirée in de bovenzaal der Sociëteit Vereeniging, toegankelijk voor leden, kunstlievende leden en genoodigden. Het; bestuur heeft thans het voor nemen opgevat, eens een deel der projectie op wetenschappelijk gebied te doen plaats hebben en de heer Maurits H. Binger, secretaris der H.A. F. C. houdt een lezing, opgehelderd met lantaarnbeelden, over Edison en eenige zijner uitvindingen, en in 'tbij zonder den Kinetoscoop, Edison's laatste uitvinding, speciaal ep het gebied van Photo grafie. Het bestuur heeft met de Edison-Maatschappij een overeenkomst gemaakt, waardoor elk aanwezige instaat gesteld wordt dit nieuwe wonderwerk te bezichtigen. In dit toestel zijn 1600 photografiën geplaatst, die in den tijd van 40 se conden, langs electrischen weg het oog van den toeschouwer voorbij zweven, hetwelk de natuurlijke be wegingen van een amerikaanscben bokspartij getrouw wedergeeft. Ter opluistering is ook de phonograaf aanwezig. Het vertoonen eener talrijke collectie lantaarnplaten zal dezen avond beslui ten. Leden en kunstlievende leden hebben geen toegang op vertoon van diploma aangezien elkeen eenige uit- noodigingskaarten werden toegezon den. Toonkunst. Solo-klassen Een lange avond weliswaar, maar tevens rijk aan goeds en schoons was die van Dinsdag voor hen die tegen woordig waren bij de jaarlijksche uitvoering door de leerlingen van de solo-klassen der Muziekschool van Toonkunst. De ruime concertzaal der „Vereeniging" herbergde dien avond een vrij groot aantal menschen. Te verwonderen is dit niet, wanneer men bedenkt dat ieder der optredende leerlingen zijn kring van familieleden en belangstellenden onder het publiek heeft. Maar afgezien van alle bizon- dere belangen, bieden deze avonden genoeg dat meer algemeene belang stelling verdient, om ook aantrek kingskracht uit te oefenen op ben, die iets voelen voor muzikale kunst en hare beoefening. Zij kunnen er niet enkel veel uit leeren, maar ver- ruime ook op een gemakkelijke en aangename manier hun blik in de uitgebreide litteratuur voor piano, viool en zang. Vooral het geregeld bijwonen dezer proefconcerten heeft nog dit belangwekkende, dat men jaarlijks eenige namen op het pro gramma aantreft, in verband met steeds hoogere eischen die aan de dragers van die namen gesteld wor den en met auccès gesteld kunnen worden. Zulke namen zijn b.v. ik moet mij tot een tweetal van ieder vak bepalen die van de pianisten Mej. H. Witsen en S. Orobio de Cas tro van de violisten J, Tadema en A. Joles; van de zangeressen, de dames J. Plomp en M. Houtman. Maar ook de niet genoemden gaven Echier zon der uitzondering blijk, zooal niet steeds van bepaalden aanleg, dan toch van degelijke en niet onbeduidende ont wikkeling. Nog altijd blijkt de piano het instrument par excellence te zijn, zoowel met betrekking tot het aantal als tot het artistiek gehalte der leer lingen. Voor den heer Schlegel kan dan ook zoo'n concert-avond niet anders dan een avond van groote en zeer rechtmatige voldoening zijn. De toe juichingen door zijne leerlingen ge oogst niet te verwarren met het uitzinnig rumoer, waarvan ik voor een paar dagen gewaagde mogen dunkt mij, voor dezen keer wel ge nade vinden bij zijn fijnbewerkt ge hoororgaan. Zij zijn een luidklinkend getuigenis en een doorslaand bewijs van de waardeering die men dezen kunstenaar toedraagt. Ook de beer Robert en mevrouw Haase mogen zich met het door hunne leerlingen behaalde succes gelukwenschen. Het zij hun zoo die noodig ware eene aansporing te meer, ook in de toekomst hunne beste krachten te blijven wijden aan de muzikale op voeding van hen, die met zoo gelukkig gevolg aan hunne zorgen zijn toe vertrouwd. Als gewoonlijk werd ook deze avond besloten met een paar voor drachten der vrouwenkoor-klasse. Dat de hier geboden schoone en jeugdig- frissche klankvolume, na het groot aantal solonummers met gret gheid werd ingezwolgenbehalve natuurlijk door degenen die juist voor dit slot nummer haast kregen kan men zich vrij wel voorstellen. PHILIP LOOTS. De schouwburgbezoekers van Dins dagavond hebben Mad. Segond-We- ber weder in al de volheid van haar kunst kunnen bewonderen. Men kan erover van gevoelen ver schillen, of hare vertolking van An- dromaque dan wel die van Phèdre hooger staat, maar zeker is het dat zij in de beide rollen een hoogte in hare kunst bereikt, waarheen de toe schouwer slechts bewonderend kan opzien. Voorheen placht men na een se rieus drama een klucht- of blijspel letje te geven, thans komen die vroolijke mopjes meest vooraf als „lever de rideau". Waarschijnlijk is die gewoonte ingevoerd om bet pu bliek gelegenheid te geven, iets later in het theater te kunnen verschijnen zonder de hoofd vertooning te missen, maar voor hen die op het uur van aanvang present zijn is het o. i. min der aangenaam. Men raakt zoo uit de stemming, als men eerst een wel vermakelijke, maar volslagen onzin nige parijsche grol ziet als „Le Ser- ment d'Horace" en daarna de statige verzen van Racine te hooren krijgt. Het samenspel was zeer goed. De heer Launay als Horace speelde recht vermakelijk. Enkele medespelers had den kou gevat en waren schor, het geen in ons klimaat voor een vreem deling meer een normalen dan een abnormalen toestand ^representeert. Zaterdag a. s. wordt in onzen schouwburg hier ter slede opgevoerd het bekende, „Madame Sans-Gêne" maar nu in bet oorspronkelijk fransch door het parijsche gezelschap van bet „Thé&tre du Vaudeville". De Haarlemsche timmerlieden Voor gisteravond was door een co mité uit haarlemsche timmerlieden uitgeschreven eene veigaderiüg in „Weten en Werken", waarin als spre ker zou optreden de heerB. H. Heldt. Deze was echter door ziekte verhin derd te komen. Welwillend stelde echter de heer Nolting, gemeente raadslid van Amsterdam, zich nu be schikbaar om in diens plaats hetzelfde onderwerp te bespreken, nml. „Ver eeniging en organisatie der vakgenoo- ten." De verbetering, aldus begon spreker, die de timmergezellen wenschen in hun toestand, is te vinden in Ioodb- verhoogingen verkorten arbeidsduur. Willen de timmerlieden te Haarlem daartoe geraken, laten zij dan de voet sporen volgen van de amsterdamsche gezellen,wier optreden zich heeft geken merkt door een goede organisatie en k-iime houdiug, waardoor het zonder veel moeite gelukt is bijna algemeen in Amsterdam ingevoerd te zien een mi nimumloon van 23 ets. per uur en een maximum-arbeidstijd van 10 uur des winters en 11 uur des zomers, waar bij de gemeente zelve voorging door die bepalingen in hare bestekken op te nemen. De groote werkgevers volg den spoedig en de kleine patroons moesten langzamerhand ook wel zwichten. Een goed middel om hen te noodzaken noemde spreker het, wat te Amsterdam is geschied, waar men met zwarte borden rondliep, vermel dende de namen der patroons, die den loonstandaard nog niet hadden willen aannemen. De organisatie der timmerlieden hebben andere organisaties tengevolge gehad, m. n. van de typografen, kur kensnijders, diamantbewerkers en bakkersgezellen. Deze organisaties wa ren evenwel niet zoo goed in hare samenstelling en verdienen niet zoo veel sympathie, daar sommige eischen, bijv. die der typografen omtrent loon naar leeftijd en die der bakkersgezellen omtrent consequente loonsverhooging, niet geheel billijk waren. Voor 25 jaar waren de vakvereeni- gingen krachtig, daar zij uitsluitend de vakbelangen bepleitten. De vak- vereeniging „Concordia inter nos" te Amsterdam zette toen reeds eene be tooging op touw om lotsverbetering te verkrijgen. Dit had tengevolge, dat het ledental van 400 plotseling tot 1000 steeg. Toen men echter een maal een loonstandaard had verkre gen, deed zich het verschijnsel voor, dat velen langzamerhand de vereeni ging verlietenhet gevolg was dat de kracht der organisatie was ge broken, de werkgevers terugkrab belden en de loonen langzamerhand weer daalden. Het vereenigingsleven werd vooral verzwakt door het ont staan der politieke partijenPatrimo nium, den R. K. Volksbond en den Soc. Democraten Bond, waardoor verdeeldheid en versnippering kwa men. Thans ziet men echter bij eeni ge vakken weer den toestand van voor 25 jaar herlevenmen begint te begrijpen, dat in eene vak vereeniging de politieke partijen moeten worden geweerd. Waarvoor zijn er in Haar lem drie fimmerlieden-vereenigingen? Allen van een vak moeten zijn in ééne vak vereeniging. Krachtige organisatie is noodig. De nederlandsche werklieden zijn over het algemeen gedwee, dus kalm de zaken aangelegd. Niet het werk er bij neerleggen, dit moet het aller laatste middel zijn tot verbetering. De haarlemsche timmerlieden moe ten evenals in Amsterdam tot eene betere positie zien te geraken door gemeenschappelijk overlegook met de patroons en vooral moeten zij steun zoeken bij deD gemeenteraad. Samenwerking is te vinden, want het belang van den werkman is ook het belang van den patroon. Jammer is het, dat men hier in Haarlem er niet in is geslaagd de drie vereenigingen te verbinden voor hare gemeenschap pelijke belangen, ondanks de pogin gen van „Door EendrachtVerbetering". Krachtige aaneensluiting is noodig, ook tegenover de werkeloosheid, dat dreigend monster voor den werkman. Een gelukkig feit is het, dat de werkloosheid te Amsterdam na de invoering van een maximum-ar beidsduur dit jaar onder de timmer lieden iets is verminderd. Ook het stukwerk werkt noodlot tig. De goede werkman heeft het recht om op bejaarden leeftijd door de maatschappij te worden onderhouden, maar er behoort veel toe om dit recht te verkrijgen. Vooral moet men zich hier niet te onmachtig gevoeleD, immers in Am sterdam hebben de timmerlieden het ook gered zonder „Patrimonium" en „R. K. Volksbond." Laat men de handen in een slaan, maar ordelijk optreden en de publieke opinie winnen. Voor straat-demonstraties voelt spr. weinig. Hij eindigde met de timmer lieden op te wekken zich aan een te sluiten en allen onder het oog te Naar het mgelech van THOMAS COBB. 39) HOOFDSTUK XXII. Joe Bodger «peelt zijn troefkaart uit. „Daar ben ik reeds aan bezig. Men moet nooit zoo driftig zijn. Wie ie, om te beginnen, die gedaante in het zwart, die te middernacht in het dorp ronddoolt?" „Ik zal geen vragen beantwoorden. Je beweert eenige in lichtingen te bezitten; welke zijn die?" „Ik heb die verschijning verscheidene malen gevolgd," gaf Joe ten antwoord, „en u ook. Ik heb u 's nachts voorwerpen zien verbranden." „Dus sinds je hier bent, heb je niete meer of minder ge daan dan mij bespionneerd bij mijne handelingen?" „Dat heb ik gedaan, maar niet alleen u," zeide Joe. „Het waren ook zonderlinge handelingen. Om kort te gaan, hier komt het op neer: die vrouw, als het eene vrouw is, kent den moordenaar." Joe zag Owen ontstellen en haastte zich om daarvan ge bruik te maken. „Zij weet het en u weet hethet ie nutteloos om het te ontkennen. U weet, door wien mijnheer Derwent vermoord is. Nu is de zaak dezeu hebt de menschen daaromtrent steeds in onwetendheid gelaten, daarvoor is maar een uitweg. U moet zich met mij verstaan." „Wees wat duidelijker," zeide Owen stroef. "Wanneer ik er mij ietB over laat ontvallen, dan z»l Holt haar in minder dan geen tijd voor den d..g laten komen- Niet dat ik mij iets wil laten ontvallen, maar in ieder geval moet er rekening met mij worden gehouden." „Nu begin ik je te begrijpen," zeide Owen. „Door mij voort durend te bespionneeren, ben je iets te weten gekomen, dat ik, naar jij meent, geheim wil houden?" „JuiBt mijnheer." „Je biedt aan om op zekere voorwaarden je stilzwijgen te verkoopen." Nu komen wij er langzamerhand," zeide Joe, begrijpende, dat de rest geen moeielijkheden zou opleveren. „En wanneer ik je voorwaarden weiger, dan dreig je de politie in kennis te stellen met wat je weet „Daarmee zou geen tijd verloren gaan." „Misschien niet. Maar je hebt nog iets vergeten. Je hebt nog niet medegedeeld, wat die mededeeling inhoudt. Het is waar dat je spreekt van van eene vrouw „Die in dit huis woent, zonder dat het iemand anders be. kend is dan n, moeder Cawdrey en mij en mij, begrijpt u, geachte heer. Een wezen, dat overdag binnenshuis blijft en er deB nachts op uitgaat." „Dat heb je reeds gezegd en ook dat zij hekend is met de omstandigheden van den moord op mijnheer Derwent. Houd je bij de zaak. Hoe is zij het te weten gekomen?" Jee zweeg een oogenblik. Hij stond op het punt om den grooten slag te slaan; hij bevochtigde zijne lippen en keek Owen met schuinsohen blik vluchtig aan. „Zij is dien Dinsdagnacht Derwent gevolgd," zeide hij, „dat is de reden. Zij liep hem op een honderd pas afstand achterna." „Hoe weet je dat?" vroeg Owen. Hoewel hij kalm sprak, verried de lichte beving in zijne stem, zijn glinsterende oogen en de spanning op zijn gelaat, aan Joe, dat hij zeer zenuw achtig wae. „Het doet er niet toe hoe," gaf Joe ten antwoord. „U weet wel, dat het de waarheid is, en dat u niet graag zondt willen dat het bekend werd. U wilt een kalm leven hebben en u kant het krijgen, als u zich maar met mij verstaat." „Dat kan alles wel heel goed zijn," zeide Owen, „maar inspecteur Holt is er niet de man naar om je alleen op je woord te gelooven, en dat is ook het geval met mij. Het ia niets dan eene bewering van je. Veronderstel eens voor dit oogenblik, dat ze waar is, en veronderstel ook, voor dit oogenblik alleen, dat ik je stilzwijgen wil koopen, hoe weet ik dan, dat je er niet slechts naar raadt kortom, dat het niets dan pocherij van je is?" Joe aarzelde voor de eerste maal gedurende dit onderhond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1